sBHSHHI
Wordt niet uitgeleend
K«n. lus» w e r
TĻJland, en Voffcenkuiwfe
copieRGto loi e» "TOEGESTftBiv]
0093 4347
Î §\» * s ^
*
/
VERZAMELING
verschillende reglemen- ten en keuren van politie be- nevens verschillende andere bepalingen
HOOFDZAKELIJK VOOR DE
MIHAHASSA
TEN DIENSTE VAN
hoofden, ambtenaren en beambten van politie enz.
VERZAMELD DOOR
W. A. WAKKARIJ,
Jnl. klerk bij den Controleur van Menado tevens cAdjuncfdjaksa te Menado.
MENADOSCIIE DRUKKERIJ.
No. 1. ALGEMEEN POLITIESTRAFREGLEMENT voor de Europeanen in Ned.-Indië. Staatsblad 1872 No. 110, zooals het is aangevuld en ge- wijzigd bij Staatsblad 1876 No. 120, 1879 No.
105, 1881 No. 97, 1889 No. 215, 1893 No.
228 en 1894 No. 286.
I N NAAM DES K O N I N G S !
Be Gouverneur-Generaal van Nederlandsch-Indië, den Band ran Nederlandsch-Indië gehoord; allen, die deze zullen
zien en hooren lezen, sahd ! doet te welen:
Dat hij, in aanmerking nemende de noodzakelijkheid der vaststelling van een algemeen politiestrafreglement voor Europeanen, ten aanzien van zoodanige feiten, welke niet vallen binnen de wetgevende bevoegdheid der hoofden van gewestelijk bestuur;
Gebruik makende van de verkregen machtiging des Ro- llings, tot buiten werking stelling voor zooveel noodig van de instruktie voor den hoofdbaljuw van Batavia en den baljuw der ommelanden (Staatsblad 1828 No. 63) en van het politiereglement voor de stad en voorsteden van Soe- rabaija (Staatsblad 1829 No. 8), beiden vastgesteld door den Commissaris-Generaal over Nederlandsch-Indië;
Lettende enz.
Heeft goedgevonden en verstaan:
ART. 1. Het algemeen politiestrafreglement voor de Europeanen in Nederlandsch-Indië wordt vastgesteld zoo- danig als het gevoegd is bij de tegenwoordige ordonnancie.
ART. 2. Dit reglement treedt in werking op 1 Januari 1873.
ART. 3. Dit reglement is, zoolang daaromtrent niet nader zal zijn voorzien, niet toepasselijk op de Inlandsche Christenen.
AßT. 4. Op het tijdstip der invoering van dit reglement worden afgeschaft de straffen, tegen de daarin omschreven feiten bij andere algemeene verordeningen, reglementen en keuren vastgesteld.
Ten aanzien van alle onderwerpen van politierecht, welke niet zijn geregeld bij dit reglement, maar bij andere alge- meene verordeningen, reglementen en keuren, blijven die bepalingen toepasselijk, zoolang zij niet uitdrukkelijk ver- vallen zijn verklaard of door andere vervangen.
En opdat enz.
Gedaan te Batavia, den 15den Junij 1872.
LOUDON.
De Algemeene Secretark, V A N H A R E N C A R S P E L . Uitgegeven den vijfden Julij 1872.
De Algemeene Secretaris,
VAN H A R E N C A R S P E L .
ALGEMEEN POLITIESTRAFREGLEMENT voor de Europeanen in Nederlandsch-Indië.
ART. 1. De politiestraffen zijn:
lo. gevangenis van ten hoogste 8 dagen;
2o. geldboete van ten minste / 1 en ten hoogste / 1 0 0 ; 3o. verbeurdverklaring van zekere aangehouden goederen,
als bijkomende straf.
ART. 2. De duur der gevangenisstraf kan niet korter zijn dan één dag.
AKT. 3. Met geldboete van één tot vijftien gulden wor- den gestraft:
Aangifte van verhuizing.
No. 1. Die verzuimt, ingeval van verhuizing van de eene wijk of kampong naar de andere, daarvan vooraf kennis te geven aan het hoofd der wijk of kampong, welke hij verlaat.
Aangifte van vestiging.
No. 2. Die verzuimt binnen 24 uren na aankomst in de wijk of kampong, alwaar hij zich vestigt, aan het hoofd aldaar van zijne aankomst, met opgave van naam, beroep en herkomst, mededeeling te doen.
Aangifte van opname van personen, in nachtverblijf.
No. 3. Die verzuimt binnen 24 uren aangifte te doen bij den wijkmeester of bij het hoofd zijner wijk of kampong, van personen, niet behoorende tot de wijk of kampong, alwaar hij woont, welke hij bij zich laat overnachten, en zulks met opgave van naam, beroep en plaats van herkomst, zoomede die verzuimt, bij vertrek dezer personen, daarvan op gelijke wijze kennis te geven.
Belemmering van den openbaren weg.
No. 4. Die buiten noodzaak den openbaren weg zonder vergunning van het plaatselijk bestuur belemmert door de plaatsing of nederleggiiig van bouwstoffen, puin, uitstallingen van koopwaren, of op welke andere wijze ook, zoomede die,
ingeval van bekomen vergunning, verzuimt de bestaande beletselen gedurende den nacht door eene doelmatige plaat- sing van licht kenbaar te maken.
De politie is, ongerekend de op de overtreding gestelde straf, bevoegd, ten koste van den overtreder, de belemme- ringen uit den weg te ruimen en de verzuimde verlichting aan te brengen.
Belemmering van de vaart door vaartuigen.
No. 5. Die met vlotten, schuiten, prauwen of andere vaartuigen de vaart in rivieren en kanalen belemmert, hetzij zulks geschiedt ten gevolge van verkeerde leiding of sturing, hetzij ten gevolge van ondoelmatige vastlegging.
Seideku of vuurwerk afsteken.
No. 6. Die, zonder vooraf bekomen verlof van bet plaatselijk bestuur, vuurwerken afsteekt of, buiten het geval van nood of zelfverdediging, vuurwapenen afschiet op of in de onmiddellijke nabijheid van bewoonde huizen of openbare wegen.
Daglooners, pakkendragers, sjouwerHeden, hoehes.
No. 7. Die bij de uitoefening van het bedrijf van daglooner, pakkendrager, boodschapslooper, sjouwerman of koelie zich schuldig maakt aan nalatigheid en verzuim in de teruggave van ten gebruike ontvangen gereedschappen of in de bezorging van ter vervoer aanvaarde goederen.
Werpen van //arde voorwerpen of vuilnis.
No. 8. Die steeneu of andere harde voorwerpen of vuilnis, uit onvoorzichtigheid, op iemand werpt.
7.
Werpen van harde voorwerpen en vuilnis op openbare wegen, in putten en rivieren.
No. 9. Die op en langs den openbaren weg, die vóór, tegen of binnen erven of gebouwen van anderen, zoomede die in putten, rivieren en kanalen, op bewoonde plaatsen en in hare onmiddellijke nabijheid steenen en andere har- de voorwerpen, mest, vuilnis en andere ongezonde of slecht riekende stoffen en zaken werpt.
Lodoopen van vee langs den openbaren weg.
No. 10. Die langs den openbaren weg, zonder behoorlijk geleide, vee, trek-, last- of rijbeesten laat rondloopen; zoo- mede die niet zorg draagt, dat zoodanige dieren niet bin- nendringen binnen afgesloten en bewoonde erven.
De dieren kunnen door de politie op kosten der gerech- tigden worden in bewaring genomen, en indien zij na voorafgaande bekendmaking op zoodanige wijze als plaatse- lijk gebruikelijk is gedurende veertien dagen onopgeëischt gebleven zijn, in bet openbaar worden verkocht. Het bedrag van den verkoopprijs na aftrek der kosten van onderhoud eu verdere ongelden wordt in 's Lands kas gestort, en blijft ge- durende drie jaren ten behoeve der gerechtigden beschikbaar.
Komen en gaan over eens anders grond.
No. 1 1 . Die, zonder vruchtgebruiker of huurder of pach- ter te zijn, of gebruik van eenen grond of recht van door- of overgang te hebben, of zaakwaarnemer of daartoe uit eenigen anderen hoofde gerechtigd te zijn, op eens an- ders grond of een gedeelte van dien gekomen en gegaan is, wanneer hij toegemaakt en bezaaid is.
No. 12. Die, daartoe niet gereebtigd, zijn vee of zijne
trek-, last- of rijbeesten op eens anders grond heeft laten gaan, eer de oogst is weggehaald.
Mishandeling van dieren.
No. 13. Die in het openbaar op ergerlijke wijze zich schuldig maakt aan de mishandeling van paarden, hoorn- vee, honden en ander tam gedierte (1).
I n de gevallen, voorzien bij Nos. 6, 7 en 9, kan, naar omstandigheden, in stede van de straf van geldboete, ge- vangenisstraf van één of twee dagen worden uitgesproken.
ART. 4. Met geldboete van zestien tot vijf-en-twintig gulden worden gestraft:
llulji- en dienstweigering hij nood.
No. 1. Die, daartoe door de wet verplicht, of door het bevoegd gezag uitgenoodigd en zulks vermogende, nalatig of weigerachtig is, hulp, dienst en bijstand te verleenen, in gevalkn van rainpen, ongelukken, oproer, schipbreuk, overstrooming, brand of anderen nood, zoomede in gevallen van rooverijen, plunderingen, betrapping van een misdadi- ger op heeter daad, bij openbare kreet of bij rechterlijke terechtstellingen.
