• No results found

Eindexamen wiskunde B1-2 vwo 2009 - I

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Eindexamen wiskunde B1-2 vwo 2009 - I"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Eindexamen wiskunde B1-2 vwo 2009 - I

© havovwo.nl

▬ www.havovwo.nl www.examen-cd.nl ▬

Een buiteling

7. Eerst moet je wat nieuwe punten een naam geven. De projectie van R op OE noem je R

0

en de projectie van P op R

0

R noem je P

0

. Er gelden dan de volgende dingen:

OR

0

= cos(t)

Nu moet je bewijzen dat ∠P RP

0

= t. Nu zie je dit misschien zo ook wel, maar je moet het wel bewijzen. Als je dat niet doet, loop je 2 punten mis.

∠P RP

0

= 1

2 π − ∠R

0

RO

∠R

0

RO = 1 2 π − t Dit vul je in in de vorige vergelijking:

∠P RP

0

= 1 2 π − 1

2 π + t

∠P RP

0

= t

Nu je dit hebt bewezen kun je P

0

P uitdrukken in t:

P

0

P = t · sin(t)

Nu kun je een formule voor x(t) opstellen:

x(t) = OR

0

+ P

0

P x(t) = cos(t) + t · sin(t)

8. Eerst bereken je de afgeleiden van x(t) en y(t). Let er wel op dat je de productregel toepast. Als je dat vergeet kan je maximaal nog maar 1 punt scoren voor de vraag.

x(t) = cos(t) + t · sin(t)

x

0

(t) = − sin(t) + 1 · sin(t) + t · cos(t) x

0

(t) = t · cos(t)

y(t) = sin(t) − t · cos(t)

y

0

(t) = cos(t) − 1 · cos(t) − t · − sin(t) y

0

(t) = t · sin(t)

- 1 -

(2)

Eindexamen wiskunde B1-2 vwo 2009 - I

© havovwo.nl

▬ www.havovwo.nl www.examen-cd.nl ▬

Deze afgeleiden vul je in in de formule v(t) = q

(x

0

(t))

2

+ (y

0

(t))

2

: v(t) =

q

(t · cos(t))

2

+ (t · sin(t))

2

v(t) =

q

t

2

· cos

2

(t) + t

2

· sin

2

(t) v(t) =

q

t

2

· cos

2

(t) + sin

2

(t)  v(t) =

√ t

2

· 1 v(t) = t

9. Ik noem de baanlengte in deze uitwerking l.

l =

π

Z

0

v(t)dt

l =

π

Z

0

t dt

l =  1 2 t

2



π 0

l = 1 2 π

2

− 1

2 · 0

2

l = 1

2 π

2

- 2 -

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

[r]

De ellips e is de meetkundige plaats van de punten die gelijke afstanden tot cirkel c en punt F hebben.. In figuur 1 is een gedeelte van e getekend en een straal MA van

Omdat deze driehoeken congruent zijn moeten AS en F S dus ook gelijk zijn, en daarom ligt S dus op de ellips

Een lijnstuk PQ met een lengte van π meter buitelt over een halve cirkel waarvan de straal OE 1 meter is.. In figuur 1 zijn de

Gegeven is driehoek ABC met zijn omgeschreven cirkel. Deze figuur staat ook op

3p 4 Teken op de uitwerkbijlage zonder te vouwen het bijbehorende punt Q.. Licht je

De twee ellipsen snijden elkaar in twee punten, die vanwege de symmetrie van de figuur op de middelloodlijn van EF liggen. Een van deze snijpunten is het midden T van

In P en in Q willen we een spiegeltje zo plaatsen dat in elk van beide spiegeltjes lichtstralen vanuit A weerkaatst worden naar