• No results found

DE KWALITEIT VAN VVE IN DE GEMEENTE SCHERMER IN 2012 Definitief

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "DE KWALITEIT VAN VVE IN DE GEMEENTE SCHERMER IN 2012 Definitief"

Copied!
16
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

DE KWALITEIT VAN VVE IN DE GEMEENTE SCHERMER IN 2012 Definitief

Utrecht, maart 2013

(2)

INHOUD

Voorwoord 3

1 VVE in de gemeente Schermer  7

2 De oordelen over de voor‐ en de vroegscholen  11 3 Conclusies  13

Bijlage 1: Overzicht van de aspecten en bijbehorende indicatoren op locatieniveau 15

Pagina 2 van 16

Reg.nr. 3501234

(3)

middelgrote steden. Nu is ‘doorgestart’ met de overige gemeenten die onderwijsachterstandmiddelen krijgen van het Rijk.

In 2010 is de OKE-wet aangenomen en wordt vanuit dat kader na de

bestandsopname in deze gemeente het inspectietoezicht op de kwaliteit van VVE

“signaalgestuurd” vorm gegeven. Dat houdt in dat in principe periodiek afspraken met de gemeente gemaakt worden over de onderwerpen en de locaties waarop

‘VVE-toezicht’ zal worden gehouden.

De bevindingen uit dit rapport over de bestandsopname VVE kunnen daarvoor als uitgangspunt worden genomen.

De Hoofdinspecteur primair onderwijs, Dr. A. Jonk

(4)

Pagina 4 van 16

Reg.nr. 3501234

(5)

Inleiding

Dit rapport is het verslag van een onderzoek van de Inspectie van het Onderwijs naar de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie (VVE) in de gemeente Schermer. VVE is bedoeld voor jonge kinderen die onvoldoende zijn toegerust voor een soepele instroom in het basisonderwijs, waardoor ze grote kans lopen om achterop te raken.

In dit rapport wordt de kwaliteit van het VVE-beleid op gemeentelijk niveau gewaardeerd. De kwaliteit van VVE op de afzonderlijke locaties is niet onderzocht.

Bij de beoordeling wordt gewerkt met een vierpuntsschaal:

1. Staat in de kinderschoenen: verbeteringen zijn dringend nodig.

Deze kwalificatie geeft aan dat echt iets verbeterd dient te worden.

2. Enigszins ontwikkeld: verbeteringen zijn nodig

Deze kwalificatie geeft aan dat het wenselijk is dat iets verbeterd wordt.

3. Voldoende

4. Goed ontwikkeld: een voorbeeld voor anderen.

Deze kwalificatie geeft aan dat dit aspect in orde is, en wel op een zodanige manier dat anderen hiervan kunnen leren.

(6)

De kwaliteit van VVE in de gemeente Schermer

REG.NR.3501234 Pagina 6 van 16

(7)

1 VVE in de gemeente Schermer

Gemeenten die in 2011 een aanvullende financiering voor het onderwijsachterstandenbeleid, waar onder de voor- en vroegschoolse educatie, hebben ontvangen van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, zijn in het kader van de landelijke VVE-bestandsopname door de inspectie van het onderwijs bevraagd over het eigen VVE-beleid en de uitvoering van VVE op de voor- en vroegscholen.

De gemeente Schermer heeft in de digitale vragenlijst van de inspectie aangegeven geen VVE- beleid heeft en geen voorscholen financiert, hoewel de gemeente dus wel geld voor het onderwijsachterstandenbeleid van het Rijk ontvangt. Uit telefonische navraag bij de gemeente blijkt dat er inderdaad géén beleid is geformuleerd op het gebied van voor- en vroegschoolse educatie.

De inspectie brengt onder de aandacht van de gemeente Schermer dat uit de DUO-telgegevens van de groepen 1 en 2 van de basisscholen blijkt dat er wel kleuters zijn met een leerlinggewicht van 0,3 of 1,2. Op basis van deze gegevens kan aangenomen worden dat er ook

gewichtenpeuters in de gemeente zijn. Gemeenten kunnen, naast de gewichtenregeling, ook aanvullende criteria gebruiken. Hierdoor zou het aantal doelgroepkinderen mogelijk nog hoger kunnen liggen.

