• No results found

Ruimtelijke onderbouwing Brede school, sportzaal en appartementen, Helvoirt. vastgesteld

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Ruimtelijke onderbouwing Brede school, sportzaal en appartementen, Helvoirt. vastgesteld"

Copied!
73
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Ruimtelijke onderbouwing Brede school, sportzaal en appartementen, Helvoirt

vastgesteld

29 april 2013

(2)
(3)

Ruimtelijke onderbouwing Brede school, sportzaal en appartementen, Helvoirt

vastgesteld

ontwerpplan ter visie 10 januari t/m 20 februari 2013

vastgesteld 29 april 2013

29 april 2013

(4)
(5)

Opdrachtgever Gemeente Haaren

Contactpersoon Maarten School

Projectnaam Brede school, sportzaal en appartementen, Helvoirt

Documenttitel Ruimtelijke onderbouwing Brede school, sportzaal en appartementen, Helvoirt Projectnummer 14009012A

Referentienummer

Versie 1

Status vastgesteld Publicatiedatum 29 april 2013

Auteur(s) R.J. Verkuylen, M. van Spaandonk Gecontroleerd door M. Verkuylen

Paraaf

(6)
(7)

Hoofdstuk 1 Inleiding 5

1.1 Aanleiding en doel 7

1.2 Fasering 8

1.3 Kadastrale begrenzing 10

1.4 Vigerend bestemmingsplan 12

1.5 Leeswijzer 15

Hoofdstuk 2 Gebiedsanalyse 17

2.1 Geschiedenis 17

2.2 Wijdere omgeving 18

2.3 Directe omgeving 20

2.4 Conclusies gebiedsanalyse 30

Hoofdstuk 3 Plan

Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.

3.1 Functie 31

3.2 Ontwerp 32

3.3 Ontsluiting en parkeren 34

3.4 Groen en water 34

Hoofdstuk 4 Beleidskader 35

4.1 Nationaal niveau 35

4.2 Provinciaal niveau 36

4.3 Gemeentelijk niveau 39

4.4 Conclusies beleidskader 42

Hoofdstuk 5 Uitvoeringsaspecten Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.

5.1 Milieu 44

5.2 Waarden 55

5.3 Waterparagraaf 60

Hoofdstuk 6 Financiële aspecten 65

6.1 Economische uitvoerbaarheid 65

6.2 Kostenverhaal 65

Hoofdstuk 7 Procedure 67

7.1 Terinzagelegging ontwerpbesluit 67

7.2 Vaststelling 67

(8)

Bijlagen bij de toelichting Bijlage 1 Kaart Bestaande toestand

Bijlage 2 Terreinmeting

Bijlage 3 Bomeninventarisatie

Bijlage 4 Beeldkwaliteitplan

Bijlage 5 Bouwplan

Bijlage 6 Welstandsadvies

Bijlage 7 Inrichting openbare ruimte

Bijlage 8 Verkeerskundige toets

Bijlage 9 Bodemonderzoek

Bijlage 10 Externe veiligheid

Bijlage 11 Onderzoek luchtkwaliteit Bijlage 12 Akoestisch onderzoek industrielawaai parkeerplaatsen Bijlage 13 Akoestisch onderzoek industrielawaai speelplaatsen Bijlage 14 Akoestisch onderzoek verkeerslawaai

Bijlage 15 Archeologisch onderzoek Bijlage 16 Quickscan natuurwaarden

Bijlage 17 Onderzoek vleermuizen

Bijlage 18 Watertoets

Bijlage 19 HNO berekening

Bijlage 20 Nota van zienswijzen

Vaststellingsbesluit

(9)

Toelichting

(10)
(11)

Hoofdstuk 1 Inleiding

Voorliggend plan bevat de ruimtelijke onderbouwing ten behoeve van de aanvraag om omgevingsvergunning ex artikel 2.12, eerste lid, sub a, 3o van de Wet

algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) voor de bouw van een brede school, sportzaal en appartementen. Een omgevingsvergunning op basis van genoemd artikel wordt ook wel 'projectafwijkingsbesluit' genoemd.

De volgende afbeelding geeft de topografische ligging van het plangebied weer.

(12)

topografische situatie

(13)

1.1 Aanleiding en doel

De gemeenteraad van Haaren heeft in december 2009 ingestemd met het door het college gepresenteerde centrumplan voor de kern Helvoirt.

De gemeente en Bouwfonds gaan een deel van het centrum van Helvoirt

revitaliseren. Deze ontwikkeling betreft de bouw van het woon-, zorgcentrum De Leyenhof, een nieuwe brede school met de nieuwe sportzaal, alsmede

grondgebonden woningen en parkeerplaatsen. Het plan is er op gericht om de dorpse kwaliteit te behouden en te versterken. De geplande ontwikkelingen passen niet binnen het vigerende bestemmingsplan.

Verder heeft de brandweer in het gebied tussen het spoor, de Stationsweg (onverharde weg), de Torenstraat en Den Hoek, een nieuwe uitrukkazerne gerealiseerd. Deze ontwikkeling is mogelijk gemaakt door middel van een projectafwijkingsbesluit.

De gemeente heeft besloten om deze centrumontwikkelingen en de uitrukkazerne in één bestemmingsplan in te passen vanwege de ruimtelijke verwevenheid van beide plannen.

Aan de noordzijde van het spoor is nog een andere ontwikkeling gepland, de woningbouwlocatie Den Hoek. Voor de ontwikkeling van Den Hoek wordt een afzonderlijke ruimtelijke procedure gevolgd.

Ontwikkeling brede school, sportzaal en appartementen

Voorliggend rapport betreft het projectafwijkingsbesluit voor de ontwikkeling van de brede school met sportzaal en tien appartementen.

Een brede school is een school waarbij onderwijs wordt gecombineerd met bijvoorbeeld opvang, zorg, welzijn, sport en cultuur. Brede scholen bieden leerlingen een stimulerende en uitdagende leeromgeving zodat kinderen hun talenten leren ontdekken en ontwikkelen (bron: www.rijksoverheid.nl).

De geplande brede school in het centrum van Helvoirt omvat een kinderdagverblijf (KDV), een peuterspeelzaal (PSZ), leslokalen en ruimten ten behoeve van

buitenschoolse opvang (BSO) en het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG).

Tevens is een sportzaal voorzien die gebruikt kan worden voor o.a. gym, turnen, badminton, volleybal, zaalvoetbal en ouderengym. Daarnaast zullen er incidenteel evenementen gehouden worden, zoals een optreden van de harmonie of een toneelvoorstelling. De school wordt hoofdgebruiker, maar er kunnen ook andere doelgroepen gebruik van maken.

Op de tweede verdieping worden aan de noordzijde van het pand zes appartementen en aan de oostzijde vier appartementen gebouwd. De

appartementen worden ontsloten via een gang aan de binnenzijde van het pand.

Aan deze gang liggen tien bergingen en een gemeenschappelijk fietsenhok. De gang eindigt aan de ene kant bij een lift, aan de andere kant bij een trap.

Nadat de nieuwe school en sportzaal zijn gerealiseerd en in gebruik genomen, zullen de bestaande school en sportzaal worden gesloopt.

(14)

1.2 Fasering

1.2.1 Ontwikkelingen centrum Helvoirt (fasen 1-4)

De uitvoering van het centrumplan wordt in stappen uitgevoerd zodat bewoners maar één keer hoeven te verhuizen. Achtereenvolgens worden de volgende stappen doorlopen:

1. slopen De Leyenhof en woningen langs Martinipad;

2. slopen appartementen Bloeymanstraat 116 tot en met 134;

3. slopen ouderenhome;

4. realiseren De Leyenhof;

5. realiseren brede school, sportzaal en appartementen (MFA);

6. slopen bestaande school, sportzaal en 't Gastenbosch;

7. realiseren woningbouw en inrichting park.

De juridisch-planologische procedure voor de centrumontwikkelingen van Helvoirt is opgeknipt in verschillende procedures. Het centrumplan is daarvoor in

deelgebieden (fasen) opgesplitst. Op de volgende afbeelding zijn deze fasen weergegeven.

Fase 1: zorgcentrum De Leyenhof (projectafwijkingsbesluit);

Fase 2: brede school, sportzaal en appartementen inclusief parkeerplaatsen (projectafwijkingsbesluit);

Fase 3: grondgebonden woningen inclusief parkeerplaatsen (bestemmingsplan);

Fase 4: uitrukkazerne brandweer inclusief parkeerplaatsen

(projectafwijkingsbesluit). Deze fase is reeds doorlopen. Er is een onherroepelijk projectafwijkingsbesluit.

(15)

fasering ontwikkelingen centrum Helvoirt

(16)

Voor fase 1 is een projectbesluit genomen en voor fase 4 is een afzonderlijke Wabo-procedure gevolgd (projectafwijkingsbesluit). Ook voor fase 2 wordt een projectafwijkingsbesluit gevolgd, zodat deze ontwikkelingen los van elkaar kunnen starten. Vervolgens wordt er een bestemmingsplan voor de totale ontwikkeling (fasen 1 t/m4) opgesteld, waarin de ontwikkelingen van de eerdere procedures worden opgenomen.

N.B.

Als in dit rapport wordt gesproken over het 'Centrumplan' dan worden alle fasen tezamen - dus fasen 1 tot en met 4 - bedoeld. Indien er 'plangebied fase 2' of 'onderhavig plangebied' staat, gaat het uitsluitend over deze betreffende fase.

1.3 Kadastrale begrenzing

Hiernavolgende afbeelding toont de kadastrale situatie van plangebied fase 2.

