Besluit
Openbaar
Ons kenmerk: OPTA/EGM/2005/201375
Zaaknummer: E05201012
Datum:
Besluit van het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie
Autoriteit op grond van artikel 36 van het Besluit ONP huurlijnen en telefonie
inhoudende de goedkeuring van het tariefvoorstel van Koninklijke KPN N.V.
voor het bellen van KPN’s vaste netwerk naar een mobiele aansluiting van T
-Mobile en Vodafone.
1
Samenvatting
Koninklijke KPN N.V. (hierna: KPN) heeft een tariefvoorstel ingediend bij het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (hierna: het college) voor wijziging van eindgebruikerstarieven voor verkeer van KPN’s vaste netwerk naar een mobiele aansluiting van T-Mobile en Vodafone per 1 juni 2005.
Het college constateert dat de voorgestelde wijziging van de eindgebruikerstarieven voor het bellen van vast naar mobiel voor T-Mobile voortvloeit uit een wijziging van de poortkosten en
abonnementskosten en voor Vodafone uit een herstructurering van het netwerk waardoor het gebruik van de 2e EVKC verandert dan wel toeneemt.
Het college heeft het tariefvoorstel op basis van artikel 36 van het Besluit ONP huurlijnen en telefonie (hierna: Boht) op kostenoriëntatie beoordeeld. Het college besluit het tariefvoorstel goed te keuren.
2
Verloop van de procedure
Op 29 april 2005 heeft het college het tariefvoorstel van KPN ontvangen, kenmerk 2005-U-00109-RvB, voor wijziging van de eindgebruikerstarieven voor verkeer van KPN’s vaste netwerk naar een mobiele aansluiting van T-Mobile en Vodafone per 1 juni 2005.
3
Feiten
Besluit
Openbaar
2
PSTN/ISDN eindgebruikertarief voor verkeer Piek1 Dal Weekend
Vodafone 19,29 18,69 17,97
T-Mobile 20,77 20,5 19,55
Figuur 1. Eindgebruikerstarieven, €cent/minuut, incl. BTW
VODSL eindgebruikerstarief voor verkeer Piek Dal Weekend
Vodafone 18,45 17,88 17,19
T-Mobile 19,86 19,61 18,70
Figuur 2. VODSL Eindgebruikerstarieven, €cent/minuut, incl. BTW
4
Juridisch kader
Op 19 mei 2004 is de Wet implementatie Europees regelgevingskader voor de elektronische communicatiesector 2002 in werking getreden, hetgeen tot een gewijzigde Telecommunicatiewet (hierna: Tw) heeft geleid. De bevoegdheid van het college om de door KPN voorgestelde tarieven te beoordelen berust op de overgangsrechtelijke bepalingen in hoofdstuk 19 van de Tw. Uit artikel 19.5, eerste lid, van de Tw volgt dat aanbieders van vaste openbare telefoondiensten die op het tijdstip van inwerkingtreding van de Tw door het college aangewezen zijn op grond van artikel 6.4, eerste lid, zoals deze luidden voor de inwerkingtreding van de wet, de daaraan verbonden verplichtingen behouden tot de inwerkingtreding van de besluiten, bedoeld in artikel 19.4, eerste lid, Tw. Hiermee worden de besluiten bedoeld waarin, op basis van de uitkomsten van de marktevaluatie, zal worden besloten tot handhaving, wijziging of intrekking van de bestaande aanmerkelijke marktmacht (hierna: AMM) verplichtingen.
Als “aan de aanwijzing verbonden verplichtingen” als bedoeld in artikel 19.5, eerste lid, Tw gelden onder meer de in artikel 7.1 juncto 7.4, lid 2 en onder a, Tw (oud) genoemde regels met betrekking tot de tarieven van vaste openbare telefoondienst. Deze regels zijn uitgewerkt in artikel 35 en 36 van het Boht. Alhoewel het Boht per 19 mei 2004 is ingetrokken bij het Besluit universele dienstverlening en eindgebruikersbelangen2, blijkt uit het achtste lid van artikel 19.5 Tw dat het college 24 maanden na de inwerkingtreding van de Tw, de taken en bevoegdheden behoudt, zoals deze voor de inwerkingtreding van die wet in verband met de verplichtingen, bedoeld in het eerste tot en met het vierde lid van artikel 19.5 aan het college bij of krachtens de hoofdstukken 6 en 7 Tw (oud) aan hem zijn opgedragen. Volgens artikel 35, eerste lid van het Boht, dient een aanbieder van een vaste openbare
telefoondienst, die krachtens artikel 6.4, eerste lid van de Telecommunicatiewet (hierna: Tw), door het college is aangewezen, kostengeoriënteerde tarieven vast te stellen voor het gebruik van het vaste openbare telefoonnetwerk en de vaste openbare telefoondienst.
1
Tijdvenster piek: ma-vr 8.00 – 20.00; dal: ma-vr 20.00 – 08.00; weekend: za/zo 0.00 – 24.00.
2
Besluit
Openbaar
3 Uit artikel 36, eerste lid van het Boht, volgt dat op wijzigingen van tarieven voor het gebruik van een vast openbaar telefoonnetwerk en een vaste openbare telefoondienst artikel 35, eerste lid van het Boht, van overeenkomstige toepassing is. De aanbieder van een vast openbaar telefoonnetwerk en van een vaste openbare telefoondienst bedoeld in artikel 35, eerste lid van het Boht, voert een voorgenomen tariefwijziging niet in dan nadat het college de voorgenomen tariefwijziging heeft goedgekeurd, op grond van artikel 36, tweede lid van het Boht.
