• No results found

DE KWALITEIT VAN VVE IN DE GEMEENTE BRIELLE IN 2012

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "DE KWALITEIT VAN VVE IN DE GEMEENTE BRIELLE IN 2012"

Copied!
24
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

DE KWALITEIT VAN VVE IN DE GEMEENTE BRIELLE IN 2012

Definitief

Utrecht, maart 2013 H3508776

(2)

Pagina 2 van 24

(3)

INHOUD

Voorwoord 5

1 VVE in de gemeente Brielle 9

1.1 Overzicht van de voor- en de vroegscholen in Brielle 9

1.2 Lijst met de VVE-documenten die de gemeente heeft aangeleverd 9 1.3 Het gemeentelijke VVE-beleid 9

2 De oordelen over de voor- en de vroegscholen 15

3 Conclusies 17

Bijlage 1: de beantwoording van de digitale vragenlijst door de gemeente 19

Bijlage 2 De resultaten op de digitale vragenlijsten van de voor- en de vroegscholen 23

(4)

Pagina 4 van 24

(5)

Voorwoord

In de Memorie van Toelichting bij de wet Onderwijskansen door Kwaliteit en Educatie (OKE-wet) wordt een zogenoemde bestandsopname Voor- en

Vroegschoolse Educatie (VVE) aangekondigd. In 2007 (en 2008 en 2009) heeft de onderwijsinspectie die al uitgevoerd in de vier grote steden en in 2010-2011 in de middelgrote steden. Nu is 'doorgestart' met de overige gemeenten die

onderwijsachterstandmiddelen krijgen van het Rijk. In 2010 is de OKE-wet

aangenomen en wordt na de bestandsopname vanuit dat kader het inspectietoezicht op de kwaliteit van VVE 'signaalgestuurd' vorm gegeven in de gemeente Brielle. Dat houdt in dat er in principe periodiek afspraken met de gemeente gemaakt worden over de onderwerpen en de locaties waarop 'VVE-toezicht' zal worden gehouden.

De bevindingen uit dit rapport over de bestandsopname VVE kunnen daarvoor als uitgangspunt worden genomen.

De hoofdinspecteur primair onderwijs, dr. A. Jonk

(6)

Pagina 6 van 24

(7)

Inleiding

Dit rapport is het verslag van een onderzoek van de Inspectie van het Onderwijs naar de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie (VVE) in de gemeente Brielle. VVE is bedoeld voor jonge kinderen die onvoldoende zijn toegerust voor een soepele instroom in het

basisonderwijs, waardoor ze grote kans lopen om achterop te raken.

In het rapport wordt allereerst de kwaliteit van het VVE-beleid op gemeentelijk niveau gewaardeerd. Dat is gebeurd in de vorm van een zelfrapportage (in lijn met artikel 12 van de Wet op het onderwijstoezicht) van de gemeente over haar VVE-beleid: zie hoofdstuk 1 en bijlage 1. De inspectie heeft deze zelfevaluatie geverifieerd.

Vervolgens wordt in hoofdstuk 2 beschreven waarom de inspectie geen locaties heeft bezocht in de gemeente Brielle. Hoofdstuk 3 bevat de conclusies over kwaliteit van VVE in deze gemeente.

Tot slot staan in bijlage 1 de antwoorden van de zelfevaluatie van de gemeente Brielle.

In bijlage 2 staat een overzicht van de antwoorden van de zelfevaluaties van de locaties weergegeven. Iedere bezochte locatie heeft een inspectierapport met de bevindingen ontvangen.

Dit rapport gaat dus over de volgende onderwerpen:

1. De zelfrapportage van de gemeente over haar VVE-beleid en de verificatie daarvan door de inspectie.

2. Enkele opmerkingen over de zelfrapportage van de VVE-locaties.

3. De conclusies van de onderwijsinspectie.

Bij de beoordeling wordt gewerkt met een vierpuntsschaal:

1. Staat in de kinderschoenen: verbeteringen zijn dringend nodig.

Deze kwalificatie geeft aan dat echt iets verbeterd dient te worden.

2. Enigszins ontwikkeld: verbeteringen zijn nodig

Deze kwalificatie geeft aan dat het wenselijk is dat iets verbeterd wordt.

3. Voldoende

4. Goed ontwikkeld: een voorbeeld voor anderen.

Deze kwalificatie geeft aan dat dit aspect in orde is, en wel op een zodanige manier dat anderen hiervan kunnen leren.

(8)

De kwaliteit van VVE in de gemeente Brielle, definitief

Pagina 8 van 24

(9)

1 VVE in de gemeente Brielle

De gemeente Brielle heeft aan de hand van een digitale vragenlijst haar eigen VVE-beleid beoordeeld tegen de OKE-wet en het VVE-toezichtkader van de onderwijsinspectie, dat in de Staatscourant is gepubliceerd.

De digitale vragenlijst levert de volgende informatie:

 Het overzicht met de voor- en de vroegscholen.

 De lijst met de VVE-documenten die de gemeente heeft aangeleverd.

De zelfbeoordeling van VVE-context en –condities.

1.1 Overzicht van de voor- en de vroegscholen in Brielle

In de gemeentelijke digitale vragenlijst is gevraagd naar een overzicht met de VVE-

peuterspeelzalen en –kinderdagverblijven (de voorscholen) en de bijbehorende vroegscholen (de VVE-basisscholen). Gemeenten bekostigen sinds 2006 niet langer de vroegscholen, waardoor ze nu vaak geen betrouwbaar beeld meer hebben van welke vroegscholen er zijn. Daarom kan de onderwijsinspectie, in samenspraak met de gemeente en de schoolbesturen (en met

gebruikmaking van de DUO-telgegevens per 1 oktober 2011 met het percentage gewichtenkinderen van 4 en 5 jaar) dat overzicht nader invullen.

