• No results found

Ontwerpschets. Vakgeïntegreerd onderwijskundig ontwerp

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Ontwerpschets. Vakgeïntegreerd onderwijskundig ontwerp"

Copied!
20
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Ontwerpschets

Vakgeïntegreerd onderwijskundig ontwerp

Judith Bruins

23-9-2016

(2)

2

I NHOUD

Inleiding ... 3

Ontwerpschets ... 4

Lessenserie ...10

Bijlage ...15

Moodboard thema ...15

(3)

3

I NLEIDING

Nadat ik de behoefte van mijn klas bepaald heb, heb ik samen met mijn collega’s van groep 5 en 6 een onderwerp gekozen. Bij het ontwerpen van de lessen binnen dit thema heb ik rekening gehouden met mijn talenten en mijn ontwikkel punten. Op basis van deze analyse heb ik een ontwerpschets uitgewerkt waarmee ik 5 weken onderwijs kan geven. Iedere week wordt er 4 uur thematisch onderwijs geboden, verdeeld over twee middagen.

Op het vakdomein geschiedenis ligt het accent dit thema. De vakdomeinen taal, rekenen en muziek komen ook aan bod. In de ontwerpschets heb ik goed nagedacht over wat ik wil bereiken op leerkracht en leerling niveau. Dit heb ik gedaan door mijzelf de vraag te stellen: ‘Waarom doe ik wat ik doe?’ (Martin, 2006).

Met deze ontwerpschets probeer ik u een beeld te geven van mijn thematisch ontwerp. Voor de eerste schets heb ik het format van Inholland gebruikt. Om u een goed beeld te geven van mijn ideeën vindt u achterin een soort moodboard.

Met vriendelijke groet,

Judith Bruins 539396

(4)

4

O NTWERPSCHETS

student: Judith Bruins docent: Peter Berg

onderwerp van het ontwerp: Jagers en boeren

school: ABBS Elzenhagen groep: 5a

praktijkbegeleider: Tanja Nieuwenhuizen

Basisvisie

Wat is het motief voor het onderwerp van het ontwerp?

Vanuit welke onderwijs- didactische visie ten aanzien van de integratie van de vakdomeinen is het ontwerp opgezet?

Welk didactisch model wordt ingezet?

Vanaf groep 5 krijgen de leerlingen op basisschool Elzenhagen voor het eerst een tijdvak uit de 10 tijdvakken van de Nederlandse geschiedenis als thema. Om de leerlingen te laten zien hoe het allemaal begon is er gekozen voor het thema ‘jagers en boeren’. Dit wordt thematisch aangeboden. Dit houdt in dat tijdens de themalessen alle vakken binnen het domein wereldoriëntatie en een aantal vakken binnen het domein kunstzinnige oriëntatie aan bod komen. Naast de methodelessen worden ook taal en rekenactiviteiten aangeboden binnen het thematisch ontwerp.

Iedere les start ik met het activeren van de voorkennis van de leerlingen. Dit doe ik door een klassengesprek te houden. Deze manier van werken sluit aan bij het sociaal constructivisme. De leerlingen brengen hun eigen kennis tot stand door communicatie met anderen. Zij bouwen voort op de kennis die zij al hebben. De lesdoelen die ik stel, bespreek ik met de leerlingen. Zo weten de leerlingen wat hun inspanning hen op gaat leveren (Cöp, 2014).

Om zoveel mogelijk uit de leerlingen te halen probeer ik veel vakken met elkaar te integreren. De opdracht is 1 WO vak, 1 KO vak, taal en rekenen. Op het vak geschiedenis ligt het accent dit thema, maar wanneer ik het heb over Drenthe, pak ik de landkaart erbij en pak ik aardrijkskunde mee. Ik kies voor een visiestuk muziek omdat ik hier een uitgesproken visie op heb, maar ik pak dit thema ook de kans om beeldende vorming lessen te geven. Hoe meer vakken ik integreer, hoe meer ik eruit haal.