Deze bepaling is met betrekking tot de betrapping van een misdadiger niet toepasselijk op de personen, opgenoemd in artikel 65 van het wetboek van strafrecht voor Europeanen.
Niet opvolging van bevelen der politic.
No. 2. Die bij gelegenheid van feesten, optochten en dergelijken de bevelen en aanwijzingen niet opvolgt, door
(1) Zie Staatsblad 1897 No. 87.
9.
de politie gegeven ter voorkoming van ongelukken en ter vermijding van stremming van het verkeer langs den open- baren weg.
De politie is bevoegd zich, zoo noodig, met geweld te doen gehoorzamen.
Vuurwerken.
No. 3. Die vuurwerken vervaardigt zonder schriftelijke vergunning van het plaatselijk bestuur en buiten de werk- plaatsen, daartoe uitdrukkelijk aangewezen.
Het vervaardigde wordt verbeurd verklaard.
Vervaardiging van buskruit.
No. 4. Die, zonder daartoe vergunning van het bevoegd gezag te hebben bekomen, buskruit vervaardigt.
Het aangemaakte wordt verbeurd verklaard.
Bezit van ontplofbare zelfstandig/leden.
No. 5. Ingetrokken bij Staatsblad 1889 No. 215 (1).
Vermomming.
No. 6. Die zich in het openbaar vertoont, vermomd in andere kleederdracht, dan in die van den landaard of de kunne, waartoe bij of zij behoort, met uitzondering ter gelegenheid van gemaskerde of gekostumeerde optochten.
Feestelijkheden en optooiden in het openbaar.
No. 7. Die, zonder vergunning van het plaatselijk be- stuur, feestelijkheden en volksspelen, zooals: wedloopen en
(1) Uit Staatsblad is sedert weder vervangen door Staatsblad 1393 No. 234.
harddraverijen, ronggeng, angklong, barongan, waijang-koelit of topéng in liet openbaar aanlegt, of optochten, hetzij al of niet gemaskerd of gekostumeerd, in het openbaar houdt.
De politie is bevoegd, ongerekend de op de overtreding gestelde straf, de voortzetting te verhinderen.
Humoer en geraas.
No. 8. Die rumoer en geraas maakt op de vegen en in de nabijheid van openbare gebouwen, voor de godsdienst en rechtspraak bestemd, tijdens er dienst wordt gedaan of terechtzitting gehouden.
Hazardspelen.
No. 9. Die, daartoe niet gerechtigd, op de straten, wegen, pleinen en andere openbare plaatsen hazardspelen houdt of daaraan deel neemt.
Alle gelden of goederen, die bevonden worden ter speel- tafel gebracht of ingezet te zijn, worden verbeurd verklaard, zoomede de goederen, werktuigen of gereedschappen tot de spelen gebezigd of bestemd.
Haven- en krekelgecrelden.
No. 10. Die, daartoe niet gerechtigd, op de straten, pleinen en andere openbare plaatsen lianen- of krekelge- vechten houdt.
De hanen en krekels worden verbeurd verklaard en afgemaakt.
Ledig slaande gebouwen.
No. 1 1 . Die, eigenaar, bezitter of beheerder zijnde van onbewoonde gebouwen, schuren en stallingen of handels-
1 1 .
vaartuigen, deze niet doet bewaken, zoomede die niet zorg draagt, dat zij niet strekten tot verblijfplaats van ledig- loopers, bedelaars en slecht volk.
Verstrekking van sterken drank.
No. 12. Die sterken drank bij hoeveelheden van minder dan drie Nederlandsche kannen verkoopt, elders dap in de door het plaatselijk bestuur toegelaten logementen, koffie- huizen, tapperijen en dergelijke openbare inrichtingen, ten ware door het feit mocht worden gepleegd overtreding van de vigerende voorwaarden voor de pacht, betreffende den verkoop van sterke dranken.
No. 1 3 . Die buiten de militaire kantines aan militairen, behoorende tot de landmacht, beneden den rang van officier, of aan hunne vrouwen, kinderen of bedienden sterken drank verstrekt voor geld of om niet, indien het feit niet straf- baar is volgens de voorwaarden voor de pacht, betreffende den verkoop van sterke dranken.
Met sterken drank wordt ten deze gelijkgesteld alle gegiste palmwijn, als: toewak, saguweer, soeri of onder wrelken anderen naam ook bekend.
No. 14. Die aan blijkbaar beschonken lieden sterken drank verstrekt voor geld of om niet.
Losloopen van kwaadaardige konden en wilde die reu.
No. 15. Die kwaadaardige honden of wilde dieren laat losloopen.
De kwaadaardige honden of wilde dieren kunnen woorden verbeurd verklaard en afgemaakt.
Houden van gevaarlijke ivilde dieren.
No. 16. Die gevaarlijke wilde dieren houdt, zonder liet plaatselijk bestuur daarvan iii wetenschap te stellen, en die verzuimt de maatregelen te nemen door het plaatselijk bestuur aangegeven.
Zulke dieren kunnen worden verbeurd verklaard en af- gemaakt.
ferkoop van vermischte en bedorven, eetwaren en dranken.
No. 17. Die vervalschte of bedorven eetwaren of dran- ken dan wel vleesch van vee of paarden, die wegens ziekte geslacht of op natuurlijke wijze gestorven zijn, te koop stelt of verkoopt.
De in beslag genomen vervalschte of bedorven eetwaren of dranken en het vleesch, afkomstig van vee of paarden, die wegens ziekte geslacht of op natuurlijke wijze gestor- ven zijn, worden onbruikbaar gemaakt en begraven.
Ook bij vrijspraak kan de vernietiging der aangehaalde vervalschte of bedorven eetwaren of dranken en het on- bruikbaar maken en begraven van het aangehaalde vleesch worden gelast.
Onder vee worden in de drie vorige alinea's verstaan:
runderen, buffels, schapen, varkens, bokken en geiten.
Verkoop en verspreiding van zedelooze drukwerken.
No. 18. Die drukwerken, platen, teekeningen of afbeel- dingen, strijdig met de goede zeden, verkoopt, verspreidt, te koop of ten toon stelt.
De in beslag genomen drukwerken, platen, teekeningen of afbeeldingen worden verbeurd verklaard en vernietigd.
13.
Achteloosheid met hinderen en krankzinnigen.
N o . " 1 9 . Die zich ' schuldig maakt aan grove achteloos- heid in de bewaking van kinderen en van krankzinnigen of lieden, die niet wel bij het hoofd zijn, wanneer hij hunne bijzondere bewaking heeft op zich genomen of daarmede op wettige wijze is belast geworden.
Komen en gaan over eens anders met graan of vruchten bezetten grond.
No. 20. Die, zonder vruchtgebruiker of huurder of pach- ter te zijn, of gebruik van eenig stuk gronds of van het recht van overgang te hebben, of zaakwaarnemer of uit anderen hoofde daartoe gerechtigd te zijn, op eens anders grond of een gedeelte daarvan gekomen en gegaan is, tijdens die bezet was met halmgranen of andere rijpe of rijpende vruchten.
No. 2 1 . Die, daartoe niet gerechtigd, vee, trek-, last- of rijbeesten heeft laten loopen op eens anders bezaaiden of in den oogst staanden grond.
Binnentreden in eens anders gebouwen.
No. 22. Die, zonder voorkennis en verlof van den eige- naar, bezitter, beheerder of bewoner, gebouwen, schuren of stallingen, zoomede handelsvaartuigen binnentreedt, bui- ten de gevallen uitdrukkelijk bij de wet voorzien.
Weigering van huiszoeking.
No. 23. Die aan de bevoegde overheid, in de gevallen, waarin deze uitdrukkelijk door de wettelijke verordeningen is bevoegd verklaard, den toegang weigert tot zijne winkels,
magazijnen en dergelijke plaatsen, tot zijne vaartuigen, zoomede tot zijne woning en aanhoorigheden, onverminderd de straffen, ingeval van feitelijke wederspannigheid bedreigd.
Aanleggen ran sehnten aan eens anders erf.
No. 24. Die van 0 uren des avonds tot 6 uren des morgens v'otten, prauwen of andere vaartuigen aan of tegen eens anders erf, huis, steiger of aanleg-plaats vastlegt, of aldaar doet overnachten, zonder vergunning van den eigenaar, bezitter, beheerder of bewoner.
De politic zal den overtreder, des noodig met geweld, in de voortzetting van zijn opzet verhinderen.
Goederenvervoer des nachts.
No. 25. Die goederen van anderen gedurende den nacht vervoert, zonder voorzien te zijn van een geleidebillet, door of van wege de afzenders of het plaatselijk bestuur kosteloos afgegeven.
De goederen worden aangehouden, totdat de rechtmatig- heid van het bezit, ten genoegc der politie, zal zijn aan- getoond.
Plaatsen van voetangels en der gelijken.
No. 26. Die, zonder daartoe van de politie vergunning te hebben bekomen, op bewoonde of door menschen bezocht wordende plaatsen, voetangels (borang), vallen, vangstrik- ken of andere tot het vangen of dooden van wild gedierte bestemde voorwerpen plaats^, welke ook voor mensehen gevaarlijk kunnen zijn.
