Intrekking bijstand. Stelselmatige observatie. Inbreuk recht op privacy. Ontbreken specifieke wettelijke grondslag. Schending art. 8 EVRM. Uitsluiting camerabeelden als onrechtmatig verkregen bewijs
Hele tekst
GERELATEERDE DOCUMENTEN
Niet in geschil is dat de toezichthouder door het opvragen van deze gege- vens als beschreven onder 5.1 inbreuk heeft ge- maakt op het recht van appellante op respect voor
Aan de aanwezigheid van een inmenging in het privéleven doet evenmin af, zoals het Hof terecht heeft overwogen, dat belanghebbende zelf heeft gekozen voor het achterwege blijven
(d) Op 14 februari 2012 heeft het EHRM, in afwijking van de uitspraak van de Afdeling van 7 december 2005, geoordeeld dat de Staat jegens eiser artikel 8 EVRM heeft
tire focus of those proceedings, in which the first applicant sought judicial review of the demo- lition order — the second applicant, not having any property rights over the
De vraag of eiser in deze zaak een gerede verwachting van privacy mocht hebben is in zijn geheel bepalend gemaakt voor de vraag of de situatie onder de bescherming van art. 8
Wat een vergelijking tussen deze twee zaken toch interessant maakt is, dat het EHRM in de zaak Ribalda niet op het punt komt waarop de werknemers in het geheel geen verwachting
De rechtbank heeft ook terecht overwogen, onder verwijzing naar de uitspraak van de Afdeling van 19 november 2014, ECLI:NL:RVS:2014:4179, dat in de Awir geen be- paling is
De kassières beklagen zich bij het Hof over schending van twee grondrechten: het recht op privacy dat geschonden zou zijn met het plaatsen van geheime camera’s (art. 8 EVRM) en