Overzicht van de voor- en vroegscholen in de gemeente Brielle die een digitale vragenlijst hebben gekregen:

- Peuterspeelzaal De Kleine Geus

1.2 Lijst met de VVE-documenten die de gemeente heeft aangeleverd

De inspectie ontving van de gemeente Brielle als toelichting op de vragenlijst onder meer de volgende documenten:

- Conceptadvies aan B&W Voorschoolse Educatie peuterspeelzaal Brielle (juli 2012).

- Protocol en handleiding Overdrachtsformulieren - Protocol en handleiding Doorgaande lijn

- VVE gemeente Brielle en beschikking (augustus 2012)

1.3 Het gemeentelijke VVE-beleid

In deze paragraaf worden de bevindingen van de inspectie over het gemeentelijk VVE-beleid weergegeven. Bijlage 1 bij dit rapport bevat de zelfevaluatie van de gemeente: vragen, antwoorden en beoordelingen van het gemeentelijke beleid op de twee domeinen VVE- beleidscontext en VVE-condities.

Per domein wordt weergegeven op welke punten de inspectie het gemeentelijk beleid en

uitvoering als voldoende ('3') beoordeelt, waar nog verbeterpunten worden gezien, zowel zonder ('2') als met ('1') afspraken en op welke punten de gemeente als een voorbeeld voor anderen gezien wordt ('4'). De inspectie baseert haar bevindingen op de uitkomsten van de zelfevaluatie en haar eigen verificatie door middel van documentenanalyse en eventueel gesprekken met betrokkenen.

(10)

De kwaliteit van VVE in de gemeente Brielle, definitief

In de toelichting hieronder wordt per indicator beknopt weergegeven wat wordt verwacht en wat bijvoorbeeld kan worden vastgelegd in de gemeentelijke subsidieverordening.

HET GEMEENTELIJKE VVE-BELEID Oordeel

1a1 Definitie doelgroepkind 3

1a2 Bereik: het aantal kindplaatsen (peuters) 2

1a3 Toeleiding 3

1a4 Ouders 3

1a5 Integraal VVE-programma 3

1a6 Externe zorg 3

1a7 Interne kwaliteitszorg van de voor- en de vroegscholen 3

1a8 Doorgaande lijn 3

1a9 Resultaten 1

1b VVE-coördinatie op gemeentelijk niveau 3

1c Systematische evaluatie en verbetering van VVE op gemeentelijk niveau 3

DE VVE-CONDITIES Oordeel

2a GGD-rapport 3

2b Gemeentelijk subsidiekader 3

Algemeen

De gemeente Brielle heeft in 2012 een voorstel ingediend om te komen tot een voorschools aanbod in de peuterspeelzalen in de kern Brielle. Voorstel is om alle vijf peutergroepen in de kern Brielle op VVE-niveau te brengen; helaas zijn de middelen niet toereikend om ook de groepen in Vierpolders en Zwartewaal op VVE-niveau te brengen. Het project is gestart op 1 september 2012 en loopt tot 1 augustus 2015. in 2014 zal er een evaluatie plaatsvinden.

Oordelen

Aan de hand van de ingestuurde documenten, en in voorkomende gevallen ook in gesprekken met de betrokkenen in de gemeente, heeft de inspectie bovenstaande oordelen geverifieerd (zie ook bijlage 1). Dit levert het volgende beeld op.

1. Verbeterpunten met een afspraak 1a9 Resultaten

De gemeente Brielle heeft nog geen afspraken gemaakt met de voor- en vroegscholen over de te behalen resultaten van VVE. Ook zijn er geen afspraken gemaakt over welke instrumenten gebruikt worden om het taal- en rekenniveau in beeld te brengen. De Memorie van Toelichting bij de OKE-wet geeft voorbeelden van mogelijke afspraken, overigens zonder uitputtend te zijn:

 het aantal kinderen dat een niveau stijgt;

 het aantal kinderen dat bijvoorbeeld minimaal op niveau C zit;

 afspraken over de minimale woordenschat aan het einde van groep 2.

De inspectie heeft met de gemeente Brielle afgesproken dat in samenspraak met de betrokken partners resultaatafspraken zijn vastgelegd vóór 1 augustus 2013.

2. Verbeterpunten

Bij het oordeel 2 is sprake van een wettelijke verplichting, maar laat de inspectie het vooralsnog over aan de prioritering van de gemeente wanneer men deze verplichting heeft gerealiseerd.

1a2 Het bereik (peuters) (art. 166 WPO)

Dit betreft zowel het aantal aangeboden kindplaatsen (voor hoeveel doelgroepkinderen zijn er 'plaatsen' gecreëerd) als het aantal bezette VVE-kindplaatsen (hoeveel VVE-kindplaatsen worden ook daadwerkelijk 'bezet' door doelgroepkinderen). De eisen die aan een VVE-kindplaats gesteld worden zijn zaken als: er wordt gewerkt met een integraal VVE-programma, de leidsters zijn VVE-geschoold, er wordt voldoende VVE per week gegeven, enz.

