Godsdienst Les 1 Heiligen 1/5
UC Leuven Limburg
Departement Lerarenopleiding Professioneel gerichte bachelor in het onderwijs- flexibel traject: lager onderwijs
Campus Heverlee
Hertogstraat 178 - 3001 Heverlee Tel. 016 37 56 00 – Fax 016 37 56 99
PROFESSIONELE BACHELOR IN HET ONDERWIJS:
LAGER ONDERWIJS – flexibel traject LESONTWERP
Naam:Van Beurden Katrien
Studietrajectbegeleider: Lieve Delen (aanvankelijke LP) Mentor:
Nathalie Vaes/Lutgarde Vandecruys
Feedback op lesvoorbereiding
☐ in orde
☐ kleine aanpassingen nodig
☐ te herwerken en opnieuw indienen
☐ Aanvraag materiaal en voortaken: ……….
Vul de gevraagde informatie in
school : SBS De Hoeksteen leergebied : Godsdienst
klas en leerjaar : 1A onderdeel : Heiligen
aantal leerlingen : 18 lesonderwerp : Heiligen: Bijzondere mensen
datum (data) : 23-10-2015 lestijden : van 13u tot 13u50 uur
van tot uur
1. SITUERING IN EINDTERMEN EN/OF LEERPLANNEN Vink aan.
☐
☐☐
☐ Gemeenschapsonderwijs (georganiseerd door de Vlaamse Gemeenschap)
☒ Gesubsidieerd Officieel Onderwijs (georganiseerd door de steden, gemeenten of provincies)
☐
☐☐
☐ Gesubsidieerd Vrij Onderwijs (georganiseerd op privé-initiatief bijv. katholiek, joods, methode, …)
☐☐☐
☐ Privéscholen (niet erkend door de overheid bijv. Europese en internationale scholen) Kinderen ontdekken de betekenis van enkele religieuze feesten.
K Dit houdt in dat ze
- Omstreeks Allerheiligen en Allerzielen stil worden met de verbondenheid met heiligen en met overledenen uit de familie en/of kring.
- De kans krijgen om te bidden in verbondenheid met mensen die overleden zijn.
2. BEGINSITUATIE
Algemene beginsituatie: zie infowijzer Specifieke beginsituatie
Voorgaande jaren hebben de leerlingen in de kleuterschool ook gewerkt rond de feestdagen.
Individuele beginsituatie van kind(eren) m.b.t. deze les Differentiatievorm
1 ☐ tempo
☐ begeleiding
☐ instructie
☐ materiaal
☐ moeilijkheidsgraad
☐ … 3. BRONNEN
• DRIESEN, L., (2013), Echt tov 1: Kom Handleiding, Kalmthout, Pelckmans
Godsdienst Les 1 Heiligen 2/5 4. Bordschema
Kijkplaat: ‘De goede herder’
Kijkplaat
Blad met lichtje in
Godsdienst Les 1 Heiligen 3/5
TIJD DOELEN LEERPROCESBEGELEIDING
(lesgang, leerinhoud, instructie, vraagstelling, verwachte antwoorden)
WERKVORM
MEDIA/MATERIAAL/ORGANISATIE KLASSCHIKKING
intro
10’ De juf vermomt zich als schaap en begint een verhaal te vertellen over
herinneringen:
MehMehh… weten jullie wat ik mis? Ik mis de zon en het licht. Ik mis de warmte en eh… het zot kunnen rondhuppelen… Het is zo donker en miezerig.
Ik verlang naar de warmte van het licht. Ik denk aan fijne dagen: aan het zonlicht dat warm was en de hele dag zijn licht gaf; aan het malse groene gras; aan de bloemenweide; aan mijn dunne willen krulletjesvacht… Het is nu zo koud en donker. Er is alleen het licht dat onze herder meedraagt in zijn lantaarn, elke ochtend en elke avond. Dan weet ik dat het niet donker en koud blijft, maar dat het licht terug zal komen, en de warmte, en het blij huppelen in de wei. Onze herder toont ons licht in het donker. Hij laat ons op het komende licht hopen. Als hij binnenkomt schijnt het kleine licht en voel je een beetje de warmte van het grote licht dat gaat komen.
Waar gaat het verhaaltje over? Schaap mist iets. Hij heeft leuke herinneringen aan de warme tijd.
Hebben jullie ook herinneringen? Aan een leuke vakantie – oma of opa?
Wie praat er graag over herinneringen?
Theelichtjes in de klas.
Donker maken
Lantaarn vooraan in de klas.
kern
10’ De leerlingen verwoorden het belang van verbondenheid met geliefde mensen die hier niet meer zijn omdat ze overleden zijn of verhuisd.
LPD:
1.08 De leerlingen kunnen op basis van concrete ervaringen beschrijven wat ze zélf kunnen.
Wat zijn herinneringen?
• Hoe doen we dat nu? Herinneren? Een verhaal vertellen – foto’s laten zien – voorwerpen die gelinkt zijn aan een vakantie/persoon.
• Door herinneringen ga je terugkijken op wat voorbij is: een verjaardag – tekening – rapport - …
- Met het feest van Allerheiligen en Allerzielen denken de mensen terug aan belangrijke mensen in hun leven. Mensen die
overleden zijn.