De gebezigde voorwerpen kunnen worden verbeurd ver- klaard.
15.
Verstrekken of ontvangen van goederen c. a. aan veroordeelden.
No. 27. Die, zonder daartoe gerechtigd te zijn, bij eeni- ge wijze van vervreemding goederen of waarden aan ver- oordeelden verstrekt of van hen ontvangt.
In de gevallen, voorzien bij Nos. 1, 3, 4, 9, 10, 12, 13, 14, 17, 18, 22, 23 en 27 kan, naar omstandigheden, in stede van de straf van geldboete, gevangenisstraf van drie of vier dagen worden uitgesproken.
AitT. 5. Met geldboete van zesden-twintig tot zestig gul- den worden gestraft:
Oproeping tot het honden van vergaderingen.
No. 1. Die ter oproeping of verzameling van personen, voor welk einde ook, uitnoodigingen doet, zonder daartoe vooraf schriftelijke vergunning van het plaatselijk bestuur te hebben bekomen.
De oproepingen tot verzameling door ambtenaren in de uitoefening hunner bediening bewerkstelligd, zoomede die van leden van vereenigingen door het gezag erkend of toegelaten, zijn in dit verbod niet begrepen.
Honden van vergaderingen en optochten van staatkundigen aard.
No. 2. Die deelnemen aan vereenigingen en vergade- ringen van staatkundigen aard of waardoor de openbare rust wordt bedreigd.
Weigering van uiteen te gaan.
No. 3. Die, aan voormelde vergaderingen en vereeni-
gingen en in liet algemeen aan zamenscholingen deelne- mende, niet voldoet aan het bevel van liet wettig gezag van uiteen te gaan en huiswaarts te keeren.
Nalatigheid in de aangifte van aanslagen legen iemands leven of eigendom,.
No. 4. Die, getuige geweest zijnde van een aanslag op iemands leven of eigendom, verzuimt daarvan kennis te geven aan den naastbijzijuden ambtenaar van politie.
Deze bepaling is niet toepasselijk op de personen, ver- meld bij artikel 65 van het wetboek van strafrecht voor Europeanen.
Beleedigend en nachtelijk larengenieht.
No. 5. Die ketelmuziek en dergelijk beleedigend ge- raas maakt, bij dag of bij nacht, zoomede die nachtelijk burengerucht of beweging maakt, verstorend voor de rust der inwoners.
Overnachten in eens anders gebomoen.
No. 6. Die zonder voorkennis en verlof van den eige- naar, bezitter, beheerder of bewoner in diens gebouwen, schuren of stallingen overnacht.
Opzettelijk werpen van steenen of vuilnis op iemand.
No. 7. Die steenen of andere harde voorwerpen of vuilnis uit opzet of kwaadwilligheid op iemand werpt.
Aanhitsing van honden of andere dieren.
No. 8. Die honden of andere dieren aanhitst op men- schen, op bereden wordende paarden en op bespannen rij-
17.
of voertuigen, zelfs wanneer daaruit geenerlei kwaad, ver- wonding of schade ontstaat.
Opzettelijke beschadiging van eens anders goed.
No. 9. Die buiten de gevallen, voorzien in de artikelen 355 tot en met 383 van het wetboek van strafrecht voor de Europeanen, opzettelijk eens anders eigendom beschadigt.
Beschadiging toegebracht door krankzinnigen.
No. 10. Die eens anders eigendom beschadigt tengevol- ge van het onbewaakt laten van krankzinnigen, met welker bewaking hij is belast.
Beschadiging uit onvoorzichtigheid aan eens anders goed.
No. 1 1 . Die door het onvoorzichtig gebruiken van wa- pens eens anders eigendom beschadigt.
Beschadiging door verzuim van herstelling aan bebouwingen.
No. 12. Die eens anders eigendom beschadigt tengevolge van de oudheid, het verval, het gebrek aan herstelling of onderhoud van huizingen of bebouwingen, of door belem- meringen te leggen, uitgravingen te doen op, in of bij de straten, wegen, pleinen of openbare paden, zonder de daar- bij gelaste of gebruikelijke voorzorgen te nemen en teckens te plaatsen.
De maatregelen ter voorkoming van herhaling zullen tevens door de politie worden gelast en, bij gebreke van onverwijlde uitvoering, ten koste van den veroordeelde worden uitgevoerd.
2
Waarzeggerijen.
No. 1 3 . Die zijn bedrijf maakt van waarzeggen, voor- spellen of droomen uitleggen.
De voorwerpen, die tot de uitoefening van het bedrijf dienen, worden verbeurd verklaard en vernietigd.
Djimats, enz.
No. 14. Die zoogenaamde djimats, amuletten of andere voorwerpen, onder voorgeven dat deze bovennatuurlijke kracht bezitten, verkoopt of verspreidt,
De voorwerpen, waarmede de overtreding is gepleegd, worden verbeurd verklaard en vernietigd.
Visschen met, bedwelmende sloffen, enz.
N o . 15. Die zonder vergunning, door of namens het hoofd van plaatselijk bestuur verleend, in openbare wate- ren visclit met aanwending van vergiftige, bedwelmende of ontplofbare stoffen.
I n de gevallen, voorzien bij Nos. 1, 2, 3, 4, 5, (i, 7, 8 9 13, 14 en 15, kan naar omstandigheden, in stede van de straf van geldboete, gevangenisstraf van rijf of zes dagen worden uitgesproken.
ART. 6. Ingeval van herhaling van dezelfde overtreding binnen het jaar, kunnen de straffen worden verhoogd, ten aanzien der overtredingen:
vermeld in artikel 3, tot een geldboete van ten hoogste
•vijf-en-iwintig gulden, of tot gevangenisstraf van ten langste vier dagen;
vermeld in artikel 4, tot een geldboete van ten hoogste zestig gulden, of tot gevangenisstraf van ten langste zes dagen;
19.
vermeld in artikel 5, tot een geldboete van ten hoogste honderd gulden, of tot gevangenisstraf van ten langste acht dagen.
O VE R G A N G S - B E P À L I N G E N .
Eenig artikel. Ten aanzien van de vóór de invoering van dit reglement begane, daarin opgesomde overtredingen worden toegepast de straffen, tegen deze bedreigd ten tijde dat zij zijn begaan.
Indien echter de bij dit reglement bedreigde straf lich- ter mocht zijn, wordt deze toegepast.
No. 2. ALGEMEEN POLITIESTRAFREGLEMENT voor de Inlanders in Ned.-Indië. Staatsblad 1872 No. 111, zooals het is aangevuld en ge- wijzigd bij Staatsblad 1876 No. 126, 1879 Nos.
105 en 203, 1881 No. 97, 1889 No. 215, 1893 No. 228 en 1894 No. 286.
AUT. 1. Met geldboete van één tot vijftien gulden wor- den gestraft:
Aangifte van verhuizing.
No. 1. Die verzuimt, ingeval van verhuizing van de eene wijk of kampong naar de andere, daarvan vooraf kennis te geven aan het hoofd der wijk of kampong, welke hij verlaat.
Aangifte van vestiging.
No. 2. Die verzuimt binnen 21 uren na aankomst in de wijk of kampong, alwaar hij zich vestigt, aan het hoofd
aldaar van zijne aankomst, met opgave van naam, beroep en herkomst, mededeeling te doen.
Aangifte van opname van personen in nachtverblijf.
No. 3. Die verzuimt binnen 24 uren aangifte te doen bij den wijkmeester of bij het hoofd zijner wijk of kampong, van personen, niet behoorende tot de wijk of kampong, alwaar bij woont, welke hij bij zich laat overnachten, en zulks met opgave van naam, beroep en plaats van herkomst;
zoomede die verzuimt, bij vertrek dezer personen, daarvan op gelijke wijze kennis te geven.
Belemmering van den openbaren weg.
No. 4. Die buiten noodzaak den openbaren weg zonder vergunning van het plaatselijk bestuur belemmert door de plaatsing of nederlegging van bouwstoffen, puin, uitstallingen van koopwaren, of op welke andere wijze ook, zoomede die, ingeval van bekomen vergunning, verzuimt de bestaande beletselen gedurende den nacht door eene doelmatige plaat- sing van licht kenbaar te maken.
De politie is, ongerekend de op de overtreding gestelde straf, bevoegd, ten koste van den overtreder, de belemme- ringen uit den weg te ruimen en de verzuimde verlichting aan te brengen.
Belemmering van de vaart door vaartuigen.
No. 5. Die met vlotten, schuiten, prauwen of andere vaartuigen de vaart in rivieren en kanalen belemmert, hetzij zulks geschiedt ten gevolge van verkeerde leiding of sturing, hetzij ten gevolge van ondoelmatige vastlegging.
2 1 .
Schieten of vuuriosrk afsteken.
No.- 6. Die, zonder vooraf bekomen verlof van liet plaatselijk bestuur, vuurwerken afsteekt of, buiten liet geval van nood of zelfverdediging, vuurwapenen afschiet op of in de onmiddellijke nabijheid van bewoonde huizen of openbare wegen.
Baglooners, pakkendragers, sjouwerlieden, koelies.
No. 7. Die bij de uitoefening van het bedrijf van daglooner, pakkendrager, boodschapslooper, sjouwerman of koelie zich schuldig maakt aan nalatigheid en verzuim in de teruggave van ten gebruike ontvangen gereedschappen of in de bezorging van ter vervoer aanvaarde goederen.