Toelichting bij Bereik

Bij de ontwikkeling van VVE in de gemeente is uitgegaan van de hoeveelheid doelgroeppeuters die ontstaat bij het hanteren van de Rijksgewichtenregeling uit het onderwijs. De in de ingevulde digitale vragenlijst genoemde 15 doelgroeppeuters zijn het gevolg van de rekenmethode. Op dit

Pagina 10 van 24

(11)

moment zijn de voorschoolse voorziening en het Centrum van Jeugd en Gezin bezig met de toeleiding en indicering van kinderen in de leeftijd van 2–4 jaar. Onduidelijk is waar de

doelgroepkinderen zich precies bevinden en hoeveel het er zijn. Dit is een actiepunt dat voor de zomervakantie nader uitgezocht wordt. In overleg met de peuterspeelzaal is afgesproken om in eerste instantie in te zetten op 10 doelgroepkinderen.

3. Geheel of grotendeels van voldoende kwaliteit

1a1 Definitie doelgroepkind (art. 167 WPO, lid 1a,1)

Gemeenten krijgen geld van het rijk om de benodigde VVE-voorzieningen in de voorscholen te bekostigen op basis van schoolgewichten in een gemeente. Daarbij wordt de volgende vuistregel gehanteerd om het aantal doelgroepkinderen vast te stellen waarvoor voldoende aanbod moet zijn gerealiseerd: het aantal doelgroeppeuters is driekwart van het aantal kleuters van een gemeente met een leerlinggewicht. Gemeenten hebben nadrukkelijk de ruimte om hun definitie van 'doelgroepkind' nader in te vullen door aanvullende criteria te benoemen en bijvoorbeeld de taalachterstand van kinderen mee te nemen. De gemeente dient helder te verantwoorden welke definitie ze hanteert.

Toelichting bij Definitie doelgroepkind

De gemeente hanteert sinds 1 november 2012 samen met de peuterspeelzaal als zijnde de voorschoolse voorziening een definitie van wat een doelgroeppeuter is. De definitie is als volgt:

alle kinderen met een taalachterstand komen in aanmerking voor het voorschoolse programma, tenzij bekend is dat zij tijdens of direct na de peuterspeelzaalleeftijd verhuizen naar het

buitenland waar de Nederlandse taal niet van toepassing is. De JGZ-arts of -verpleegkundige bepaalt tijdens de ontmoetingen met ouders en kind of het kind in aanmerking kan komen voor VVE. Wat betreft de definitie van doelgroepkleuter is de landelijk gehanteerde gewichtenregeling leidend.

1a3 De toeleiding (art. 167 WPO, lid 1a, 2)

Bij de toeleiding wordt beoordeeld of dit op gemeentelijk niveau geregeld is en of daar een verantwoording bij wordt gegeven, met name hoe wordt geprobeerd het non-bereik aan te pakken.

Toelichting bij Toeleiding

Dit staat genoemd in de beschikking aan de Kinderkoepel (organisatie peuterspeelzaalwerk) en in de Handleiding en Protocol Doorgaande leerlijn. In het laatste document staat bijvoorbeeld aangegeven wat er dient te gebeuren bij een zorgpeuter.

Vrijwel alle kinderen in de leeftijd van 0 tot 4 jaar worden regelmatig gezien door de JGZ 0-4 jaar (voorheen het consultatiebureau); het bereik van JGZ 0-4 is bijna 100 procent. Wanneer ouders niet naar consultatiebureau komen, worden deze kinderen thuis bezocht. Een belangrijke taak van de JGZ is het volgen van de groei, de spraak en de motorische ontwikkeling van het jonge kind. JGZ 0-4 jaar heeft een rol in de toeleiding naar de voorschoolse voorziening en zorgt voor de VVE-indicering. Samen met de peuterspeelzaal (voor de kinderen die reeds op de peuterspeelzaal zitten). JGZ heeft geen doorzettingsmacht om ouders te dwingen om hun kind gebruik te laten maken van het peuterspeelzaalwerk. JGZ 0-4 jaar houdt wel motiverende gesprekken om ouders van doelgroeppeuters te bewegen gebruik te maken de peuterspeelzaal.

Actiepunt is om voor de zomervakantie nader uit te zoeken wat de beweegreden van ouders zijn om niet gebruik te maken van het peuterspeelzaalwerk in het algemeen en VVE in het bijzonder.

1a4 Ouders (art. 15i WOT, lid 1b)

Het ouderbeleid op gemeentelijk niveau dient betrekking te hebben op:

 Of er een gericht ouderbeleid is dat aansluit bij de specifieke VVE-behoefte van de ouders in deze gemeente

 Of ouders vooraf adequaat geïnformeerd zijn over VVE

 De intakeprocedure

 Hoe ouders gestimuleerd worden om thuis ontwikkelingsbevorderende activiteiten met hun kinderen te doen

 Hoe ouders betrokken worden bij VVE op de voorschool

 Hoe ouders geïnformeerd worden over de ontwikkeling van hun kind

 Of rekening wordt gehouden met de thuistaal

(12)

De kwaliteit van VVE in de gemeente Brielle, definitief

Toelichting bij Ouders

Na de start van 1 november 2012 worden ouders tijdens hun bezoek aan de JGZ 0-4 jaar geïnformeerd over peuterspeelzaalwerk binnen de gemeente. Als de jeugdverpleegkundige of de jeugdarts een taalachterstand constateert, worden er motiverende gesprekken met de ouders gevoerd om het kind deel te laten nemen aan VVE. Ook worden ouders tijdens de intake op de peuterspeelzaal geïnformeerd over het beleid en werkwijze van de peuterspeelzaal.