De gronden zijn kadastraal bekend gemeente Helvoirt, sectie D. In onderstaande tabel zijn de perceelnummers, oppervlakten en eigenaren van plangebied fase 2 opgenomen.

perceel oppervlakte eigenaar

5253 661 m² Gemeente Haaren

4891 841 m² Woonstichting 't Heem 4892 (gedeeltelijk) 1253 m² Gemeente Haaren

5101 119 m² Gemeente Haaren / Stichting Drieklank

5102 2506 m² Gemeente Haaren

De totale oppervlakte van plangebied fase 2 bedraagt 5.380 m².

(17)

kadastrale situatie

(18)

1.4 Vigerend bestemmingsplan

Ter plaatse van het plangebied fase 2 vigeert het bestemmingsplan "Kom Helvoirt":

 vastgesteld door de gemeenteraad d.d. 3 juni 2010.

De volgende afbeelding geeft een uitsnede van de vigerende plankaart. De ligging van onderhavig plangebied is aangegeven.

(19)

uitsnede plankaart vigerend bestemmingsplan Kom Helvoirt

(20)

Uit bovenstaande afbeelding is af te lezen dat binnen fase 2 de volgende bestemmingen vigeren.

Groen

De gronden binnen deze bestemming zijn bestemd voor:

 groenvoorzieningen, bermen en beplanting;

 paden, speelvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding;

 parkeervoorzieningen.

Binnen deze bestemming mogen geen gebouwen worden gebouwd.

Maatschappelijk

De gronden binnen deze bestemming zijn bestemd voor maatschappelijke

voorzieningen, met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en paden, parkeervoorzieningen, speelvoorzieningen, water en

voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.

Gebouwen dienen binnen een bouwvlak te worden gebouwd. De goothoogte van het zuidelijke bouwvlak bedraagt maximaal 6 m en de bouwhoogte is maximaal 10 m. Gebouwen in het noordelijke bouwvlak mogen een goothoogte van maximaal 7,5 m en een bouwhoogte van maximaal 12 m hebben.

Tuin

De voor Tuin aangewezen gronden zijn bestemd voor tuinen, met bijbehorende gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde. Er mogen uitsluitend

uitbouwen en erkers bij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen worden gebouwd. De maximale goothoogte bedraagt 3 m en de maximale

bouwhoogte 5 m.

Wonen

Binnen de bestemming Wonen mogen aaneengebouwde woningen worden gebouwd met eventueel een aan huis verbonden beroep. Een en ander met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tuinen en erven.

Voor de hoofdgebouwen is een bouwvlak aangegeven, waarbij geldt dat de goothoogte niet meer mag bedragen dan 4 m en de bouwhoogte niet meer dan 7,5 m. Het bebouwingspercentage van het bouwperceel mag maximaal 50%

bedragen.

Conclusie

De beoogde brede school met sportzaal, appartementen en de parkeerplaatsen van fase 2 kunnen niet gerealiseerd worden op basis van het vigerende

bestemmingsplan. Reden waarom een projectafwijkingsprocedure ex artikel 2.12, eerste lid, sub a, 3o Wabo wordt doorlopen.

(21)

1.5 Leeswijzer

Dit rapport is voorts als volgt opgebouwd.

 In hoofdstuk 2 is een gebiedsanalyse van het plangebied en omgeving opgenomen.

 Daarna wordt in hoofdstuk 3 het feitelijke (steden)bouwkundig plan beschreven.

 Hoofdstuk 4 geeft een overzicht van het beleid waaraan het plan moet voldoen.

 Hoofdstuk 5 vervolgt met de met het plan samenhangende uitvoeringsaspecten milieu, waarden en water.

 De financiële aspecten komen in hoofdstuk 6 aan bod.

 Hoofdstuk 7 tenslotte bevat een rapportage van de procedure.

(22)
(23)

Hoofdstuk 2 Gebiedsanalyse

Dit hoofdstuk geeft een ruimtelijk-functionele analyse van het plangebied van het Centrumplan Helvoirt - fasen 1 tot en met 4. Achtereenvolgens worden de

geschiedenis, wijdere omgeving, en de directe omgeving beschreven.

2.1 Geschiedenis

Helvoirt is ontstaan uit beekdalnederzettingen, gelegen op de hogere gronden langs Zandleij, Broekleij en Raamse Loop.

De nederzettingen groeiden daaromheen uit tot een dorp dat bestaat uit een aantal gehuchten en buurtschappen, te weten: Molenstraat, Achterstraat, Voorste- en Achterste Distelberg, Heikant, Zandkant, Laar, Helvoirtsestraat, Hoef ten Halve, Gijzel en Raam.

Helvoirt omstreeks 1900

De naam Helvoirt zou afgeleid zijn van “hel”, een woest moerassig gebied, met daar doorheen een “voirt”, een doorwaadbare doorgang. Voor het eerst komt de naam “Hellevorth“ voor in een akte uit 1192.

Een kapel uit die periode stond op de plaats van de huidige “Oude Kerk” aan de Torenstraat.

Een versterkte boerderij de “Mansus Zwensberch” is in de 15de eeuw de basis van het eerste Kasteel Zwijnsbergen geworden. De aanwezigheid van dit kasteel en zijn bewoners heeft in de volgende eeuwen zowel bestuurlijk als cultureel een belangrijke invloed gehad op de dorpsontwikkeling en de bevolkingssamenstelling.

De industriële revolutie betekende op talloze terreinen vernieuwing en verbetering van het dagelijks leven. Helvoirt werd via wegen en een spoorlijn ontsloten. Na de Tweede Wereldoorlog ontwikkelde Helvoirt zich tot een dynamisch dorp waar het voor eenieder goed toeven is.

Onderhavig plangebied ligt centraal in het dorp, en maakt derhalve deel uit van de historische ontwikkeling. Nog aanwezige historische panden zijn onder andere Kastanjelaan 9, 12 en 14.

(24)

De historische wegenstructuur bepaalt voor het grootste deel de

stedenbouwkundige opbouw van Helvoirt. Belangrijke historische wegen zijn de Torenstraat en de Achterstraat in noord-zuid richting, en de

Kastanjelaan/Lindelaan in oost-west richting.

2.2 Wijdere omgeving

Navolgende afbeelding geeft de ligging van het plangebied in de wijdere omgeving weer.

(25)

wijdere omgeving

(26)

Algemene ontwikkeling

De kern is organisch gegroeid als een lintdorp in zowel noord-zuid richting als in oostelijke richting. Behalve door de twee waterlopen wordt Helvoirt redelijk strak begrensd door de spoorlijn in het noorden en de N65 in het zuiden.

Ontsluiting

De hoofdontsluiting van het huidige dorp vormt de dorpenverbinding Helvoirtsestraat - Torenstraat - Molenstraat.

Aan de noordzijde wordt Helvoirt begrensd door de spoorlijn Tilburg -

's-Hertogenbosch. De N65 vormt de begrenzing van de kern aan de zuidzijde. De N65 is tevens de belangrijkste ontsluitingsweg van het dorp.

Ruimtelijk-functioneel

De hoofdfunctie binnen de kern Helvoirt is een (echt dorpse) menging van wonen, werken en recreatie. De woningbouw bestaat voornamelijk uit geschakelde, twee-onder-een-kappers en vrijstaande woningen. Vanuit het centrum naar het zuiden worden de kavels geleidelijk aan groter en bestaat de bebouwing

voornamelijk uit vrijstaande woningen in een groene setting aan ruim opgezette woonstraten.

Ten noorden van het spoor ligt, verscholen achter de bebouwing van de

Helvoirtsestraat, het bedrijventerrein “Industrieweg”. Voorts ligt iets zuidelijker aan de oostzijde van de Torenstraat een locatie met enkele bedrijven.

Nabij de bedrijvenlocaties ten zuiden van de spoorlijn ligt het buitensportcomplex met voetbal- en tennisvelden.

Sociaal-culturele en publieke voorzieningen zijn grotendeels centraal gelegen. Zo staat aan de Kastanjelaan de basisschool met een peuterspeelzaal. De kern heeft twee kerken: de protestantse kerk aan de Van Grevenbroeckstraat en de

rooms-katholieke kerk aan de Kastanjelaan. Bij de kerk aan de Kastanjelaan ligt ook een begraafplaats. In Helvoirt zijn voldoende medische voorzieningen aanwezig. De kern Helvoirt beschikt tevens over het zorgcentrum De Leyenhof, gelegen binnen het plangebied aan de Bloeymanstraat.

2.3 Directe omgeving

Onderstaande afbeelding, kaartbijlage 1 en de foto's geven de bestaande

toestand van de directe omgeving en het plangebied van het Centrumplan Helvoirt weer.

IGL heeft een terreinmeting uitgevoerd voor het Centrumplan, zie bijlage 2. Deze terreinmeting is als onderlegger gebruikt voor de kaart bestaande toestand.

(27)

luchtfoto directe omgeving

(28)

2.3.1 Ontsluiting

Gebied ten zuiden van de Kastanjelaan

De Kastanjelaan vormt de belangrijkste ontsluiting voor het zuidelijke gebied. Al het autoverkeer ten gevolge van de Dr. Landmanschool, sportzaal De Wiekelaar en het gemeenschapshuis 't Gastenbosch wikkelt zich via deze straat af. Tevens zijn de woningen die binnen het plangebied aan het Martinipad liggen ontsloten op de Kastanjelaan.