Tijdens een aantal lessen laat ik leerlingen samenwerken in heterogene groepen zodat zij van elkaar kunnen leren. Een actieve en constructieve vorm van leren (Förrer & Jansen, 2004). In andere lessen kies ik voor coöperatieve werkvormen in homogene groepen, omdat die leerlingen op niveau moeten worden uitgedaagd. Naast het leren op niveau zijn er meer voordelen van coöperatief leren. Zo noemen Ebbens en Ettekoven (2005) een vijftal argumenten voor samenwerkend leren. Doordat de leerlingen in groepen zijn verdeeld, zijn ze verantwoordelijk voor en afhankelijk van elkaar. Dit zorgt voor een actieve houding bij

(5)

5 leerlingen waardoor de stof beter beklijft. Daarnaast wordt de ontwikkeling van de leerlingen zichtbaar voor zowel de leerlingen als de leerkracht, de leerlingen worden verantwoordelijk voor hun eigen leerproces. Ten slotte zorgt coöperatief leren ook voor sociaal en communicatief vaardige mensen.

De lessenserie sluit ik af met een museum bezoek voor de ouders.

Dit bezoek wordt door de leerlingen zelf begeleid, zij zijn gids. Dit bezoek wordt tevens mijn toetsinstrument. Ter evaluatie wordt er een vlog gemaakt door de leerlingen, zodat we er samen op terug kunnen kijken.

Leerdoelen

Wat moet er met de

uitvoering van het ontwerp worden bereikt?

Wat kunnen kinderen na het uitgevoerde ontwerp wat hun nu niet nog niet (voldoende) lukt?

Nederlands

Kerndoel 1 (Tomesen, van Koeven, & (SLO), 2009)

De leerlingen leren informatie te verwerven uit gesproken taal. Zij leren tevens deze informatie gestructureerd weer te geven.

- De leerlingen lezen verhalende en informatieve teksten.

- De leerlingen luisteren naar verhalende en informatieve teksten.

- De leerlingen verwerken de informatie schriftelijk, in de vorm van een muurkrant.

- De leerlingen werken aan mondelinge taalvaardigheid tijdens de presentaties over de hunebedden.

Kerndoel 5 (Tomesen, van Koeven, & (SLO), 2009)

De leerlingen leren aan inhoud en vorm teksten te schrijven met verschillende functies, zoals; informeren, instrueren, overtuigen of plezier verschaffen.

- De leerlingen schrijven korte informatieve teksten voor in het museum.

Wiskunde – meetkunde

Kerndoel 33 (Buijs, Klep, & Noteboom, 2009)

De leerlingen leren meten en leren te rekenen met eenheden en maten, zoals bij tijd en geld.

- De leerlingen leren omgaan met verstrijken van eeuwen en jaren in het eigen leven en de geschiedenis, en gaan hierbij om met tijdsbalken.

- De leerlingen leren rekenen met geld in uiteenlopende contexten.

(6)

6 Wereld oriëntatie - geschiedenis

Kerndoel 51 (Beker, van Graft, Greven, Kemmers, Klein Tank, &

Verheijen, Kerndoel 51; oriëntatie op jezelf en de wereld, 2009) De leerlingen leren gebruik te maken van eenvoudige historische bronnen en ze leren aanduidingen van tijd en tijdsindeling te hanteren.

- De leerlingen maken een tijdsbalk als middel om gebeurtenissen, verschijnselen, ontwikkelingen en personen in de tijd te plaatsen.

- De leerlingen leren dat historische bronnen tegenstrijdig kunnen zijn. Ze beseffen dat elke bron een eigen verhaal vertelt, dat gebonden is aan tijd, plaats en standpunt.

Kerndoel 52 & 53 (Beker, van Graft, Greven, Kemmers, Klein Tank,

& Verheijen, 2009)

De leerlingen leren over kenmerkende aspecten van het volgende tijdvak: jagers en boeren. De vensters van de canon van Nederland dienen als uitgangspunt ter illustratie van de tijdvakken.

De leerlingen leren over de belangrijkste historische personen en gebeurtenissen uit de Nederlandse geschiedenis en kunnen die voorbeeldmatig verbinden met de wereldgeschiedenis.

