• No results found

Gemeente Deventer Jaarrekening 2015

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Gemeente Deventer Jaarrekening 2015"

Copied!
83
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Gemeente Deventer

Jaarrekening 2015

(2)

Colofon

Tekst: gemeente Deventer Vormgeving: gemeente Deventer

Uitgave: gemeente Deventer Datum: juli 2016

Copyright: gemeente Deventer Meer weten?

www.deventer.nl

(3)

Inhoudsopgave

Balans ...6

Overzicht van baten en lasten over begrotingsjaar 2015...8

Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling ...12

Toelichting op de balans ...18

Toelichting op de programmarekening ...26

Wet Normering bezoldiging topfunctionarissen ...28

Ondertekening en vaststelling ...29

Controleverklaring van de onafhankelijke accountant ...30

Bijlagen Bijlage 1 Onvoorzien ...32

Bijlage 2 Incidentele baten en lasten ...33

Bijlage 3 Nadere specificatie algemene dekkingsmiddelen ...46

Bijlage 4 SiSa ...47

Bijlage 5 IMG verantwoording en Ontwikkelagenda ...55

Bijlage 6 Resultaatbestemming via reserves ...57

Bijlage 7 Staat van reserves ...68

Bijlage 8 Algemene toelichting op de reserves ...70

Bijlage 9 Staat van voorzieningen ...73

Bijlage 10 Algemene toelichting op de voorzieningen ...74

Bijlage 11 Verloopoverzicht overlopende passiva en activa ...75

Bijlage 12 Overzicht uitgaven en inkomsten lopende investeringen ...78

Bijlage 13 Gewaarborgde geldleningen en staat van gewaarborgde geldleningen ...81

voor het verkrijgen en het verbeteren van eigen woning

(4)
(5)

Balans

Baten en lasten

(6)

Balans

Activa (bedragen x € 1.000) 31-12-2015 31-12-2014 Passiva (bedragen x € 1.000) 31-12-2015 31-12-2014

Vaste activa Vaste passiva

Immateriële vaste activa Eigen vermogen

Kosten verbonden aan het sluiten van geldleningen

146 154 Algemene reserve 15.375 15.388

en het saldo van agio en disagio Bestemmingsreserves 57.077 65.374

Kosten van onderzoek en ontwikkeling 59 59 Gerealiseerde resultaat 2.337 4.730

205 213 74.789 85.492

Materiële vaste activa Voorzieningen

Investeringen met economisch nut: Voorzieningen voor verplichtingen, verliezen en

7.621 7.291

• Gronden uitgegeven in erfpacht 4.312 4.335 risico’s

• Overige investeringen met economisch nut 181.011 158.148 Van derden verkregen middelen die specifiek

2.152 2.185

Investeringen met econ. nut, waarvoor ter bestrijding

32.641 32.891 besteed moeten worden

van de kosten een heffing kan worden geheven. Egalisatievoorzieningen - -

Investeringen in de openbare ruimte met een

23.875 23.585 9.773 9.476

maatschappelijk nut

241.839 218.959

Financiële vaste activa Vaste schulden met een rentetypische looptijd van

Kapitaalverstrekkingen aan: één jaar of langer

• Deelnemingen 13.959 6.776 Onderhandse leningen van:

Leningen aan: Binnenlandse banken en overige financiële

270.594 262.829

• Deelnemingen 26.736 26.885 instellingen

Overige langlopende leningen u/g 9.060 6.615 Binnenlandse bedrijven 5.735 5.878

Overige uitzettingen met een rentetypische looptijd

46 46 Buitenlandse banken, instellingen en overige

20.000 20.000

van één jaar of langer sectoren

Bijdragen aan activa in eigendom van derden 1.777 8.988 Door derden belegde gelden 650 688

Waarborgsommen 69

51.578 49.310 297.048 289.395

Totaal vaste activa 293.622 268.482 Totaal vaste passiva 381.610 384.363

(7)

Activa (bedragen x € 1.000) 31-12-2015 31-12-2014 Passiva (bedragen x € 1.000) 31-12-2015 31-12-2014

Vlottende Activa Vlottende Passiva

Voorraden Netto vlottende schulden met een rente typische

Onderhanden werk, waaronder bouwgronden in

85.674 84.796 looptijd korter dan één jaar

exploitatie Kasgeldleningen aangegaan bij openbare lichamen

- 188

Gereed product en handelsgoederen 12.441 14.941 als bedoeld in artikel 1, onderdeel a van de Wet

Grond- en hulpstoffen financiering decentrale overheden

Niet in exploitatie genomen bouwgronden 5.775 8.304 Banksaldi 3.751 -

103.890 108.041 Overige schulden 18.368 21.671

Overige kasgeldleningen 20.000 -

42.119 21.859

Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter Overlopende passiva

dan één jaar De van de Europese en Nederlandse

10.706 10.935

Vorderingen op openbare lichamen 7.650 5.988 overheidslichamen ontvangen voorschotbedragen

Overige uitzettingen - 1.000 voor uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel

Overige vorderingen 12.862 13.191 die dienen ter dekking van lasten van volgende

20.512 20.179 begrotingsjaren

Liquide middelen Overige vooruitontvangen bedragen die ten bate van

1.014 1.835

Kassaldi 1 7 volgende begrotingsjaren komen

Banksaldi 1.033 3.679 Verplichtingen die in het begrotingsjaar zijn

20.822 10.080

1.034 3.686 opgebouwd en die in een volgend begrotingsjaar tot

Overlopende activa betaling komen met uitzondering van jaarlijks

De van de Europese en Nederlandse

7.047 5.482

terugkerende arbeidskosten gerelateerde

overheidslichamen ontvangen voorschotbedragen verplichtingen van vergelijkbaar volume

die ontstaan door voorfinanciering op uitkeringen 32.542 22.850

met een specifiek bestedingsdoel

Overige nog te ontvangen bedragen 29.357 21.297

Vooruitbetaalde bedragen die ten laste komen van

809 1.905

volgende begrotingsjaren

37.213 28.684

Totaal vlottende activa 162.649 160.590 Totaal vlottende passiva 74.661 44.709

Totaal Generaal 456.271 429.072 Totaal generaal 456.271 429.072

Gewaarborgde geldleningen 27.176 28.213

Garantstellingen 1.235.570 1.705.451

(8)

Overzicht van baten en lasten over begrotingsjaar 2015

Bedrag x € 1.000 Begroting voor wijziging 2015 Begroting na wijziging 2015 Jaarrekening 2015 Begrotingsafwijking

Lasten Baten Saldo Lasten Baten Saldo Lasten Baten Saldo Lasten Baten Saldo

Programma

1. Burger en bestuur 15.538 1.739 -13.799 16.154 2.025 -14.129 16.222 2.075 -14.147 68 50 -18

2. Openbare orde en veiligheid 9.842 240 -9.602 10.239 806 -9.433 10.208 905 -9.303 -31 99 130

3. Leefomgeving 38.088 17.251 -20.837 40.572 20.357 -20.215 40.375 18.163 -22.212 -197 -2.194 -1.997

4. Milieu en Duurzaamheid 18.158 12.725 -5.433 20.045 14.022 -6.023 17.861 14.478 -3.383 -2.184 456 2.640

5. Ruimtelijke ontwikkeling 6.867 3.446 -3.421 8.803 4.343 -4.460 7.973 3.164 -4.809 -830 -1.179 -349

6. Herstructurering en vastgoed 20.278 19.136 -1.142 35.071 33.258 -1.813 39.869 35.075 -4.794 4.798 1.817 -2.981

7. Inkomensvoorziening en arbeidsmarkt 69.366 62.235 -7.131 70.197 36.850 -33.347 69.750 36.978 -32.772 -447 128 575

8. Meedoen 68.261 6.751 -61.510 78.504 5.976 -72.528 72.095 5.701 -66.394 -6.409 -275 6.134

9. Jeugd en onderwijs 45.304 3.590 -41.714 45.374 5.618 -39.756 43.344 4.590 -38754 -2.030 -1.028 1.002

10. Economie, kunst en cultuur 18.790 9.081 -9.709 20.811 5.581 -15.230 20.218 3.376 -16.842 -593 -2.205 -1.612

Subtotaal Programma's 310.492 136.194 -174.298 345.770 128.836 -216.934 337.915 124.505 -213.410 -7.855 -4.331 3.524