1a5 Integraal VVE-programma (Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie art. 5;

art. 15i, lid 1c)

Voor de voorschoolse educatie wordt een programma gebruikt waarin op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling wordt gestimuleerd op het gebied van taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling. De gemeente geeft aan welke VVE-

programma's door de gemeente worden geaccepteerd.

Toelichting bij Integraal VVE-programma

De gemeente heeft gesteld dat dit een gecertificeerd programma moet zijn. De peuterspeelzaal heeft een keuze gemaakt voor het VVE-programma 'Piramide'. Het gemeentelijke beleid wat betreft kind- of leerlingvolgsysteem staat beschreven in de eerder genoemde 'Handleiding en Protocol Overdrachtsformulier gemeente Brielle'.

1a6 Externe zorg (art. 15i WOT, lid 1d)

De gemeente dient een overzicht te hebben van zorginstanties waar een beroep op kan worden gedaan door voor- en vroegscholen voor kinderen die deze zorg nodig hebben. Hierbij moet duidelijk zijn welke zorg geboden kan worden en welke afspraken er gemaakt zijn over contactgegevens en werkwijze.

Toelichting bij Externe Zorg

Zorgpeuters worden besproken in het zogenaamde voorschoolse ZAT. Hierna kunnen (zorg-) activiteiten aangeboden worden aan de ouders en hun peuter door het CJG. Te denken valt aan gesprekken algemeen maatschappelijk werk, logopedie, etc.

1a7 Interne kwaliteitszorg (art. 15i WOT, lid 1e)

Op gemeentelijk niveau dient aangegeven te zijn wat belangrijk is met betrekking tot de kwaliteit van VVE en hoe deze kwaliteit gemeten én geborgd wordt.

Toelichting bij Interne kwaliteitszorg

Er vinden regelmatig gesprekken plaats met de manager van de peuterspeelzaal. Ook ontvangt de gemeente - volgens afspraak - per kwartaal een rapportage waarin omschreven wordt hoeveel kinderen een voorschools aanbod ontvangen, hoeveel kinderen klaar zijn met het voorschools aanbod en waarom (kind is op niveau, kind is 4 jaar, ouders weigeren) en hoe de toeleiding heeft plaatsgevonden. Jaarlijks vindt er een financiële verantwoording plaats, vergezeld van een inhoudelijke rapportage.

1a8 Doorgaande lijn (art. 167 WPO, lid 1a, 3; art. 15i WOT, lid 1f)

Voor een goede VVE-kwaliteit is een doorgaande lijn tussen de voor- en vroegschool belangrijk.

Die doorgaande lijn heeft betrekking op de volgende punten:

 De VVE-coördinatie tussen de voor- en de vroegschool

 Of voldoende doelgroeppeuters doorstromen naar een vroegschool en of voldoende doelgroepkleuters op een voorschool gezeten hebben

 Of er gewerkt wordt met een overdrachtsformulier en liefst ook met een 'warme overdracht', zeker bij de risicokinderen

 De afstemming tussen voor- en vroegschool van het aanbod (VVE-programma), het pedagogisch en educatief handelen van de leidsters, de wijze waarop met ouders wordt omgegaan, en de interne begeleiding en zorg

Toelichting bij Doorgaande lijn

De gemeente kent een 'Handleiding en Protocol overdrachtsformulier' en een

overdrachtsformulier dat ingevuld wordt door de voorschoolse voorzieningen en overdragen wordt aan de basisschool. Deze handleiding is besproken met de voorschoolse voorzieningen en JGZ 0-4 jaar. In de handleiding wordt de warme en koude overdracht besproken. Zorgpeuters worden altijd warm overgedragen. Er is contact tussen de voorschoolse voorziening en de

Pagina 12 van 24

(13)

basisschool naar aanleiding van het overdrachtsformulier De andere peuters worden alleen via het overdrachtsformulier over gedragen.

1b VVE-coördinatie op gemeentelijk niveau (art. 1.50a en 2.5 WKo; art 167 WPO) Bij de VVE-coördinatie op gemeentelijk niveau gaat het zowel om de sturing als om de uitvoerende coördinatie. De sturing zal doorgaans in LEA-kaders (lokale educatieve agenda) plaatsvinden. Daarnaast zijn er op gemeentelijk niveau allerlei uitvoerende coördinatietaken over het realiseren van het bereik, de certificering van leidsters, enz.

1c Systematische evaluatie en verbetering van VVE op gemeentelijk niveau (art. 1.50a en 2.5 WKo)

Sommige gemeenten werken met een VVE-monitor die doorgaans vooral gaat over het bereik van VVE. Een monitor is één van de manieren om VVE op gemeentelijk niveau te evalueren en waar nodig te verbeteren, maar dat kan ook op andere manieren.

Toelichting bij VVE-coördinatie op gemeentelijk niveau

De VVE-coördinatie vindt plaats in de LEA-structuur: de werkgroep VVE, de projectgroep LEA en het bestuurlijk overleg Onderwijs/LEA. De procedure is vastgelegd in het document 'Lokaal Educatieve Agenda gemeente Brielle'.

1c Systematische evaluatie en verbetering van VVE op gemeentelijk niveau (art. 1.50a en 2.5 WKo)

Sommige gemeenten werken met een VVE-monitor die doorgaans vooral gaat over het bereik van VVE. Een monitor is één van de manieren om VVE op gemeentelijk niveau te evalueren en waar nodig te verbeteren, maar dat kan ook op andere manieren.

