Rian Visser & Lars Deltrap
De gouden poort
Rian Visser & Lars Deltrap
De spriet van Blitz doet raar. Hij trilt en zoemt.
Opeens landt er een groen wezen op bol Nul.
Het wezen lijkt precies op Blitz, maar het is een meisje! Haar naam is Blitzi. Ze is op zoek naar een gouden poort. Daarachter ligt haar eigen sterrenstelsel, Blitzem. Blitz en zijn vrienden
helpen haar met zoeken. Zullen ze de poort vinden?
En gaat Blitz dan ook terug naar Blitzem?
Blitz!is een serie voor beginnende lezers. In de boeken is een lettertype gebruikt dat voor iedereen makkelijk leesbaar is, ook voor dyslectici.
Leesniveau: AVI M5 (NL) en leerjaar 2 – 3 (BE)
Lees ook:
Boek 1 Blitz!
Boek 2 Op bol Tien
Boek 3 Troep in de ruimte Boek 4 De jacht op het monster Boek 5 Dino’s in de ruimte
9 789025 772482
www.gottmer.nl
M5
6
buitenaaleuk boek!Een rds
‘Een heerlijke aanwinst voor beginnende lezers.’ – NBD Biblion
Tekst Rian Visser Illustraties Lars Deltrap
Eerste druk, 2020
© 2020 tekst Rian Visser
© 2020 illustraties Lars Deltrap
© 2020 Voor deze uitgave:
Uitgeverij J.H. Gottmer / H.J.W. Becht BV,
Postbus 317, 2000 AH Haarlem (e-mail: info@gottmer.nl) Uitgeverij J.H. Gottmer / H.J.W. Becht BV
maakt deel uit van de Gottmer Uitgevers Groep BV Vormgeving: Rian Visser Grafisch Ontwerp, Haarlem ISBN 978 90 257 7248 2
NUR 282
www.blitzboeken.nl www.gottmer.nl www.rianvisser.nl www.larsdeltrap.nl
De gouden poort
DE LEZERSPRIJS VAN DE KINDERBOEKENWEEK
2021
14. Naar de aarde 87 15. Wat vliegt daar? 94
16. Rob en Moes 99
17. Het plan 106
18. Op de fiets 112
19. Over het hek 118
20. De oproep van Blitzi 125
21. Gezellig 130
22. Afscheid 136
23. Het ruimteschip 142 24. Op weg naar Blitzem 147
25. Op de aarde 154
Inhoud
1. De spriet 7
2. Een groen meisje 10
3. Verdwaald 16
4. Blitzi vertelt 22
5. De schotel 28
6. De wedstrijd 33
7. De twijfel 39
8. Een storm van steentjes 45
9. Verstoppertje 53
10. Dunne mannetjes 59
11. De glijbaan 67
12. Waar is Blitzi? 74
13. Het bouwwerk 81
1 . De spriet
Blitz is op bol Nul.
Hij doet een dutje.
Er kriebelt iets op zijn hoofd.
Stom bed, denkt Blitz.
Laat me lekker slapen!
Het bed van Blitz is namelijk een kietelbed.
Het heeft lange vingers.
Wanneer Blitz lui is,
kietelt het bed hem wakker.
Blitz draait zich nog eens om.
Weer kriebelt er iets op zijn hoofd.
Maar het bed beweegt niet.
Dat is raar!
Blitz voelt op zijn hoofd.
Zijn spriet trilt.
Zijn spriet zoemt.
Rrrzzz rrrzzz rrrzzz doet de spriet.
7
Daarna laat hij zijn neus los.
Plong!
‘Ik kan er niets aan doen,’ zegt Blitz.
‘De spriet doet het zelf.
Ik word er ook gek van!’
Slapen lukt niet meer.
De spriet trilt en zoemt maar door.
Het voelt niet fijn.
‘Piet, piet!’
Er vliegt een vogel uit de boom.
Dat is Priet.
Priet is de beste vriend van Blitz.
‘Piet, piet!’ roept Priet opnieuw.
‘Wat hoor ik?
Wat zoemt er zo?’
‘Dat doet mijn spriet,’ zegt Blitz.
‘Hij trilt en zoemt.’
‘Piet, piet!’ roept Priet.
‘Stop er eens mee!
Ik word er gek van.’
Blitz trekt aan zijn neus.
Dat doet hij soms als hij bang is.
Of als hij in de war is.
Of als hij boos is.
De neus van Blitz wordt dan heel lang.
8 9
Blitz schrikt.
Ja, er komt iets aan!
Het is een rond ding.
Het lijkt op een schotel.
2 . Een groen meisje
Blitz legt zijn handen over zijn oren.
Dat helpt niet.
De spriet trilt steeds harder.
Zijn neus trilt ervan.
Zijn oren trillen ervan.
Alles trilt.
Priet vliegt de boom in.
Hij landt op een hoge tak.
Zelfs daar hoort hij de spriet zoemen.
Rrrzzz rrrzzz RRRZZZ, klinkt het.
Het geluid wordt steeds harder!
Priet kijkt naar de ruimte.
‘PIET!’ roept hij ineens.
‘Blitz, daar komt iets aan!’
10 11
Het ding vliegt op hen af.
Er zit een groen wezen in.
Het wezen heeft een lange neus.
En het heeft een spriet.
Die steekt door het dak.
Het wezen lijkt op Blitz!
‘Piet!’ roept Priet.
‘Piet! Piet!’
Het vogeltje vliegt omlaag.
Hij gaat bij Blitz zitten.
‘Hoe kan dat, Blitz?
Jij bent hier!
Wie zit er dan in dat ding?’
De schotel hangt boven bol Nul.
Langzaam zakt hij naar de grond.
Het dak klapt open.
Het groene wezen stapt uit.
Het is een meisje, ziet Blitz.
Ze lijkt precies op hem.
Alleen haar kleren zijn oranje.
12 13
Het meisje trekt aan haar neus.
Plong!
‘Ik ben Blitzi 15,’ zegt ze.
Blitz trekt ook aan zijn neus.
Plong!
‘Ik ben Blitz,’ zegt hij.
‘Piet!’ roept Priet.
Hij steekt zijn snavel in de lucht.
Jammer dat hij geen neus heeft.
‘Ik ben Priet!’
Blitzi kijkt naar Blitz.
‘Wat is jouw nummer?’ vraagt ze.
Blitz denkt na.
‘Ik heb geen nummer,’ zegt hij dan.
‘Ik ben gewoon Blitz.’
‘Dat is vreemd,’ zegt Blitzi 15.
‘Bij ons heten alle meisjes Blitzi.
En alle jongens heten Blitz.
Daarom heeft iedereen een nummer.’
‘Piet!’ roept Priet.
‘Ik heb ook geen nummer.
Daar doen wij niet aan.’
Blitzi 15 kijkt verbaasd.
‘Goed,’ zegt ze.
‘Noem mij dan maar gewoon Blitzi.’
14 15