Het autoverkeer kan het zorgcentrum De Leyenhof bereiken vanuit de

Bloeymanstraat. Dit is een rustige woonstraat van waaruit men via de Kerkstraat de Kastanjelaan kan bereiken. Via de Tilburgstraat is de Torenstraat direct bereikbaar.

Binnen het zuidelijke gebied liggen de voor autoverkeer toegankelijke, maar doodlopende Kloosterstraat en het Martinipad.

(29)

Binnen het gebied zijn naast de auto-ontsluitingen ook

langzaamverkeersverbindingen aanwezig. Zo kan men in het verlengde van de Kloosterstraat te voet of met de fiets de Bloeymanstraat bereiken. De autoroute over het Martinipad gaat over in een smal voetpad ter hoogte van het

parkeerterrein achter de sportzaal. Dit voetpad heeft aansluiting op de Torenstraat. Wat zuidelijker ligt tevens een pad voor langzaam verkeer dat aansluit op de Torenstraat. Dit pad loopt langs het zorgcentrum De Leyenhof.

Overigens lopen binnen het gebied enkele interne wandelpaden.

Gebied ten noorden van de Kastanjelaan

Door het gebied aan de noordzijde van de Kastanjelaan, tussen het spoor en de achterzijde van de bebouwing aan de Kastanjelaan, loopt de onverharde

Stationsweg. Deze sluit aan de oostkant van het gebied aan op de Torenstraat.

Aan de westzijde loopt de Stationsweg over in de verharde weg Den Hoek. Deze weg sluit langs de begraafplaats aan op de Kastanjelaan.

Plangebied fase 2

Onderhavig plangebied fase 2 wordt momenteel ontsloten via de Kloosterstraat en de Bloeymanstraat.

2.3.2 Bebouwing en functies

Het plangebied, gelegen tussen de oude linten de Achterstraat, de Kastanjelaan en de Torenstraat, is een gebied met gemengde functies. Het centrum van Helvoirt heeft zich vooral ontwikkeld rondom de kruising van de Lindelaan,

Achterstraat en Kastanjelaan. De sterke menging van wonen, detailhandel, horeca en maatschappelijke functies zorgt voor een karakteristiek, levendig en dorps karakter.

(30)

Kastanjelaan

De bebouwing langs de Kastanjelaan bestaat uit een historisch lint van

afwisselend vrijstaande woningen en bijzondere bebouwing. De woonbebouwing heeft één of twee lagen met kap. Aan de noordzijde van de Kastanjelaan bevindt zich een beeldbepalend cluster bestaande uit de kerk, de pastorie, een statige woning en de oude Landmanschool. Deze bebouwing is wat verder van de weg gelegen waardoor hier een aardige groene voorruimte ontstaat.

De lintbebouwing aan de zuidkant van de Kastanjelaan wordt onderbroken door de Dr. Landmanschool en het gemeenschapshuis 't Gastenbosch. Ook deze bebouwing is verder van de straat gesitueerd, maar hier is een rommelige, stenige voorruimte ontstaan van een lage kwaliteit.

(31)

Dr. Landmanschool

De school bestaat uit twee bouwlagen met kleine dakpartijen. Het gebouw kenmerkt zich door een sterke geleding in de gevelpartij waardoor een onrustig beeld ontstaat. Daarnaast heeft het pand geen karakteristieke, dorpse uitstraling die recht doet aan de lintbebouwing en het tegenoverliggende beeldbepalende cluster. In het kader van de voorgenomen ontwikkelingen zal de huidige Dr.

Landmanschool gesloopt worden.

Gemeenschapshuis 't Gastenbosch

Het gemeenschapshuis 't Gastenbosch bestaat uit één laag met een plat dak en heeft een sterke horizontale geleding.

(32)

Sportzaal De Wiekelaar

Achter de bebouwing in de hoek van de Kastanjelaan en de Torenstraat staat de sportzaal De Wiekelaar. Deze is bereikbaar via het Martinipad. De sportzaal is ca twee lagen hoog. Aan de entreezijde aan het Martinipad telt het gebouw één bouwlaag. Het gebouw heeft slechts enkele kleine raampartijen, straalt geen openheid uit en is niet uitnodigend, wat van een sportzaal wel verwacht mag worden. Dit gebouw zal gesloopt worden.

(33)

Bloeymanstraat

De Bloeymanstraat is een rustige woonstraat met vrijstaande en

twee-onder-een-kap-woningen. De bebouwing bestaat voornamelijk uit twee lagen met een kap. Van de kleinschalige bebouwingstypologie in de Bloeymanstraat wordt afgeweken door de grootschalige, haast stedelijke bouw van het

zorgcentrum De Leyenhof. De bij dit zorgcentrum behorende zorgappartementen liggen deels aan de Bloeymanstraat en deels in het gebied tussen de bebouwing van de Bloeymanstraat en de Torenstraat. Daarnaast staan langs de

Bloeymanstraat twee appartementengebouwen in verschillende bouwstijlen. Het ene bestaat uit drie lagen met een plat dak, het andere is gebouwd in twee bouwlagen met een zadeldak. Dit tweede gebouw zal gesloopt worden.

(34)

Zorgcentrum De Leyenhof

Het zorgcentrum De Leyenhof is een bestaand bejaardencentrum waarvoor een herontwikkeling is voorzien. Voor dit plan wordt een separate procedure voor een omgevingsvergunning doorlopen.

Plangebied fase 2

Op de kaart bestaande toestand is te zien dat het plangebied fase 2 momenteel grotendeels braak ligt. Het wordt omsloten door de achtertuinen van een aantal woningen aan de Kerkstraat, de achtertuinen van een aantal panden aan de Kastanjelaan, de Kloosterstraat en een stuk open terrein achter de appartementen aan de Bloeymanstraat, die ook binnen het plangebied vallen. Deze

appartementen zullen gesloopt worden.

2.3.3 Beplanting

Bureau Poppe uit Duiven heeft een bomeninventarisatie uitgevoerd. De resultaten zijn weergegeven op de kaart 'inmeting bestaande situatie', d.d. 12 maart 2007, nr.

BP.011.011, zie bijlage 3. Op de kaart is aangegeven welke bomen eventueel behouden moeten blijven.

Binnen het plangebied van fase 2 bevinden zich volgens de inventarisatie geen bomen die behouden dienen te worden.

(35)

Gebied ten zuiden van de Kastanjelaan

Binnen het gebied ten zuiden van de Kastanjelaan staan volgens de

bomeninventarisatie 148 bomen, waarvan er zeker 44 aangemerkt zijn als 'te handhaven'. Daarnaast bestaat de beplanting in dit gebied voornamelijk uit struikgewas en onderbegroeiing. Voorts bestaat een groot deel van het gebied uit grasvelden. Buiten de geïnventariseerde 'te handhaven' bomen is er geen

waardevolle beplanting aanwezig.

Gebied ten noorden van de Kastanjelaan

Het gebied langs de spoorlijn Tilburg - 's-Hertogenbosch is niet meegenomen in de genoemde bomeninventarisatie. Op de kaart Bestaande toestand, zie bijlage 1, zijn de bomen in dit deelgebied indicatief weergegeven. Ook hier geldt dat de beplanting naast de bomen voornamelijk uit struiken en lage begroeiing bestaat, zie onderstaande foto (groen Stationsweg met kerk).

(36)

2.3.4 Technische infrastructuur

Op 26 februari 2010 is een Klic-melding uitgevoerd. Voor de exacte ligging van de kabels en leidingen wordt verwezen naar de leidinggegevens van de diverse leidingbeheerders.

Analyse

Binnen het plangebied fase 2 liggen diverse kabels en leidingen:

 datatransportleidingen (van KPN, Eurofiber, GC PEC, Ziggo);

 gasleidingen (van Enexis, Intergas);

 laag- en middenspanningsleidingen (van Enexis);

 rioolleidingen vrijverval (van de gemeente Haaren);

 waterleidingen (van Brabant Water).

Dit betreffen geen leidingen die een belemmering voor het plan vormen of waarvoor een medebestemming opgenomen dient te worden.

Conclusie

Voor de onderhavige ontwikkelingen vormen de kabels en leidingen geen belemmering.

2.3.5 Bestaande beeldkwaliteiten

Het straatbeeld wordt gekenmerkt door een sterke differentiatie gevormd door de afwisseling van vrijstaande villa’s en boerderijtjes. Opvallende historische

gebouwen binnen de linten zijn de kerken, het voormalige raadhuis en de

voormalige herbergen en cafés. De moderne bedrijven aan de Torenstraat vormen een sterk contrast met de historische bebouwing.

In het onderhavig plangebied staat momenteel een appartementengebouw dat gesloopt zal worden. Overigens is het een braakliggend terrein begroeid met gras dat deels wordt omsloten door achterkanten van percelen en deels door openbare ruimte. Het plangebied fase 2 heeft geen bijzondere beeldkwaliteit, die eventueel behouden zou moeten worden.

2.4 Conclusies gebiedsanalyse

De gebiedsanalyse leidt tot de volgende relevante punten voor onderhavige planontwikkeling fase 2.

1. In het plangebied is een appartementengebouw gesitueerd dat gesloopt zal worden. Het plangebied betreft voor het overgrote deel een stuk braakliggend terrein zonder behoudenswaardige beeldkwaliteiten;

2. Het plangebied wordt ontsloten door twee wegen: de Kloosterstraat en de Bloeymanstraat;

3. Uit de Klic-melding volgt dat er binnen het plangebied fase 2 diverse kabels en leidingen liggen. Geen van deze leidingen vormt echter een belemmering voor de uitvoering van het project.