Omschrijving algemene dekkingsmiddelen

Lokale heffingen - 22.924 22.924 - 23.071 23.071 - 22.960 22.960 - -111 -111

Kwijtscheldingen OZB - - - 7 - -7 15 - -15 8 - -8

Kwijtscheldingen niet OZB 9 - -9 9 - -9 14 - -14 5 - -5

Algemene uitkeringen - 172.552 172.552 - 174.779 174.779 - 174.881 174.881 - 102 102

Dividend - 1.045 1.045 - 926 926 - 970 970 - 44 44

Agio Uitkering - - - - 847 847 - 847 847 - - -

Saldo financieringsfunctie 4 348 344 4 295 291 - 287 287 -4 -8 -4

Stelposten 26.985 - -26.985 235 - -235 - - - -235 - 235

Overige algemene dekkingsmiddelen -85 8.188 8.273 -8 8.367 8.375 -11 8.177 8.188 -3 -190 -187

Calculatieverschillen 10.375 2.091 -8.284 10.108 2.122 -7.986 6.072 674 -5.398 -4.036 -1.448 2.588

Subtotaal algemene dekkingsmiddelen 37.288 207.148 169.860 10.355 210.407 200.052 6.090 208.796 202.706 -4.265 -1.611 2.654

Onvoorzien 211 - -211 49 - -49 - - - -49 - 49

Gerealiseerde totaal saldo van baten en lasten 347.991 343.342 -4.649 356.174 339.243 -16.931 344.005 333.301 -10.704 -12.170 -5.942 6.228

(9)

Bedrag x € 1.000 Begroting voor wijziging 2015 Begroting na wijziging 2015 Jaarrekening 2015 Begrotingsafwijking

Lasten Baten Saldo Lasten Baten Saldo Lasten Baten Saldo Lasten Baten Saldo

Mutaties reserves

1. Burger en bestuur 112 - -112 112 185 73 112 82 -30 - -103 -103

2. Openbare orde en veiligheid 6 20 14 6 20 14 6 20 14 - - -

3. Leefomgeving 2.382 624 -1.758 4.468 1.610 -2.858 2.722 1.954 -768 -1.746 344 2.090

4. Milieu en Duurzaamheid - 3.340 3.340 - 3.921 3.921 - 1.510 1.510 - -2.411 -2.411

5. Ruimtelijke ontwikkeling - - - - 409 409 - 409 409 - - -

6. Herstructurering en vastgoed 3.769 4.950 1.181 9.772 11.641 1.869 14.987 19.752 4.765 5.215 8.111 2.896

7. Inkomensvoorziening en arbeidsmarkt - 1.217 1.217 250 2.298 2.048 250 1.771 1.521 - -527 -527

8. Meedoen 99 754 655 1.173 5.501 4.328 3.868 2.486 -1.382 2.695 -3.015 -5.710

9. Jeugd en onderwijs 5.694 9.479 3.785 5.694 9.863 4.169 5.741 9.303 3.562 47 -560 -607

10. Economie, kunst en cultuur 6.638 1.001 -5.637 3.446 2.629 -817 1.025 2.130 1.105 -2.421 -499 1.922

11. Algemene dekkingsmiddelen 19.279 21.423 2.144 26.496 30.271 3.775 24.968 27.302 2.334 -1.528 -2.969 -1.441

Subtotaal Mutaties reserves 37.979 42.808 4.829 51.417 68.348 16.931 53.679 66.719 13.040 2.262 -1.629 -3.891

Afrondingsverschillen - - - -

Gerealiseerde resultaat 385.970 386.150 180 407.591 407.591 - 397.684 400.020 2.336 -9.908 -7.571 2.337

(10)
(11)

Grondslagen

(12)

Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling

De jaarrekening is opgemaakt met inachtneming van de voorschriften uit het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV).

Algemene grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening

De waardering van de activa en passiva en de bepaling van het resultaat vindt plaats op basis van historische kosten. Tenzij bij het desbetreffende balanshoofd anders is vermeld, worden de activa en passiva opgenomen tegen nominale waarden.

De baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Baten en winsten worden slechts genomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd.

Verliezen en risico's die hun oorsprong vinden voor het einde van het begrotingsjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden.

Dividendopbrengsten van deelnemingen worden als bate genomen op het moment waarop het dividend betaalbaar gesteld wordt.

In de jaarrekening is de algemene uitkering opgenomen op basis van de in de septembercirculaire 2015 gepubliceerde accresmededeling.

Personeelslasten worden in principe toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Als gevolg van het formele verbod op het opnemen van voorzieningen en schulden uit hoofde van jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume, worden sommige personele lasten echter toegerekend aan de periode waarin uitbetaling plaatsvindt. Denk daarbij aan componenten zoals

ziektekostenpremie ten behoeve van gepensioneerden, overlopende vakantiegeld- en verlofaanspraken en dergelijke.

Voor arbeidskostengerelateerde verplichtingen van een jaarlijks vergelijkbaar volume wordt geen voorziening getroffen of op andere wijze een verplichting opgenomen. De referentieperiode is dezelfde als die van de meerjarenraming, te weten 4 jaar. Indien er sprake is van (eenmalige) schokeffecten (reorganisaties) moet er wel een

verplichting/voorziening worden gevormd. Een waarschijnlijk ongelijkmatig karakter van de kosten is daarbij bepalend.

Het gebruik van schattingen is een element bij het opstellen van de jaarrekening. Het tast de getrouwheid van de jaarrekening niet aan. Bij schattingen in de jaarrekening zijn de volgende punten in acht genomen:

• De aard van de schatting en de bijbehorende veronderstellingen worden als toelichting vermeld

• Er is rekening gehouden met alle relevante (potentiële) omstandigheden voor en na balansdatum

• Ervaringen in soortgelijke gevallen zijn meegenomen.

Vaste activa

Algemeen

In 2013 stelde de raad de richtlijn Activeren en afschrijven vast. Deze richtlijn is een vertaling van de eisen inzake duurzame activa, zoals die zijn neergelegd in het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) inzake duurzame activa. De voor de Deventer situatie vertaalde richtlijn biedt een actueel kader voor investeringen en de daaruit voortvloeiende activa en afschrijvingen. Voor het afschrijven beschrijft de richtlijn de afschrijvingstermijnen.

Omvangcriterium

Vanaf 1 januari 2005 worden investeringen met een gebruiksduur kleiner dan 3 jaar en/of met een verkrijging- of vervaardigingprijs lager dan € 25.000 niet geactiveerd maar direct ten laste van de programmarekening gebracht.

Vanaf het boekjaar 2013 worden activa, met een verkoop intentie op korte termijn, onder de vlottende activa opgenomen.

Kosten van onderzoek en ontwikkeling

Kosten van onderzoek en ontwikkeling worden alleen geactiveerd wanneer aan alle hieronder vermelde voorwaarden wordt voldaan (artikel 60 – BBV):

• Er is een voornemen om het actief te gebruiken of te verkopen

• De technische uitvoerbaarheid om het actief te voltooien, staat vast

• Het actief genereert in de toekomst economische of maatschappelijke nut

• De uitgaven die aan het actief zijn toe te rekenen kunnen betrouwbaar worden

vastgesteld.

(13)

Immateriële vaste activa

De immateriële vaste activa worden gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs verminderd met de duurzame waardeverminderingen.

Materiële vaste activa met economisch nut

In erfpacht uitgegeven gronden.

De in erfpacht uitgegeven percelen zijn gewaardeerd tegen de eerste uitgifteprijs (dat is de waarde die bij eerste uitgifte als basis voor de canonberekening in aanmerking is genomen). Percelen waarvan de erfpacht eeuwigdurend is, zijn tegen een geringe registratiewaarde opgenomen in de balans. Als bedragen worden ontvangen in verband met afkoop van voortdurend erfpacht, dan worden deze bedragen onder de vaste schulden op de balans opgenomen.

Overige investeringen met economisch nut

Deze materiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen de verkrijging- of vervaardigingprijs.

Specifieke investeringsbijdragen van derden worden onder voorwaarden (direct aantoonbare relatie en geen specifieke voorwaarden voor terugbetaling) in mindering gebracht (na ingebruikname object). Indien niet wordt voldaan aan de voorwaarden, wordt de bijdrage tot aan ingebruikname gedoteerd aan een voorziening of geboekt als transitorische post.