Toelichting bij Systematische evaluatie en verbetering

Er vinden regelmatig gesprekken plaats met de manager van de peuterspeelzaal. Ook ontvangt de gemeente - volgens afspraak - per kwartaal een rapportage waarin omschreven wordt hoeveel kinderen een voorschools aanbod ontvangen, hoeveel kinderen klaar zijn met het voorschools aanbod en waarom (kind is op niveau, kind is 4 jaar, ouders weigeren) en hoe de toeleiding heeft plaatsgevonden. Jaarlijks vindt er een financiële verantwoording plaats, vergezeld van een inhoudelijke rapportage. In het derde kwartaal van 2014 zal een algemene evaluatie plaatsvinden. Deze evaluatie dient ook als verantwoording van de gemeente aan het Rijk en als onderlegger voor het besluit voor de periode na 2015.

2a GGD-rapport

De gemeente moet geregeld hebben dat de GGD de basiskwaliteit van de voorscholen

beoordeelt en dat er recente GGD-rapporten zijn. Dit betreft de basiskwaliteitseisen uit de Wet Kinderopvang en kwaliteit peuterspeelzalen (art. 1.50 en 2.6) en de eisen aan de voorschoolse educatie (art. 1.50b en 2.8 en het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie).

Deze eisen zijn uitgewerkt in het model GGD-toetsingskader. Op gemeentelijk niveau speelt allereerst de vraag hoe de gemeente het GGD-toezicht heeft georganiseerd.

Alle locaties dienen jaarlijks te worden beoordeeld. De inspectie gaat er hierbij van uit dat op elke VVE-locatie een recent GGD-rapport aanwezig is, waarin tevens het 8e domein is

beoordeeld. Dit is in de gemeente Brielle het geval.

2b Gemeentelijk subsidiekader

Gemeenten hanteren een verordening met VVE-subsidievoorwaarden: voorscholen moeten aan bepaalde eisen voldoen om VVE-subsidie te krijgen. De gemeente Brielle hanteert een dergelijk subsidiekader.

4. Voorbeelden voor anderen

Geen.

(14)

De kwaliteit van VVE in de gemeente Brielle, definitief

Pagina 14 van 24

(15)

2 De oordelen over de voor- en de vroegscholen

De voorschool uit het overzicht in paragraaf 1.1 heeft een digitale vragenlijst gekregen om zelf te rapporteren over de kwaliteit van VVE. De vragen zijn rechtstreeks afkomstig uit het VVE- waarderingskader, met dien verstande dat sociaalwenselijke antwoorden vermeden zijn door ófwel de formulering van de vragen, ófwel bepaalde indicatoren (zoals de beoordeling van het pedagogisch klimaat en het educatief handelen) niet op te nemen in de vragenlijst.

Deze voorschool heeft de eigen zelfrapportage terug gekregen.

De inspectie heeft in de gemeente Brielle geen locatiebezoeken afgelegd, omdat het aantal doelgroepkinderen (momenteel) beperkt is. In bijlage 2 staan de zelfevaluaties van de VVE- locaties.

(16)

De kwaliteit van VVE in de gemeente Brielle, definitief

Pagina 16 van 24

(17)

3 Conclusies

De inspectie heeft op het niveau van de gemeente gekeken naar de kwaliteit van het VVE- beleid in de gemeente Brielle. De kwaliteit van de uitvoering van voor- en vroegschoolse educatie in de VVE-locaties is niet door de inspectie beoordeeld.

Bij het oordeel over de kwaliteit van het gemeentelijk beleid heeft de inspectie in eerste instantie gebruik gemaakt van de zelfevaluatie van de gemeente. Door middel van documentenanalyse heeft de inspectie de oordelen van de gemeente geverifieerd.

De VVE-locatie in de gemeente Brielle heeft een digitale vragenlijst gekregen waarin ze zelf de kwaliteit van VVE in beeld heeft gebracht. Vanwege het geringe aantal VVE-locaties en

doelgroepkinderen in deze gemeente heeft de onderwijsinspectie geen bezoeken op de VVE- locaties uitgevoerd.

Samenvattend concludeert de inspectie dat er voor veel aspecten sprake is van voldoende gemeentelijk beleid; op enkele onderdelen is verdere ontwikkeling zeker noodzakelijk.

Dit betekent dat de inspectie het gemeentelijk beleid op die laatste onderdelen als verbeterpunt beoordeelt.

Op gemeentelijk niveau

In het kader van de OKE-wet is het van belang dat de gemeente samen met de betrokken VVE- partners nadrukkelijker de beoogde resultaten van VVE gaat benoemen en meten. Op dit moment is niet duidelijk welk (meetbaar) effect wordt verwacht en beoogd van de VVE-

inspanningen. Het vastleggen van concrete streefdoelen kan de opbrengstgerichtheid binnen de VVE-instellingen versterken en op langere termijn ook inzicht geven in welke onderdelen van de VVE-programma's meer of minder effectief blijken te zijn hierbij.

De wijze waarop de gemeente Brielle het VVE-aanbod in de gemeente jaarlijks evalueert en op basis daarvan speerpunten formuleert en verbeterplannen ontwikkelt, is nog niet voldoende vastgelegd. Het verdient aanbeveling om op basis van heldere criteria en meetinstrumenten na te gaan in hoeverre het beleid zich doorzet naar de praktijk.