In onderstaande tabel wordt per beleidsindicator weergegeven op welke punten het wenselijk is dat de gemeente VVE-beleid ontwikkelt (‘2’). Op andere punten is een gemeente zelfs verplicht beleid te ontwikkelen: die punten zijn met een ‘1’ aangegeven. Op deze punten dient de gemeente vóór 1 augustus 2013 aan te kunnen tonen dat ze daar beleid op heeft ontwikkeld.

Onder de tabel wordt een korte toelichting gegeven op de verschillende beleidsindicatoren.

Nadere informatie is terug te vinden in het VVE-toezichtkader.

Tabel 1.1 Overzicht van de oordelen over het gemeentelijk VVE-beleid

VVE-Beleidscontext Oordeel

1a Gemeentelijk beleid

1a1 Definitie doelgroepkind 1

1a2 Het bereik (peuters) 1

1a3 Toeleiding 1

1a4 Ouders 2

1a5 Integraal VVE-programma 2

1a6 Externe zorg 2

1a7 Interne kwaliteitszorg van de voor- en de vroegscholen 2

1a8 Doorgaande lijn 1

1a9 Gemeentelijke VVE-resultaatafspraken 1

(8)

De kwaliteit van VVE in de gemeente Schermer

1b VVE-coördinatie op gemeentelijk niveau 2 1c Systematische evaluatie en verbetering van VVE op

gemeentelijk niveau 2

VVE-Condities 2a GGD-rapport

2b Gemeentelijk subsidiekader 2 Toelichting

Omdat het VVE-beleid in de gemeente Schermer niet is ingevuld, wordt in de toelichting hieronder per indicator beknopt weergegeven wat wordt verwacht, en wat bijvoorbeeld kan worden vastgelegd in de gemeentelijke subsidieverordening.

1a1 Definitie doelgroepkind (art. 167 WPO, lid 1a,1)

Gemeenten krijgen geld van het Rijk om de benodigde VVE-voorzieningen in de voorscholen te bekostigen op basis van schoolgewichten in een gemeente. Daarbij wordt de volgende vuistregel gehanteerd om het aantal doelgroepkinderen vast te stellen waarvoor voldoende aanbod moet zijn gerealiseerd: het aantal doelgroeppeuters is driekwart van het aantal kleuters van een gemeente met een leerlinggewicht. Gemeenten hebben nadrukkelijk de ruimte om hun definitie van ‘doelgroepkind’ nader in te vullen door aanvullende criteria te benoemen bijvoorbeeld de taalachterstand van kinderen mee te nemen. De gemeente dient helder te verantwoorden welke definitie ze hanteert.

1a2 Het bereik (peuters) (art. 166 WPO)

Dit betreft zowel het aantal aangeboden kindplaatsen (voor hoeveel doelgroepkinderen zijn er

‘plaatsen’ gecreëerd) als het aantal bezette VVE-kindplaatsen (hoeveel VVE-kindplaatsen worden ook daadwerkelijk ’bezet’ door doelgroepkinderen). De eisen die aan een VVE-kindplaats gesteld worden zijn zaken als: er wordt gewerkt met een integraal VVE-programma, de leidsters zijn VVE-geschoold, er wordt voldoende VVE per week gegeven enz.

1a3 De toeleiding (art. 167 WPO, lid 1a 2)

Bij de toeleiding wordt gewaardeerd óf die op gemeentelijk niveau geregeld is en of daar een verantwoording bij wordt gegeven, met name hoe wordt geprobeerd het non-bereik aan te pakken.

1a4 Ouders (art. 15i WOT, lid 1b)

Het ouderbeleid op gemeentelijk niveau dient betrekking te hebben op:

 Of er een gericht ouderbeleid is dat aansluit bij de specifieke VVE-behoefte van de ouders in deze gemeente.

 Of ouders vooraf adequaat geïnformeerd zijn over VVE.

 De intakeprocedure.

 Hoe ouders gestimuleerd worden om thuis ontwikkelingsbevorderende activiteiten met hun kinderen te doen.

 Hoe ouders betrokken worden bij VVE op de voorschool.

 Hoe ouders geïnformeerd worden over de ontwikkeling van hun kind.

 Of rekening wordt gehouden met de thuistaal.