Investeringen met economisch nut waarvoor een heffing wordt geheven

Investeringen in riolering of het inzamelen van huishoudelijk afval worden opgenomen in een aparte categorie. Dit zijn investeringen met economisch nut waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven.

Afschrijven

Slijtende investeringen worden vanaf de boekingsperiode direct aansluitend op het moment van ingebruikneming (n+1) lineair of annuïtair afgeschreven gedurende de verwachte gebruiksduur. Daarbij wordt rekening gehouden met een eventuele

restwaarde. Op grondbezit (zowel met economisch als maatschappelijk nut) wordt niet afgeschreven. Bij de waardering wordt in voorkomende gevallen rekening gehouden met een bijzondere vermindering van de waarde, indien deze naar verwachting duurzaam is.

Dergelijke afwaarderingen worden teruggenomen als ze niet langer noodzakelijk blijken.

Wijziging bestemming activa

Activa waarvan de bestemming wijzigt (bijvoorbeeld door verkoop) moeten conform artikel 63, lid 5 – BBV de actuele waarde van de nieuwe bestemming worden toegelicht

(verkoop- of taxatiewaarde). Wanneer de duurzame gebruiksintentie eindigt (door verkoopvoornemen), dan wordt het object onder de vlottende activa (voorraden) gerubriceerd. Is de actuele waarde lager dan de boekwaarde, dan vindt afwaardering plaats.

Investeringen in de openbare ruimte met uitsluitend maatschappelijk nut Activa met een meerjarig maatschappelijk nut in de openbare ruimte worden alleen in uitzonderingsgevallen geactiveerd. Uitzonderingsgevallen zijn:

• Eerste aanleg van wegen met de hierbij behorende civiele kunstwerken, niet opgenomen in grondexploitaties

• Omvangrijke wegenreconstructies in het kader van een wijkverbetering of verkeersdoorstroming.

De ondergrond van deze werken wordt daarbij als integraal onderdeel van het werk beschouwd. Er wordt hier dus ook op afgeschreven.

Eventuele activering vindt plaats tegen de verkrijging- of vervaardigingprijs minus bijdragen van derden of bijdragen uit reserves. Activa met een meerjarig maatschappelijk nut in de openbare ruimte worden zo snel mogelijk afgeschreven (inclusief de

(onder)gronden). Alle overige investeringen in activa met een meerjarig maatschappelijk nut worden meegenomen in de beheersprogramma’s.

Financiële vaste activa

Kapitaalverstrekkingen aan gemeenschappelijke regelingen en leningen u/g zijn opgenomen tegen nominale waarde. Zo nodig is een voorziening voor verwachte oninbaarheid in mindering gebracht.

Participaties in het aandelenkapitaal van NV’s en BV’s (‘kapitaalverstrekkingen aan

deelnemingen’ in de zin van het BBV) zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs van de

aandelen. Wanneer de waarde van de aandelen onverhoopt structureel mocht dalen tot

onder de verkrijgingsprijs, vindt afwaardering plaats. Tot dusver is dat niet noodzakelijk

gebleken. De actuele waarde ligt ruim boven de verkrijgingsprijs. Bijdragen aan activa van

derden worden conform de richtlijn Activeren en afschrijven (2013) geactiveerd. De

verleende bijdragen worden afgeschreven in een periode, gelijk aan de gebruiksduur van

het actief waarvoor de bijdrage is verstrekt.

(14)

Vlottende activa

Voorraden

De nog niet in exploitatie genomen bouwgronden zijn gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs dan wel lagere marktwaarde. Dit in overeenstemming met de voorwaarden zoals

genoemd in de in 2012 bijgestelde notitie Grondexploitatie (commissie BBV).

Er wordt rente (omslagrentepercentage) bijgeschreven op de boekwaarde van deze voorraden.

De als ‘onderhanden werken‘ opgenomen bouwgronden in exploitatie zijn gewaardeerd tegen de vervaardigingsprijs dan wel de lagere marktwaarde. De vervaardigingsprijs omvat de kosten die rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend (zoals grondaankopen en kosten van bouw- en woonrijpmaken). Ook een redelijk te achten aandeel in de rentekosten en de administratie- en beheerskosten valt eronder.

Winsten uit de grondexploitatie worden slechts genomen indien en voor zover die met voldoende mate van betrouwbaarheid als gerealiseerd aangemerkt kunnen worden.

Zolang daarvan geen sprake is, worden de verkregen verkoopopbrengsten ten volle op de vervaardigingskosten in mindering gebracht. Door de gekozen systematiek is het mogelijk dat een boekwaarde tijdelijke negatief kan staan.

Gerede producten worden gewaardeerd tegen de kostprijs of tegen de marktwaarde indien de marktwaarde lager is dan de kostprijs. Dat laatste doet zich met name voor indien voorraden incourant zijn. De kostprijs bestaat uit de verrekenprijzen van grond- en hulpstoffen en de loonkosten die aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend.

Voor een geprognosticeerd verlies op de grondexploitatie wordt een verliesvoorziening ingesteld ter grote van het volledige verlies. De voorziening wordt gepresenteerd als waardecorrectie op de post voorraad onderhanden werk (bouwgrond in exploitatie (BIE)).

De overige grond- en hulpstoffen (magazijnvoorraden) worden gewaardeerd tegen standaard verrekenprijzen die zijn gebaseerd op de gemiddelde betaalde inkoopprijs.

Verschillen tussen de standaard verrekenprijs en betaalde inkoopprijs worden als

resultaat verantwoord. Incourante voorraden worden afgewaardeerd naar marktwaarde.

Vorderingen

De vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Voor verwachte

oninbaarheid is een voorziening in mindering gebracht. De voorziening is bepaald op basis van de geschatte inningskansen per individuele vordering (statische methode).

Liquide Middelen

Deze activa worden tegen nominale waarde opgenomen.

Overlopende activa

De overlopende activa maken onderdeel uit van de vlottende activa (artikel 37 – BBV).

Onder de overlopende activa vallen de vooruitbetaalde kosten en nog te ontvangen bedragen. Vooruitbetaalde kosten zijn kosten die reeds zijn betaald, maar waarvan de prestatie (nut) na de balansdatum valt. ‘Nog te ontvangen bedragen’ betreft nog te factureren geleverde prestaties. De grondslag voor de ‘vordering’ is voor de balansdatum ontstaan. Overlopende activa worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs (artikel 63 – BBV).

Vaste Passiva Eigen vermogen

Reserves

Conform artikel 19 – BBV bevat de toelichting op het overzicht van baten en lasten een overzicht van de structurele toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves.

Voorzieningen

In 2009 stelde de raad de geactualiseerde beleidsnota Reserves en voorzieningen vast. De nota geeft het kaderstellend beleid voor voorzieningen weer.

Met ingang van begrotingsjaar 2014 is middels een Wijzigingsbesluit (25-07-2013) de toepassing ervan enigszins aangepast en wel als volgt:

1. Voorzieningen worden gevormd wegens:

a. Verplichtingen en verliezen waarvan de omvang op de balansdatum onzeker is, doch redelijkerwijs te schatten

b. Op de balansdatum bestaande risico’s ter zake van bepaalde te verwachten verplichtingen of verliezen waarvan de omvang redelijkerwijs te schatten is c. Kosten die in een volgend begrotingsjaar zullen worden gemaakt, mits het maken

van die kosten zijn oorsprong mede vindt in een voorafgaand begrotingsjaar en de voorziening strekt tot gelijkmatige verdeling van lasten over een aantal begrotingsjaren

d. De bijdragen aan toekomstige vervangingsinvesteringen, waarvoor een heffing

wordt geheven als bedoeld in artikel 35, eerste lid, onder b – BBV.

(15)

2. Tot de voorzieningen worden ook gerekend: van derden verkregen middelen die specifiek besteed moeten worden, met uitzondering van de voorschotbedragen, bedoeld in artikel 49, onderdeel b – BBV (zijnde de van Europese en Nederlandse overheidslichamen ontvangen voorschotbedragen voor uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren). Deze uitzonderingscategorie wordt conform het BBV verantwoord onder de overlopende passiva.

3. Voorzieningen worden niet gevormd voor jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume.

Voorzieningen worden gewaardeerd op het nominale bedrag van de betrokken

verplichting dan wel het voorzienbare verlies (artikel 44 – BBV). Een uitzondering hierop is voorziening Wethouders-pensioenen, die wordt gewaardeerd tegen contante waarde.