- De leerlingen weten wat hunebedden zijn, hoe deze zijn ontstaan en waarvoor deze dienden.

- De leerlingen weten hoe jagers en verzamelaars leefden.

- De leerlingen kunnen het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen beschrijven.

Kunstzinnige oriëntatie – muziek

Kerndoel 54 (Jacobse, van der Lei, Loenen, Nieuwmeijer, & Roozen, 2009)

De leerlingen leren muziek te gebruiken, om er gevoelens en ervaringen mee uit te drukken en om ermee te communiceren.

- De leerlingen zingen (eenstemmig) een lied dat aansluit bij het thema.

- De leerlingen zingen een complexe melodie met variaties in toon en tempo.

(7)

7 Leerinhouden

Wat leren kinderen van de uitvoering van het

ontwerp?

Hoe kom je tegemoet aan ontdekkend/onderzoekend en/of ondernemend leren?

Toevoegen begrippen: datum, eeuw, periode, jeugd

- De tijdsbalk als middel om gebeurtenissen, verschijnselen, ontwikkelingen en personen in de tijd te plaatsen;

- Gebeurtenissen, ontwikkelingen en personen uit de geschiedenis;

- Tijdsbalken met verschillende intervallen;

- Jaartallen voor begin en einde van gebeurtenissen, ontwikkelingen en het leven van mensen;

- Jeugdliteratuur over zaken die in het verleden spelen;

- Informatieve teksten over het verleden;

- Stambomen ontwerpen;

- Oude teksten en documenten (grotschildering);

- Motieven van mensen voor handelingen uit het verleden.

Om tegemoet te komen aan onderzoekend en ontdekkend leren stel ik open vragen. Bijvoorbeeld: ‘Hoe werden hunebedden gebouwd?’.

Leerlingen mogen dit weergeven in beeld of tekst. Een aantal sterke leerlingen in groep krijgt de opdracht een tijdsbalk te maken waarop de evolutie van oer tot boer zichtbaar wordt voor de rest van de klas. De uitwerking van deze opdracht wordt door de leerlingen bepaald. Zij krijgen begeleiding door middel van het TASK wiel (zie lesbeschrijving). Het eindproduct van het thema wordt een museum waar alle informatie die de leerlingen hebben geleerd in het thema tentoon wordt gesteld. In het kader van ondernemend leren is het aan de leerlingen hoe zij dit gaan doen.

Leeractiviteiten

Hoe leren en werken de leerlingen gedurende lessen?

Welk gedrag of welke activiteiten laten zij zien?

De leerlingen leren voornamelijk door coöperatief te werken. Er worden coöperatieve werkvormen ingezet om tot veel ideeën te komen, en coöperatieve activiteiten worden ingezet in het kader van talenten ontwikkeling. Een leerling die goed teksten schrijft, vindt het wellicht niet fijn om dit te presenteren voor de klas.

Terwijl een leerling die graag van zich laat horen misschien niet goed is in het schrijven van teksten. Leerlingen zelf laten reflecteren op de samenwerking, dat vind ik belangrijk. Dit zorgt ervoor dat alle leerlingen hun steentje bijdragen, en niemand achterover gaat leunen. Dit proces moet uiteraard door de leerkracht gestuurd worden. Ik stel vragen gericht op de samenwerking. Hoe is dit verlopen, wat was jouw bijdrage. Heb je de samenwerking als prettig ervaren? Wat ging er goed en wat kan er beter? Zo leren de leerlingen reflecteren op hun eigen handelen en leren ze wat zij prettig vinden tijdens het samenwerken. Wat ik bij een ander prettig vind, wil een ander bij mij ook zien.

Leerkrachtrollen

Wat is de rol van de

leerkracht bij de uitvoering

Ik bereid de leersituaties voor, maar laat ruimte over om flexibel met reacties van leerlingen om te gaan. Ik bied hulp waar nodig is, maar niet meer dan dat. Ik maak gebruik van operationele vragen

(8)

8 van het ontwerp?