Onbetamelijk gedrag eener gehuwde vrouw.
No. 8. Die zich als gehuwde vrouw schuldig maakt aan onbetamelijke gemeenzaamheid met een vreemden man of die, zonder vergunning van haren echtgenoot, een of meer nachten buiten de gemeenschappelijke woning door- brengt, ten ware het feit eenig ander strafbaar gesteld vergrijp tegen de goede zeden mocht daarstellen.
Van deze overtreding wordt slechts kennis genomen op klachte van den beleedigden echtgenoot.
No. 9. Die, des bewust, met eene gehuwde vrouw zich eene onbetamelijke gemeenzaamheid veroorlooft, of haar zon- der vergunning van haren echtgenoot en zonder geoorloofd motief voor een of meer nachten huisvesting verleent, ten ware het feit eenig ander strafbaar gesteld vergrijp tegen de goede zeden mocht daarstellen.
Van deze overtreding wordt slechts kennis genomen op klachte van den beleedigden echtgenoot.
Werpen van harde voorwerpen of vuilnis.
No. 10. Die steenen of andere harde voorwerpen of vuilnis, uit onvoorzichtigheid, op iemand werpt.
. Werpen van harde voorwerpen en vuilnis op openbare wegen, in pulten en rivieren.
No. 1 1 . Die op en langs den openbaren weg, die vóór, tegen of binnen erven of gebouwen van anderen, zoomede die in putten, rivieren en kanalen, op bewoonde plaatsen en in hare onmiddellijke nabijheid steenen en andere har- de voorwerpen, mest, vuilnis en andere ongezonde of slecht riekende stoffen of zaken werpt.
Losloopcu van vee langs den openbaren weg.
No. 12. Die langs den openbaren weg, zonder behoorlijk geleide, vee, trek-, last- of rijbeesten laat rondloopen; zoo- mede die niet zorg draagt, dat zoodanige dieren niet bin- nendringen binnen afgesloten en bewoonde erven.
De dieren kunnen door de politie op kosten der gerech- tigden worden in bewaring genomen, en indien zij na voorafgaande bekendmaking op zoodanige wijze als plaatse- lijk gebruikelijk is gedurende veertien dagen onopgeëischt gebleven zijn, in het openbaar worden verkocht. Het bedrag van den verkoopprijs na aftrek der kosten van onderhoud en verdere ongelden wordt in 's Lands kas gestort, en blijft ge- durende drie jaren ten behoeve der gerechtigden beschikbaar.
Komen en gaan over eens anders grond.
No. 13. Die, zonder vruchtgebruiker of huurder of pach- ter te zijn, of gebruik van eenen grond óf recht van door- of overgang te hebben, of zaakwaarnemer of daartoe uit
23.
eenigen anderen hoofde gerechtigd te zijn, op eens an- ders grond of een gedeelte van dien gekomen en gegaan is, wanneer hij toegemaakt en bezaaid is.
TNTo. 14. Die, daartoe niet gerechtigd, zijn vee of zijne trek-, last- of rijbeesten over eens anders grond heeft laten gaan, eer de oogst is weggehaald.
Mishandeling van dieren.
No. 15. Die in het openbaar op ergerlijke wijze zich schuldig maakt aan de mishandeling van paarden, hoorn- vee, honden en ander tam gedierte (1).
I n de gevallen, voorzien bij Nos. 6, 7, 8, 9 en 11, kan, naar omstandigheden, in stede van de straf van geldboete, ge- vangenisstraf van één tot zes dagen worden uitgesproken.
ART. 2. Met geldboete van zestien tot vijf-en-tiointig gulden worden gestraft:
Hulp- en dienstweigering bij nood.
No. 1. Die, daartoe door de wet verplicht of door het bevoegd gezag uitgenoodigd, en zulks vermogende, nalatig of weigerachtig is, hulp, dienst en bijstand te verleenen in gevallen van rampen, ongelukken, oproer, schipbreuk, overstrooming, brand of anderen nood, zoomedc in gevallen van rooverij, plundering, betrapping van een misdadi- ger op heeter daad, bij openbare kreet of bij rechterlijke terechtstellingen.
Deze bepaling is met betrekking tot de betrapping van een misdadiger niet toepasselijk op de personen, opgenoemd in artikel 68 van liet wetboek van strafrecht voor Inlanders.
(1) Zie Staatsblad 1897 No. 87.
Niet opvolging van hevelen der politie.
No. 2. Die bij gelegenheid van feesten, optochten en dei-gelijken de bevelen en aanwijzingen niet opvolgt, dooi- de politie gegeven ter voorkoming van ongelukken en ter vermijding van stremming van het verkeer langs den open- baren weg.
De politie is bevoegd, zoo noodig, zieh met geweld te doen gehoorzamen.
Vuurwerken.
No. 3. Die vuurwerken vervaardigt zonder schriftelijke vergunning van het plaatselijk bestuur en buiten de werk- plaatsen, daartoe uitdrukkelijk aangewezen.
Het vervaardigde-wordt verbeurd verklaard.
Vervaardiging van buskruit.
No. 4. Die, zonder daartoe vergunning van het bevoegd gezag te hebben bekomen, buskruit vervaardigt.
Het aangemaakte wordt verbeurd verklaard.
Bezit van ontplof hare zelfdandigheden.
No. 5. Ingetrokken bij Staatsblad 1889 No. 215 (1).
Vermomming.
No. 6. Die zich in het openbaar vertoont, vermomd in andere kleederdracht, dan in die van den landaard of de kunne, waartoe hij of zij behoort, met uitzondering van gemaskerde of gekostumeerde optochten.
(1) Dit Staatsblad 1889 No. 215 is sedert weder vervangen door Staatsblad 1893 No. 234.
25.
Feestelijkheden en optochten in het openbaar.
No. 7. Die, zonder vergunning van het plaatselijk be- stuur, feestelijkheden en volksspelen, zooals: wedloopen en harddraverijen, ronggeng, angklong, barongan, waijang-koelit of topéng in het openbaar aanlegt of optochten, hetzij al of niet gemaskerd of gekostumeerd, in het openbaar houdt.
De politie is bevoegd, ongerekend de op de overtreding gestelde straf, de voortzetting te verhinderen.
Rumoer en geraas.
No. 8. Die rumoer en geraas maakt op de wegen en in de nabijheid van openbare gebouwen, voor de godsdienst en de rechtspraak bestemd, tijdens er dienst wordt gedaan of terechtzitting gehouden.
Hazardspelen.
No. 9. Die, daartoe niet gerechtigd, op de straten, wegen, pleinen en andere openbare plaatsen hazardspelen houdt of daaraan deel neemt.
Alle gelden of goederen, die bevonden worden ter speel- tafel gebracht of ingezet te zijn, worden verbeurd verklaard, zoomede de goederen, werktuigen of gereedschappen tot de spelen gebezigd of bestemd.
Hanen- en krekel gevechten.
No. 10. Die, daartoe niet gerechtigd, op de straten, wegen en pleinen en andere openbare plaatsen hanen- of krekel gevechten houdt.
De hanen en krekels worden verbeurd verklaard en afgemaakt.
Ledig staande gebouwen.
No. 1 1 . Die, eigenaar, bezitter of beheerder zijnde van onbewoonde gebouwen, schuren en stallingen of handels- vaartuigen, deze niet doet bewaken, zoomede die niet zorg- draagt, dat zij niet strekken tot verblijfplaats van ledig- loopers, bedelaars en slecht volk.
Verstrekking van sterken drank.
No. 12. Die sterken drank bij hoeveelheden van minder dan drie Nederlandsche kan verkoopt, elders dan in de door het plaatselijk bestuur toegelaten logementen, koffie- huizen, tapperijen en dergelijke openbare inrichtingen, ten ware door liet feit mocht worden gepleegd overtreding van vigerende voorwaarden voor de pacht, betreffende den verkoop van sterke dranken.
No. 13. Die buiten de militaire kantines aan militairen, behoorende tot de landmacht, benoden don rang van officier, of aan hunne vrouwen, kinderen of behenden sterken drank verstrekt voor geld of om niet, indien het feit niet straf- baar is volgens de voorwaarden voor de pacht, betreflende den verkoop van sterke dranken.
Met sterken drank wordt ten deze gelijkgesteld alle gegiste palmwijn, als: toewak, sagaweer, soeri of onder welken anderen naam ook bekend.
No. 14. Die aan blijkbaar beschonken lieden sterken drank verstrekt voor geld of om niet,
Lodoopen van kwaadaardige kon dan en wilde dieren.
No. 15. Die kwaadaardige honden of wilde dieren laat losloopen.
27.
De kwaadaardige honden of wilde dieren kunnen worden verbeurd verklaard en afgemaakt.
Houden van gevaarlijke wilde dieren.
No. 16. Die gevaarlijke wilde dieren houdt, zonder het plaatselijk bestuur daarvan in wetenschap te stellen, en die verzuimt de maatregelen te nemen door het bestuur aangegeven.
Zulke dieren kunnen worden verbeurd verklaard en af- gemaakt.
Verkoop van vermischte en bedorven eetwaren en dranken.
No. 17. Die vervalschtc of bedorven eetwaren of dran- ken, dan wel vleesch van vee of paarden, die wegens ziekte geslacht of op natuurlijke wijze gestorven zijn, te koop stelt of verkoopt.