De onderhoudsegalisatie voorzieningen zijn gebaseerd op een meerjarenraming (de zogenaamde meerjarenonderhoudsplannen - MJOP’s) voor het uit te voeren groot onderhoud aan (een deel van) de kapitaalgoederen. Daarin is rekening gehouden met de kwaliteitseisen die daarvoor zijn geformuleerd. In de paragraaf Onderhoud

kapitaalgoederen in het jaarverslag is het beleid daarvoor nader toegelicht.

Vaste schulden

Vaste schulden worden gewaardeerd tegen de nominale waarde verminderd met de gerealiseerde aflossingen. De vaste schulden hebben een rentetypische looptijd van één jaar of langer.

Algemeen

In 2009 stelde de raad de geactualiseerde beleidsnota Reserves en voorzieningen vast.

Deze beleidsnota is een vertaling van de eisen, zoals die zijn neergelegd in het Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten (BBV) inzake reserves en voorzieningen. De nota is daarmee toegespitst op de Deventer situatie.

De algemene reserves en bestemmingsreserves worden gevormd conform de besluiten van de raad. Onttrekkingen aan deze reserves geschieden conform daartoe strekkende raadsbesluiten. Bij een aantal reserves is sprake van toevoeging van rente ten laste van de programmarekening op basis van het in de begroting vastgestelde rentepercentage.

Incidentele baten en lasten

Conform artikel 28 – BBV is in de toelichting op de programmarekening een overzicht van de incidentele baten en lasten per programma. Daarin worden per programma de belangrijkste posten afzonderlijk gespecificeerd.

Nog te bepalen en te bestemmen resultaat

De basis voor de jaarrekening ligt in de door de gemeenteraad vastgestelde begroting. De jaarrekening moet tot uitdrukking brengen wat er werkelijk is gebeurd ten opzichte van de voornemens in de vastgestelde begroting, inclusief later daarin aangebrachte wijzigingen. Met de voorgeschreven analyse tussen de rekening- en begrotingscijfers wordt inzicht verstrekt in de - eventueel - ontstane verschillen. Conform de

programmabegroting mogen in de diverse programma’s geen stortingen en onttrekkingen met betrekking tot de reserves worden opgenomen. Deze mutaties worden

gepresenteerd in het overzicht werkelijke toevoegingen en onttrekkingen aan reserves.

Nadat het resultaat van de rekening (inclusief exploitatiemutaties in reserves) is bepaald, wordt dit afzonderlijk op de balans vermeld en in de jaarrekening vastgelegd. Na

vaststelling van de jaarrekening neemt de gemeenteraad vervolgens een besluit over de bestemming van het resultaat.

Eigen bijdrage CAK

Een aanvrager van een voorziening, hulp in de huishouding of een financiële

tegemoetkoming is op grond van de Wmo een eigen bijdrage verschuldigd. De hoogte daarvan wordt bepaald op basis van de gemeentelijke verordening Wmo en de inkomensgegevens van de aanvrager. De wet bepaalt dat niet de gemeente de berekening, oplegging en incasso van deze eigen bijdrage uitvoert, maar het CAK.

Vanwege privacyoverwegingen is de gegevensverstrekking van het CAK aan de gemeente Deventer ontoereikend om de volledigheid en juistheid van de eigen bijdragen te kunnen vaststellen. Door het vaststellen van de eigen bijdragen bij het CAK neer te leggen, heeft de wetgever in feite bepaald, dat de juistheid en volledigheid van de eigen bijdragen geen gemeentelijke verantwoordelijkheid is.

Gezien het feit dat het CAK hiervoor verantwoordelijk is, geeft zij hier jaarlijks een mededeling over af (de ‘Third party-mededeling’). Daarbij betrekt het CAK niet de juistheid, volledigheid en tijdigheid van de gegevens van andere ketenpartners.De gemeente Deventer beschikt daardoor niet over voldoende informatie om zekerheid te hebben omtrent de volledigheid van de eigen bijdragen Wmo ontvangen via het CAK van

€ 2.460.000 in haar jaarrekening 2015.

Wel heeft de gemeente met de mededeling van het CAK de zekerheid dat het totaalbedrag aan vastgestelde eigen bijdragen gelijk is aan de door het CAK geïnde en doorbetaalde eigen bijdragen aan de gemeente. Zodoende is er toch voldoende zekerheid dat de eigen bijdragen in de jaarrekening 2015 juist zijn verantwoord. Eigen bijdragen die mogelijke niet zijn verantwoord, worden ingeschat als niet significant dan wel materieel.

(16)

Vlottende passiva

Vlottende passiva

De vlottende passiva worden gewaardeerd tegen de nominale waarde.

Borg- en Garantstellingen

Voor zover geldleningen door de gemeente gewaarborgd zijn, is buiten de telling het totaalbedrag van de geborgde schuldrestanten per einde boekjaar opgenomen. In de toelichting op de balans is dit opgenomen en in bijlage 13 wordt dit nader gespecificeerd.

Verplichting voortvloeiend uit leasing

De waardering van de verplichting van financial leasing vindt plaats tegen de contante waarde van de contractueel verschuldigde leasetermijnen.

Overlopende passiva

Overlopende passiva zijn verplichtingen die in het begrotingsjaar zijn opgebouwd en die in een volgend begrotingsjaar tot betaling komen (met uitzondering van jaarlijks

terugkerende arbeidskostengerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume (artikel 49 – BBV)). Een essentieel kenmerk is dat er voor de gemeente een verplichting bestaat.

Een verplichting is een plicht of verantwoordelijkheid jegens een derde om op een bepaalde manier te handelen of te presteren (dit kan voortkomen uit een overeenkomst, maar ook uit een door een derde reeds geleverde prestatie waarvoor nog geen betaling heeft plaatsgevonden).

Vanaf 01-01-2008 worden van Europese en Nederlandse overheidslichamen ontvangen voorschotbedragen voor uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren, onder de overlopende passiva opgenomen (artikel 49, onderdeel b – BBV).

Indien op basis van de voorwaarden van de specifieke doeluitkering het niet bestede bedrag moet worden terugbetaald, dan is dit terug te betalen voorschotbedrag

verantwoord onder de netto vlottende schulden (artikel 48, onderdeel c – BBV en vraag 2 van deel 15 – vragen en antwoordenrubriek).

Overlopende passiva worden gewaardeer d tegen nominale waarde (artikel 63 lid 7 –

BBV).

(17)

Toelichting op de balans en

de programmarekening

(18)

Toelichting op de balans

Vaste activa

Immateriële vaste activa

De post immateriële vaste activa wordt onderscheiden in (x € 1.000):

2015 2014

Kosten onderzoek en ontwikkeling 59 59

Kosten sluiten geldleningen 146 154

Totaal 205 213

Het onderstaand overzicht geeft het verloop weer van de immateriële vaste activa gedurende het jaar 2015 (x € 1.000):

Boek- waarde 31-12- 2014

Investe- ringern

Desinves teringen

Afschrij vingen

Bij- dragen van derden

Afwaar- deringen

Boek- waarde 31-12- 2015 Kosten onderzoek

en ontwikkeling 59 - - - 59

Kosten sluiten

geldleningen 154 - - 8 - - 146

Totaal 213 - - 8 - - 205

Materiële vaste activa

De materiële vaste activa bestaan uit de volgende onderdelen (x € 1.000):

Boekwaarde 31-12-2015

Boekwaarde 31-12-2014

In erfpacht uitgegeven gronden 4.312 4.335

Overige investeringen met een economisch nut 181.011 158.148

Investeringen met economisch nut, waarvoor ter

bestrijding van kosten een heffing kan worden geheven 32.641 32.891 Investeringen in de openbare ruimte met maatschappelijk nut 23.875 23.585

Totaal 241.839 218.959

Het onderstaande overzicht geeft het verloop weer van de in erfpacht uitgegeven gronden (x € 1.000):

Boekwaarde 31-12-2014

Investeringen Desinves- teringen

Afschrij- vingen

Bijdragen van derden/

reserves

Boekwaarde 31-12-2015

Gronden uitgegeven in

erfpacht 4.335 -

23 -

-

4.312

Totaal 4.335 - 23 - - 4.312

De overige investeringen met economisch nut kunnen als volgt worden onderverdeeld (x € 1.000):