Artikel 166 van de Wet Primair Onderwijs (WPO) schrijft voor dat een gemeente voldoende kindplaatsen op een voorschool realiseert; in artikel 167 is opgenomen dat in het jaarlijkse overleg met schoolbesturen (en houders van voorscholen) afspraken worden gemaakt over:

 de definitie van doelgroepkind (lid 1a, 1); als voldoende beoordeeld in deze analyse.

 de wijze van toeleiding naar de voor- en vroegschoolse educatie (lid 1a, 2); als voldoende beoordeeld in deze analyse.

 de organisatie van de doorlopende leerlijn van voor- naar vroegschoolse educatie (lid 1a, 3);

als voldoende beoordeeld in deze analyse.

 de resultaten van de vroegschoolse educatie (lid 1b).

Deze artikelen zijn van kracht vanaf 1 augustus 2010. De inspectie gaat er van uit dat de gemeente Brielle deze afspraken vóór 1 augustus 2013 heeft gemaakt.

(18)

De kwaliteit van VVE in de gemeente Brielle, definitief

Pagina 18 van 24

(19)

Bijlage 1: de beantwoording van de digitale vragenlijst door de gemeente Brielle

HET GEMEENTELIJKE VVE-BELEID Ant-

woord

Oordeel

1a1 Definitie doelgroepkind

Hanteert uw gemeente een definitie van wat een doelgroeppeuter is? Nee 2 Hanteert uw gemeente een definitie van wat een doelgroepkleuter is? Nee 2 Heeft u een document waarin de definitie van de doelgroepkleuters is

beschreven?

Nee

1a2 Bereik: het aantal kindplaatsen (peuters)

Weet u voor hoeveel peuters u VVE-plaatsen dient te creëren uit de onderwijsachterstandgelden van het rijk?

Ja Voor hoeveel peuters diende u VVE-plaatsen te creëren per 1 augustus

2011?

15 Voor hoeveel peuters heeft u VVE-plaatsen gecreëerd per 1 augustus

2011?

0 Weet u hoeveel doelgroeppeuters er in uw gemeente zijn per 1 augustus

2011, uitgaande van uw eigen doelgroepdefinitie (als u die heeft)?

Nee 2 Hoeveel doelgroeppeuters zijn er in uw gemeente per 1 augustus 2011?

Hoeveel van deze doelgroeppeuters hebben VVE gehad?

Heeft u een document waarin het bereik van de doelgroepkleuters is beschreven?

Nee

1a3 Toeleiding

Heeft u een document waarin is beschreven hoe het toeleidingstraject van de doelgroeppeuters naar de voorschool eruit ziet?

Nee 2 Kunt u hieronder kort beschrijven uit welke stappen dat traject bestaat?

nvt

Is er een dekkend bestand van waaruit de doelgroeppeuters kunnen worden geïdentificeerd ? (zoals het Integraal Dossier JGZ [ID-JGZ])

Ja 3 Heeft uw gemeente zicht op de aard en de omvang van het non-bereik,

d.w.z. welke ouders hun kinderen niet naar VVE laten gaan terwijl het wel doelgroeppeuters zijn?

Nee 2

1a4 Ouders

Gericht ouderbeleid: Is er sprake van een analyse van de ouderpopulatie, waardoor duidelijk wordt waar het VVE-ouderbeleid zich op moet richten?

Nee 2 Kunt u hieronder kort beschrijven wat die analyse inhoudt?

Wordt in het ouderbeleid expliciet uitgewerkt dat zoveel mogelijk ouders worden bereikt?

Nee Kunt u hieronder kort beschrijven wat dat beleid om zoveel mogelijk

ouders te bereiken inhoudt?

Worden de ouders vóórdat hun doelgroepkind naar de voorschool gaat adequaat geïnformeerd over het doel en de werkwijze van VVE en de voorschool?

Nee 2

Kunt u hieronder kort beschrijven wat dat beleid om de ouders te informeren inhoudt?

Is er sprake van een vastgestelde intakeprocedure van de doelgroepkinderen?

Nee 2 Kunt u hieronder kort beschrijven wat die intake inhoudt?

Is er gemeentelijk beleid om ouders te stimuleren thuis VVE-activiteiten met hun kind te doen?

Nee 2 Kunt u hieronder kort beschrijven wat dat beleid inhoudt?

Is er gemeentelijk beleid om ouders te stimuleren op de voor(- en vroeg)school VVE-activiteiten met hun kind te doen?

Nee 2 Kunt u hieronder kort beschrijven wat dat beleid inhoudt?

Is er gemeentelijk beleid om ouders te informeren over de ontwikkeling Nee 2

(20)

De kwaliteit van VVE in de gemeente Brielle, definitief

van het kind?

Kunt u hieronder kort beschrijven wat dat beleid inhoudt?

Is er gemeentelijk beleid om rekening te houden met de thuistaal van de doelgroepkinderen?

Nee 2 Kunt u hieronder kort beschrijven wat dat beleid inhoudt?

1a5 Integraal VVE-programma

Is er gemeentelijk beleid over het te hanteren VVE-programma in de voorschool?

Nee 2 Kunt u hieronder kort beschrijven wat dat beleid inhoudt?

Is er gemeentelijk beleid over het te hanteren kind- of leerlingvolgsysteem in de voor- en/of vroegschool?

Nee 2 Kunt u hieronder kort beschrijven wat dat beleid inhoudt?

1a6 Externe zorg

Is er gemeentelijk beleid over de (externe) zorg voor peuters die meer nodig hebben dan VVE?