(37)

Hoofdstuk 3 Plan

Na voorgaande inventarisatie en analyse volgt in dit hoofdstuk de beschrijving van het feitelijke plan. In dit hoofdstuk wordt alleen fase 2 - de brede school, de

sportzaal en de appartementen - beschreven. De andere fasen worden in separate procedures behandeld.

Achtereenvolgens komen aan de orde: functie, ontwerp, ontsluiting en parkeren, en groen en water.

3.1 Functie

Het bouwplan omvat de volgende functies:

 een lagere school;

 een kinderdagverblijf (KDV);

 een peuterspeelzaal (PSZ);

 een buitenschoolse opvang (BSO);

 een Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG);

 een sportzaal;

 een speelplaats;

 tien appartementen.

De nieuwe sportzaal krijgt een multifunctioneel karakter zodat niet alleen de school maar ook sportverenigingen van de ruimte gebruik kunnen maken. De nieuwe sportzaal vervangt de bestaande. Om die reden moet ook eerst de nieuwe sportzaal gerealiseerd zijn, voordat de bestaande gesloopt kan worden. De

huidige gebruikers mogen geen hinder ondervinden van de sloop en nieuwbouw.

(38)

3.2 Ontwerp

schetsontwerp situering brede school

De plattegronden en gevels van het bouwplan zijn weergegeven in bijlage 5 en op bovenstaande afbeelding. Het bouwplan heeft op dit moment de status van

schetsontwerp. De ruimtelijk relevante aspecten, zoals de functies, de

bouwmassa's en de beeldkwaliteit liggen echter vast en zullen niet meer wijzigen.

Het bouwplan is voldoende uitgewerkt om de ruimtelijke procedure te kunnen doorlopen.

Het gebouw bestaat weliswaar uit verschillende bouwmassa's en bevat meerdere functies, maar door de eenheid in vormgeving van de gevels komt het over als een duidelijk geheel en ontstaat een rustig straatbeeld. De bouwhoogte van het

gebouw is ca 12 m en de goothoogte is ca 8 m. De oppervlakte van het totale gebouw is circa 3.500 m².

Op de binnenplaats in het pand wordt een speelplaats aangelegd. Deze wordt geheel omsloten door het gebouw en is dus alleen toegankelijk als de deuren van het pand open zijn. De noordzijde van het pand grenst aan het nieuw te realiseren plein. Op dit plein komt een tweede speelplaats, die wel altijd openbaar

toegankelijk is. De impressies hieronder geven het beeld van het gebouw weer.

(39)

3D-impressie vanuit de zuidkant

beeld van de noordgevel

De beeldkwaliteiten voor de school worden in het beeldkwaliteitplan d.d. 28 juli 2009 (zie bijlage 4) als volgt omschreven:

 herkenbaar en gericht op het plantsoen;

 opgebouwd uit verschillende delen met aparte vormgeving;

 gezamenlijke entree van school, sportzaal en gemeenschapshuis als bebouwingsaccent vormgegeven;

 ingetogen aan buitenzijde, vrolijk en licht aan de binnenzijde.

De beeldkwaliteiten voor de sportzaal worden als volgt omschreven:

 een dakrand met lage kap;

 ingetogen bakstenen gebouw met goede verhoudingen en gevelindeling;

 goede inpassing in omgeving.

In het beeldkwaliteitplan zijn geen bepalingen opgenomen ten aanzien van de hoogten en oppervlakten van de gebouwen.

De welstandscommissie heeft het ontwerp reeds beoordeeld en advies uitgebracht op 14 maart 2012. Het welstandsadvies is als bijlage 6 opgenomen. De

opmerkingen van welstand worden in het definitieve ontwerp verwerkt.

Het ontwerp van de openbare ruimte van de totale centrumplanontwikkeling is bijgevoegd als bijlage 7. Voor voorliggende ruimtelijke onderbouwing zijn de inrichting van het parkeerterrein aan de zuidwestzijde en de speelplaats ten noorden van het pand van belang. (Op de tekening staat aangegeven dat

(40)

gebruiksgrenzen overschreden worden met circa 55 m2. Het in paragraaf 1.3 weergegeven plangebied is leidend. Het bouwplan zal worden verschoven zodat het binnen het plangebied past. Aangezien dit een ondergeschikte wijziging van het bouwplan betreft heeft dit geen ruimtelijk relevante gevolgen).

Aan de zuidwestzijde van het nieuwe gebouw zijn 43 parkeerplaatsen voorzien.

Aan de zuidoostzijde, aan de Bloeymanstraat worden 5 parkeerplaatsen aangelegd. In totaal komen er binnen het plangebied van fase 2 dus 48 parkeerplaatsen.

3.3 Ontsluiting en parkeren

De brede school met sportzaal is op twee manieren ontsloten: via de Bloeymanstraat (en de nieuwe parkeerplaatsen) en via de Kloosterstraat.

De gemeente heeft een verkeerskundige toets voor het totale centrumplan opgesteld. De resultaten zijn beschreven in het rapport: "Verkeerskundige toets centrumplan Helvoirt" d.d. 20 juli 2012. Zie bijlage 8. Het rapport bevat een parkeerbalans en een onderzoek naar de bereikbaarheid van het totale centrumplan.

De parkeerbalans voor het totale centrumplan is in evenwicht. Lokaal kan op bepaalde tijdstippen echter een hoge parkeerdruk ontstaan. Met name rondom de brede school is de vraag groter dan het aanbod. Langs het spoor is voldoende parkeergelegenheid, maar deze voorzieningen liggen weer wat verder van het centrum. Het lokale tekort aan parkeerplaatsen wordt zoveel mogelijk opgelost door de aanleg van een kiss&ride voorziening voor de school, het dubbelgebruik van parkeerplaatsen en het onderling afstemmen van de schooltijden van de onder- en bovenbouw. In het nieuwe woongebied zal zoveel mogelijk op eigen terrein geparkeerd moeten worden. De huidige plannen voldoen aan de

parkeernormen, maar omdat een deel van de parkeerplaatsen langs het spoor ligt en niet dichter bij het centrum, zal er van tijd tot tijd sprake zijn van een hoge parkeerdruk. Dit is niet geheel te voorkomen vanwege de beperkte ruimte in het centrum. In voorliggend centrumplan is een (ruimtelijke) balans gezocht tussen enerzijds een vitaal centrum met gevarieerde voorzieningen en anderzijds voldoende parkeerplaatsen.

Ten aanzien van de bereikbaarheid worden in het rapport diverse aanbevelingen gedaan om een goede bereikbaarheid te garanderen. Hieruit blijkt dat door middel van de juiste inrichting en maatregelen een autoluw en goed bereikbaar centrum gerealiseerd kan worden.

3.4 Groen en water

Het plangebied fase 2 is grotendeels verhard door de bebouwing van de school, de sportzaal en de parkeerplaatsen. Bij de parkeerplaatsen zullen de bestaande bomen waar mogelijk gehandhaafd worden. Onderhavig project biedt binnen het plangebied fase 2 geen ruimte voor oppervlaktewater.

(41)

Hoofdstuk 4 Beleidskader

In dit hoofdstuk wordt kort het relevante vigerende beleid met betrekking tot het totale Centrumplan en in het bijzonder de brede school en sportzaal toegelicht.

Achtereenvolgens komt aan de orde het beleid op:

 nationaal niveau;

 provinciaal niveau;

 gemeentelijk niveau.

4.1 Nationaal niveau

4.1.1 Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte

Op 13 maart 2012 heeft de Minister van Infrastructuur en Milieu de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) vastgesteld. De SVIR geeft een integraal kader voor het ruimtelijk beleid en mobiliteitsbeleid op rijksniveau, en is de 'kapstok' voor bestaand en nieuw rijksbeleid met ruimtelijke consequenties. In de SVIR worden de ambities van het rijk tot 2040 geschetst, alsmede doelen, belangen en opgaven tot 2028. In de SVIR kiest het rijk voor minder nationale belangen en eenvoudige regelgeving.

De reeds ingezette trend om aan de provincies en gemeenten ruimte te laten inzake de ruimtelijke ontwikkelingen wordt versterkt in de SVIR.

De SVIR bevat 13 nationale belangen die door het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening worden beschermd:

1. Het Project Mainportontwikkeling Rotterdam;

2. Militaire terreinen en -objecten;

3. De Wadden;

4. De kust (inclusief primaire kering);

5. De grote rivieren;

6. De Werelderfgoederen;

7. Reserveringen uitbreidingen weg en spoor;

8. Veiligheid vaarwegen;

9. Het netwerk voor elektriciteitsvoorziening;

10. De buitendijkse uitbreidingsruimte in het IJsselmeer;

11. Bescherming van de (overige) primaire waterkeringen;

12. Reservering voor rivierverruiming Maas;

13. De Ecologische Hoofdstructuur (EHS).

Bij de realisatie van plan zijn geen nationale belangen in het geding.

Conclusie

De Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte is niet van toepassing op onderhavig plan.

(42)

4.1.2 Besluit algemene regels ruimtelijke ordening

De in de SVIR opgenomen nationale belangen krijgen een wettelijke grondslag in het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro).

De werking van het Barro is naar plaats beperkt. Onderhavig plangebied ligt niet binnen een gebied waarbinnen het Barro van toepassing is.

Conclusie

Het Barro is niet rechtstreeks van toepassing op het plan.

4.1.3 Natura 2000

Natura 2000 is een samenhangend netwerk van beschermde natuurgebieden op het grondgebied van de lidstaten van de Europese Unie. Natura 2000 omvat alle gebieden die zijn beschermd op grond van de volgende EU-richtlijnen:

 Vogelrichtlijn (1979);

 Habitatrichtlijn (1992).