2015 2014

Gronden en terreinen 11.840 12.983

Woonruimten 1.579 8.388

Bedrijfsgebouwen 141.028 111.608

Grond-, weg- en waterbouwkundige werken 3.801 3.746

Vervoermiddelen 9 10

Machines, apparaten en installaties 10.129 10.573

Overige materiële vaste activa 12.722 10.997

Subtotaal 181.108 158.305

Verliesvoorziening bedrijfsgebouw -39 -33

Verliesvoorziening gronden en terreinen -58 -124

Totaal 181.011 158.148

Het onderstaande overzicht geeft het verloop van de boekwaarde van de overige investeringen met economisch nut weer (x € 1.000):

Boek- waarde 31-12-2014

Inves- teringen

Desinves- teringen

Afschrij- vingen

Bij- dragen van derden

Boek- waarde

31-12- 2015

Verlies- voor- ziening

Netto boek- waarde 31-12- 2015 Gronden en

terreinen 12.983 -796 51 296 - 11.840 58 11.782

Woonruimten 8.388 - 6.742 67 - 1.579 1.579

Bedrijfs-

gebouwen 111.608 35.188 131 5.536 101 141.028 39 140.989

(19)

Boek- waarde 31-12-2014

Inves- teringen

Desinves- teringen

Afschrij- vingen

Bij- dragen

van derden

Boek- waarde

31-12- 2015

Verlies- voor- ziening

Netto boek- waarde 31-12- 2015 Grond-, weg-

en water- bouwkun- dige werken

3.746 337 15 267 - 3.801 - 3.801

Vervoer-

middelen 10 - - 1 - 9 9

Machines, apparaten, installaties

10.573 1.515 - 1.896 63 10.129 10.129

Overige materiële vaste activa

10.997 3.482 1 1.756 - 12.722 12.722

Totaal 158.305 39.726 6.940 9.819 164 181.108 97 181.011

 Investeringsbedrag 2015 betreft voor € 33,8 miljoen het nieuwe stadhuis. Overige grote investeringen zijn fietsenstalling Stationsplein (€ 2,0 miljoen) en automatisering en telefonie (ca € 2,4 miljoen)

 Het negatieve bedrag onder investering gronden en terreinen betreffen: overboeking van de investering terrein Ijsselstreek naar de grondexploitatie Geertruiden

(-€ 346.000,-) en overboekingen investering Schoolstraat 15 (- € 172.000) en investering Meesterpad 3 (- € 278.000) naar bedrijfsgebouwen

 De desinvestering betreft voor € 6.742.000 de inbreng van woonruimte investering Sluisstraat Zuid in de gebiedsexploitatie Sluiskwartier

 Onder bijdragen van derden zijn de bijdragen van derden opgenomen die direct gerelateerd zijn aan de investering.

De investeringen met economisch nut waarvan ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven kent het volgende verloop in 2015 (x € 1.000):

Boek- waarde 31-12- 2014

Inves- teringen

Desin- ves- teringen

Afschrij- vingen

Bij- dragen

van derden

Boek- waade 31-12- 2015 Investering met economisch

nut waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven

32.891 633 - 883 - 32.641

Totaal 32.891 633 - 883 - 32.641

De boekwaarde van de investeringen in de openbare ruimte met uitsluitend maatschappelijk nut had het volgende verloop (x € 1.000):

Boek- waarde 31-12- 2014

Inves- teringen

Desinves- teringen

Afschrij- vingen

Bijdragen van derden

Boekwaar de 31-12- 2015

Gronden en terreinen 36 4- - 1 - 31

Grond-, weg- en water-bouwkundige werken

23.500 3.450 - 2.153 1.220 23.577

Machines, apparaten

en installaties 49 - - 12 - 37

Overige materiële

vaste activa - 230 - - - 230

Totaal 23.585 3.676 - 2.166 1.220 23.875

Voor een nadere specificatie wordt verwezen naar de als bijlage opgenomen overzicht bijlage 12 toelichting op uitgaven en inkomsten lopende investeringen.

Financiële vaste activa

Onderstaand overzicht geeft het verloop van de financiële vaste activa gedurende het jaar 2015 weer (x € 1.000):

Boek- waarde 31-12-2014

Inves- teringen

Desinves- teringen

Afschrij- vingen / aflossingen

Boek- waarde 31-12-2015 Kapitaalverstrekkingen aan:

- Deelnemingen 6.776 7.184 - 1 13.959

Leningen aan:

- Woningbouwcorporaties - - - - -

- Deelnemingen 26.885 11.660 - 11.809 26.736

Overige langlopende leningen u/g 6.615 3.970 - 1.525 9.060

Overige uitzettingen > 1 jaar 46 - - - 46

Bijdragen aan activa van derden 8.988 351 7.183 379 1.777

Totaal 49.310 23.165 7.183 13.714 51.578

 De investeringsbijdrage filmtheater Viking (€ 7,2 miljoen) is omgezet van bijdragen

aan activa in eigendom derden naar kapitaalverstrekkingen.

(20)

 Toevoeging deelnemingen betreft NV Maatschappelijk Vastgoed (€ 7,9 miljoen), Sportbedrijf (€ 3,4 miljoen) en brandscheidingen NV DOS (€ 0,35 miljoen).

 Langlopende leningen zijn verstrekt aan GA Eagles (€ 3,4 miljoen) en woningabonnement WDW Escohold (€ 0,4 miljoen)

 Voor de trekkenwand schouwburg is 0,35 miljoen bijdrage aan activa opgenomen.

Vlottende activa Voorraden

De samenstelling hiervan is als volgt (x € 1.000):

Boekwaarde 31-12-2015

Boekwaarde 31-12-2014

Onderhanden werk; voorraden gronden in exploitatie 126.129 123.667

Grond en hulpstoffen; niet in exploitatie genomen gronden en overig 12.610 13.247 Gereed product en handelsgoederen; nog te verkopen grond en

overige voorraden grond 12.603 15.096

Totaal 151.342 152.010

Afgedekt door voorzieningen verwacht verlies:

Onderhanden werk; voorraden gronden in exploitatie 40.455 38.871

Grond en hulpstoffen; niet in exploitatie genomen gronden en overig 6.835 4.943 Gereed product en handelsgoederen; nog te verkopen grond en

overige voorraden grond 162 155

Totaal verliesvoorzieningen 47.452 43.969

Totaal 103.890 108.041

De mutaties over 2015 zijn als volgt weer te geven (x € 1.000):

Grond in exploitatie

Grond nog niet in exploitatie

Voorraad eigen verklaring

CBR

Nog te verkopen

Gronden

Boekwaarde 31-12-2014 84.796 8.304 6 14.935

Rentetoevoeging op voorzieningen -1.944 -247 - -7

Mutatie verliesvoorziening 2014 360 -1.645 -

Saldo mutaties

(Vermeerderingen/verminderingen) 2.462 -637 5 -2.498

Grond in exploitatie

Grond nog niet in exploitatie

Voorraad eigen verklaring

CBR

Nog te verkopen

Gronden

Boekwaarde 31-12-2015 85.674 5.775 11 12.430

Overzicht gronden niet in exploitatie genomen (x € 1.000):

Geïnvesteerd vermogen per 1-1-2015

Geïnvesteerd vermogen per 31-12-2015

Bergweide Demping Dode Havenarm 550 594

Bergweide 5.2 1.548 1.644

Havenkwartier Mr de Boerlaan 1.494 1.280

Terrein Zutphenseweg 51006 (vm Es 184 217

Park Zandweerd 3.872 798

Geertruiden -802 -

Bramhaar 1.724 1.442

Centrumplan Bathmen -266 -200

Totaal 8.304 5.775

De belangrijkste mutaties bij de niet in exploitatie genomen gronden vonden plaats bij:

• Afwaardering (-€2,1 miljoen) en treffen verliesvoorziening (-€ 1,2 miljoen) Park Zandweerd

• Treffen verliesvoorziening Bramhaar (-€ 0,4 miljoen).