In het kader van de vaststelling van KPN’s eindgebruikerstarieven voor vast-mobiel verkeer is tevens het oordeel van het college van 19 mei 2000 van belang (kenmerk OPTA/EGM/2000/201486). Hierin wordt de methodiek -zoals de rol van parameters als gemiddelde gespreksduur en netwerkbeslag- beschreven die door KPN gehanteerd dient te worden bij de berekening van gedifferentieerde eindgebruikerstarieven voor verkeer van KPN vast naar mobiele aanbieders.
5
Overwegingen
5.1
Wettelijke eisen bevoegdheid
Op grond van artikel 36 van het Boht dient KPN voor wijziging van haar eindgebruikerstarieven goedkeuring te verkrijgen van het college voordat KPN het tarief mag introduceren. Dit artikel verleent het college de bevoegdheid om het onderhavige tariefvoorstel op het vereiste van kostenoriëntatie te beoordelen.
5.2
Overige overwegingen
Het college heeft het voorstel beoordeeld op grond van artikel 36 van het Boht alsmede tegen de achtergrond van zijn oordeel van 19 mei 2000 (kenmerk OPTA/EGM/2000/201486) inzake differentiatie van vast-mobiele eindgebruikerstarieven.
De wijziging van de eindgebruikerstaireven voor verkeer van KPN vast naar T-Mobile wordt veroorzaakt door een wijziging van de door T-Mobile gehanteerde poorttarieven en
abonnementsvergoedingen. Het college constateert dat de gewijzigde eindgebruikerstarieven zijn vastgesteld overeenkomstig de door hem bij brief van 19 mei 2000 beoordeelde methodiek. De wijziging van de eindgebruikerstaireven voor verkeer van KPN vast naar Vodafone wordt veroorzaakt door een door Vodafone uitgevoerde herstructurering van het netwerk waardoor het gebruik van de 2e EVKC verandert dan wel toeneemt. Het college constateert dat de gewijzigde eindgebruikerstarieven zijn vastgesteld overeenkomstig de door hem bij brief van 19 mei 2000 beoordeelde methodiek.
Besluit
Openbaar
4 prijssqueezetoets voor vast-mobiel verkeer3. Het college constateert dat van prijssqueeze op geen enkel tariefelement, als gevolg van bovenstaande wijzigingen, sprake is.
KPN spreekt in het onderhavige tariefvoorstel van een geplande invoering vanaf 1 juni 2005. Het college vermeldt hierbij voor de volledigheid dat hij bij de beoordeling van het onderhavige
tariefvoorstel uitgaat van een geplande invoering per 1 juni 2005. Indien KPN het tariefvoorstel op een andere datum wenst in te voeren, dient zij hiertoe een nieuw tariefvoorstel in te dienen.
Daarnaast merkt het college op dat de eindgebruikerstarieven in onderhavige beoordeling zijn
berekend op basis van de huidige PLMN terminating tarieven. Voor de periode tot de invoeringsdatum van dit tariefvoorstel geldt dat bij tussentijdse wijziging van PLMN terminating tarieven van een
bepaalde mobiele operator, KPN voor de betreffende mobiele operator ter vervanging van het onderhavige tariefvoorstel een nieuw tariefvoorstel bij het college dient in te dienen.
6
Dictum
Het college constateert dat het tariefvoorstel conform de gestelde voorwaarden en procedure tot stand is gekomen en voldoet aan het vereiste van kostenoriëntatie. Op grond van artikel 36 van het Boht keurt het college de voorgestelde eindgebruikerstarieven goed. Een afschrift van dit besluit wordt verzonden aan T-Mobile en Vodafone.
HET COLLEGE VAN DE ONAFHANKELIJKE POST EN TELECOMMUNICATIE AUTORITEIT, namens het college,
hoofd van de afdeling Eindgebruikersmarkt (plv.)
mr. F.J.G. van der Plas
Belanghebbenden die zich met dit besluit niet kunnen verenigen, kunnen binnen zes weken na de dag waarop dit besluit is bekendgemaakt bezwaar maken bij het College van de OPTA.
Het postadres is: College van de OPTA, t.a.v. afdeling Juridische Zaken, Postbus 90420, 2509 LK Den Haag.
Het bezwaarschrift moet zijn ondertekend en moet ten minste de naam en het adres van de indiener, de dagtekening en een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht bevatten. Voorts moet het bezwaarschrift de gronden van het bezwaar bevatten.
Het college wijst u op de mogelijkheid die de Algemene wet bestuursrecht de indiener van een bezwaarschrift biedt, om in dat geschrift het college te verzoeken de bezwaarschriftenfase over te slaan. Indien het college uw verzoek inwilligt, zal uw bezwaarschrift worden doorgezonden naar de rechtbank en daar als beroepschrift worden behandeld. De procedure kan daardoor worden verkort. Indien het college uw verzoek niet inwilligt, staat tegen deze beslissing geen beroep open en zal uw bezwaarschrift door het college worden behandeld.
3 OPTA/EGM/2003/202390, 6 augustus 2003, Nota van bevindingen ten aanzien van ondergrensregulering van de tarieven van