Beide richtlijnen zijn in Nederland opgenomen in de Natuurbeschermingswet. Het dichtstbijzijnde Natura 2000-gebied (Loonse en Drunense Duinen & Leemkuilen) ligt op ruim 1500 m afstand van het plangebied.

Conclusie

Het plangebied ligt niet binnen de aangewezen Natura 2000-gebieden c.q. in de voor Natura 2000 aangewezen invloedsgebieden.

4.1.4 Overig nationaal beleid

Het overige nationale beleid is niet specifiek van toepassing op onderhavig plan.

4.2 Provinciaal niveau

4.2.1 Structuurvisie Ruimtelijke Ordening

Op 1 januari 2011 is de Structuurvisie Ruimtelijke Ordening in werking getreden.

De structuurvisie bevat de hoofdlijnen van het ruimtelijke beleid van het provinciale bestuur op de ontwikkeling van Noord-Brabant. Onderstaande afbeelding geeft een uitsnede van de plankaart van de structuurvisie weer. Het plangebied is aangeduid.

(43)

uitsnede plankaart Structuurvisie RO

Het plangebied ligt binnen de aanduiding 'kernen in het landelijk gebied'.

Analyse

Het provinciale beleid voor een landelijke kern houdt in:

 een lokale opvangtaak voor wonen, werken en voorzieningen;

 zorgvuldig ruimtegebruik;

 aandacht voor lokale identiteit.

Voorliggend plan betreft een herontwikkeling van het bestaande dorpscentrum ten behoeve van de lokale behoefte. Tevens wordt gestreefd naar een opwaardering van de ruimtelijke kwaliteiten.

Conclusies

Voorliggend plan past binnen de Structuurvisie Ruimtelijke Ordening.

4.2.2 Verordening ruimte Noord-Brabant

Op 1 juni 2012 is de geactualiseerde Verordening ruimte 2012 in werking getreden. Deze Verordening stelt regels aan de inhoud van ruimtelijke plannen voor die aspecten waar provinciale of nationale belangen dat met het oog op een goede ruimtelijke ordening noodzakelijk maken.

Het plan betreft de bouw van een maatschappelijke voorzieningen (school, kinderopvang en sportzaal) en tien appartementen. Dit is een ruimtelijke ontwikkeling binnen het bestaand stedelijk gebied. Derhalve is artikel 3.5 van toepassing.

(44)

Artikel 3.5 Regels voor nieuwbouw van woningen

1. De toelichting bij een bestemmingsplan dat voorziet in nieuwbouw van woningen bevat een verantwoording over de wijze waarop:

a. de afspraken die daaromtrent in het regionaal ruimtelijk overleg bedoeld in artikel 12.4, onder b, zijn gemaakt, worden nagekomen;

b. de beoogde nieuwbouw zich verhoudt tot de afspraken genoemd onder a en tot de beschikbare harde plancapaciteit voor woningbouw.

2. Onder harde plancapaciteit voor woningbouw bedoeld in het eerste lid, onder b, wordt verstaan de capaciteit voor nieuw te bouwen woningen waarover een gemeente beschikt:

a. die wordt uitgedrukt in aantallen woningen, en

b. die is opgenomen in een vastgesteld bestemmingsplan waarbij de bestemming nog niet is verwezenlijkt.

In de Woonvisie 2011-2015 voor de gemeente Haaren zijn voor het dorp Helvoirt op vijf woningbouwlocaties in totaal 300 nieuwe woningen opgenomen, waaronder 180 woningen voor de locatie Den Hoek. Voor het centrumplan Helvoirt zijn in de Woonvisie 2011-2015 in totaal 21 grondgebonden woningen opgenomen. Het bouwplan is sindsdien aangepast op basis van de meest recente

marktontwikkelingen en bevat nu 28 grondgebonden woningen en 10

appartementen. Deze woningaantallen passen nog steeds ruim binnen de kaders van de Woonvisie 2011-2015, aangezien de andere locaties gefaseerd worden uitgevoerd afhankelijk van de feitelijke vraag.

Conclusie

Voorliggend plan past binnen de kaders van de Verordening ruimte.

(45)

4.3 Gemeentelijk niveau

4.3.1 StructuurvisiePlus

Door de gemeente Haaren is op 4 mei 2004 de StructuurvisiePlus vastgesteld.

Onderstaande afbeelding geeft een uitsnede van het duurzaam ruimtelijk structuurbeeld. De ligging van het plangebied is aangegeven.

uitsnede duurzaam ruimtelijk structuurbeeld StructuurvisiePlus

In de StructuurvisiePlus wordt de herontwikkeling van het Centrumplan Helvoirt genoemd als inbreidingslocatie, die prioriteit heeft om in de planperiode tot 2015 tot ontwikkeling te worden gebracht.

Daarnaast wordt benadrukt dat het programma goed moet aansluiten op de woonwensen van de geplande doelgroepen. Zo vinden ouderen het belangrijk om dichtbij voorzieningen te wonen.

Het bieden van een goede en veilige leefomgeving wordt gezien als een belangrijke overheidstaak. Dit komt mede tot uiting in zaken als:

 een overzichtelijke en goed verlichte woonomgeving

 een hoge sociale controle;

 veilige verkeerssituatie;

 bereikbaarheid van voorzieningen.

Conclusie

Het plangebied is in de StructuurvisiePlus als locatie benoemd die met prioriteit ontwikkeld moet worden. De kwaliteit van de woonomgeving bepaalt ook de leefbaarheid van de woonomgeving.

De voorgenomen ontwikkeling past binnen de StructuurvisiePlus.

(46)

4.3.2 Woonvisie 2011-2015

In de Woonvisie 2011-2015 wordt beschreven hoe het gemeentelijke woonbeleid er de komende jaren uit zal zien. De Woonvisie geeft inzicht in de actuele vraag naar en het aanbod van woningen en in de woningbouwplannen die in

ontwikkeling en voorbereiding zijn. Het Centrumplan Helvoirt is in de Woonvisie opgenomen als woningbouwlocatie met 21 woningen. In het totale Centrumplan Helvoirt zijn nu 28 grondgebonden woningen en 10 appartementen opgenomen.

De appartementen vallen binnen onderhavig plangebied.

Conclusie

Voorliggend bouwplan is opgenomen in de Woonvisie 2011-2015. Het aantal geplande woningen is echter groter dan aanvankelijk geraamde, omdat het bouwprogramma later nog verder is aangescherpt.

4.3.3 Dorpsontwikkelingsplan

In 2008 is een dorpsontwikkelingsplan opgesteld, waarin de bewoners hun mening geven over de leefbaarheid van de kern Helvoirt. De leefbaarheid wordt bepaald door de volgende aspecten: sociaal klimaat, het wonen, de voorzieningen, het verkeer, de bereikbaarheid, het werken en de relatie tussen burgers en overheid.

Voor het centrumplan zijn de volgende aandachtspunten relevant:

 het bouwen van woningen voor met name starters en senioren;

 het verbeteren van de verkeersveiligheid;

 het brengen van sfeer in het dorpshart.

Met het realiseren van het centrumplan wordt het aanbod van woningen vergroot en de openbare ruimte in het centrum gerevitaliseerd.

Conclusie

Met het realiseren van het centrumplan worden enkele doelstellingen uit het Dorpsontwikkelingsplan gerealiseerd.

(47)

4.3.4 Groenbeleidsplan 2009

Op 18 juni 2009 heeft de gemeenteraad het Groenbeleidsplan 2009 vastgesteld, dat een visie bevat voor het openbare groen voor de middellange en lange termijn.

In het plan zijn tevens een aantal concrete acties uitgezet. Onderstaande

afbeelding is een uitsnede uit de gewenste groenstructuur met daarin de voor het plangebied relevante acties.

gewenste groenstructuur Groenbeleidsplan

In het Groenbeleidsplan 2009 is tevens een afbeelding "huidige groenstructuur"

opgenomen. Het plangebied is daarop aangemerkt als een waardevolle groene ruimte met beeldbepalende bomen en boomgroepen. Er wordt geadviseerd deze parkachtige omgeving te integreren in de inbreidingsplannen.

4.3.5 Welstandsnota

In juni 2004 is de Welstandsnota Haaren vastgesteld. De welstandsnota bevat de basisvoorwaarden, waaraan bouwaanvragen op welstandsaspecten getoetst zullen worden. Het legt voor een bepaald gebied, bijvoorbeeld een dorpskern, een beoordelingskader vast. Dit is opgesteld vanuit een visie op de toekomst van het gebied en vanuit een beeld van de aanwezige waarden.

(48)

De welstandsnota is vooral bedoeld voor kleinschalige ontwikkelingen zoals de bouw van een of meer huizen. Bij grootschalige ontwikkelingen (zoals het Centrumplan Helvoirt) wordt vaak een beeldkwaliteitplan opgesteld om de ruimtelijke kwaliteit te waarborgen. Er kan voor gekozen worden dit beeldkwaliteitplan vervolgens aan de welstandsnota toe te voegen. In de Welstandsnota 2004 wordt de relatie met het beeldkwaliteitplan als volgt beschreven:

"De welstandsnota richt zich primair op de min of meer reguliere en/of incidentele bouwopgave in bestaande stedelijke gebieden en het buitengebied. Voor

gebieden met een planmatige functieverandering, zoals nieuwe woon- en werkgebieden en herontwikkelingsgebieden (stads- en dorpscentra, wijkontwikkelingsgebieden) kan voor de sturing van welstand ook een beeldkwaliteitplan worden opgesteld.