Overzicht gronden in exploitatie genomen (x € 1.000):

Geïnvesteerd vermogen per 1-1-2015

Geïnvesteerd vermogen per 31-12-2015

Woningbouwlocaties

Geertruiden - -894

Gooikerspark 2.110 -7

Vijfhoek algemeen 109.941 984

Planstructurele voorzieningen 8.059 -

Op den Haer -17.612 -

Steinvoorde woningen -8.455 -

Steinvoorde in Het Jeurlink -15.551 -

(21)

Geïnvesteerd vermogen per 1-1-2015

Geïnvesteerd vermogen per 31-12-2015

Steinvoorde voorzieningencentrum -1.569 -

Het Fetlaer -23.453 -

Graveland -15.807 -

Spijkvoorderenk 8.842 7.771

Steenbrugge totaal 8.344 9.208

Spikvoorde -37.753 -977

Eikendal fase 1 13.477 13.939

Woningbouw Okkenbroek 31 -1

Woningbouw Okkenbroek 2 -31 1

De Wijtenhorst 6.220 3.259

Bedrijvenlocaties

Bergweide Algemeen -12.971 -13.590

Bergweide vuilstort Westfalenstr. 9.099 9.576

Havenkwartier Havenplein -136 -133

Havenkwartier Zelf en samenbouw 3.498 3.446

Havenkwartier doorontwikkeling broedplaats 1.492 1.488

Havenkwartier stoer wonen 401 454

Havenkwartier silogebied 1.678 1.897

Bedrijvenpark A1 39.302 39.767

Hanzeweg - -57

Bedrijventerrein Lettele 376 417

Randgebieden AS Rondom de Scheg 2.073 2.270

Randgebied AS BC Driehoek Blauwenoord 206 17

Bedrijventerrein Bathmen 305 337

Sluiskwartier - 3.642

Herontwikkellokaties

WC Keizerlanden 2.680 2.860

Totaal in exploitatie genomen 84.796 85.674

Inclusief gevormde verliesvoorzieningen voor een bedrag van € 40,5 miljoen.

De belangrijkste mutaties (exclusief verliesvoorziening) bij de in exploitatie genomen projecten vonden plaats bij:

 Bedrijvenpark A1 € 1,1 miljoen: bodemonderzoek, aanleg wegen, verwerving, plankosten, rente en grondverkopen

 Wijtenhorst -€ 2,8 miljoen: bouw- en woonrijp maken, planontwikkelingskosten, rentekosten en grondverkopen

 Vijfhoek -€ 0,9 miljoen: afsluiting grondexploitatie resterende gebieden.

 Spijkvoorderenk -€ 0,8 miljoen: bouw- en woonrijp maken, plankosten, rente en verkopen woningbouw

 Rondom de Scheg € 0,4 miljoen: voor met name rentekosten

 Steenbrugge € 0,6 miljoen: planontwikkeling en rentekosten

 Winkelcentrum Keizerslanden € 0,3 miljoen: planontwikkeling en rentekosten

 Eikendal -€ 0,5 miljoen: planontwikkeling en rentekosten en grondverkopen

 Havenkwartier silogebied € 0,2 miljoen: planontwikkeling, bijdragen aan derden en rentekosten

 Bergweide Westfalenstraat € 0,4 miljoen: rente

 Sluiskwartier € 5,0 miljoen: inbreng verwervingskosten, planontwikkeling en een subsidiebijdrage

 De projecten Sluiskwartier en Geertruiden zijn in de jaarrekening 2014 nog opgenomen onder Niet in exploitatie genomen gronden. In 2015 in exploitatie genomen.

Overzicht gereed product en handelsgoederen (x € 1.000):

Geïnvesteerd vermogen per 1-1-2015

Geïnvesteerd vermogen per 31-12-2015

Te verkopen panden en gronden 14.935 12.430

Overige voorraden 6 11

Totaal 14.941 12.441

De belangrijkste mutaties bij gereed product en handelsgoederen vonden plaats bij:

• Mutaties door verkopen (Deventer Noord-oost en Knoopkegel), rentebijschrijving en afwaardering op de nog te verkopen gronden € -2,5 miljoen.

Voor een nadere toelichting op de grondexploitatie wordt verwezen naar de toelichting

op het programma 6 en de paragraaf Grondbeleid in het Jaarverslag 2015.

(22)

Het verloop van de verliesvoorziening voor het jaar 2015 wordt in onderstaand overzicht weergegeven (x € 1.000):

Stand voorz.

31-12-2014

Rente op voorzieningen

Mutaties voorzieningen

Stand voorz.

31-12-2015

Havenkwartier Mr de Boerlaan 4.170 208 97 4.475

Terrein Zutphenseweg 51006 (vm Es 397 20 -54 363

Park Zandweerd - - 1.236 1.236

Bramhaar - - 378 378

Centrumplan Bathmen 376 19 -12 383

Bedrijvenpark A1 21.701 1.085 -465 22.321

Bedrijventerrein Lettele 335 17 -13 339

Randgebieden AS Rondom de Scheg 5.255 263 -2 5.516

Sluiskwartier - - 1.367 1.367

WC Keizerlanden 2.236 112 7 2.355

Eikendal fase 1 2.271 114 -1.040 1.345

De Wijtenhorst 2.682 134 26 2.842

Spijkvoorderenk 1.370 68 170 1.608

Steenbrugge 3.021 151 -410 2.762

Te verkopen panden en gronden 155 7 - 162

Totaal 43.969 2.198 1.285 47.452

Uitzettingen korter dan één jaar

De in de balans opgenomen uitzettingen met een looptijd van één jaar of minder zijn als volgt gespecificeerd (x € 1.000):

Boekwaarde 31-12-2015

Voorziening oninbaar-heid

Balans- waarde 31-12-2015

Balans- waarde 31-12-2014

Vorderingen op openbare lichamen 7.650 - 7.650 5.988

Verstrekte kasgeldleningen - - - -

RC verhoudingen met niet fin. instell. - - - -

Overige vorderingen 16.898 4.036 12.862 13.191

Overige uitzettingen - - - 1.000

Totaal 24.548 4.036 20.512 20.179

Drempelbedrag Schatkistbankieren (SKB)

De drempelbragen per kwartaal zijn als volgt (x € 1.000):

1e kwartaal

2015

2e kwartaal 2015

3e kwartaal 2015

4e kwartaal 2015 Op dagbasis buiten 's Rijks schatkist

gehouden middelen

-

-

-

-

Drempelbedrag 2.895 2.895 2.895 2.895 Ruimten binnen limiet (+), overschrijding (-) 2.895 2.895 2.895 2.895

Liquide middelen

De samenstelling hiervan is als volgt (x € 1.000):

2015 2014

Kassaldi 1 7

Banksaldi 1.033 3.679

Totaal 1.034 3.686

Overlopende activa

De post overlopende activa bestaat uit (x € 1.000):

2015 2014

Vooruitbetaalde bedragen die ten laste komen van volgende

begrotingsjaren 809 1.905

De van de Europese en Nederlandse overheidslichamen ontvangen voorschotbedragen die ontstaan door voorfinanciering op uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel

7.047 5.482

Overige nog te ontvangen bedragen 29.357 21.297

Totaal 37.213 28.684

Het verloop op nog te ontvangen voorschotbedragen op uitkeringen is als volgt (x € 1.000):

Saldo 31-12-2014

Ontvangen bijdragen

Bestede bedragen

Saldo 31-12-2015 Nog te ontvangen voorschot

bedragen op uitkeringen 5.482 2.277 712 7.047

Zie voor specificatie het als bijlage 11 opgenomen overzicht overlopende activa.

(23)

Vaste Passiva Eigen vermogen

Het verloop van de boekwaarde (algemene- en bestemmingsreserves) is als volgt (x € 1.000):

2015 2014

Algemene reserves 15.375 15.388

Bestemmingsreserves 57.077 65.374

Gerealiseerd resultaat 2.337 4.730

Totaal 74.789 85.492

Het verloop van de boekwaarde (algemene en bestemmingsreserves) is als volgt (x € 1.000):

Algemene reserves Bestemmings reserves

Totaal

Stand 31-12-2014 15.388 65.374 80.762

Resultaatbestemming 2.423 2.307 4.730

Vermeerderingen 17.857 35.823 53.680

Verminderingen 20.293 46.427 66.720

Boekwaarde per 31-12-2015 15.375 57.077 72.452

Resultaat rekening 2015

Het resultaat 2015 na bestemming via reserves bedraagt € 2.337.000. Door dit resultaat aan te passen met de over te hevelen budgetten ontstaat een voordelig nettoresultaat van € 659.034. In het Jaarverslag 2015 wordt in het hoofdstuk Financieel verslag een samenvattend overzicht en analyse weergegeven van het rekening resultaat 2015.