1a5 Integraal VVE-programma (Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie art. 5;

art. 15i, lid 1c)

Voor de voorschoolse educatie wordt een programma gebruikt waarin op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling wordt gestimuleerd op het gebied van taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling. De gemeente geeft aan welke VVE-

programma’s door de gemeente worden geaccepteerd.

1a6 Externe zorg (art. 15i WOT, lid 1d)

De gemeente dient een overzicht te hebben van zorginstanties waar een beroep op kan worden gedaan door voor- en vroegscholen voor kinderen die deze zorg nodig hebben. Hierbij moet duidelijk zijn welke zorg geboden kan worden en welke afspraken er gemaakt zijn over contactgegevens en werkwijze.

1a7 Interne kwaliteitszorg (art. 15i WOT, lid 1e)

REG.NR.3501234 Pagina 8 van 16

(9)

Op gemeentelijk niveau dient aangegeven te zijn wat belangrijk is met betrekking tot de kwaliteit van VVE, en hoe deze kwaliteit gemeten én geborgd wordt.

1a8 Doorgaande lijn (art. 167 WPO, lid 1a, 3; art. 15i WOT, lid 1f)

Voor een goede VVE-kwaliteit is een doorgaande lijn tussen de voor- en vroegschool belangrijk.

Die doorgaande lijn heeft betrekking op de volgende punten:

 De VVE-coördinatie tussen de voor- en de vroegschool.

 Of voldoende doelgroeppeuters doorstromen naar een vroegschool en of voldoende doelgroepkleuters op een voorschool gezeten hebben.

 Of er gewerkt wordt met een overdrachtsformulier en liefst ook met een ‘warme overdracht’, zeker bij de risicokinderen.

 De afstemming tussen voor- en vroegschool van het aanbod (VVE-programma), het pedagogisch-educatief handelen van de leidsters, de wijze waarop met ouders wordt omgegaan, en de interne begeleiding en zorg.

1a9 De resultaten van VVE (art. 167 WPO, lid 1b)

Op gemeentelijk niveau dienen afspraken gemaakt te worden over de resultaten van VVE. De Memorie van Toelichting bij de OKE-wet geeft voorbeelden, zonder uitputtend te zijn:

- het aantal kinderen dat een niveau stijgt;

- het aantal kinderen dat bijvoorbeeld minimaal op niveau C zit; of - afspraken over de minimale woordenschat aan het einde van groep 2.

1b VVE-coördinatie op gemeentelijk niveau (art. 1.50a en 2.5 WKo; art 167 WPO) Bij de VVE-coördinatie op gemeentelijk niveau gaat het zowel om de sturing als om de uitvoerende coördinatie. De sturing zal doorgaans in LEA-kaders (lokale educatieve agenda) plaatsvinden. Daarnaast zijn er op gemeentelijk niveau allerlei uitvoerende coördinatietaken over het realiseren van het bereik, de certificering van leidsters, enz.

1c Systematische evaluatie en verbetering van VVE op gemeentelijk niveau (art. 1.50a en 2.5 WKo)

Sommige gemeenten werken met een VVE-monitor die doorgaans vooral gaat over het bereik van VVE. Een monitor is één van de manieren om VVE op gemeentelijk niveau te evalueren en waar nodig te verbeteren, maar dat kan ook op andere manieren.

2a GGD-rapport

De gemeente moet geregeld hebben dat de GGD de basiskwaliteit van de voorscholen

beoordeelt en dat er recente GGD-rapporten zijn. Dit betreft de basiskwaliteitseisen uit de Wet Kinderopvang en kwaliteit peuterspeelzalen (art. 1.50 en 2.6) en de eisen aan de voorschoolse educatie (art. 1.50b en 2.8, en het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie).

Deze eisen zijn uitgewerkt in het model-GGD-toetsingskader. Op gemeentelijk niveau speelt allereerst de vraag hoe de gemeente het GGD-toezicht heeft georganiseerd.

2b Gemeentelijk subsidiekader

Gemeenten hanteren een verordening met VVE-subsidievoorwaarden: voorscholen moeten aan bepaalde eisen voldoen om VVE-subsidie te krijgen.

