OPGAVEN BIJ ANALYSE 2016, METRISCHE RUIMTEN (10)
Limieten van rijen
Definitie (Convergentie). Zij (S, d) een metrische ruimte en (sn) een rij in S. We zeggen dat sn convergeert naar s ∈ S (notatie: sn → s) als limn→∞d(sn, s) = 0, oftewel
∀ > 0 ∃N ∈ N zodat d(sn, s) < als n > N.
Merk op: voor S = R en d(x, y) := |x − y| is dit de gebruikelijke definitie van convergentie.
Opgave 1. We bekijken Rkmet de Euclidische metriek d(~x, ~y) =q Pk
j=1(xj− yj)2. (a) Bewijs dat voor alle j ∈ {1, . . . , k} geldt |xj− yj| ≤ d(~x, ~y).
(b) Bewijs dat als een rij ~x(n)∞
n=1= ~x(1), ~x(2), . . . van vectoren in Rk conver- geert, dan dat ook voor elke j ∈ {1, . . . , k} de rij x(n)j ∞
n=1= x(1)j , x(2)j , . . . van j-de entries convergeert.
(c) Toon aan dat geldt d(~x, ~y) ≤√
k maxj|xj− yj|.
(d) Bewijs dat als voor elke j ∈ {1, . . . , k} de rij x(n)j convergeert, dat dan ook de rij x(n) convergeert.
Opgave 2. Zij ~x(n) en ~y(n) rijen in Rk. Stel dat ~x(n) → ~x en ~y(n) → ~y voor zekere ~x, ~y ∈ Rk. Bewijs dat ~x(n)+ ~y(n)→ ~x + ~y.
Open en gesloten
Herinner: we noemen F ⊆ R gesloten als F alle limieten van rijen in F bevat: voor elke rij (xn) die geheel in F ligt en convergeert (in R), geldt dat de limiet in F ligt.
Opgave 3.
(a) Bewijs dat een “gesloten” interval [a, b] ⊆ R gesloten is volgens deze definitie.
(b) Laat zien dat een open interval (a, b) ⊆ R niet gesloten is.
(c) Is R gesloten? En ∅?
Definitie (Open). We noemen een verzameling E ⊆ R open als voor elke x ∈ E er een δ > 0 is zodat (x − δ, x + δ) ⊂ E.
Opgave 4.
(a) Bewijs dat een “open” interval (a, b) ⊆ R open is volgens deze definitie.
(b) Laat zien dat een gesloten interval [a, b] niet open is.
(c) Is R open? En ∅?
Opgave 5. Is een “halfopen” interval [a, b) open? Gesloten?
Opgave 6. Bewijs dat als E ⊆ R open is, dat dan het complement F := R \ E gesloten is. Hint : neem een rij (xn) in F en stel xn → x voor zekere x 6∈ F . Opgave 7. Bewijs dat als F gesloten is, dat dan het complement E := R \ F open is.