Voorzieningen

Het verloop van de voorzieningen is als volgt (x € 1.000):

Boek- waarde 31-12-2014

Toevoeging Vrijval Aan-

wending

Boek- waarde 31-12-2015 Voorzieningen voor

verplichtingen, verliezen en risico’s

7.291 1.336 355 651 7.621

Boek- waarde 31-12-2014

Toevoeging Vrijval Aan-

wending

Boek- waarde 31-12-2015 Door derden beklemde

middelen 2.185 103 - 136 2.152

Totaal 9.476 1.439 355 787 9.773

Belangrijkste toevoeging aan voorzieningen is de verhoging van de voorziening wethouderspensioenen(€1,1 miljoen).

Voor een toelichting op aard en reden van mutaties in de voorzieningen: zie bijlage 9 Staat van voorzieningen en bijlage 10 Toelichting op voorzieningen.

Vaste schulden met een rentetypische looptijd van één jaar of langer De bedragen zijn als volgt samengesteld (x € 1.000):

2015 2014

Onderhandse leningen:

- Binnenlandse banken en ov. financiële instellingen 270.594 262.829

- Binnenlandse bedrijven 5.735 5.878

-Buitenlandse banken en instellingen 20.000 20.000

Door derden belegde gelden 650 688

Waarborgsommen 69

Totaal 297.048 289.395

Het verloop van de boekwaarde is als volgt: (x € 1.000):

Saldo 31-12-2014

Vermeer- deringen

Aflossingen Boekwaarde 31-12-2015

Onderhandse leningen 288.707 50.000 42.378 296.329

Door derden belegde

reserves 688 38 650

Waarborgsommen - 69 69

Totaal 289.395 50.069 42.416 297.048

De totale rentelast voor het jaar 2015 met betrekking tot de vaste schulden met een

looptijd langer dan één jaar bedraagt € 9.422.866.

(24)

Vlottende passiva

Onder de vlottende passiva zijn opgenomen (x € 1.000):

2015 2014

Schulden <1 jaar 42.119 21.859

Overlopende passiva 32.542 22.850

Totaal 74.661 44.709

Kortlopende schulden

De in de balans opgenomen kortlopende schulden zijn als volgt gespecificeerd (x € 1.000):

2015 2014

Kasgeldleningen aangegaan bij openbare lichamen als bedoeld in artikel 1, onderdeel a van de Wet financiering decentrale overheden

- 188

Rekening courant niet financiële Instellingen 20.000 -

Banksaldi 3.751 -

Overige schulden 18.368 21.671

Totaal 42.119 21.859

Overlopende passiva

De specificatie van de post overlopende passiva is als volgt (x € 1.000):

2015 2014

De van de Europese en Nederlandse overheidslichamen ontvangen voorschotbedragen voor uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren

10.706 10.935

Overige vooruit ontvangen bedragen die ten bate van volgende

begrotingsjaren komen 1.014 1.835

Verplichtingen die in het begrotingsjaar zijn opgebouwd en die in een volgend begrotingsjaar tot betaling komen met uitzondering van jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume

20.822 10.080

Totaal 32.542 22.850

Het verloop van vooruit ontvangen uitkeringen is als volgt (x € 1.000):

Saldo 31-12-2014

Toevoeging Aanwending Saldo

31-12-2015

Vooruit ontvangen uitkeringen 10.935 8.873 9.102 10.706

Zie voor specificatie het als bijlage 11 opgenomen overzicht overlopende passiva.

Garantiestellingen

Buiten hetgene wat in de balans is opgenomen aan langlopende schulden, heeft de gemeente waarborgen verstrekt. Het bedrag is als volgt samengesteld (x € 1.000):

2015 2014

Gewaarborgde geldleningen 12.869 12.546

Gewaarborgde geldleningen voor het verkrijgen en verbeteren van

eigen woningen particulieren 14.307 15.667

Garantiestellingen 1.234.798 1.705.000

Overige verleende garanties 772 451

Totaal 1.262.746 1.733.664

In 2015 is geen bedrag betaald uit hoofde van aanspraken op de verleende borg- en garantstellingen, met uitzondering van NHG.

Niet uit de balans blijkende rechten en verplichtingen

Langlopende huurcontracten, leasecontacten en licentieovereenkomsten.

Het BBV (art. 53 – BBV) vereist dat belangrijke, niet in de balans opgenomen, financiële verplichtingen in de toelichting op de balans worden vermeld. Hierbij moet worden gedacht aan langlopende huurcontracten, leasecontracten en licentieovereenkomsten.

Gemeente Deventer heeft meerjarige huurcontracten voor diverse gebouwen voor huisvesting van het gemeentelijk apparaat en culturele- en welzijnsgebouwen afgesloten.

Daarnaast zijn er meerjarige leasecontracten afgesloten voor roerende goederen

(bedrijfsauto’s en ICT apparatuur) en inhuur van arbeidskrachten.

(25)

Samenvatting – niet uit de balans blijkende verplichtingen (x € 1.000):

Soort verplichting

Totaalbedrag volledige Contract- periode

Gerealiseerd t/m 2014

Gerealiseerd bedrag in 2015

Raming bedrag restant verplichting

(nog niet gerealiseerd) Huurovereenkomsten huisvesting

gemeentelijk apparaat 20.809 13.515 2.549 4.745

Huurovereenkomsten cultureel-, onderwijs-, welzijn en

sportgebouwen*

3.269 1.658 226 1.385

Lease overeenkomsten

bedrijfswagens 318 171 95 52

Lease overeenkomsten ICT

apparatuur 3.600 1.239 734 1.627

Huurovereenkomsten

parkeergarages 15.545 11.636 562 3.346

Overige overeenkomsten 72.113 40.391 7.995 23.727

Totaal 115.654 68.610 12.161 34.883

Niet uit de balans blijkende bezittingen

Er zijn geen ‘niet uit de balans blijkende bezittingen’.

Gebeurtenissen na balansdatum

Er zijn geen gebeurtenissen na balansdatum.

(26)

Toelichting op de

Programmarekening

Hieronder volgt een korte toelichting op hoofdlijnen van de verschillen in saldivan de uitkomsten tussen de begroting 2015 na wijziging en de realisatie 2015. Dit betreft verschillen exclusief de puttingen en stortingen uit/in reserves. Een gedetailleerde toelichting treft u aan in de programmatoelichting in het jaarverslag.

Programma 1 - Burger en bestuur

Het rekeningresultaat wijkt slechts gering af van het begrote resultaat. Het nadeel is voor het grootste deel te verklaren door een extra storting in de voorziening

Wethouderspensioenen als gevolg van lagere rekenrente.

Programma 2 - Veiligheid

Voordeel op met name de producten Brandweer, vanwege een onverwachte teruggaaf Functioneel Leeftijd Ontslag (FLO) van de Veiligheidsregio IJsselland.

Programma 3 - Leefomgeving

Het positieve exploitatieresultaat wordt met name veroorzaakt door een hogere

provinciale- en rijksbijdrage voor het Venenplantsoen, OV-fiets en hogere legesinkomsten voor graafwerkzaamheden. De lasten vielen lager uit door vertraging van Dijkstraat.

Daarnaast vielen de kosten voor gladheidsbestrijding hoger uit en zijn meer kosten gemaakt voor de verkoop van snippergroen, terwijl de verkoopopbrengsten achterbleven.

Programma 4 - Milieu en duurzaamheid

Per saldo een positief exploitatieresultaat vanwege de fasering van grotere

bodemsaneringstrajecten en een voordeel van niet bestede lasten en baten die worden overgeheveld.

Programma 5 - Ruimtelijke ontwikkeling

Per saldo heeft dit programma een nadeel. Oorzaken zijn: hogere apparaatslasten voor reclamebeleid, omgevingsvisie, discussie rondom de aanlegsteiger pontje en invoering van een nieuw digitaal systeem voor bouw- en woningtoezicht. De baten vielen lager uit dan begroot, vanwege een lagere provinciale bijdrage Ter Hunnepe, tegenvallende inkomsten bouwleges en planologische procedures. Tot slot hebben wij de aflossing en rente over ons bij SVN ondergebrachte geld (ten behoeve van particuliere

woningverbetering) niet teruggevraagd, waardoor de baten lager uitvallen. Onze bijdrage

van € 950.000 aan de Regio Stedendriehoek voor de capaciteitverbreding van de A1 is aan zowel de lasten als baten zijde overgeheveld naar 2016.