Nee 2 Kunt u hieronder kort beschrijven wat dat beleid inhoudt?

1a7 Interne kwaliteitszorg van de voor- en de vroegscholen Zijn er gemeentelijke afspraken over de manier waarop de voor- en

vroegscholen hun interne kwaliteitszorg uitvoeren?

Nee 2 Kunt u hieronder kort beschrijven wat dat beleid inhoudt?

1a8 Doorgaande lijn

Is er gemeentelijk beleid over de VVE-coördinatie tussen de voor- en de vroegschool?

Nee 2 Kunt u hieronder kort beschrijven wat dat beleid inhoudt?

Is er gemeentelijk beleid om zoveel mogelijk kinderen door te laten stromen van de voorschool naar een vroegschool?

Nee 2 Kunt u hieronder kort beschrijven wat dat beleid inhoudt?

Is er gemeentelijk beleid over de zgn. ‘warme overdracht’ van de voorschool naar de vroegschool?

Ja 3

Is dat in een document te lezen? Nee

Kunt u hieronder kort beschrijven wat dat beleid inhoudt?

zit in de startfase. Nog niet concreet. Thema in de Lokaal Educatieve Agenda

Is er gemeentelijk beleid over de afstemming van het aanbod van de voor- en de vroegschool op elkaar?

Ja 3

Is dat in een document te lezen? Nee

Kunt u hieronder kort beschrijven wat dat beleid inhoudt?

zit in de startfase. Nog niet concreet. Thema in de Lokaal Educatieve Agenda

Is er gemeentelijk beleid over de afstemming van pedagogisch-educatief handelen van de voor- en de vroegschool op elkaar?

Nee 2 Kunt u hieronder kort beschrijven wat dat beleid inhoudt?

Is er gemeentelijk beleid over de afstemming van het ouderbeleid van de voor- en de vroegschool op elkaar?

Nee 2 Kunt u hieronder kort beschrijven wat dat beleid inhoudt?

Is er gemeentelijk beleid over de afstemming van interne begeleiding en de zorg van de voor- en de vroegschool op elkaar?

Nee 2 Kunt u hieronder kort beschrijven wat dat beleid inhoudt?

1a9 Resultaten

Zijn er gemeentelijke afspraken met de schoolbesturen over de te bereiken resultaten met VVE?

Ja 3

Is dat in een document te lezen? Nee

Kunt u hieronder kort beschrijven wat die resultaatafspraken zijn? (Een voorbeeld: Minder dan 25% van de doelgroepkinderen scoort op D- of E- niveau bij de Cito-toetsen Taal voor kleuters en Ordenen)

Nog in startfase. Thema in Lokaal Educatieve Agenda

Pagina 20 van 24

(21)

1a10 Nadere VVE-afspraken op gemeentelijk niveau Zijn er nadere gemeentelijke afspraken over de voorscholen? Dus

‘bovenop’ de wettelijke eisen.

Nee Kunt u hieronder kort beschrijven wat die nadere afspraken over de

voorscholen zijn?

Zijn er nadere gemeentelijke afspraken over de vroegscholen? Bijvoorbeeld in LEA-verband.

Nee

Is dat in een document te lezen? Nee

Kunt u hieronder kort beschrijven wat die nadere afspraken over de vroegscholen zijn?

1b VVE-coördinatie op gemeentelijk niveau

Is er VVE-coördinatie op gemeentelijk niveau wat betreft de aansturing van VVE? (Stuurgroep, LEA, e.d.)

Ja 3

Is dat in een document te lezen? Nee

Kunt u hieronder kort beschrijven hoe die VVE-aansturing op gemeentelijk niveau er uit ziet?

Via Projectgroep LEA en bestuurlijk overleg LEA Is er VVE-coördinatie op gemeentelijk niveau wat betreft de uitvoering van VVE? (bijv. in de werkgroep VVE, of zoiets)

Ja 3

Is dat in een document te lezen? Nee

Kunt u hieronder kort beschrijven hoe die coördinatie van de VVE- uitvoering er uit ziet?

werkgroep VVE

1c Systematische evaluatie en verbetering van VVE op gemeentelijk niveau Wordt VVE op gemeentelijk niveau systematisch geëvalueerd en

verbeterd? (via een (VVE)monitor, gemeentelijk VVE-evaluaties, VVE- beleidsplannen, en dergelijke?)

Nee 2

Kunt u hieronder kort beschrijven hoe die systematisch evaluatie en verbetering van VVE op gemeentelijk niveau er uit ziet?

DE VVE-CONDITIES Ant-

woord

Oordeel

2a GGD-rapport

Heeft u afspraken met de GGD dat zij bij het beoordelen van de

kinderdagverblijven óók de voorschoolse educatie (het zgn. 8e domein) beoordelen?

Nee

Is u bekend vanaf welke datum de GGD ook het 8e domein meeneemt in haar beoordeling van de kinderdagverblijven?

Nee Wat is die datum?

Heeft u afspraken met de GGD dat zij bij het beoordelen van de peuterspeelzalen óók de voorschoolse educatie (het zgn. 8e domein) beoordelen?

Nee 1

Is u bekend vanaf welke datum de GGD ook het 8e domein meeneemt in haar beoordeling van de peuterspeelzalen?

Nee 2 Wat is die datum

2b Gemeentelijk subsidiekader

Is er een gemeentelijk VVE-subsidiekader voor de voorscholen (of een verordening, een beschikking, e.d.)