En die van eventuele anderen (bijvoorbeeld de praktijkbegeleider, ouders, gasten)?

zodat ik kinderen uitdaag zelf iets met het materiaal te gaan doen of antwoord te vinden op (door zichzelf) gestelde vragen. Ik zorg voor open leersituaties. De leerlingen krijgen een korte introductie op de les waarin zij nieuwsgierig gemaakt worden. Vervolgens is er ruimte voor vrije exploratie en onderzoek van het materiaal. De leerlingen communiceren verbaal en op papier over de resultaten en ervaringen van hun onderzoek waarna ik afrond met extra informatie en verwerking. Ik heb één ouder uitgenodigd om een les te geven over het maken van grotschilderingen. Dit omdat zij dit al eerder heeft gedaan op school en dit een groot succes was. Zij komt 27 september een les verzorgen.

Leermiddelen en leerbronnen en

Welke middelen en materialen heb je nodig voor de uitvoering van het ontwerp?

Welke bronnen gebruik je?

De leerlingen maken gebruik van bronnen op het internet.

Daarnaast heb ik bij de openbare bibliotheek van Amsterdam boeken voor hen gehaald die zij mogen gebruiken bij het verwerven van informatie. Dit zijn de volgende titels:

- Prehistorie, van de oerknal tot de eerste boeren - De steentijd, de krant van gisteren

- Grotschilderingen Groeperingsvorm

Hoe groot is de totale groep kinderen?

Wanneer wordt in kleine groepjes gewerkt en wanneer in de grote groep?

In groep 5a zitten 24 leerlingen. Zoals hierboven beschreven maak ik regelmatig gebruik van coöperatief leren. De ene keer zal dit een werkvorm zijn die de leerlingen een placemat laat maken om te brainstormen wat zij al weten van het onderwerp. De andere keer zal dit een samenwerkingsopdracht zijn aan de hand van het TASK wiel zoals ik van plan ben met de ‘plusleerlingen’ in mijn groep.

Presenteren gebeurt altijd in de grote groep. Ik vind het belangrijk dat alle leerlingen alle informatie krijgen die is onderzocht.

Tijd

Wanneer vindt de

uitvoering van het ontwerp plaats?

Hoeveel tijd beslaat de uitvoering en wat betekent dit voor de inroostering en de planning?

De uitvoering van het thematisch onderwijs vindt vooral plaats in de middaguren. Op basisschool Elzenhagen is dit de normale gang van zaken. ’s Ochtends worden vakken als taal, rekenen en spelling aangeboden. Na 12:30 is het tijd voor wereldoriëntatie en kunstzinnige oriëntatie, oftewel thematisch onderwijs. Voor de inroostering en planning betekent dit project dus niets. Mijn ontwerp zal meer dan 4 dagdelen beslaan. Het thema duurt 7 weken. Per week worden 2 middagdelen thematisch onderwijs verzorgd.

Plaats

Waar leren de kinderen gedurende de uitvoering?

Binnen of ook buiten de school? In welke ruimtes?

De taal- en rekenactiviteiten zullen vooral in klassikale situaties plaatsvinden. De ‘plusleerlingen’ die hun eigen opdracht binnen het project krijgen, krijgen hun instructie in de klas en maken de verwerking buiten het lokaal in het open leercentrum. Hier zijn computers voor hen beschikbaar. De lessen die vallen binnen het domein kunstzinnige oriëntatie als beeldende vorming worden in het bevo lokaal gegeven, evenals de techniek lessen waar de

(9)

9 leerlingen met speksteen aan de gang gaan. Voor het eindproduct, het museum, heb ik een lokaal gereserveerd op de bovenste verdieping van de school. Deze zullen de leerlingen t.z.t. inrichten met de stukken die zij hebben ontworpen.

Beoordeling

Hoe wordt getoetst wat de kinderen hebben geleerd?

Schriftelijk, mondeling, via een onderzoeks- opdracht, een presentatie?

Om na te gaan of de leerlingen de gestelde doelen hebben behaald laat ik hen de ouders zelf rondleiden in het museum. Er wordt van de leerlingen verwacht dat zij als gids door het museum lopen en informatie vertellen aan hun gasten. Ook worden er tussentijds resultaten gepresenteerd voor de klas en toegelicht. Ik ga na of alle leerlingen op de juiste weg zijn en bespreek iedere stap.

