3de Bachelor EIT 2de Bachelor Wiskunde 2de en 3de Bachelor Fysica en Sterrenkunde Academiejaar 2019-2020 1ste semester 28 januari 2020
Aanvullingen van de Wiskunde / Parti¨ele Differentiaalvergelijkingen
1. Gegeven is een lineaire parti¨ele differentiaalvergelijking van orde 1:
a1(x1, · · · , xn, y) ∂y
∂x1 + · · · + an(x1, · · · , xn, y) ∂y
∂xn = b(x1, · · · , xn, y).
Laat zien dat men deze tot een homogene lineaire pdv kan herleiden.
2. Geef de definitie van een kwadratisch sommeerbare rij. l2 is de verzameling van alle kwa- dratisch sommeerbare rijen.
(a) Toon aan dat l2een vectorruimte is;
(b) definieer een inwendig product op l2 en toon aan dat l2 een Euclidische ruimte is.
3. Neem een periodieke continue functie f ∈ P[0, 2π], en ε > 0. Toon aan dat er een continu differentieerbare functie g ∈ P[0, 2π] bestaat zodat kf − gk∞< ε.
4. Onderstel dat f een periodieke continue functie is met periode 2π. Toon aan dat, als f0 continu is, dat dan de Fourierreeks van f uniform convergeert naar f .
Tijd: 1 uur 30 minuten; Vragen 1 en 3: 20 punten; vraag 2: 10 punten. Totaal: 50 punten. Dit examen telt mee voor 50 % van het totaal.
3de Bachelor EIT 2de Bachelor Wiskunde 2de en 3de Bachelor Fysica en Sterrenkunde Academiejaar 2019-2020 1ste semester 28 januari 2020
Oefeningen Aanvullingen van de Wiskunde
1. Beschouw de parti¨ele differentiaalvergelijking (z − x)∂z
∂x + (y − z)∂z
∂y = x − y.
Bepaal het integraaloppervlak dat gaat door de kromme k met vergelijking:
x2 + y2 = 1 z = 2.
2. Zoek voor 0 < x < L en t > 0 de oplossing van de eendimensionale warmtevergelijking
∂2y
∂x2 −∂y
∂t = 0 die voldoet aan de beginvoorwaarde
y(x, 0) = x2 L2 en de randvoorwaarden
y(0, t) = 0 en y(L, t) = 1.
Gebruik hiertoe de methode van scheiding der veranderlijken 3. f : R → R is de functie met periode 2π waarvoor geldt
f (x) =
(cos x als |x| ∈ [0,π2] 0 als |x| ∈ (π2, π]
Bepaal de Fourierreeks van f . Evalueer deze reeks in de punten x = 0 en x = π/2. Schrijf dan de formule van Parceval neer. Gebruik deze resultaten om de som te bepalen van de numerieke reeksen
∞
X
n=1
1 4n2− 1,
∞
X
n=1
(−1)n+1 4n2− 1 en
∞
X
n=1
1 (4n2− 1)2 te bepalen.
Tijd: 2 uur 30 minuten; vraag 1 : 14 punten; vraag 2: 18 punten; vraag 3: 18 punten. Totaal: 50 punten. Dit examen telt mee voor 50 % van het totaal.
Oplossingen
1. Differentiaalvergelijking:
(z − x)∂z
∂x + (y − z)∂z
∂y = x − y Homogene vergelijking:
(z − x)∂ψ
∂x + (y − z)∂ψ
∂y + (x − y)∂ψ
∂z = 0 Geassocieerd stelsel:
dx
z − x = dy
y − z = dz x − y. Eerste integralen: methode van de multiplicatoren
µ1(z − x) + µ2(y − z) + µ3(x − y) = 0 1) Neem
µ1 = 1, µ2 = 1 en µ3 = 1 dan is
µ1dx + µ2dy + µ3dz = dx + dy + dz = d(x + y + z) een totale differentiaal, zodat x + y + z = c1een eerste integraal is.
2) Neem nu
µ1 = y, µ2 = x en µ3 = z dan is
µ1dx + µ2dy + µ3dz = ydx + xdy + zdz = d(xy + z2 2) een totale differentiaal, zodat 2xy + z2 = c2een eerste integraal is.
De AI van de pdv is dus
ϕ(x + y + z, 2xy + z2)
We bepalen nu ϕ zo dat de integraal door de gegeven kromme k gaat. We elimineren x, y en z uit
x + y + z = c1 2xy + z2 = c2 x2+ y2 = 1 z = 2
Uit de eerste en de vierde vergelijking volgt: x + y = c1− 2.
Uit de tweede en de vierde vergelijking volgt: 2xy = c2− 4.
We vullen deze in in de derde vergelijking:
1 = (x + y)2− 2xy = (c1− 2)2− (c2− 4) = c21 − 4c1− c2+ 8,
of
c21− 4c1− c2+ 7 = 0.