Deze beeldkwaliteitplannen kennen in de meeste gevallen niet alleen criteria van welstand waaraan bouwwerken dienen te voldoen, maar gaan bijvoorbeeld ook in op de vormgeving van het openbare gebied."

Voor de ontwikkeling van het Centrumplan Helvoirt is er dan ook voor gekozen om een separaat beeldkwaliteitplan op te stellen waarin de gewenste kwaliteiten van de bebouwing en de openbare ruimte worden vastgelegd.

De welstandscommissie heeft het bouwplan beoordeeld , zie paragraaf 3.2.

Conclusie

Gezien de omvang van de ontwikkeling is ervoor gekozen om een separaat beeldkwaliteitplan op te stellen dat vervolgens aan de welstandsnota kan worden toegevoegd.

4.4 Conclusies beleidskader

Concreet houdt het beleidskader de volgende randvoorwaarden in voor de ontwikkeling van het plangebied:

 Het plan is in overeenstemming met de nationale en provinciale beleidskaders.

 De ontwikkeling van het Centrumplan Helvoirt heeft volgens de StructuurvisiePlus prioriteit.

 Het plan is in overeenstemming met de Woonvisie 2011-2015.

 Het plan is in overeenstemming met de wensen uit het Dorpsontwikkelingsplan.

 Uit het Groenbeleidsplan volgt dat een deel van het plangebied is aangemerkt als waardevolle groene ruimte met beeldbepalende bomen. Hiervoor zullen maatregelen worden getroffen om deze zoveel mogelijk te behouden.

(49)

Hoofdstuk 5 Uitvoeringsaspecten

In dit hoofdstuk worden de uitvoeringsaspecten beschreven. Achtereenvolgens komen aan de orde milieu, waarden en water.

Voor een aantal uitvoeringsaspecten zijn onderzoeken uitgevoerd door gespecialiseerde bureaus. Deze onderzoeken zijn uitgevoerd voor het totale Centrumplan Helvoirt. De resultaten zijn gepresenteerd per fase.

Gedurende het traject zijn de fasegrenzen gewijzigd. Een deel van het gebied van fase 3 is bij fase 2 getrokken. Onderstaande afbeelding verduidelijkt dat.

Deelgebied A is de oude fase 2. Deelgebied B is het deel van fase 3 dat nu bij fase 2 is gevoegd. Tevens is ca 120 m² van de locatie 't Gastenbosch in fase 2 opgenomen. Aangezien dit slechts een ondergeschikte wijziging van het plangebied betreft heeft dit geen gevolgen voor de verschillende

uitvoeringsaspecten. De onderzoeksrapporten zijn derhalve niet aangepast. Maar voor een aantal milieuaspecten zijn nu twee onderzoeksrapporten van toepassing.

gebieden onderzoeksrapporten

(50)

5.1 Milieu

5.1.1 Bodemkwaliteit

5.1.1.1 Inleiding

Uitgangspunt is dat de bodemkwaliteit geen onaanvaardbaar risico oplevert voor de gebruikers van de bodem. Bij een ruimtelijke ontwikkeling moet worden beoordeeld of de bodemkwaliteit past bij deze nieuwe functie.

5.1.1.2 Analyse

Amitec een verkennend bodemonderzoek (NEN5740) uitgevoerd. Het plangebied is onderverdeeld in twee onderzoeksgebieden en de bevindingen zijn dan ook weergegeven in twee rapporten.

De resultaten van onderzoeksgebied A zijn weergegeven in het rapport

"Verkennend bodemonderzoek, Centrum Helvoirt" (25 maart 2010, 10.702-NEN.01).

De resultaten van onderzoeksgebied B zijn weergegeven in het rapport

"Verkennend bodemonderzoek, Centrum Helvoirt" (16 maart 2010,

10.702-NEN.02). Beide onderzoeksrapporten zijn opgenomen als bijlage 9.

De conclusies en aanbevelingen van de onderzoeken zijn hieronder weergegeven.

Conclusie gebied A

"In het grondwater is een streefwaardeoverschrijding voor de parameters barium en zink aangetroffen. De in het grondwater aangetroffen zware metalen komen in Noord-Brabant van nature voor in verhoogde concentraties."

Conclusie gebied B

"In de bovengrond zijn achtergrondwaarde overschrijdingen voor de parameters cadmium, koper, kwik, nikkel, zink en PAK aangetroffen. In de ondergrond ter hoogte van de Stationsweg is een achtergrondwaarde overschrijding voor de parameter PAK aangetroffen. In het grondwater is een streefwaardeoverschrijding voor de parameters barium, nikkel en zink aangetroffen. De in het grondwater aangetroffen zware metalen komen in Noord-Brabant van nature voor in verhoogde concentraties."

De genoemde overschrijdingen zijn aangetroffen in het gebied ter hoogte van de Stationsweg. Ter plaatse van onderzoeksgebied B zijn geen overschrijdingen waargenomen.

5.1.1.3 Conclusie

De bodemkundige situatie vormt geen planologische belemmering voor het plan.

(51)

5.1.2 Milieuzonering

In het kader van de Wet milieubeheer moet worden getoetst of:

1. de voorgenomen ontwikkelingen van invloed zijn op bestaande, omliggende milieugevoelige objecten (woningen) buiten het plangebied en op geplande, omliggende milieugevoelige objecten (woningen, school, zorgcentrum) binnen het plangebied;

2. bestaande milieubelastende inrichtingen (bedrijven) van invloed zijn op de voorgenomen ontwikkeling c.q. of de voorgenomen ontwikkeling een belemmering vormt op de bedrijfsvoering van omliggende inrichtingen.

Omgevingstypering

Basis voor de bovengenoemde toetsing vormt de handreiking “Bedrijven en milieuzonering” (VNG, Den Haag, 2009), waarin richtafstanden zijn opgenomen voor diverse bedrijfstypen.

In het centrum is sprake van een menging van functies. Tevens is de Kastanjelaan aan te merken als een ontsluitingsweg voor de kern Helvoirt. Op basis hiervan is het plangebied aan te merken als een 'gemengd gebied' en kunnen de

richtafstanden met één afstandsstap verkleind worden. Een richtafstand van 100 m wordt dus 50 m en een richtafstand van 50 m wordt 30 m, enzovoorts.

Voor de uitstraling van milieubelastende activiteiten, zowel binnen als buiten het plangebied, wordt dus uitgegaan van de omgevingstypering 'gemengd gebied'.

Invloed van het plan naar de omgeving

Onderhavige ontwikkeling omvat de bouw van een brede school, een sportzaal en appartementen. Ten zuidwesten van het schoolgebouw zijn parkeerplaatsen gepland. Het plan bevat tevens twee speelplaatsen: een op het plein ten noorden van de school en een op de binnenplaats in het pand.

De speelplaats aan de noordzijde van de school wordt pas gerealiseerd na vaststelling van het bestemmingsplan in fase 3. Functioneel hoort de speelplaats echter bij de school. Daarom is ervoor gekozen om de geluidsbelasting ten gevolge van de speelplaats bij de beoordeling van de school te betrekken.

De speelplaats op de binnenplaats wordt verder niet in beschouwing genomen, omdat deze aan alle kanten wordt afgeschermd door het gebouw. De overlast van het schoolplein bestaat uit stemgeluid. De muren van het pand zijn minimaal 6 meter hoog en vormen een geluidscherm, waardoor er geen geluidsoverlast zal optreden richting de woningen ten zuiden van het gebouw.

Volgens de tabel in bijlage 1 van de VNG-handreiking hebben zowel een school voor basisonderwijs als een sportzaal een gereduceerde richtafstand van 10 m voor het aspect geluid.

Op onderstaande afbeelding is de richtafstand (groen gestreepte lijn) getekend van de ontwikkelingen van fase 2 tot milieugevoelige objecten in de omgeving van het plangebied.

(52)

milieuzonering van binnen naar buiten

(53)

Analyse

Binnen de richtafstand van de Brede School liggen een of twee van de nieuw te realiseren woningen (ter plaatse van het huidige gemeenschapshuis

Gastenbosch). Deze nieuw te bouwen woningen maken geen onderdeel uit van voorliggende procedure, maar worden planologisch mogelijk gemaakt in het nog op te stellen bestemmingsplan voor het hele centrumgebied. In dat traject zal aanvullend akoestisch onderzoek voor deze woningen nodig zijn.

Binnen de zone van 10 m vallen de bestaande woningen aan de Kerkstraat en Bloeymanstraat, alsmede het appartementenblok aan de Bloeymanstraat. Een akoestisch onderzoek is derhalve noodzakelijk.

De geluidproducerende activiteiten op het schoolterrein vinden plaats op de parkeerplaatsen en de speelplaatsen. Vanuit het gebouw zelf is de te verwachten geluidsemissie minimaal. Op of rond het gebouw worden geen installaties

aangebracht die geluidhinder veroorzaken. Cauberg-Huygen heeft voor de parkeerplaatsen en voor de speelplaatsen separate onderzoeken uitgevoerd.

Parkeerplaatsen

De resultaten van het onderzoek inzake de parkeerplaatsen zijn gerapporteerd in het "Akoestisch onderzoek bouwplan Hart van Helvoirt, Industrielawaai fase 2", d.d. 5 december 2012, 20092534-27, zie bijlage 12.