Urenverantwoording

Hoe verantwoord je de 6 EC die toegekend is aan het vak geïntegreerd

onderwijskundig ontwerp?

6 EC = 196 uur

Literatuur onderzoek – 10 uur Onderzoek stageschool – 5 uur Themavergadering – 5 uur Schrijven visiestukken – 20 uur Bijwonen colleges – 40 uur

Analyse en ontwerpschets – 15 uur

Uitvoering in de klas – 20 uur (4 uur per week) Weebly pagina – 10 uur

Bewerken filmmateriaal – 2 uur Evaluatie – 5 uur

Presentatie – 5 uur Naam begeleidende docent:

Peter Berg

Handtekening voor akkoord van de begeleidende docent:

Plaats: Datum:

29-09-2016, 14:49 Beste Judith,

Ik heb je ontwerp bekeken.

Je werkt de leerdoelen concreet per vak uit, je differentieert (plusgroep met eigen opdracht), je hebt een originele toetsing (gids door het museum), je verwerkt ICT, je geeft de leerlingen veel vrijheid en verwacht een coöperatieve werkhouding. Ook leuk dat je de verhalen als rode draad gebruikt. Er is duidelijk sprake van vakintegratie en het is een duidelijk samenhangend ontwerp. Er zijn genoeg opdrachten die inspirerend zijn voor de leerlingen.

Kortom, ik vind het er goed uitzien.

Het enige is dat je bij het kopje basisvisie weinig zegt over je overkoepelende visie van waaruit je werkt. In de uitwerking kom je terug op coöperatief leren (hoe worden hunebedden gebouwd) en ondernemend leren (museum), maar je geeft aan het begin niet aan welke onderwijsconcepten leidend zijn voor je ontwerp. Dus de vraag: waarom moeten ze dat leren en waarom op deze manier?

(blz. 6 van de studiehandleiding) is bij je overall-visie te summier uitgewerkt.

Voor de rest zit het prima in elkaar.

Groet, Peter

(10)

10

L ESSENSERIE

student: Judith Bruins

docent: Peter Berg

onderwerp van het ontwerp: Jagers en boeren

school: ABBS Elzenhagen

groep: 5a

praktijkbegeleider: Tanja Nieuwenhuizen

Onderwerp Het onderwerp dat ik heb gekozen is ‘Prehistorie’. Naar de leerlingen toe heet het thema ‘Jagers en boeren’, zodat het meer aansluit bij hun

belevingswereld. Deze keuze heb ik niet alleen gemaakt. Dit is in samenspraak gegaan met mijn collega’s uit de groepen 5 en 6. Samen hebben wij dit thema uitgekozen zodat de leerlingen een goed beeld krijgen van het begin van de geschiedenis.

Leerdoelen Kerndoel 51 – aanduiding, indeling en historische bronnen Kerndoel 52 & 53 – 10 tijdvakken

De leerlingen zijn bekend met de levenswijze van jagers en verzamelaars.

Zij kunnen het ontstaan van landbouw beschrijven.

Vakdomeinen Het thema ‘jagers en boeren’ is een geschiedenis thema. Dit vak staat het hele thema centraal. Het is een geïntegreerd ontwerp, dus de vakken taal, rekenen en muziek komen ook regelmatig terug.

Geschiedenis Leerdoelen:

De leerlingen kennen de begrippen datum, eeuw, periode, jeugd.

De leerlingen kunnen een tijdbalk gebruiken als middel om

gebeurtenissen, verschijnselen, ontwikkelingen en personen in de tijd te plaatsen;

De leerlingen kennen gebeurtenissen, ontwikkelingen en personen uit de geschiedenis;

(11)

11 De leerlingen maken kennis met tijdbalken met verschillende intervallen;

De leerlingen weten wat een stamboom is en kunnen deze maken;

De leerlingen lezen oude teksten en documenten (grotschildering);

De leerlingen kennen motieven van mensen voor handelingen uit het verleden.