De gezochte integraal kromme is dus
(x + y + z)2− 4(x + y + z) − (2xy + z2) + 7 = 0 of
z = 1 2
4x + 4y − x2− y2− 7 x + y − 2
2. De parti¨ele differentiaalvergelijking
∂2y
∂2x −∂y
∂t = 0 (1)
met randvoorwaarden y(0, t) = 0 en y(L, t) = 1 kan niet worden opgelost met behulp van de methode van het scheiden der veranderlijken. Daarom voeren we een nieuwe onbekende functie in:
y(x, t) = u(x, t) + f (x).
Als f00= 0, dan is u ook een integraal van (1), en dan is f (x) = ax + b.
We bepalen a en b nu zodanig dat u voldoet aan de RVW u(0, t) = u(L, t) = 0 als y voldoent aan de RVW y(0, t) = 0 en y(L, t) = 1:
u(0, t) = y(o, t) − f (0) = −b = 0
u(L, t) = y(L, t) − f (L) = 1 − (AL + b) = 0
Hieraan is voldaan als a = 1/L, en b = o, dus f (x) = x/L. Als y een oplossing is van het gegeven probleem, dan voldoet u aan de beginvoorwaarde
u(x, 0) = y(x, 0) − x L = x2
L2 − x
L. (2)
We zoeken dus een integraal u van (1) die voldoet aan u(0, t) = u(L, t) = 0 en (2). Hierop kunnen we de methode van het scheiden der veranderlijken wel toepassen. We zoeken eerst integralen van de vormen
u(x, t) = X(x)T (t),
die voldoen aan de randvoorwaarden u(0, t) = u(L, t) = 0. X voldoet dan aan de voorwaarden X(0) = X(L) = 0. Invullen in (1) geeft:
X00(x)T (t) = X(x)T0(t) of X00(x)
X(x) = T0(t) T (t) = k
2
Het plaatsafhankelijk probleem X00(x) − kX(x) = 0, X(0) = X(L) = 0 We hebben enkel een niet-triviale oplossing als k = −p2 < 0. De AI van de differentiaalvergelijking is dan
X(x) = A cos px + B sin px X(0) = 0 impliceert dat A = 0. Dan impliceert
X(L) = B sin pL = 0
dat ook B = 0, tenzij dat sin pL = 0 of p = nπ/L, met n ∈ Z. We vinden dus de oplossingen Xn(x) = sinnπ
L x n = 1, 2, ...
want X0(x) = 0 en Xn(x) = −X−n(x).
Het tijdsafhankelijk probleem Tn0 = −nL2π22Tn De algemene integraal is Tn(t) = Cne−n2π2L2 t
We concluderen dat
un(x, t) = Cnsinnπ
L x e−n2π2L2 t
een oplossing van (1) is die voldoet aan de randvoorwaarden u(0, t) = u(L, t) = 0, en dit voor elk positief natuurlijk getal n. Een superpositie van deze oplossing is opnieuw een oplossing die voldoet aan de randvoorwaarden:
u(x, t) =
∞
X
n=1
Cnsinnπ
L x e−n2π2L2 t
Bepalen van de Fourier co¨effici¨enten We bepalen nu Cnzodanig dat aan (2) voldaan is:
u(x, 0) = x2 L2 − x
L =
∞
X
n=1
Cnsinnπ L x.
Dit is de ontwikkeling van u(x, 0) in een Fourierreeks. De co¨effici¨enten Cnworden gegeven door de formule
Cn= 2 L
Z L 0
(x2 L2 − x
L) sinnπ L xdx.
3
Deze integraal kan berekend worden via parti¨ele integratie Z L
0
x sinnπ
L xdx = −L2
nπ cos nπ + L nπ
Z L 0
cosnπ
L xdx = L2
nπ(−1)n+1; Z L
0
x2sinnπ
L xdx = −L3
nπ cos nπ + 2L nπ
Z L 0
x cosnπ L xdx
= L3
nπ(−1)n+1+ 2L nπ
L2
nπ sin nπ − L nπ
Z L 0
sinnπ L xdx
= L3
nπ(−1)n+1+ 2L3
n3π3 (−1)n− 1.