De in beslag genomen vervalschtc of bedorven eetwaren of dranken en het vleesch, afkomstig van vee of paarden, die wegens ziekte geslacht of op natuurlijke wijze gestorven zijn, worden onbruikbaar gemaakt en begraven.
Ook bij vrijspraak kan de vernietiging van de aangehaalde vervalschte of bedorven eet.varen of dranken en het on- bruikbaar maken en begraven van het aangehaalde vleesch worden gelast.
Onder vee worden in de drie vorige alinea's verstaan:
runderen, buffels, schapen, varkens, bokken en geiten.
Verkoop en verspreiding van zedelooze drukwerken, enz.
No. 18. Die drukwerken, platen, teekeningen of afbeel-
dingen, strijdig met de geede zeden, verkoopt, verspreidt, te koop of ten toon stelt.
De in beslag genomen drukwerken, platen, teekeningen of afbeeldingen worden verbeurd verklaard en vernietigd.
Achteloosheid met Kaderen en krankzinnigen.
No. 19. Die zieli schuldig maakt aan grove achteloos- heid in de bewaking van kinderen en van krankzinnigen of lieden, die niet wel bij liet hoofd zijn, wanneer hij hunne bijzondere bewaking heeft op zieh genomen of daarmede op wettige wijze is belast geworden.
Kowen en gaan oner eens anders met graan o/' vruchten bezetten grond.
No. 20. Die, zonder vruchtgebruiker of huurder of pach- ter te zijn, of gebruik van eenig stuk gronds of van het recht van overgang te hebben, of zaakwaarnemer of uit anderen hoofde daartoe gerechtigd te zijn, op eens anders grond of een gedeelte daarvan gekomen en gegaan is, tijdens die bezet was met halmgrancn of andere "rijpe of rijpende vruchten.
No. 2 1 . Die, daartoe niet gerechtigd, vee, trek-, last- of rijbecsten heeft laten loopen op eens anders bezaaiden of in den oogst staanden grond.
Binnentreden in eens anders gebouwen.
No. 22. Die, zonder voorkennis en verlof van den eige- naar, bezitter, beheerder of bewoner, gebouwen, schuren of stallingen, zoomede handelsvaartuigen binnentreedt, bui- ten de gevallen uitdrukkelijk bij de wet voorzien.
29.
Weigering van huiszoeking.
No. 2 3 . Die aan de bevoegde overheid den toegang weigert tot zijne winkels, magazijnen en dergelijke plaatsen, tot zijne vaartuigen, zoomede tot zijne woning en aanhoorig- heden, onverminderd de straffen, ingeval van feitelijke tvederspannigheid bedreigd.
Aanleggen van schuiten aan eens anders erf.
No. 24. Die van 6 uren des avonds tot 6 uren des morgens vlotten, prauweu of andere vaartuigen aan of tegen eens anders bewoond erf, huis, steiger of aanlegplaats vastlegt, of aldaar doet overnachten, zonder vergunning van den eigenaar, bezitter, beheerder of bewoner.
De politie zal den overtreder, des noodig met geweld, in de voortzetting van zijn opzet verhinderen.
Goederenvervoer des nachts.
No. 25. Die goederen van anderen gedurende den nacht vervoert, zonder voorzien te zijn van een geleidebillet, door of van wege de afzenders of het plaatselijk bestuur kosteloos afgegeven.
De goederen worden aangehouden, totdat de rechtmatig- heid van het bezit, ten genoege der politie, zal zijn aan- getoond.
Plaatsen van voetangels en dergelijken.
No. 26. Die, zonder daartoe van de politie vergunning te hebben bekomen, op bewoonde of door menschen bezocht wordende plaatsen, voetangels (borang), vallen, vangstrik- ken of andere tot het vangen of dooden van wild gedierte bestemde voorwerpen plaatst, welke ook voor menschen
gevaarlijk kunnen zijn.
De gebezigde voorwerpen kunnen worden verbeurd ver- klaard.
Verstrekken of ontvangen van goederen c. a. aan veroordeelden.
No. 27. Die, zonder daartoe gerechtigd te zijn, bij eeni- ge wijze van vervreemding, goederen of waarden aan ver- oordeelden verstrekt of van hen ontvangt.
In de gevallen, voorzien bij Nos. 1, 3, 4, 5, 9, 10, 12, 13, 14, 17, 18, 22, 23 en 27, kan, naar omstandigheden, in stede van de straf van geldboete, ten arbeidstelling aan de publieke werken voor den kost zonder loon van zeven tot twaalf dagen worden uitgesproken.
AKT. 3. Met geldboete van zes-en-twintig tot zestig gul- den worden gestraft:
Oproeping tot het houden van vergaderingen.
No. 1. Die ter oproeping of verzameling van personen, voor welk einde ook, uitnoodigingen doet, zonder daartoe vooraf schriftelijke vergunning van het plaatselijk bestuur te hebben bekomen.
De oproepingen tot verzamelingen door ambtenaren in de uitoefening hunner bediening bewerkstelligd, zoomcde die van leden van vereenigingen door het gezag erkend of toegelaten, zijn in dit verbod niet begrepen.
Honden van vergaderingen en optochten van staatkundigen aard.
No. 2. Die deelnemen aan vereenigingen en vergade-
8 1 .
ringen van staatkundigen aard of waardoor de openbare orde wordt bedreigd.
Tot deze vereenigingen worden gerekend de zoodamgen, welke strekken om veranderingen in het districts- of re- gentschapsbestuur en in het ambtelijk personeel, met dat bestuur belast, te bespreken, zoomede de gezamenlijke op- tochten naar de Hoofden van gewestelijk en plaatselijk bestuur, ten einde op ontzagwekkende wijze verlangens kenbaar te maken.
Weigering van uiteen te gaan.
No. 3. Die, aan voormelde vergaderingen en vereeni- cringen en in het algemeen aan zamenscholingen deelne- mende, niet voldoet aan het bevel van het wettig gezag van uiteen te gaan en huiswaarts te keeren.
Nalatigheid in de aangifte van aanslagen tegen iemands leven of eigendom.
No. 4. Die, getuige geweest zijnde van een aanslag op iemands leven of eigendom, verzuimt daarvan kennis te seven aan den naastbijzijnden ambtenaar van politie.
Deze bepaling is niet toepasselijk op de personen, ver- meld bij artikel 68 van het wetboek van strafrecht voor Inlanders.
Beleedigend en nachtelijk burengerucht.
No. 5. Die ketelmuziek en dergelijk beleedigend ge- raas maakt, bij dag of bij nacht, zoomede die nachtelijk burengerucht of beweging maakt, verstorend voor de rust der inwoners.
Overnachten in eens anders gehouwen.
No. 6. Die zonder voorkennis en verlof van den eiee- maar, bezitter, beheerder of bewoner in diens gebouwen, schuren of stallingen overnacht.
Opzettelijk teerpen van sternen of vuilnis op iemand.
No. 7. Die steenen of andere harde voorwerpen of vuilnis met opzet of kwaadwilligheid op iemand werpt.
j'.anhitswg van honden of andere dieren.
No. 8. Die honden of andere dieren aanhitst op men- schen, op bereden wordende paarden, en op bespannen rij- of voertuigen, zelfs wanneer daaruit geenerlei kwaad, ver- wonding of schade ontstaat.
Opzettelijke beschadiging van eens anders goed.
No. 9. Die buiten de gevallen, voorzien in de artikelen 357 tot en met 385 van het wetboek van strafrecht voor Inlanders, opzettelijk eens anders eigendom beschadigt.
Beschadiging toegebracht door h ran k zinnig en.
No. 10. Die eens anders eigendom beschadigt tengevol- ge van het onbewaakt laten van krankzinnigen, met welker bewaking hij is belast.
Beschadiging uit onvoorzichtigheid aan eens anders goed.
No. 1 1 . Die door het onvoorzichtig gebruiken van wa- pens eens anders eigendom beschadigt.
33.
Beschadiging door verzuim van herstelling aan h eb omving en.
No. 12. Die eens anders eigendom beschadigt ten gevolge van de oudheid, het verval, het gebrek aan herstelling of onderhoud van huizingen of bebouwingen, of door belem- meringen te leggen, uitgravingen te doen op, in of bij de straten, wegen, pleinen of openbare paden, zonder de daar- bij gelaste of gebruikelijke voorzorgen te nemen en teekens te plaatsen.
De maatregelen ter voorkoming van herhaling zullen tevens door de politie worden gelast en, bij gebreke van onverwijlde uitvoering, ten koste van den veroordeelde worden uitgevoerd.
Waarzeggerijen.
No. 13. Die zijn bedrijf maakt van waarzeggen, voor- spellen of droomen uitleggen.
De voorwerpen, die tot de uitoefening van het bedrijf dienen, worden verbeurd verklaard en vernietigd.
Bjimats, enz.
No. 14. Die zoogenaamde djimats, amuletten of andere voorwerpen, onder voorgeven dat deze bovennatuurlijke kracht bezitten, verkoopt of verspreidt.
De voorwerpen, waarmede de overtreding is gepleegd, worden verbeurd verklaard en vernietigd.
fisschen met bedwelmende stoffen, enz.