(10)

De kwaliteit van VVE in de gemeente Schermer

REG.NR.3501234 Pagina 10 van 16

(11)

2 De oordelen over de voor- en de vroegscholen

De gemeente Schermer heeft geen voor- en vroegscholen doorgegeven waar VVE wordt gegeven. Om die reden zijn er geen digitale vragenlijsten uitgezet bij voor- en vroegscholen waarin zij zelf rapporteren over de kwaliteit van VVE en zijn er geen locaties met

doelgroepkinderen bezocht.

In bijlage 1 staat een overzicht van de aspecten en bijbehorende indicatoren op locatieniveau.

(12)

De kwaliteit van VVE in de gemeente Schermer

REG.NR.3501234 Pagina 12 van 16

(13)

3 Conclusies

De gemeente Schermer subsidieert geen voorscholen, terwijl ze wel geld ontvangt in het kader van het onderwijsachterstandenbeleid. De inspectie van het onderwijs heeft in het kader van de VVE-bestandsopname dus ook geen voor- en vroegscholen kunnen beoordelen. De gemeente heeft ook geen eigen VVE-beleid.

De inspectie concludeert dat de gemeente Schermer haar wettelijke taken bij VVE niet uitvoert, ondanks de extra gelden voor het onderwijsachterstandenbeleid, waartoe VVE behoort, terwijl er volgens de gewichtengegevens van DUO wel kleuters zijn met een leerlinggewicht.

Het is wenselijk dat de gemeente een VVE-beleidskader maakt met daarin de punten die in tabel 1.1 staan waaronder een VVE-subsidiekader. Met behulp van dit subsidiekader kunnen

vervolgens een of meer voorscholen worden gesubsidieerd.

Artikel 166 van de Wet Primair Onderwijs (WPO) schrijft voor dat een gemeente voldoende kindplaatsen op een voorschool realiseert en in artikel 167 dat in het jaarlijkse overleg met schoolbesturen (en houders van voorscholen) afspraken worden gemaakt over:

 de definitie van doelgroepkind (lid 1a,1)

 de wijze van toeleiding naar de voor- en vroegschoolse educatie (lid 1a,2)

 de organisatie van de doorlopende leerlijn van voor- naar vroegschoolse educatie (lid 1a, 3)

 de resultaten van de vroegschoolse educatie (lid 1b).

Deze artikelen zijn van kracht vanaf 1 augustus 2010.

Afspraak:

De gemeente Schermer heeft vóór 1 augustus 2013 deze afspraken gemaakt.

(14)

De kwaliteit van VVE in de gemeente Schermer

REG.NR.3501234 Pagina 14 van 16

(15)

Bijlage 1: Overzicht van de aspecten en bijbehorende indicatoren op locatieniveau

A Condities

1 Er is een recent GGD-rapport beschikbaar1

2 De groepsgrootte voldoet aan de wettelijke maximumeisen1 3 Leidster - kind ratio ("dubbele bezetting")

4 Voldoende VVE-tijd1

5 Alle beroepskrachten zijn toereikend gekwalificeerd (opleiding) 1 5 Alle beroepskrachten spreken voldoende Nederlands1

5 Alle beroepskrachten zijn toereikend VVE-geschoold 5 Er is een jaarlijks geactualiseerd VVE-scholingsplan1 B Ouders

1 Gericht ouderbeleid

2 Ouders zijn vooraf adequaat geïnformeerd 3 Intake

4 Stimuleren om thuis ontwikkelingsstimulerende activiteiten te doen 5 Participatie in VVE-activiteiten in de voor/vroegschool

6 Informeren over de ontwikkeling van hun kind 7 Rekening houden met de thuistaal

C1 Het aangeboden programma 1 Een integraal VVE-programma

2 Werken met een doelgerichte planning

3 Het aanbod gericht op de taalontwikkeling is voldoende dekkend 4 Het aanbod klimt op in moeilijkheidsgraad en er wordt gedifferentieerd C2 Het pedagogisch klimaat

1 Het pedagogisch handelen van de leidsters/leerkrachten is respectvol 2 De leidsters/leerkrachten hanteren duidelijke pedagogische gedragsgrenzen 3 De leidsters/leerkrachten stimuleren de sociale vaardigheden en de

persoonlijke competenties van de kinderen

4 De leidsters/leerkrachten tonen respect voor de autonomie van het kind 5   De inrichting van de ruimte is aantrekkelijk, uitdagend en spel‐ en taaluitlokkend   C3 Het educatief klimaat