Taal Leerdoelen

De leerlingen leren informatie verwerven uit gesproken taal en

informatieve teksten. Deze informatie leren zij mondeling of schriftelijk weer te geven;

De leerlingen leren zich uit te drukken bij het uitbrengen van een verslag;

De leerlingen lezen jeugdliteratuur over zaken die in het verleden spelen;

De leerlingen leren informatie te ordenen bij het schrijven van een werkstuk;

De leerlingen verwerven adequate woordenschat en strategieën voor het begrijpen van onbekende woorden.

Rekenen Leerdoelen

De leerlingen leren meten en leren te rekenen met eenheden en maten, zoals bij tijd, geld, lengte, omtrek, oppervlakte, temperatuur, inhoud, gewicht en snelheid;

De leerlingen leren een tijdsindeling te maken.

Muziek Leerdoelen

De leerlingen verwerven enige kennis over en krijgen waardering voor aspecten van cultureel erfgoed;

De leerlingen leren beelden, muziek, taal, spel en bewegen te gebruiken, om er gevoelens en ervaringen mee uit te drukken en om ermee te communiceren.

Week 1 Deze week is het onderwerp: ‘Het ontstaan van de mens’.

De leerlingen kijken de serie oertoer, een serie van het klokhuis. Hierbij worden verschillende kijk- en luistervragen gesteld. Er wordt een beroep gedaan op de luistervaardigheden van de leerlingen. Na afloop worden deze antwoorden besproken en is er ruimte voor discussie, hierbij worden de mondelinge taalvaardigheden geoefend. De leerlingen krijgen een

(12)

12 huiswerk opdracht mee een eigen stamboom te maken. Op deze manier wordt er een link gelegd met de geschiedenis van je eigen familie. Via de eigen belevingswereld leren de leerlingen dat als we maar ver genoeg terug gaan, we aankomen in de tijd van de oermens. Een sterke groep leerlingen krijgt een eigen opdracht, dit omdat differentiatie bij alle vakken mogelijk is. Deze leerlingen krijgen de opdracht een tijdlijn te maken: ‘Van oer tot boer’. Zij maken gebruik van verschillende (digitale) bronnen en selecteren informatie. Vervolgens maken zij de tijdlijn zo dat alle leerlingen de informatie die hierop staat kunnen lezen. De leerlingen leren de begrippen: homo habilis, homo erectus en homo sapiens.

Week 2 Deze week is het onderwerp: ‘De steentijd – bandkeramiekers’

Deze week moet de huiswerk opdracht af zijn. De stambomen worden ingeleverd en besproken met de klas. Iedere leerling krijgt de kans om te vertellen hoe hij/zij te werk is gegaan en wat hij/zij te weten is gekomen.

Ook kijken we naar de jaartallen zodat we uit kunnen rekenen hoe lang de leerlingen terug in de tijd zijn gegaan.

De leerlingen leren deze week ook over de eerste boeren, de bandkeramiekers en over hoe zij leefden. Zij breiden hun woordenschat uit met de begrippen: lössgrond, Midden-Oosten en keramiek. Als verwerkingsopdracht maken de leerlingen een echte bandkeramiek pot voor in het museum. Hierbij maken de leerlingen gebruik van klei. Met prikkers mogen de leerlingen de potten in graveren.

Week 3 Deze week is het onderwerp: ‘Hunebedden en Trechterbekervolk’

De leerlingen leren over het trechterbekervolk, waar deze boeren woonden, over de hunebedbouwers en hoe deze hunebedden gemaakt werden. Door middel van coöperatieve werkvormen laten we de leerlingen nadenken over hoe hunebedden werden gebouwd. De leerlingen presenteren hun ideeën aan de klas. De leerlingen maken, in het kader van ICT een stopmotion of comicbook over de bouw van hunebedden. De leerlingen kijken een klokhuisaflevering over hunebedden en maken hier luister- en kijkvragen bij om de luistervaardigheden te oefenen. De leerlingen leren een lied over hunebedden, omdat muziek helpt bij het memoriseren van informatie.