No. 15. Die zonder vergunning, door of namens het hoofd van plaatselijk bestuur verleend, in openbare wate- ren vischt met aanwending van vergiftige, bedwelmende of ontplofbare stoffen.
3
In de gevallen, voorzien bij Nos. 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 13, 14 en 15, kan naar omstandigheden, in stede van de straf van geldboete, ten arbeiclstelling aan de pu- blieke werken voor den kost zonder loon van dertien tot twintig dagen worden uitgesproken.
AKT. 4. Ingeval van herhaling van dezelfde overtreding binnen het jaar, kunnen de straffen worden verhoogd, ten aanzien der overtredingen:
vermeld in artikel 1, tot een geldboete van ten hoogste vijf-en-twintig gulden, of tot gevangenisstraf van ten langste acht dagen;
vermeld in artikel 2, tot een geldboete van ten hoogste zestig gulden, of tot ten arbeiclstelling aan de publieke wer- ken voor den kost zonder loon van ten langste achttien dagen;
vermeld in artikel 3, tot een geldboete van ten hoogste één honderd gulden, of tot ten arbeidstelling aan de pu- blieke werken voor den kost zonder loon van ten langste dertig dagen.
AKT. 5. Met opzicht tot de berekening van den straf- tijd wordt elke dag op vier-en-twintig uren gesteld.
ABT. 6. De veroordeeling tot geldboete is altijd ten voordeele van den lande.
AKT. 7. De geldboeten moeten voldaan worden binnen den tijd van acht dagen na aanzegging ter terechtzitting, of wel, indien de veroordeelde niet bij de uitspraak tegen- woordig is geweest, na aanmaning.
Bij onvermogen of onwil tot betaling worden, na het verstrijken van dien termijn, de geldboeten vervangen door de straf van gevangenis of dwangarbeid buiten den ketting
35.
voor een niet längeren duur, dan de alternative straf, die tegen de overtreding is bedreigd.
De tijd van duur wordt bij de uitspraak, houdende ver- oordeeling tot geldboete, bepaald.
ART. 8. De goederen, welke in de gevallen, bij dit reglement bepaald, zijn verbeurd verklaard, komen, ten ware hunne vernietiging of onbruikbaarmaking door den Rechter mocht zijn gelast, ten voordeele van den lande.
OVERGANGS-BEPALING.
Eenig artikel. Ten aanzien van de vóór de invoering van dit reglement begane, daarin opgesomde overtredingen worden toegepast de straffen, tegen deze bedreigd ten tijde dat zij zijn begaan.
Indien echter de bij dit reglement bedreigde straf lich- ter mocht zijn, wordt deze toegepast.
No. 3. REGLEMENT houdende regeling der nacht- wachtdiensten te Menado enz.
(Dit reglement is vastgesteld bij het besluit van den Resident van Menado del. 19 Januari 1869 No. 10).
AKT. 1. Ter bevordering der publieke veiligheid wordt te Menado, Kema, Belang, Amoerang, Tanawangko, Ton- dano, Kakas en Tomohon eiken nacht door uitdrukkelijk daartoe aangewezen personen, nachtwacht gedaan.
ART. 2. De nachtwachten bestaan:
a. te Menado voor zooveel de eigenlijke kom der gemeen- te betreft uit zes man en één kapala djaga te verstrekken
door de binnen de kom der hoofdplaats wonende Inland- sche bevolking.
b. in het Chineesche kamp te Menado uit vier man en één kapala djaga, te leveren door de Chineesche bevolking.
c. in het Islamsche kamp (op 2 paal afstands van Menado) uit twee man en één kapala djaga, te leveren door de be- volking van het Islamsche kamp.
d. te Kema, Belang, Amoerang, Tanawangko, Tondano, Kakas en Tomohon uit vier man en één kapala djaga, te leveren door de Inlandsche bevolking, en op de zeeplaat- sen ook gedeeltelijk door de daar gevestigde Chineezen en burgers.
ART. 3. Deze nachtwachten worden te Menado door den Hoofddjaksa, den Kapitein der Chineezen en den Lui- tenant der Mohammedanen, en op de overige plaatsen door de districtshoofden geregeld naar eene door hen samen te stellen wachtrol van al de onbeambte mannelijke Inland- sche ingezetenen der plaats boven de 20 en beneden de 45 jaren, met dien verstande, dat aan elk huisgezin niet meer dan één man worde ingeschreven.
AKT. 4. De wachten worden des avonds te zes ure uit- gezet en des morgens te zes ure ingetrokken.
AKT. 5. De wachten zijn verplicht om de twee uren eene ronde te doen door de geheele uitgestrektheid der plaats, de Gouvernements gebouwen, kantoren en pakhui- zen uitwendig na te zien en daarna terug te komen in het wachthuis.
ART. 6. Door deze wachten worden opgevat en aange- houden:
37.
a. vagebonden en verdachte personen.
b. vreemdelingen die zonder voorkennis der hoofden in de betrokkene plaatsen gevonden worden.
e. overtreders van algemeene of plaatselijke wetten, keu- ren of ordonnantiën.
d. rustverstoorders.
e. rondzwervende soldaten of zeevarenden.
ART. 7. De aldus aangehoudene personen worden door dit waclitvolk bij het verlaten van de wacht, overgeleverd te Menado aan den Hoofddjaksa en elders aan de betrok- kene districtshoofden.
ART. 8. Bij het ontdekken van brand wordt dit door het waclitvolk dadelijk uitgeroepen, terwijl zij daarvan on- middellijk kennis geven te Menado aan den Hoofddjaksa, den Kapitein der Chineezen, den Luitenant der Mohamme- danen en den Resident en elders âan de aanwezige Con- troleurs en districtshoofden.
ART. 9. Wanneer iemand door ziekte of andere wetti- ge redenen verhinderd wordt zijne wachtdienst in persoon te verrichten, kan hij een ander persoon in zijne plaats aanstellen, mits daarvan bijtijds kennis gevende aan het betrokken hoofd.
ART. 10. Alle dienstweigering of opzettelijke overtreding van de bepalingen dezer instructie wordt gestraft met ge- vangenisstraf voor den tijd van één tot acht dagen.
De Resident, VAAT D E I N Z E .
NO, 4. VERORDENING tot wering van de schadelijke gevolgen, die uit de prostitutie kunnen voort- vloeien (1).
(Keur dd. 26 Maart 1874).
ART. 1. De openbare vrouwen en bordeelen staan on- der onmiddellijk en streng toezicht der politie.
AKT. 2. De politie is belast met de zorg, dat de bepa- lingen van dit reglement steeds, door wie behoort, worden in acht genomen.
Zij is bevoegd daarnaar ten allen tijde onderzoek te doen.
Openbare vromoen.
ART. 3. Iedere openbare vrouw is verplicht zich als zoodanig bij de politie aan te geven.
AKT. 4. Wie zich aangeeft, wordt terstond onder een volgnummer in een register ingeschreven.
Registers van inschrijving van openbare vrouwen worden gehouden te Menado, te Kema en te Gorontalo door den ambtenaar met de politie aldaar belast.
ART. 5. Alle beambten van politie en in het bijzonder de hoofden der negorijen en districten zijn verplicht aan- wijzing te doen van de vrouwen, die gewoon zijn zich binnen hun ressort aan een ontuchtig leven over te geven.
ART. 6. Indien de aangewezene vrouw erkent eene open- bare vrouw te zijn, wordt zij krachtens hare erkentenis in het register ingeschreven.
ART. 7. Indien zij ontkent eene openbare vrouw te zijn, overweegt het hoofd van plaatselijk bestuur de omstandig-
(1) Gepubliceerd in de Javasohe Courant dd. 9 Juni 1874 No. 4G.
39.
heden, op grond waarvan zij als zoodanig is opgegeven, en indien hij het bewezen acht, dat zij eene openbare vrouw is, schrijft hij haar ambtshalve als zoodanig in met dezelf- de gevolgen als eene inschrijving op eigene aangifte.
ART. 8. Ledere ingeschrevene openbare vrouw . wordt, ten overstaan van een beambte der politie op de bij arti- kel 11 genoemde plaatsen, door den daartoe aangewezen geneesheer bij de eerste periodieke inspectie geneeskundig onderzocht.
ART. 9. Indien door het geneeskundig onderzoek blijkt, dat de vrouw niet inet syphilitische of andere aanstekelijke ziekten besmet is, wordt haar onverwijld eene kaart uitge- reikt, vermeldende:
a. het volgnummer in het register;
h. den naam en de woonplaats der persoon;
c. de dagteekening der uitreiking en den naam en de kwaliteit van dengene, die de kaart uitreikt.
De uitreiking der kaarten geschiedt door dezelfde amb- tenaren, die volgens artikel 4 met het aanhouden der daarin vermelde registers zijn belast.
De uitreiking wordt in het register vermeld.
ART. 10. Wie bij het geneeskundig onderzoek met sy- philitische of andere besmettelijke ziekten behebt wordt bevonden, wordt terstond overgebracht naar de voor be- smette vrouwen bestemde lokalen.
Zij wordt aldaar geneeskundig behandeld en zoo lang zij niet genezen is, buiten gemeenschap gehouden.
Wie genezen is, bekomt onverwijld eene kaart, gelijk in het voorgaande artikel is vermeld.
AKT. 1 1 . Wanneer daartoe gelegenheid is, worden de van eene kaart voorziene vrouwen, binnen den omtrek van zes palen ten overstaan van een beambte van politie, op de door bet plaatselijk bestuur te bepalen plaatsen, dagen en uren geneeskundig onderzocht.