Programma 6 - Herstructurering en vastgoed

Het nadeel bij dit programma wordt veroorzaakt door de tegengevallen verkoop van panden en gronden . Dit leidt tot minder grondopbrengsten in de grondexploitaties, maar ook tot minder civieltechnische kosten. Daarnaast is de boekwaarde op Park Zandweerd afgewaardeerd en is de verliesvoorziening vóór renteverlaging toegenomen (toelichting zie paragraaf grondbeleid). Ondanks dat in 2015 53 hectare grond Deventer Noordoost is verkocht, is het structurele financiële effect pas vanaf 2016 zichtbaar in lagere

exploitatielasten (rente). Daardoor is in 2015 de taakstelling niet gehaald.

Programma 7 - Inkomensvoorziening en arbeidsmarkt

Het voordeel bij programma 7 komt voor een groot deel door minder uitgaven WWB, BBZ.

Ook is er sprake van een onderuitputting bij het product Re-integratie.

Programma 8 - Meedoen

Het voordeel bij het programma 8 bestaat uit een lagere besteding van de maatwerkvoorzieningen WMO en Beschermd Wonen dan voorzien bij de

Najaarsrapportage. Daarnaast zijn er voordelen bij de overige WMO-gerelateerde onderdelen en de Wtcg/CER. Ook is er een voordeel van niet bestede budgetten die overgeheveld zijn.

Programma 9 - Jeugd en onderwijs

Het voordeel bij programma 9 betreft een eenmalige meevaller doordat een provinciale subsidie achteraf niet terugbetaald hoefde te worden en een opbrengst uit verkoop van de grond bij Kindcentrum Borgele.

Programma 10 - Economie, kunst en cultuur

Programma 10 kent per saldo een nadelig exploitatieresultaat. Met name vanwege het uitblijven van een dividenduitkering van de NV Bergkwartier en hogere exploitatiekosten van de Deventer markten.

Programma 11 - Algemene dekkingsmiddelen

Er is een voordeel van € 102.000 op de Algemene Uitkering. De voorziening ILB

(individueel loopbaanbudget) is voor € 133.000 vrijgevallen en er zijn niet aangewende

stelposten/onvoorzien (voordeel € 250.000).

(27)

Verklaringen

(28)

Wet Normering bezoldiging topfunctionarissen (WNT)

Op 1 januari 2013 is de Wet Normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) in werking getreden. In deze nieuwe wet zijn regels vastgelegd over de maximale bezoldiging van bestuurders en topfunctionarissen in de (semi)publieke sector. Jaarlijks wordt de WNT-norm vastgesteld in een ministeriële regeling.

Rapportage WNT

De WNT is van toepassing op de gemeente Deventer. De WNT verplicht te rapporteren over de bezoldiging van bestuurders en topfunctionarissen. Voor de gemeenten is de functie van gemeentesecretaris en van griffier aangewezen als topfunctionaris in de zin van de WNT.

Daarnaast wordt transparantie gevraagd over bezoldiging van overige (interne en externe) functionarissen en ontslagvergoedingen voor topfunctionarissen die in 2015 hoger waren dan € 75.000.

Van elke topfunctionaris en van elke andere functionaris, die in 2015 een totale

bezoldiging heeft ontvangen hoger dan de maximale bezoldigingsnorm (€ 178.000), moet op grond van de WNT en het gewijzigde artikel 28 – BBV in de toelichting op de

programmarekening het volgende worden opgenomen:

 De beloning

 De belastbare vaste en variabele onkostenvergoeding

 De voorzieningen ten behoeve van beloningen betaalbaar op termijn

 De functie of functies

 De duur en omvang van het dienstverband in het verslagjaar

 Een motivering voor de overschrijding van de maximale bezoldigingsnorm (indien van toepassing).

Uitvoering WNT

Gemeente Deventer heeft in 2015 geen bezoldiging verstrekt aan functionarissen met een dienstbetrekking die hoger is dan de maximale norm (€ 178.000).

In 2015 was er in de gemeente Deventer(conform de WNT) geen sprake van een topfunctionaris zonder dienstbetrekking.

De Gemeente Deventer heeft 2 topfunctionarissen in dienst, te weten de heer Lantain (gemeentesecretaris) en de heer Peet (griffier). De bezoldiging van de heer drs. A.L.C.S.

Lantain bedroeg in 2015 € 116.504,61 inclusief 8% vakantietoeslag

(2014: € 116.779,05). Er is een vaste en variabele onkostenvergoeding uitgekeerd van

€1.013,06 (2014: € 809,95). In het verslagjaar werd in totaal € 21.069,30 aan

pensioenpremie (werkgevers- en werknemerspremie) afgedragen (2014: € 21.007,32). De heer Lantain is aangesteld in vaste dienst voor onbepaalde tijd. Het betreft een fulltime dienstbetrekking.

De bezoldiging van de heer drs. S.J. Peet bedroeg in 2015 € 90.287,09 inclusief 8%

vakantietoeslag (2014: € 90.707,76). Er is een vaste en variabele onkostenvergoeding uitgekeerd van € 230,64 (2014: € 185,49). In het verslagjaar werd in totaal € 19.569,00 aan pensioenpremie (werkgevers- en werknemerspremie) afgedragen

(2014: € 16.666,80). De heer Peet is aangesteld in vaste dienst voor onbepaalde tijd. Het betreft een fulltime dienstbetrekking.

Er zijn in 2015 geen ontslagvergoedingen verstrekt boven de € 75.000 (WNT norm) aan topfunctionarissen.

Aanpassingswet op de WNT

In november 2014 is de reparatiewet WNT in werking getreden. Het wetsvoorstel bevat onder andere de afschaffing van het openbaar maken en meldplicht van de overschrijding van de WNT norm voor niet-topfunctionarissen zonder dienstbetrekking, wanneer de functie in een periode van 18 maanden voor meer dan 6 maanden werd vervuld.

De wijzigingen leiden niet tot aanvullende informatieverstrekking in deze jaarrekening.

Crisisheffing

De crisisheffing is in 2015 niet meer van toepassing.

(29)

Ondertekening en

vaststellingsformulier

Aldus deze rekening opgemaakt, ingevolge de artikelen 197 en 200 van de Gemeentewet en vastgesteld in het college van burgemeester en wethouders.

Deventer, 1 juli 2016

De algemeen directeur De wethouder Financiën

Drs. A.L.C.S. Lantain E.G. Grijsen

(30)

Controleverklaring van de

onafhankelijke accountant

(31)

Bijlagen

(32)

Bijlage 1 Onvoorzien

In de begroting 2015 bedroeg de raming onvoorzien € 211.100. In de Najaarsrapportage 2015 is inzicht gegeven in de bedragen die ten laste van onvoorzien zijn gebracht (zie punt 1 en 2).

Omschrijving Programma Bedrag

Raming begroting 2015 (bedrag in €) 211.100

1. Najaarrapportage 2015:

 Planschade 5 -31.000

 Woonlastenmonitor 1 -9.300

 Diverse kosten openbare ruimte 3 -47.000

2. VVV (B&W besluit 17-11-2015) 10 -75.000

Restant raming rekening 2015 48.800

Referenties

Outline

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In de komende periode gaat Silbersee Vrijplaats een samenwerking aan met de Eindhovense instelling voor urban dance, E-moves.. De daaruit voortkomende eenakters gaan, samen met

Stichting Theater Zuidplein (hierna: Theater Zuidplein) is een podium in Rotterdam-Zuid dat zich primair richt op publiek voor wie cultuurbezoek niet vanzelfsprekend is,

De raad is positief over de goed functionerende activiteiten van De Nieuwe Oost en heeft vertrouwen in de komende periode.. Hierbij is met name de Programmaraad een middel

Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door lagere apparaatslasten ontstaan door verschuiving van de indirecte lasten naar programma 11 Bedrijfsvoering en doordat in 2015 meer

Voor bollen van sjalot en knoflook moet bovendien aan de volgende eisen worden voldaan : het teeltmateriaal moet rechtstreeks afkomstig zijn van materiaal dat in het stadium van

Het speelbeleid is niet geheel uitgevoerd in 2012, het restant blijft gereserveerd voor de uitvoering in 2013. Voor de dorpsontwikkelingsplannen wordt een afzonderlijke

Deze middelen worden specifiek voor dit doel gereserveerd en eventuele tekorten / overschotten worden met deze reserve verrekend. Omvang

De storting is conform begroting uitgevoerd en de onttrekking is gedaan voor de werkelijk uitgevoerde projecten.