- Zijn er leerlingen die iemand verloren hebben?
Hoe voel je je als je terug denkt aan die persoon? Verdrietig – blij – leuke herinneringen?
Wat kan je u nog herinneren? Wat maakte je blij?
Wat bewaar je van deze persoon en waar denk je nog vaak aan?
….
differentiatiedoel concrete differentiatie gelinkt aan individuele beginsituatie
5’ De leerlingen vertellen over rituelen en tradities die mensen uitvoeren om geliefden die ze missen te herdenken.
De leerlingen ontdekken hoe mensen elkaar va lichaamstaal kunnen steunen, troosten, bemoedigen of kwetsen.
LPD:
Naar het kerkhof
Als er iemand overleden is ga je naar een begrafenis en naar het kerkhof.
Wie is daar al eens geweest?
• Wat zag je op het kerkhof? Grafstenen – mensen die verdriet hebben. Mensen die troost willen/getroost worden. Hoe doen ze dit?
Schouderklopje – een knuffel.
• Hoe zie je dat mensen verdriet hebben? Tranen – elkaar omarmen.
• Zie je soms bloemen op het kerkhof?
• Wat zou je zelf op het kerkhof willen leggen? Een tekening met een herinnering op. Een bloemstukje. Een gedichtje.
Godsdienst Les 1 Heiligen 4/5 1.09De leerlingen kunnen de gevoelens bij
anderen herkennen en benoemen.
• Als je naar een kerkhof gaat hoe voel je u dan? Verdrietig – blij dat je de overleden persoon kan begroeten -…
• Denken jullie graag aan iemand die er niet meer is? Herinneringen ophalen met mama en papa.
• Zou het fijn zijn om in de klas ook een herinnerhoekje te maken?
Wat zou je daar dan willen leggen? Prenten – gedichtjes - gebed differentiatiedoel concrete differentiatie gelinkt aan individuele beginsituatie
5’ De leerlingen vertellen over rituelen en tradities die mensen uitvoeren om geliefden die ze missen te herdenken.
Gebeden
Als je naar een kerkhof gaat zie je soms dat er mensen aan het bidden zijn.
• Kunnen jullie bidden?
- Hoe doe je dit? Gebedshouding – handen vouwen - Maak je soms zelf een gebed of ken je er één?
• Hebben jullie al eens mensen zien bidden? Waar?
- Thuis – in de kerk – bij een kapel.
- Steken je ouders dan een kaars aan? Ja, licht brengen.
• Waar denk je aan als je herinneringen ophaalt van een overledene?
- De leuke dingen – foto’s – vakanties samen - …
Zelf gebed laten maken, eventueel koppelen aan blad lichtje.
differentiatiedoel concrete differentiatie gelinkt aan individuele beginsituatie
verwerking
15’ De leerlingen verwoorden persoonlijke gebeurtenissen.
De leerlingen verwoorden wie voor hen een lichtje is.
De leerlingen verwoorden waarom zij een lichtje zijn.
Licht
De juf stelt enkele vragen terwijl de leerlingen hun ogen dicht doen. Goed luisteren.
- Wie maakte jou gelukkig?
- Wat maakt jou gelukkig?
- Wie is/was een lichtje voor jou?
- Hoe voel je dat iemand een lichtje is voor jou?
- Hoe zie je aan jou dat iemand een lichtje is voor jou? Spring je, babbel je, lachen je ogen,…?
- Ben jij een lichtje voor iemand? Voor wie?
- Wat voor een lichtje ben jij?
• De leerlingen krijgen allemaal een blad met een licht op. In het hart schrijven/tekenen ze een naam of een gebeurtenis waar ze
herinneringen aan hebben. Of wie voor hen een lichtje is. Hier kregen ze de keuze.
Op de rest van het blad schrijven/tekenen ze een gebed, prenten die hen aan die persoon/gebeurtenis doen denken.
• Samen bespreken de blaadjes. (Enkel als de leerlingen dit willen.)
Theelichtjes
Blad met licht op. (Ik gebruik een blad met een kaars op omdat de les gaat over licht en welk licht de leerlingen
hebben/meebrengen.)
De leerling enkel het verhaal laten vertellen als hij dit zelf wil. Eventueel kan de leerling een lichtje vasthouden om hem een beter/veiliger gevoel te geven.
differentiatiedoel concrete differentiatie gelinkt aan individuele beginsituatie
Godsdienst Les 1 Heiligen 5/5
lesovergang
5’ Lied zingen
Samen zingen we het lied: ‘Ik wil een lichtje zijn.’
Met Jezus voel ik mij keigoed Guh legt een glimlach op mijn snoet Ik zwaai heel blij naar groot en klein Want ‘k wil een lichtje zijn.
Refrein:
Ik wil een lichtje zijn
Kijk hoe ik schijn schijn schijn Ik wil een lichtje zijn
Ik wil voor jou een lichtje zijn Met Jezus voel ik mij tiptop Met steeds een liedje in mijn kop Ik zwaai heel blij naar groot en klein Want ‘k wil een lichtje zijn
Refrein
CD CD-speler
Liedje eerst 1 x helemaal laten horen.
Dan mee zingen (Of mee zingen met het refrein.)