Ja 3 Staat daarin dat de maximale groepsgrootte 16 peuters per groep is? Ja 3

Wat is dan de maximale groepsgrootte?

Staat daarin dat er voor elke groep sprake moet zijn van een “dubbele bezetting”?

Ja 3 Wat is dat criterium?

Staat daarin dat er voor elke groep minimaal 10 uur VVE gegeven wordt? Ja 3 Wat is dat criterium?

Staat daarin dat de leidsters/beroepskrachten gekwalificeerd moeten zijn, d.w.z. dat ze minimaal MBO-3 niveau zijn?

Ja 3

(22)

De kwaliteit van VVE in de gemeente Brielle, definitief

Wat is dat criterium?

Staat daarin dat de leidsters/beroepskrachten voldoende geschoold moeten zijn voor VVE?

Nee 2 Wat zijn de scholingseisen in uw gemeente?

Staat daarin dat er voor elke leidster/beroepskracht een opleidingsplan moet zijn? (N.B. Het mag ook één plan zijn waarin per leidster het opleidingsplan staat.)

Nee 2

Afsluitende toelichting

Hier kunt u een toelichting geven.

Pagina 22 van 24

(23)

Bijlage 2 De resultaten op de digitale vragenlijsten van de voor- en de vroegscholen

CONDITIES 1 2 3 4

A0.1 Recent en compleet GGD-rapport 1

A0.2 VE-basisvoorwaarden 1

A2 Groepsgrootte 1

A3 "Dubbele bezetting" 1 A4.1 Voldoende VVE-tijd per week 1

A5.2 Opgeleide leidsters 1

A5.3 Nederlands spreken 1

A5.4 VVE-geschoolde leidsters 1

A5.5 Jaarlijks opleidingsplan 1

OUDERS 1 2 3 4

B1 Gericht ouderbeleid 1

B2 Vooraf info aan ouders 1

B3 Intake 1

B4 Thuis VVE-activiteiten 1

B5 VVE-participatie van ouders op school 1 B6 Info ouders over ontwikkeling kind 1

KWALITEIT VAN DE UITVOERING VAN VVE

1 2 3 4

C1.1 Integraal programma 1

C1.2 Doelgerichte planning 1

C1.4a Opklimmende moeilijkheidsgraad

C1.4b Brede ontwikkeling

C1.4c Leeftijddifferentiatie

C1.4d Differentiatie ontwikkelingsniveau

C2.5 Inrichting van de ruimte 1

ONTWIKKELING, BEGELEIDING EN ZORG

1 2 3 4

D1.1 Volgen ontwikkeling kinderen 1

D1.2a Planning hele groep

D1.2b Planning kleine groep

D1.2c Planning (zorg)leerlingen

D1.3 Evaluatie begeleiding

D2.1 Welke kinderen externe zorg nodig?

D2.2b Overleg ouders over externe zorg

D2.3 Volgen van de externe zorg

(24)

De kwaliteit van VVE in de gemeente Brielle, definitief

Pagina 24 van 24

KWALITEITSZORG BINNEN DE VOOR- C.Q. VROEGSCHOOL

1 2 3 4

E1 VVE-coördinatie binnen school 1

E2 VVE evalueren 1

E3 Opbrengsten evalueren 1

E4 Verbetermaatregelen 1

E5 VVE borgen 1

E6 VVE in kwaliteitszorg binnen school

DOORGAANDE LIJN 1 2 3 4

F1 VVE-coördinatie tussen voor-vroeg 1

F2 Doorstroom naar vroegschool 1

F3 Warme overdracht

F4 Afstemming aanbod 1

F5 Afstemming ped/educ handelen 1

F6 Afstemming over ouders 1

F7 Afstemming begeleiding/zorg 1

OPBRENGSTEN VAN VVE 1 2 3 4

G1 VVE-resultaten meten

G2 Niveau VVE-resultaten

G3 Verlengde kleuterperiode

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In onderstaande tabel wordt per beleidsindicator weergegeven op welke punten de inspectie het gemeentelijk beleid en uitvoering als voldoende (‘3’) beoordeelt, waar nog

Gemeenten krijgen geld van het rijk om de benodigde VVE-voorzieningen in de voorscholen te bekostigen op basis van schoolgewichten in een gemeente. Daarbij wordt de volgende

Per domein wordt weergegeven op welke punten de gemeente haar eigen beleid en uitvoering als voldoende (‘3’) beoordeelt, waar nog verbeterpunten worden gezien, zowel zonder (‘2’)

Per domein wordt weergegeven op welke punten de gemeente haar eigen beleid en uitvoering als voldoende (‘3’) beoordeelt, waar nog verbeterpunten worden gezien, zowel zonder (‘2’)

Per domein wordt weergegeven op welke punten de gemeente haar eigen beleid en uitvoering als voldoende (‘3’) beoordeelt, waar nog verbeterpunten worden gezien, zowel zonder (‘2’)

De inspectie heeft zowel op het niveau van de gemeente, als op het niveau van de afzonderlijke locaties, gekeken naar de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie in

In onderstaande tabel wordt per beleidsindicator weergegeven op welke punten de inspectie het gemeentelijk beleid en uitvoering als voldoende (‘3’) beoordeelt, waar nog

Op gemeentelijk niveau zijn geen afspraken gemaakt en vastgelegd wat belangrijk is met betrekking tot de kwaliteit van VVE binnen de voor- en vroegscholen en hoe deze gemeten