De leerlingen krijgen deze week ook een beeldende les waarin zij grottekeningen gaan maken. Zij krijgen hiervoor apart papier, melk en poeder. Zij maken gebruik van houtskool

Week 4 Deze week is het onderwerp: ‘Bronstijd – klokbekervolk’

Deze week leren de leerlingen over de bronstijd, wanneer de bronstijd was en waarom deze tijd zo heet. Ook leren de leerlingen over het

klokbekervolk.

(13)

13 De leerlingen leren ook over de eerste boerderijen die ontstonden in de bronstijd. Daarnaast leren de leerlingen over de nieuwe uitvindingen die in deze tijd werden gedaan, zoals het ploegen van het land.

De tweede helft van de week leren de leerlingen over het klokbekervolk en hoe zij vanaf het Iberische schiereiland naar Nederland kwamen.

Om al het geleerde te evalueren gaan de leerlingen zelf een quiz ontwerpen. Dit doen zij door allemaal een vraag naar de leerkracht te sturen. Ik zet deze vervolgens in een quiz. Aan het eind van het thema wordt de quiz door de klas gespeeld.

Week 5 Deze week is het onderwerp: ‘Ons museum’

De potten uit de tijd van de bandkeramiekers, de tijdlijn van oer tot boer, de stambomen, de hunebedden en alle andere producten die de leerlingen hebben gemaakt krijgen een plekje in het museum. Deze week zorgen de leerlingen dat het museum klaar is voor bezoek. In het kader van

ondernemend leren laat ik de leerlingen zo vrij mogelijk bij het inrichten van het museum. Ik stel sturende vragen die leiden tot beschrijvingen bij de kunstwerken, kaartjes etc. Omdat we het museum met 3 andere groepen maken, bestaat de kans dat er veel ouders komen kijken. De leerlingen maken een tijdsindeling en ontwerpen toegangskaartjes voor de ouders met hierop de tijden dat zij verwacht worden.

Buiten de thema lessen om worden iedere dag verhalen binnen het thema voorgelezen. Over deze verhalen wordt gesproken met de leerlingen zodat zij de taal die zij hebben verworven ook gaan gebruiken. De vakken geschiedenis, aardrijkskunde, muziek, taal en rekenen komen aan bod tijdens dit thema. Op http://judithbruins.weebly.com zijn alle lessen aan het eind van het thema terug te vinden.

(14)

14

B RONNEN

Beker, T., van Graft, M., Greven, J., Kemmers, P., Klein Tank, M., & Verheijen, S. (2009). Kerndoel 51; oriëntatie op jezelf en de wereld. Opgehaald van SLO, nationaal expertisecentrum voor leerplanontwikkeling: http://tule.slo.nl/OrientatieOpJezelfEnWereld/C-L51-Toelichting.html Beker, T., van Graft, M., Greven, J., Kemmers, P., Klein Tank, M., & Verheijen, S. (2009). Kerndoel 52 en 53; oriëntatie op jezelf en de wereld. Opgehaald van tule slo:

http://tule.slo.nl/OrientatieOpJezelfEnWereld/F-L51.html

Buijs, K., Klep, J., & Noteboom, A. (2009). Kerndoel 33; meet en meetkunde. Opgehaald van tule slo: http://tule.slo.nl/Inleiding/F-KDToelichting.html

Cöp, J. (2014). De negen schakels van effectief onderwijs. Opgeroepen op 10 2, 2016, van wij- leren: http://wij-leren.nl/effectief-onderwijs.php

Ebbens, S., & Ettekoven, S. (2005). Samenwerkend leren. Groningen/Houten: Wolters-Noordhoff.

Förrer, M., & Jansen, L. K. (2004). Coöperatief leren voor alle leerlingen! Praktische toepassingen voor leerlingen met speciale leerbehoeften. Amersfoort: CPS onderwijsontwikkeling en advies.

Jacobse, A., van der Lei, R., Loenen, S., Nieuwmeijer, C., & Roozen, I. (2009). Kerndoel 54;

kunstzinnige oriëntatie. Opgehaald van tule slo: http://tule.slo.nl/KunstzinnigeOrientatie/F- L54b.html

Martin, F. (2006). Teaching Geography in Primary Education, learning to live in the world.