We vinden dus Cn= 2
nπ(−1)n+1+ 4
n3π3 (−1)n− 1 − 2
nπ(−1)n+1 = 4
n3π3 (−1)n− 1 zodat
C2n = 0 en C2n+1 = − 8 n3π3. Oplossing Dit vullen we in en verkrijgen
u(x, t) = −
∞
X
n=0
8
(2n + 1)3π3 sin(2n + 1)π
L x e−(2n+1)2π2L2 t en dus vinden we uiteindelijk
y(x, t) = x L−
∞
X
n=0
8
(2n + 1)3π3 sin(2n + 1)π
L x e−(2n+1)2π2L2 t
4
3. We merken eerst op dat de functie f (x) even is. We kunnen de Fourierreeks dus schrijven als
f (x) = a0 2 +
∞
X
n=1
ancos nx. (3)
We berekenen nu de co¨effici¨enten a0 = 2
π Z π
0
f (x)dx = 2 π
Z π/2 0
cos x dx = 2 π sinπ
2 = 2 π a1 = 2
π Z π
0
f (x) cos xdx = 2 π
Z π/2 0
cos2xdx = 1 2 an = 2
π Z π
0
f (x) cos nxdx = 2 π
Z π/2 0
cos x cos nxdx
= 1
π Z π/2
0
(cos(n + 1)x + cos(n − 1)x)dx
= 1
π
sin(n + 1)π2
n + 1 +sin(n − 1)π2 n − 1
(n > 1) a2n+1 = 0 (n ≥ 1)
a2n = 1 π
(−1)n
2n + 1+ (−1)n+1 2n − 1
= 2 π
(−1)n+1 4n2− 1 En dus verkrijgen we de volgende Fourierreeks
f (x) = 1 π +1
2cos x + 2 π
∞
X
n=1
(−1)n+1
4n2− 1 cos 2nx Als we hierin x = 0 stellen, dan vinden we
1 = 1 π +1
2 + 2 π
∞
X
n=1
(−1)n+1 4n2− 1
∞
X
n=1
(−1)n+1 4n2− 1 = π
2(1 2 − 1
π) = π 4 − 1
2 Als we hierin x = π/2 stellen, dan vinden we
0 = 1 π + 2
π
∞
X
n=1
(−1)n+1
4n2− 1 cos nπ = 1 π − 2
π
∞
X
n=1
1 4n2− 1
∞
X
n=1
1
4n2− 1 = 1 2.
5
−1 −0.8 −0.6 −0.4 −0.2 0 0.2 0.4 0.6 0.8 1 0
0.2 0.4 0.6 0.8 1
x/π
f(x)
f (x)
3 Fourier coeffs
We schrijven nu de formule van Parceval neer voor (3). (3) kan herschreven worden als
f (x) =r π 2a0
√1 2π +
∞
X
n=1
√πan
cos nx
√π .
Omdat √1
2π en cos nx√π genormalizeerd zijn wordt de formule van Parceval:
kf k2 = π 2a20+ π
∞
X
n=1
a2n.
We bereken nu eerst
kf k2 = 2 Z π/2
0
cos2xdx = π 2 en de formule van Parceval wordt:
1 2 = 2
π2 +1 4 + 4
π2
∞
X
n=1
1 (4n − 1)2 1
4 − 2 π2 = 4
π2
∞
X
n=1
1 (4n − 1)2
∞
X
n=1
1
(4n − 1)2 = π2 16− 1
2 = 1 2
π2 8 − 1
6
−1 −0.8 −0.6 −0.4 −0.2 0 0.2 0.4 0.6 0.8 1 0
0.2 0.4 0.6 0.8 1
x/π
f(x)
f (x)
5 Fourier coeffs
−1 −0.8 −0.6 −0.4 −0.2 0 0.2 0.4 0.6 0.8 1
0 0.2 0.4 0.6 0.8 1
x/π
f(x)
f (x)
10 Fourier coeffs
7
3de Bachelor EIT 2de Bachelor Wiskunde 2de en 3de Bachelor Fysica en Sterrenkunde Academiejaar 2019-2020 2de zittijd 18 augustus 2020
Aanvullingen van de Wiskunde / Parti¨ele Differentiaalvergelijkingen
1. Neem twee kwadratische sommeerbare rijen a en b. Toon aan dat de reeks
∞
X
n=1
anbn
absoluut convergent is.
2. Neem a, b ∈ [0, 2π] en de functie f : [0, 2π] → R die de waarde 1 aanneemt op [a, b] en 0 erbuiten. Voor elke ε > 0 bestaat er een continue functie g : [0, 2π] → R bestaat zodat kf − gk2 < ε. Bewijs!
3. Beschouw een kromme k in R3 en functies a, b, c van de veranderlijken x, y, z. Hoe bepalen we integraaloppervlakken van de pdv ap + bq = c die door de kromme k gaan.
Tijd: 1 uur. Alle vragen worden gekwoteerd op 10 punten. Dit examen telt mee voor 50 % van het totaal.
3de Bachelor EIT 2de Bachelor Wiskunde 2de en 3de Bachelor Fysica en Sterrenkunde Academiejaar 2019-2020 2de zittijd 18 augustus 2020
Oefeningen Aanvullingen van de Wiskunde
1. Bepaal de algemene integraal van de pdv
(y − z)p + (x − y)q = z − x.
2. Beschouw de periodieke functie f (periode 2π) gedefinieerd door f (x) = x2, −π < x ≤ π.
Bepaal de Fourierreeks van f .
3. Los op met scheiding van veranderlijken:
∂2y
∂t2 = π2∂2y
∂x2, voor t > 0 en 0 < x < π.
De begin- en randvoorwaarden zijn:
y(0, t) = y(π, t) = 0 y(x, 0) = sin 3x
∂y
∂t(x, 0) = 0
.
Tijd: 2 uur. Alle vragen worden gekwoteerd op 10 punten. Dit examen telt mee voor 50 % van het totaal.