De geluidbelasting ten gevolge van de parkeerplaatsen is lager dan de

grenswaarde van het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau. In het kader van een goede ruimtelijke ordening zijn tevens de maximale geluidniveaus inzichtelijk gemaakt. Voor de maximale geluidniveaus gelden geen normwaarden waar aan getoetst moet worden.

De piekbelastingen ter plaatse van de bestaande woningen aan de Kerkstraat, de nieuwe school en de nieuwe appartementen worden gereduceerd door het treffen van de volgende maatregelen.

 Ter plaatse van de (achter)erfscheiding van de woningen aan de Kerkstraat wordt een scherm van 2,5 meter hoogte geplaatst. De piekbelasting ter plaatste van de woningen wordt hiermee gereduceerd tot 70 db(A).

 Op een aantal gevels van het schoolgebouw en de appartementen wordt geluidwering aangebracht waardoor een acceptabel binnenniveau wordt gerealiseerd.

Daarnaast kan gesteld worden dat de bouw van de Brede School onderdeel is van de centrumplanontwikkeling. Deze centrumplan ontwikkeling zorgt voor het vitaal houden van het dorp en is dus maatschappelijk van belang. In de hele

centrumplanontwikkeling liggen veel parkeerplaatsen al buiten het centrum. Het is echter niet mogelijk om alle parkeervoorzieningen uit het centrum te weren.

Daarbij is in het dorpscentrum sprake van een mix van functies, die voor meer levendigheid (en dus geluidsbelasting) zorgen dan een rustige woonwijk. Vanwege het maatschappelijk belang van deze ontwikkeling worden de berekende

geluidsbelastingen acceptabel geacht.

Hiermee is aangetoond dat een voldoende goed woon- en leefklimaat ter plaatse van de bestaande woningen, het schoolgebouw en de appartementen

gerealiseerd kan worden.

(54)

Speelplaatsen

De resultaten van het onderzoek inzake de speelplaatsen zijn gerapporteerd in het

"Akoestisch onderzoek bouwplan Hart van Helvoirt, Industrielawaai fase 3", d.d.

10 december 2012, 20092534-29, zie bijlage 13.

Het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau wordt dus op geen enkele plek overschreden.

Het maximale geluidniveau wordt op één gevel van het appartementencomplex en op twee gevels van het zorgcentrum overschreden. Door extra geluidwering van deze gevels kan een acceptabel binnenniveau worden gerealiseerd. Daarnaast is het een kwestie van ruimtelijke en maatschappelijke afweging in hoeverre pieken in de geluidsemissie ten gevolge van spelende kinderen acceptabel zijn. Het betreft hier een dorpscentrum met diverse functies die een bepaalde mate van activiteit en levendigheid met zich meebrengen. Dat heeft een positief effect op de leefbaarheid van de omgeving. In dit geval weegt de 'geluidsoverlast' van de spelende kinderen op tegen de kwaliteitsverbetering van het totale centrumplan.

Er staat nu ook al een school met speelplaats in het dorpscentrum.

Samenvattend wordt gesteld dat sprake is van een goede ruimtelijke ordening, omdat:

 het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau overal voldoet;

 het maximale geluidniveau slechts op enkele gevels wordt overschreden en deze overschrijding enkel in de dagperiode plaatsvindt;

 bij een standaard gevelisolatie wordt het toegestande geluidniveau in de woning niet overschreden bij deze piekbelasting;

 er nu ook een school met speelplaatsen staat en een school met

speelplaatsen is, dus in die verandert de (geluids)situatie niet wezenlijk.

Daarbij is een school met speelplaatsen een passende functie voor een dorpscentrum.

Invloed van de omgeving op het plan

Op onderstaande afbeelding zijn de richtafstanden (onderbroken lijnen) van de bedrijven in de omgeving weergegeven. In de omgeving bevinden zich de volgende bedrijven.

Torenstraat 8

Aan de Torenstraat 8 ligt een Timmerbedrijf. Dit bedrijf heeft een richtafstand van 50 meter. In gemengd gebied mag deze afstand worden gereduceerd tot 30 meter. De ontwikkeling van de Brede School ligt buiten deze richtafstand. Op basis hiervan wordt geconcludeerd dat ter plaatse van het plangebied sprake is van een goed woon- en leefklimaat en dat de inrichting niet wordt belemmerd door het plan.

Opgemerkt wordt dat bij het opstellen van het bestemmingsplan voor het totale centrumplan deze situatie nader onderzoek vereist. Aangezien binnen de richtafstand woningen zijn geprojecteerd. Deze nieuwe woningen maken echter geen onderdeel uit van voorliggende ruimtelijke onderbouwing, en worden derhalve niet beoordeeld.

(55)

Kastanjelaan 17

Het gemeenschapshuis Gastenbosch ligt aan de Kastanjelaan 17. Een buurthuis heeft een richtafstand van 30 meter. In gemengd gebied mag deze afstand worden gereduceerd tot 10 meter. Deze 10 meter ligt weliswaar over het plangebied heen, maar binnen het plangebied bevinden zich hier geen

milieugevoelige objecten. Binnen deze contour vallen immers de sportzaal en enkele bergingsruimten. Dit zijn geen gevoelige ruimten. Daarbij is het zo dat het gemeenschapshuis in de nabije toekomst wordt gesloopt en op deze plaats worden woningen gerealiseerd. Woningen hebben geen negatieve

milieu-uitstraling richting de Brede School. Op de afbeeldingen is al de nieuwe situatie met de woningen geprojecteerd.

Kastanjelaan 25

Op de Kastanjelaan 25 is Slagerij Timmermans gevestigd. Een slagerij heeft een richtafstand van 10 meter. In een gemengd gebied mag deze afstand worden teruggebracht naar 0 meter. Het plangebied ligt dus buiten de richtafstand van deze inrichting. Op basis hiervan wordt geconcludeerd dat ter plaatse van het plangebied sprake is van een goed woon- en leefklimaat en dat de inrichting niet wordt belemmerd door het plan.

(56)

milieuzonering van buiten naar binnen

(57)

Conclusie

De voorgenomen nieuwbouw ondervindt enerzijds geen hinder van de activiteiten in de omgeving en anderzijds is het geen beperking voor de omliggende

inrichtingen, aangezien op kleinere afstand van deze inrichtingen reeds bestaande gevoelige objecten liggen.

5.1.3 Externe veiligheid

5.1.3.1 Inleiding

Externe veiligheid heeft betrekking op locaties waar een ongeval met gevaarlijke stoffen kan plaatsvinden, waardoor personen die geen directe relatie hebben tot de risicovolle activiteit gevaar lopen om het leven te komen. Bij een ruimtelijke ontwikkeling moet worden aangetoond dat geen nieuwe kwetsbare objecten binnen de plaatsgebonden risicocontour van 10-6 per jaar worden gerealiseerd en moet een eventuele toename van het groepsrisico verantwoord worden.

5.1.3.2 Analyse

Cauberg-Huygen heeft een quickscan externe veiligheid uitgevoerd. De resultaten van dit onderzoek zijn vastgelegd in de notitie 'Quickscan externe veiligheid, centrumplan Helvoirt, Fase II', 20092534-12, d.d. 1 april 2010. Dit rapport is bijgevoegd als bijlage 10.

In het rapport wordt de inrichting Esso Vermeer met een LPG installatie gelegen aan de Rijksweg 15 genoemd als risicovolle inrichting in de omgeving van het plangebied. Het rapport is gemaakt in 2010. Inmiddels is deze inrichting niet meer actief. Het rapport is hier verder niet op aangepast aangezien de inrichting, toen deze nog in bedrijf was, al geen belemmering voor het plan vormde en het risico is afgenomen.

De conclusies van dit onderzoek staan hieronder geciteerd:

"In de omgeving van het plangebied zijn geen bedrijven, hoogspanningsmasten, vaar- en wegtransportroutes voor gevaarlijke stoffen, dan wel buisleidingen voor gevaarlijke stoffen, aanwezig welke in het kader van externe veiligheid

beperkingen kunnen leggen aan de voorgenomen ontwikkeling in het plangebied.

Uit uitgevoerde berekeningen naar externe veiligheidsrisico’s van een negental ruimtelijke ontwikkelingen nabij de spoorlijn Tilburg – ’s-Hertogenbosch,

waaronder de realisatie van de sportzaal binnen fase 2 van Centrumplan Helvoirt, blijkt dat het plangebied van fase 2 niet is gelegen binnen de PR 10-6 contour van de spoorlijn. Voorts blijkt dat als gevolg van de beschouwde toename van de personendichtheid, als gevolg van de negen ontwikkelingen, weliswaar sprake is van een toename van het groepsrisico doch geen sprake zal zijn van

overschrijding van de oriëntatiewaarde van het groepsrisico.

Geadviseerd wordt om ten behoeve van de te doorlopen ruimtelijke ordeningsprocedure voor fase 2 gebruik te maken van het genoemde onderzoeksrapport (Onderzoek Externe Veiligheid Spoorzone Helvoirt, Agel Adviseurs, 20090603/definitief 01, 11 maart 2010), en deze te gebruiken ten behoeve van de verantwoording van de genoemde ontwikkeling."

(58)

In het genoemde rapport "Onderzoek Externe Veiligheid Spoorzone Helvoirt" van Agel wordt gerekend met een toename van 13 woningen voor het Centrumplan.

Voorliggend bouwplan betreft een toename van 10 appartementen. De bouw van deze appartementen was niet voorzien in het onderzoek externe veiligheid. Het centrumplan wordt gefaseerd uitgevoerd. De 10 appartementen worden eerder gerealiseerd dan de woningen. In 10 appartementen wonen minder personen dan in 13 woningen. Het onderzoek externe veiligheid kan dus gebruikt worden om de externe veiligheid van voorliggend bouwplan te beoordelen.