Alle publieke vrouwen binnen dien afstand wonende, zijn verplicht voor dat onderzoek zich op den bepaalden tijd naar de bestemde plaatsen te begeven.
De niet besmette vrouwen kunnen onverwijld naar hare woonplaatsen terugkeeren, nadat de geneeskundige de dag- teekening en plaats van zijn onderzoek op de kaart aan- geteekend, en de beambte van politie de aanteekening mede onderteekend heeft, dan wel, zulks noodig oordeelende, de vrouw van een nieuwe kaart heeft voorzien.
Aan de besmette vrouwen wordt de kaart dadelijk afge- nomen, onder vermelding in het register.
Zij worden terstond overgebracht, behandeld en na ge- nezing van eene kaart voorzien, op den voet van artikel 10.
ART. 12. Iedere openbare vrouw is verplicht, hare kaart ten allen tijde bij zich te dragen en op afvrage te vertoonen.
Onder geenerhande voorwendsel mag eene vrouw hare kaart uitleenen of uitwisselen, of mag eene vrouw zich bedienen van eene kaart, aan eene andere vrouw uitgereikt.
AKT. 13. Wie eenmaal als openbare vrouw is ingeschre- ven, wordt als zoodanig beschouwd, totdat de politie de inschrijving heeft doorgehaald.
Doorhaling volgt:
Ie. op overlijden;
2e. op verzoek bij huwelijk;
3e. op verzoek, indien de vrouw verklaart, dat zij het
4 1 .
ontuchtige leven wil verlaten, en de politie termen vindt, om die verklaring voor ernstig gemeend te houden.
Bij vertrek naar eene plaats binnen het gewest, wordt hiervan aanteekeniug gehouden in het register.
Bij vertrek naar eene plaats buiten het gewest, wordt aanvankelijk aanteekeniug gehouden in het register.
De doorhaling volgt, wanneer de politie gegronde ter- men vindt, om te denken, dat de vrouw niet binnen het gewest zal terugkeeren.
Geene openbare vrouw mag van woonplaats veranderen, zonder aangifte aan de politie.
Bordeelen.
ART. 14. Met uitzondering van de ronggengs of dans- meiden en van haar, die een vast dagelijksch beroep uit- oefenen, moeten de openbare vrouwen zich, zooveel mogelijk, vereenigen in bordeelen.
Vijf vrouwen zamen wonende, worden geacht zich tot een bordeel te hebben vereenigd.
ART. 15. Openbare vrouwen, in een bordeel vereenigd, worden behandeld gelijk die, welke niet in een bordeel zijn.
ART. 16. Geen bordeel wordt toegelaten:
Ie. dan indien zich iemand als houder aan het hoofd bevindt;
2e. dan onder bekendstelling van het getal vrouwen hetwelk zich er in ophoudt of er toegang heeft;
3e. dan op schriftelijke vergunning van het hoofd van gewestelijk bestuur, vermeldende de plaats van toelating, de houder, het aantal vrouwen en de dagteekening der afgifte.
De toelating van bordeelen geschiedt slechts op plaat- sen, alwaar zij aan de gemeente geen aanstoot geven.
ART. 17. De bordeelhouder is verplicht:
l e . aan geerie andere vrouwen in het bordeel huisves- ting of toegang te verleenen, dan aan haar, die van eene geldige behoorlijk afgeteekende kaart zijn voorzien;
2e. de namen en nummers der in liet bordeel zicli op- houdende of toegang hebbende vrouwen aan de politie op te geven;
3e. te zorgen, dat iedere vrouw in het bordeel zich op- houdende of toegang hebbende, aan de voorschriften van het reglement voldoet.
ART. 18. Hij moet voorts:
Ie. het bordeel in eenen zuidelijken en ordelijken staat onderhouden;
2e. zorgen, dat de uitwendige staat van het bordeel en de uitwendige wijze, waarop het wordt gehouden, steeds zóó zijn, dat daardoor geen aanstoot aan de gemeente wordt gegeven;
3e. zijn bordeel bij dag en nacht steeds voor onderzoek door de politie toegankelijk hebben.
ART. 19. Het bewijs van toelating moet ten allen tijde in het bordeel aanwezig zijn en op afvrage vertoond worden.
Het mag niet aan een ander afgestaan of uitgeleend worden.
Hij moet het elke zes mranden aan de politie aanbieden, om verwisseld of voor zes maanden verlengd ts worden.
De verwisseling of verlenging wordt in het na te noe- men register anngeteekend.
ART. 20. Het hoofd van plaatselijk bestuur zorgt, dat de bordeeleu van de amfioenkitten gescheiden zijn, en ver- biedt of sluit het bordeel, zoodra daartoe, zijns oordeels, aanleiding bestaat.
43.
Het verbieden of sluiten van een bordeel heeft ten ge- volge, dat alle zich daarin ophoudende openbare vrouwen het binnen 24 uren na kennisgeving door de politie moeten verlaten, en dat geene andere zich daarin mogen vestigen of er toegang mogen erlangen.
ART. 2 1 . Overtredingen der bepalingen dezer keur wor- den gestraft, als volgt:
die van artikel 11, alinea 2 van artikel 12, de laatste alinea van artikel 13 en de laatste alinea van artikel 20, met eene boete van één tot tien gulden;
die van artikelen 17, 18 en 19, met eene boete van tien tot vijf-en-twivtig gulden, onverminderd de bevoegdheid aan het bestuur in de eerste alinea van artikel 20 toegekend.
S L O T B E P A L I N G E N .
ART. 22. Van openbare vrouwen of bordeelhouders mo- gen om geenerhande redenen door de ambtenaren of ge- neeskundigen eenige heffingen gedaan, of betalingen' of geschenken aangenomen worden, ter zake van verrichtingen, vormen of bewijzen bij dit reglement voorgeschreven of daaruit voortvloeiende.
Alle betrekkelijke bescheiden worden op ongezegeld pa- pier geschreven.
ART. 23. Deze keur treedt in werking op 1 Juli 1874.
Gedaan te Menado, den 26sten Maart 1874.
De Resident van Menado, V A N D E R C l l A B . De Secretaris der residentie,
K I S T .
NO. 5. VERORDENING tot bevordering van netheid, zindelijkheid, orde en veiligheid in de Mina- hassa-districten der residentie Menado (l).
(Keur dd. 19 Januari 1882, zooals die gewij- zigd is bij keur dd. 16 J u n i 1898).
AKT. 1. Met geldboete van één tot vijftien gulden, of wanneer de overtreding begaan is:
a. door Europeanen en daarmede gelijkgestelden, met gevangenisstraf van één of twee dagen;
h. door Inlanders of daarmede gelijkgestelde personen, met ten arbeidstelling aan de publieke werken voor den kost zonder loon van één tot zes dagen worden gestraft.
Afscheiding van enen of linnen.
No. 1. De bewoner, of bij ontstentenis van dezen de eigenaar, bezitter of beheerder van een erf of van eenen tuin, die dat erf of dien tuin niet naar behooren van aan- grenzende erven of tuinen of van den openbaren weg heeft afgescheiden door een muur, hekwerk, heining, heg of sloot, of die afscheiding niet goed en geregeld onderhoudt.
De afscheiding langs den openbaren weg mag niet hoo- ger wezen dan een muur zijnde een meter, door hekwerk, heining of lieg gevormd, een en een halve nieter.
Bezitters of eigenaren van aangrenzende erven of tuinen zijn verplicht, die afscheidingen elk voor hun aandeel op te richten of aan te leggen en te onderhouden.
Aan de erven en tuinen, welke nog niet op de hierbo- (1) Gepubliceerd in de Javasche Courant dd. 21 Maart 1882 No. 23 2o. bijv. en toepasselijk verklaard op de hoofdplaats Gorontalo bij verordening van den ISden December 1883 (Javasche Courant dd. 1 ïebruari 1884 No. (J).
45.
ven bedoelde wijze zijn afgescheiden, moeten de noodige voorzieningen zijn aangebracht, binnen drie maanden na aan- zegging daartoe door het plaatselijk bestuur.
Witten, enz. van muren.
No. 2. De bewoner of bij ontstentenis van dezen, de eigenaar, bezitter of beheerder van een erf, die, muren en hekwerken als in No. 1 hierboven bedoeld, zoomede de muren of wanden van zijn huis of bijgebouwen, benevens de bruggen aan den ingang der erven niet éénmaal 'sjaars in de maand Mei wit, en zoo noodig, teert, na daartoe aanzegging van het plaatselijk bestuur t? hebben ontvangen.
Onderhoud van erven, wegen, enz.
No. 3. De bewoner, of bij ontstentenis van dezen de eigenaar, bezitter of beheerder van een erf of tuin, die:
a. dat erf of dien tuin niet in netten en zindelijken staat houdt en niet zorgt, dat de bewoners der aangrenzen- de perceel en geen overlast hebben noch dat de algemeene gezondheidstoestand gevaar loopt door kwalijk onderhoud, verwaarloozing of onzindelijk gebruik van zijn perceel;
b. niet zorgt, dat de slooten, goten, duikers, riolen vóY>r, op of langs zijn erf of zijnen tuin in behoorlijken en zin- delijken staat zijn, zoodanig dat geene stremming of ver- stopping ontstaat, alles in zooverre in dat onderhoud niet van bestuurswege, in heerendienst of op andere wijze wordt voorzien;
c. die de straat of den weg langs zijn erf of zijnen tuin niet in behoorlijken en zindelijken staat houdt, tot op de helft van de breedte van de straat of van den weg, wan- neer hij overburen, en over de geheele breedte, wanneer
hij die niet heeft, alles in zooverre in dat onderhoud niet van bestuurswege, in heerendienst of op andere wijze wordt voorzien.