Cambridge: Chris Kington Publishing.

Theo Beker, M. v. (2009 ). Kerndoel 52 en 53; Toelichting en verantwoording leerlijn. Opgeroepen op september 2016, 23, van SLO, nationaal expertisecentrum voor leerplanontwikkelin:

http://tule.slo.nl/OrientatieOpJezelfEnWereld/C-L52-Toelichting.html

Tomesen, M., van Koeven, E., & (SLO), T. N. (2009). Kerndoel 1; mondelinge taalvaardigheid.

Opgehaald van tule slo: http://tule.slo.nl/Nederlands/F-L01.html

Tomesen, M., van Koeven, E., & (SLO), T. N. (2009). Kerndoel 5; schriftelijke taalvaardigheid.

Opgehaald van tule slo: http://tule.slo.nl/Nederlands/F-L05.html

(15)

15

B IJLAGE

M

OODBOARD THEMA

Op de volgende 5 pagina’s vindt u allerlei beeldmateriaal. Dit is om per week inzichtelijk te maken wat mijn ideeën zijn voor de lessen binnen dit thema. Dit visualiseert wat ik in mijn hoofd heb voor dit thema.

(16)

16 Het ontstaan van de mens

in beeld brengen d.m.v.

een muurkrant Stamboom maken om je

eigen geschiedenis in beeld te brengen.

Techniekles: uit speksteen wapens snijden

Klokhuisfragmenten kijken aan de hand van kijk- en luistervragen

http://www.hetklokhuis.nl/onder werp/oertoer

(17)

17 Klokhuisfragmenten kijken

aan de hand van kijk- en luistervragen

http://www.hetklokhuis.nl/onder werp/oertoer

Beeldende vorming:

bandkeramiek maken

Tijdsbalk maken van de prehistorie tot nu. Overige tijdvakken worden nog leeg gelaten.

(18)

18 Beeldende vorming:

grotschildering maken

Ontstaan van hunebedden, didactische werkvorm zie onderstaand filmpje tijd:

17 min tot 21 minuut 30 http://www.schooltv.nl/vi deo/superbrein-

aflevering-

2/#q=superbrein%20ei%

20fles

Stopmotion maken ‘bouw hunebedden’

Muziekles hunebedden

(19)

19 De leerlingen leren over de

bronstijd

De eerste boerderijen

Quiz in Prowise

(20)

20 Vlog opnemen, rondleiding

door het museum

Museum inrichten met de

verzamelde en gemaakte stukken + beschrijvingen

Tickets met tijdsaanduiding voor de ouders maken

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De inspecties onderzochten op welke wijze het integrale aanbod van zorg en onderwijs, bij trajecten binnen en buiten het onderwijsbestel, bijdraagt aan de ontwikkeling van

Door niet het hele onderzoekend leren project bij de start voor te bereiden, ben je flexibeler en kun je makkelijker aansluiten bij wat er ontstaat in de

Wat goed lijkt te zijn kan echter onder schijnbaar vergelijkbare omstandigheden plotseling falen en niet blijken te werken.. Iets kan ‘goed’ gaan zonder ‘goed’

Wanneer studenten ingedeeld worden in groepen is het makkelijk voor studenten om elkaar feedback te geven.. Ze behoren immers tot een kleine, overzichtelijke groep en weten van wie ze

Daarom gaan jullie een spel bedenken dat we met enkel leerlingen samen kunnen

1 “De burgers kunnen niet meer naar eigen believen gebruikmaken van de omroep voor het voeren van het openbare debat, ook al waren de publieke omroepen daar oorspronkelijk wel

Tijdens de tweede sessie zal er met de hele klas tezamen gesproken worden over welke vaardigheden nodig zijn voor een goed overleg, wat de leerlingen weten

Als korte samenvatting van het argument voor de sievert stellen de normcommissies dat het gebruikelijk is om bij het maken van onderscheid tussen geabsorbeerde