Om de bouw van de nieuwe woningen planologisch mogelijk te maken wordt een bestemmingsplan opgesteld. In dit bestemmingsplan wordt de hele

centrumplanontwikkeling opgenomen, dus ook voorliggend bouwplan. In het kader van het bestemmingsplan voor het totale centrumplan zal een nieuw onderzoek externe veiligheid uitgevoerd moeten worden, indien het aantal personen groter is dan in het huidige onderzoek is voorzien. (In de huidige planvorming is dat het geval).

Het aantal personen in de school en de sportzaal en de afstand tot de spoorlijn blijven gelijk. De conclusies van het rapport blijven dus van toepassing op dit bouwplan. Er wordt geadviseerd om bij de uitwerking aandacht te besteden aan de zelfredzaamheid van de personen en bestrijdbaarheid van de ramp.

Zelfredzaamheid

Er wordt geadviseerd om minimaal twee vluchtmogelijkheden weg van de

risicobron te hebben. Uit de plattegronden blijkt dat het gebouw vijf uitgangen op de begane grond heeft, waarvan een in zuidelijke en een in westelijke richting (dus weg van de spoorweg). In het pand zullen goede nood- en vluchtplannen

aanwezig zijn. En ten aanzien van de verschillende ongevalscenario's (toxisch, overdruk en warmtestraling) zal het gebouw aan alle benodigde eisen voldoen.

Bestrijdbaarheid

In de omgeving van het plangebied liggen twee brandweerkazernes: Haaren en Helvoirt. De opkomsttijd vanaf deze kazernes is respectievelijk 6 en 2 minuten.

Het pand is vanaf twee straten bereikbaar: de Kloosterstraat en de Bloeymanstraat.

De benodigde blusvoorzieningen zullen in de nieuw aan te leggen openbare ruimte worden gerealiseerd in overleg met de brandweer.

5.1.3.3 Conclusie

De enige risicobron in de nabijheid van het plangebied is de spoorlijn Tilburg - 's-Hertogenbosch waarover transport met gevaarlijke stoffen plaatsvindt. De nieuwe ontwikkeling ligt ruim buiten de contour van het plaatsgebonden risico. Het groepsrisico neemt beperkt toe. In het plan is voldoende aandacht besteed aan de zelfredzaamheid en bestrijdbaarheid, zodat het groepsrisico geen belemmering vormt voor de voorgenomen ontwikkeling. Het aspect externe veiligheid vormt geen belemmering voor het plan.

Ten behoeve van het bestemmingsplan voor de totale centrumplanontwikkeling zal naar verwachting een nieuw onderzoek externe veiligheid uitgevoerd moeten worden, aangezien het aantal personen groter zal zijn dan in een eerder stadium was voorzien.

(59)

5.1.4 Geurhinder veehouderijen

5.1.4.1 Inleiding

Bij ruimtelijke ontwikkelingen nabij agrarische bedrijven is het aspect geurhinder van belang. Er moet worden aangetoond dat het plan geen belemmering vormt voor agrarische bedrijven en dat sprake is van een goed woon- en leefklimaat ter plaatse van het plan.

5.1.4.2 Analyse

In de nabijheid van het plangebied bevinden zich geen veehouderijen. Een toetsing aan de Wet geurhinder en veehouderij is niet vereist.

5.1.4.3 Conclusie

Het aspect geurhinder veehouderijen vormt geen belemmering voor het plan.

5.1.5 Luchtkwaliteit

5.1.5.1 Inleiding

Het aspect luchtkwaliteit heeft betrekking op ruimtelijke ontwikkelingen die

bijdragen aan de luchtverontreiniging en op ruimtelijke ontwikkelingen die gevoelig zijn voor verontreinigde lucht.

Om mensen tegen de gevolgen van luchtverontreiniging op de gezondheid te beschermen zijn in de Wet milieubeheer normen opgenomen voor bepaalde stoffen. In de praktijk blijken vooral hoeveelheden fijnstof (PM10) en stikstofdioxide (NO2) een rol spelen.

Daarnaast is het in het kader van een goede ruimtelijke ordening van belang aan te tonen dat sprake is van een goed woon- en leefklimaat.

5.1.5.2 Analyse

De (negatieve) effecten van onderhavig plan op de luchtkwaliteit zijn onderzocht door Cauberg-Huygen.

De resultaten van onderzoeksgebied A zijn beschreven in rapport "Onderzoek luchtkwaliteit, Fase 2, centrumplan Helvoirt, d.d. 31 maart 2010, 20092534-10.

De resultaten van onderzoeksgebied B zijn beschreven in rapport "Onderzoek luchtkwaliteit, Fase 3, centrumplan Helvoirt, d.d. 8 februari 2010, 20092534-05.

Beide rapporten zijn bijgevoegd als bijlage 11.

De twee onderzoeken leiden tot dezelfde conclusie die hieronder is geciteerd:

"In het luchtkwaliteitonderzoek zijn de concentraties NO2 en PM10 berekend op basis van verkeerprognosecijfers voor de Helvoirtsestraat, als hoogst belaste weg in de directe omgeving van het plangebied van fase 2, en een aanname omtrent een maximaal verkeerseffect ten gevolge van de planontwikkeling centrumplan Helvoirt fase 1 t/m 4.

(60)

De berekeningen zijn uitgevoerd overeenkomstig de bepalingen uit de Ministeriële Regeling ‘Beoordeling luchtkwaliteit 2007’ met het rekenprogramma CAR II, versie 8.1.

Uit de berekeningen volgt dat in en in de directe omgeving van het plangebied van fase 2, de beschouwde verkeersaantrekkende werking van het gehele

centrumplan Helvoirt, inclusief fase 2, niet zal leiden tot een overschrijding van de grenswaarden voor PM10 en NO2 zoals opgenomen in bijlage II van de Wet milieubeheer.

Op grond van bovenstaande bevindingen vormt de luchtkwaliteit geen belemmering voor de realisatie van de beoogde planontwikkeling (fase 2)."

Het plan heeft dus geen negatieve gevolgen voor de luchtkwaliteit.

In het kader van een goede ruimtelijke ordening is met behulp van de

NSL-monitoringstool beoordeeld of in het plangebied sprake is van een goed woon- en leefklimaat. Uit deze tool volgt dat de concentraties PM10 en NO2 in zowel 2011 als 2020 onder de 35 µg/m3 liggen. De voor het plangebied relevante rekenpunten liggen op de Lindelaan, de Kastanjelaan, de Torenstraat en de N65.

Er is dus sprake van een goed woon- en leefklimaat ter plaatse van het plangebied.

5.1.5.3 Conclusie

Het aspect luchtkwaliteit vormt geen planologische belemmering voor het plan.

5.1.6 Verkeerslawaai

5.1.6.1 Inleiding

Ruimtelijke ontwikkelingen moeten voldoen aan de regelgeving inzake geluidhinder. In de Wet geluidhinder (Wgh) wordt onderscheid gemaakt in

verkeerslawaai en industrielawaai (ten gevolge van grote industrieterreinen). In de Wgh zijn normen voor maximaal toelaatbare geluidsbelasting op de (gevels van) geluidgevoelige objecten vastgelegd.

5.1.6.2 Analyse

Een school is een geluidgevoelig object volgens de Wet geluidhinder (Wgh). Ten noorden van de geplande brede school ligt de spoorlijn Tilburg -

's-Hertogenbosch. De geluidszone voor dit traject bedraagt 300 m aan

weerszijden van de spoorweg. De geplande nieuwbouw ligt op een afstand van ca 180 m van de spoorweg. Een akoestisch onderzoek is derhalve noodzakelijk.

Rondom het plangebied liggen tevens enkele wegen. Deze kennen allemaal een 30 km/u-regime. De geluidsemissie hoeft daarom officieel niet beoordeeld te worden, maar in het kader van een goede ruimtelijke ordening is dit wel wenselijk.

Cauberg-Huygen heeft een akoestisch onderzoek uitgevoerd en de resultaten beschreven in het rapport "Akoestisch onderzoek bouwplan Hart van Helvoirt, weg- en railverkeer", d.d. 26 oktober 2012, 20092534-24, zie bijlage 14.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

- de Verordening tot 3 e wijziging van de gewijzigde Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Velsen 2009 vast te stellen. De wijziging van de Brandbeveiligingsverordening

- elsen telt over wind- ven met inwoners van Velsen op het gebied van lokale duurzame energie. Er nog steeds veel vra- gen over zonnenpanelen en de inkoopacties die Energiek

a Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels: de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 5 m bedragen. 5.3

Door de stuurgroep Brede School West is gekozen voor het schets- ontwerp van architectenbureau Frencken Scholl uit Maastricht. Het college van burgemeester en wethouders heeft

benieuwd naar wat het ABC-concept oplevert voor kinderen, ouders en professionals. Het onderzoek zoals we dat in voorliggende publicatie weergeven heeft dan ook een

nr huisnr type afw.toets refl kenmerk rhart groep sh wnh dag avond nacht Lden Lden(*) Letm Letm(*). (*)

Door het aanvragen van een groepsarrangement rekenen krijgt de school hulp van een externe rekenspecialist om zowel leerlingen als een leerkracht binnen het team te helpen en

 Bibliotheken, centra voor kunst en cultuur, muziekscholen en musea zijn de actiefste partners in het culturele netwerk rond brede scholen...  Hoewel de culturele instellingen