Opsnoeien en rellen van boomen langs de wegen.
No. 4. De bewoner, of bij ontstentenis van dezen de eigenaar, bezitter of beheerder van een erf of tuin, die niet zorgt dat de overhangende takken van daarop staande boomen, w„lke aan het verkeer langs of het opdrogen van de wegen hinderlijk zijn, behoorlijk worden opgesnoeid.
Boomen, weite door hunnen stand voor het verkeer ge- vaarlijk zijn, worden op last van het plaatselijk bestuur verwijderd.
Dempen van poelen, opruimen van krengen, vuilnis en slechtriekende stoffen.
No. 5. De bewoner, of bij ontstentenis van dezen de eigenaar, bezitter of beheerder van een erf of tuin, die niet zorg draagt dat daarop of daarin aanwezige poelen worden gedempt, dat doode dieren of krengen onverwijld worden begraven ter diepte van minstens één meter; dat het vuilnis en de afval geregeld worden verwijderd naar de plaatsen daarvoor door het plaatselijk bestuur aangewe- zen, of wel verbrand, bij kalm weder en bij dag, in kui- len minstens één meter wijd en diep.
Het op den publiehen weg laten uitloopen van water van belendende gronden, enz.
No. 6. Die het water van belendende gronden van of uit de huizen, goten, riolen, beestenstallen of mestvaalten op den openbaren weg laat uitloopen.
47.
Plaatsen van stallen, bergplaatsen, enz.
I\To. 7. Die zonder vergunning van het plaatselijk be- s t u u r in het gezicht van den openbaren weg warongs, kramen, uitstallingen, keukens, beestenkralen of stallen, gevogeltehokken, stapelplaatsen of bergloodsen voor hout of steenen of andere materialen, clan wel ledig vaatwerk, ledige kisten, blikken en diergelijke plaatst.
Omheinen van putten.
No. 8. Die als huurder, eigenaar of bezitter van een put, deze niet van steenen of houten omheining van één meter hoog voorziet.
Beschadiging van openbare werken en plaatsen.
No. 9. Die buiten de gevallen, waarin voorzien werd bij de algemeene strafwet voor Europeanen en voor Inlan- ders openbare gebouwen, wegen, hekken, palen, paggers, dammen, zeehoofden, kaden en dergelijke werken, het plant- soen of geboomte langs de openbare wegen of de om dat plantsoen geplaatste paggers beschadigt, dan wel oorzaak dier beschadiging is door het niet voldoende bewaken van vee, van trek- of rijdieren.
Oprichten van latrines langs den openbaren weg.
No. 10. Die latrines of giinakhuisjes opricht aan het zeestrand, aan den kant van den openbaren weg, aan den oever eener rivier of aan de kanten van grachten, slooten of waterleidingen, waarlangs de openbare weg loopt.
liet drogen van s/an/cverweMende stoffen.
No. 1 1 . Die huiden, visch en andere stankvervvekkende
stoffen droogt voor zijne woning, op den openbaren weg of in de onmiddellijke nabijheid daarvan zonder vooraf verkregen vergunning van het plaatselijk bestuur.
Begieten van wegen.
No. 12. De bewoner of huurder, of bij ontstentenis van dezen de e'genaar of helieerder van eenig erf, op de hoofd- plaatsen der af deelingen gelegen, die den openbaren weg, welke langs zijn erf loopt, niet (waar overburen zijn, ter halverbreedte, waar overburen ontbreken, over de gelieele breedte) met zuiver water begiet, nadat hij daartoe van wege het plaatselijk bestuur aanzegging heeft gekregen.
Eet laten rondloopen van zieh vee.
No. 13. Die, zieke paarden of ander ziek vee laat rond- loopen of brengt op de openbare wegen, weiden of bad- plaatsen.
Aanleggen van vuur in gebomoen met omwanding van kont, hamboe of dergelijke lieht
ontvlambare stoffen.
No. 14. Die, in gebouwen met omwanding van hout, bamboe of andere licht ontvlambare stoffen vuur ontsteekt anders dan op of in den grond, in of op gemetselde for- nuizen, met aarde gevulde bakken of zoogenaamde dapoers van gebakken aardewerk in dier voege, dat de beschotten of wanden minstens één meter en het dak minstens twee meters daarvan verwijderd zijn.
Boven de plaatsen als voren vermeld, alwaar vuur is ontstoken, mogen geene stellingen worden geplaatst, om daarop brandhout of iets anders te drogen.
49.
Uitstrooiwg van onrustbarende geruchten.
No. 15. Die, opzettelijk valsohe onrustbarende geruchten verspreidt, die zonder grond noodkreten aanheft of brand roept, en de daarvoor aangenomen seinen geeft.
Dragen van wapens.
No. 16. Ieder die zonder vergunning van de politic en zonder daartoe van rechtswege bevoegd te zijn, zich in het openbaar vertoont gewapend met wapens, puntige, scherpe of kneuzende voorwerpen, niet bestemd voor zijn dagelijk- sche werkzaamheden.
AKT. 2. Met geldboete van zestien tot vijf-en-twintig gulden of, wanneer de overtreding begaan wordt:
a. door Europeanen, of daarmede gelijkgestelde perso- nen met gevangenisstraf van drie of vier dagen, en
l. door Inlanders of daarmede gelijkgestelde personen met ten arbeidstelling aan de publieke werken voor den kost zonder loon van zeven tot tioaatf dagen worden gestraft.
Vechter')j en en /rijver/jen.
No. 1. Die de openbare orde en rust verstoort door vechterijen of kijverijen, of wel zich daarmede inlaat, ten ware door het feit mocht worden gepleegd overtreding van de strafwet.
Huisvesten van gevluchte schepelingen, militairen en veroordeelden.
No. 2. Die des bewust, gevluchte schepelingen, mili- tairen, veroordeelden of van misdrijf verdachte personen niet bedoeld bij alinea 1 van artikel 179 van het wetboek
4
van strafrecht voor Europeanen en alinea 1 van artikel 180 van het wetboek van strafrecht voor Inlanders, opneemt zonder daarmede kennis te geven aan de politie of wel zulke personen aan liet oog der politie tracht te onttrekken.
De uitzondering van alinea 2 van voormelde artikelen zijn hierop toepasselijk.
Verkoop van eetwaren en goederen aan of koop van goederen van dwangarbeiders.
No. 3. Die aan dwangarbeiders estwaron of goederen verkoopt of schenkt, goederen van hen koopt, dan wel in pand neemt, of bewaart, of hen in zijne woning toelaat zonder vergunning van het plaatselijk bestuur.
Tierstellen of afbreken van gebouwen enz. die dreigen in te storten of ingestort zijn.
No. 4. De eigenaar of beheerder van gebouwen, muren of getimmerten, welke dreigen in te storten of ingestort zijn, die dergelijke gebouwen, muren of getimmerten niet herstelt of afbreekt en de reeds ingestorte niet afbreekt.
Verkoop van verboden levensmiddelen.
No. 5. Die levensmiddelen of vruchten verkoopt, rond- vent of uitstalt, nadat door de politie een verbod is uitge- vaardigd.
De politie kan dit verbod alleen uitvaardigen in tijden van ziekte.
De in beslag genomen voorwerpen worden verbeurd ver- verklaard.
Slachten van ziekvee.
No. 6. Die ziek vee i slacht.
. 5 1 .
Het vleesch van ziek vee afkomstig, wordt in beslag ge- nomen en verbeurd verklaard.
Begraven van lijken.
No. 7. Die eenig lijk begraaft of laat begraven op een mindere diepte dan van één en een halve meter onder- den beganen grond.
ART. 3. De overtreders dezer verordening zijn verplicht, onverminderd de bepaalde straffen, binnen een door het plaatselijk bestuur te bepalen termijn en op de daartoe ge- dane aanzegging, het gebrekkige en verzuimde te herstel- len en het tegen de bepalingen dezer verordening gemaakte of aanwezige weg te ruimen..
Bij niet nakoming hiervan zal het plaatselijk bestuur, zonder verder in gebreke stelling van den schuldige of nalatige, die ten zijnen koste doen verrichten.
ART. 4. I n geval van herhaling van dezelfde overtre- ding door denzelfden persoon binnen den tijd van één jaar, kunnen de straffen worden verhoogd, ten aanzien der overtredingen:
a. vermeld in artikel 1, tot eene geldboete van ten hoogste vi j f-en-twintig gulden;
h. vermeld in artikel 2, tot eene geldboete van ten hoogste zestig gulden, of, voor Europeanen of daarmede gelijkgestelde personen, tot gevangenisstraf respectievelijk van ten hoogste vier en zes dagen.
Voor Inlanders of daarmede gelijkgestelde personen, tot ten arbeidstelling aan de publieke werken voor den kost zonder loon, respectievelijk van ten hoogste twaalf en achttien dagen.
