• No results found

Vraag nr. 101 van 28 januari 2005 van de heer JOS DE MEYER

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 101 van 28 januari 2005 van de heer JOS DE MEYER"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 101 van 28 januari 2005

van de heer JOS DE MEYER

Gesco’s Stichting Vlaamse Schoolsport – Benoeming

Reeds meerdere malen werd aan de personeelsleden van de Stichting Vlaamse Schoolsport (gesco-con-ventie 8415) beloofd dat ze in uitvoering van CAO VI (collectieve arbeidsovereenkomst) zouden wor-den benoemd.

Ik citeer uit het antwoord op mijn schriftelijke vraag van 21 februari 2002 (Bulletin van Vragen en Ant¬woorden nr. 15 van 28 juni 2002, vraag nr. 65): "Voor de gesco’s van de Stichting Vlaamse Schoolsport wordt overwogen om naar aanleiding van de begrotingscontrole de middelen van de gesubsidieerde contractuelen op een aparte allo-catie voor de Stichting Vlaamse Schoolsport in te schrijven zodat de geëigende oplossing – waarvan sprake in CAO VI – kan ingevuld worden. Intussen behouden deze personeelsleden het gesco-statuut." Onlangs werd deze vaste benoeming gekoppeld aan het decreet Onderwijsgebonden Sport. Met ingang van 1 januari 2005 zouden de gesco’s onder bepaalde voorwaarden benoemd kunnen worden bij het Vlaams Centrum voor Onderwijsgebonden Sport. Dit decreet werd aangenomen in plenaire zit-ting (5 mei 2004) en bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad (20 september 2004).

1. Wanneer is de minister zinnens deze personeels-leden te benoemen in uitvoering van CAO VI ? 2. Wanneer mogen de uitvoeringsbesluiten worden

verwacht van het decreet Onderwijsgebonden Sport ?

3. Welke initiatieven of beslissingen heeft de minis-ter van Werk, Onderwijs en Vorming onder-tussen genomen om de personeelsleden van de Stichting Vlaamse Schoolsport statutair te maken ?

Antwoord

1. Het akkoord van sectorale programmatie CAO VI bevat voor de instellingen van de verschil-lende onderwijsniveaus en de centra voor

leer-lingenbegeleiding bepalingen met betrekking tot de gesubsidieerde contractuele personeels-leden tewerkgesteld op basis van de onderwijs-conventie 8285 . Hierbij werd gesteld dat de gesubsidieerde contractuele personeelsleden uit de onderwijsconventie 8285 tewerkgesteld in de onderwijsinstellingen en de centra voor leer-lingenbegeleiding, met ingang van 1 januari 2002 zouden worden omgezet naar contractue-len van onbepaalde duur. Vervolgens zouden deze personeelsleden ondergebracht worden binnen de decreten rechtspositieregeling van het onderwijs.

Hierbij doe ik opmerken dat er in CAO VI geen engagement is om de betrokkenen in alle geval-len te benoemen. Ook tijdelijke statutaire perso-neelsleden zijn ondergebracht onder het decreet rechtspositie. Benoemen kan slechts binnen het geheel van de statutaire voorwaarden, waaraan zowel de betrekking waarin benoemd wordt, als het betrokken personeelslid dienen te voldoen. De engagementen uit CAO VI werden

onder-tussen waar gemaakt voor de grootste groep uit de onderwijsconventie 8285, met name de personeelsleden die tewerkgesteld waren in de onderwijsinstellingen en de centra voor leerlin-genbegeleiding.

Door Onderwijsdecreet XIV van 14 februari 2003 werd retroactief het stelsel van contrac-tuelen departement Onderwijs ingevoerd, zodat alle gesubsidieerde personeelsleden uit de onderwijsconventie 8285 op 1 januari 2002 deze status verkregen.

(2)

Een aantal van hen werden, voorzover er orga-nieke betrekkingen vacant waren, op 1 januari 2004, dan wel op 1 januari 2005 vast benoemd. Een beperkte groep contractuelen

depar-tement Onderwijs, afkomstig uit de onderwijsconventie 8285 en die niet werk-zaam waren in onderwijsinstellingen of in centra voor leerlingenbegeleiding, kan voorlo-pig onmogelijk ondergebracht worden onder de decreten rechtspositie.

Een statutair personeelslid waarop de decre-ten rechtspositie van toepassing zijn, wordt geaffecteerd aan een onderwijsinstelling, een autonoom internaat, een centrum voor leer-lingenbegeleiding of een scholengroep van het gemeenschapsonderwijs.

Tijdelijke personeelsleden worden van rechts-wege en zonder vooropzeg uit dienst gemeld wanneer de betrekking waarin ze aangesteld werden buiten de reglementaire normen werd opgericht.

Voorzover we als overheid de betrok-kene zouden aanstellen buiten een arbeidsovereenkomst, dan wel buiten de decre-ten rechtspositie onderwijs zouden ze in begin-sel wel statutair zijn, maar zonder preciese rechtspositie.