1 Het educatief handelen van beide leidsters/leerkrachten is goed op elkaar afgestemd

2 Er worden effectieve en gerichte activiteiten voor de taalontwikkeling uitgevoerd

3 De leidsters/leerkrachten bevorderen de interactie met en tussen kinderen 4 De leidsters stimuleren actieve betrokkenheid van de kinderen en verrijken

het spelen en werken

5 De leidsters/leerkrachten bevorderen de ontwikkeling van aanpakgedrag (strategieën) bij de kinderen

6 Het gedrag van de leidsters/leerkrachten met de kinderen is responsief

(16)

De kwaliteit van VVE in de gemeente Schermer

REG.NR.3501234 Pagina 16 van 16

D2 Ontwikkeling, begeleiding en zorg: in de bredere zorgketen 1 De leidsters/leerkrachten hebben een overzicht van de kinderen die zorg

nodig hebben die de voor-/vroegschool niet kan leveren en van de aard van die zorg

2 De leidsters/leerkrachten melden kinderen aan voor externe zorg, wanneer de voor-/vroegschool de gewenste zorg niet kan leveren

3 De leidsters/leerkrachten blijven de ontwikkeling van kinderen met extra zorg bijhouden

E Ontwikkeling, begeleiding en zorg: binnen de groep 1 Er is VVE-coördinatie op de voor- resp. vroegschool

2 De voor- resp. vroegschool evalueert de kwaliteit van haar VVE 3 De voor- resp. vroegschool evalueert de resultaten van VVE

4 De voor- resp. vroegschool werkt planmatig aan VVE-verbetermaatregelen 5 De voor- resp. vroegschool borgt de kwaliteit van haar educatie

6 VVE is onderdeel van de kwaliteit in de vroegschool2 F Doorgaande lijn

1 Er is VVE-coördinatie tussen de voor- en vroegschool 2 Voldoende kinderen stromen door naar een vroegschool1 3 De voor- en vroegschool zorgen voor een warme overdracht 4 Het aanbod van de voor- en vroegschool is op elkaar afgestemd 5 Het pedagogisch klimaat en het educatief handelen van de voor- en

vroegschool is op elkaar afgestemd

6 De manier om met ouders om te gaan op de voor- en vroegschool is op elkaar afgestemd

7 De interne begeleiding en zorg zijn op de voor- en vroegschool op elkaar afgestemd

G Resultaten

1 De resultaten worden gemeten conform de afspraken2 2 De resultaten zijn van voldoende niveau2

3 Voldoende kinderen hebben geen verlengde kleuterperiode2

1 Alleen voor de voorscholen.

2 Alleen voor de vroegscholen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De gemeente Tytsjerksteradiel heeft op gemeentelijk niveau nog geen afspraken gemaakt op welke wijze de voor- en vroegscholen hun interne kwaliteitszorg monitoren.. Uit

Per domein wordt weergegeven op welke punten de inspectie het gemeentelijk beleid en de uitvoering daarvan als voldoende (‘3’) beoordeelt, waar nog verbeterpunten worden gezien,

- Kadernota Lokaal Educatief Beleid 2009-2013 (oktober 2009) - Doelgroepbepaling voor- en vroegschoolse educatie en toeleiding voorschoolse educatie (februari 2012).

De gemeente Wormerland heeft op gemeentelijk niveau nog geen afspraken gemaakt over de wijze waarop de voor- en vroegscholen hun interne kwaliteitszorg monitoren.. Uit de

- Aangezien er in Twenterand op gemeentelijk niveau geen VVE-resultaatafspraken zijn gemaakt voor de vroegscholen, kunnen indicator G1 en G2 niet worden beoordeeld?. - Indicator

De inspectie heeft zowel op het niveau van de gemeente, als op het niveau van de afzonderlijke locaties, gekeken naar de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie in de

Binnen Cuijk zijn, zo stelt de inspectie samen met de betreffende VVE-locaties vast, soms al, zij het voorzichtig, afspraken gemaakt tussen met elkaar samenwerkende voor-

Gemeenten krijgen geld van het rijk om de benodigde VVE-voorzieningen in de voorscholen te bekostigen op basis van schoolgewichten in een gemeente. Daarbij wordt de volgende