Benoemd kan er binnen de decreten rechtspo-sitie onderwijs slechts worden voorzover de betrekking waarin benoemd wordt, beant-woordt aan de reglementaire normen en, rekening houdende met de geldende rationali-satie- en omkaderingsnormen, als stabiel kan worden beschouwd.

De betrekkingen buiten de onderwijsinstel-lingen en de centra voldoen niet aan deze voorwaarden.

Benoemen buiten de decreten rechtspositie onderwijs zou eveneens leiden tot onzekere sta-tutaire toestanden.

Met andere woorden : het personeelsstatuut is juridisch-technisch onvoldoende uitge-werkt om de rechten van de betrokken perso-neelsleden te garanderen. Zonder geëigende rechtspositieregeling zou een regularisatie van

deze personeelsleden hen in een buitengewoon onzekere toestand plaatsen, zowel wat de wedderegeling, de verloven (onder meer het ziekteverlof ...), de pensioenrechten en dergelijke meer betreft.

Daarom stelt CAO VI in haar onderdeel XI dan ook : "Voor de gesco’s, tewerkgesteld op basis van de onderwijsconventie 8285 of een aanverwante conventie en die niet aan een bepaald onderwijsniveau kunnen worden toegewezen, zal een geëigende oplossing uit-gewerkt worden".

Deze "geëigende oplossing" is er nog niet voor een beperkt aantal contractuelen departement Onderwijs.

Ze is er evenmin voor de conventie Brusselse Hoofdstedelijke gewest tussen de Brusselse gewestminister bevoegd voor Tewerkstelling en de Vlaamse minister bevoegd voor Onderwijs. Hier heb ik recentelijk enige vooruitgang geboekt in mijn gesprekken met de Brusselse minister en is een regularisatiebe-weging in voorbereiding.

De gesubsidieerde contractuele personeels-leden van de conventie 8415 toegewezen aan de Stichting Vlaamse Schoolsport behoren niet tot de onderwijsconventie 8285. De Stichting Vlaamse Schoolsport is eveneens geen onder-wijsinstelling of centrum waarop een van de decreten rechtspositie van toepassing is.

Het ontbreken van een geëigende rechtsposi-tieregeling was overigens één van de cruciale redenen om de uitvoering van het decreet Onderwijsgebonden Sport uit te stellen. Het leek me onaanvaardbaar de betrokken

personeelsleden in een statutair onzekere toe-stand te plaatsen.

2. Z o l a n g h e t d e c r e e t b e t r e f f e n d e d e Onderwijsgebonden Sport niet van kracht is, zullen ook geen uitvoeringsbesluiten worden opgemaakt.

(3)

vorm van een Vlaamse openbare instelling. Om uiteenlopende organisatorische, budget-taire, personeelstechnische en juridische rede-nen werd in het decreet van 24 december 2004 houdende bepalingen tot begeleiding van de tweede aanpassing van de begroting 2004, de inwerkingtreding uitgesteld tot op een door de Vlaamse Regering te bepalen datum.

Eén van de redenen voor het uitstel was het ontbreken van een passende rechtsposi-tieregeling. Hierdoor waren vaste benoemingen in de praktijk onmogelijk.

De geplande vaste benoemingen op 1 januari 2005 worden dan ook uitgesteld.

In afwachting blijft het decreet van 1 decem-ber 1993 houdende de erkenning en de subsi-diëring van de Stichting voor de Vlaamse Schoolsport van kracht. De personeelsleden blijven voorlopig verder functioneren als gesub-sidieerde contractuelen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Naast de uitvoering van de eigenlijke werken zijn er natuurlijk ook nog stu- dies die opstarten, onder meer voor het ontwerp van vijf gecontroleerde overstromingsgebieden op

– Aanleg van een laguneringsveld voor baggerspecie in Deinze 1e fase 602.000 euro – Heraanleg dijk van de Assels in Gent – 1e fase 620.000 euro.

Welk budget werd er tijdens deze legislatuur be- steed aan restauratiepremies voor de privé-s e c- t o r, de openbare en eredienstsector in de arron- dissementen Sint-Niklaas en

Voor de periode september 2003 – januari 2004 kost het met andere woorden meer om alle personeelsleden in te enten dan om te voorzien in vervanging bij griepgevallen van

De diensten als gesubsidieerde contractuelen tellen in het onderwijs bovendien mee als ze gepresteerd zijn bij de onderwijskoepels (artikel 16, § 1 A , 1 van vermeld koninklijk

Kan de minister de stelling onderschrijven dat schooluitstappen en museabezoeken bijdragen tot de pedagogische en didactische doelstellin- gen van het onderwijs en de

De bovenvermelde studie wordt door de OVC grondig geëvalueerd waarna in samenspraak voor de meest opportune exploitatiewijze wordt gekozen teneinde de basismobiliteit te

Cultuurpactcommissie mij gevraagd om in samen- spraak met de Vlaamse minister van Cultuur alle noodzakelijke maatregelen te willen treffen die het decreet van 28 april 1993