Les 6 voor 6 februari 2021
Jesaja 25:9 NBG
Ondergang van de naties. Jesaja 13-23
Het lot van Babylon wordt voorzegd. Jesaja 13 De Ster die God wilde worden. Jesaja 14:12-14 Het einde van Babylon. Jesaja 14:15-23
De uiteindelijke overwinning. Jesaja 24-27 God onthulde aan Jesaja het conflict tussen goed en kwaad in
het spirituele rijk. Beide partijen strijden om elke menselijke ziel te beheersen.
Soms lijkt het misschien dat "de prins van deze wereld" de controle over de naties overneemt, maar God is Degene die de controle heeft. De Heer zegeviert. Iedereen die zich aan Zijn zijde voegt, zal overwinnen, terwijl de koninkrijken van deze wereld en hun glorie zullen worden vernietigd.
"Dit is het besluit dat gevallen is over heel de aarde. Dit is de hand die opgeheven is tegen alle volken." (Jesaja 14:26 NBV)
God veroordeelde de naties die in contact waren [of zouden komen] met Zijn volk:
Babylon
▪ Js. 13:1-14:23; 21:1-17 Assyrië
▪ Jesaja 14:24-27 Filistijnen
▪ Jesaja 14:28-32
Moab ▪ Js. 15:1-6:14
Syrië
▪ Js. 17:1-14 Ethiopië
▪ Js. 18:1-7
Egypte
▪ Js. 19:1-20:6 Jeruzalem
▪ Js. 22:1-25 Tyrus
▪ Js. 23:1-18
Sommigen van dezen kregen de hoopvolle boodschap dat de straf zou worden verlicht (Jesaja 19:16-25). Anderen zouden alle gevolgen van hun daden moeten dragen.
De lijst begon met het enige land dat nog geen contact had gehad met Gods volk. Deze natie zou uiteindelijk een symbool worden van elke rebellie: BABYLON (Openbaring 17:5).
“In de verslagen van de menselijke geschiedenis lijkt het alsof de groei van de volken, de opkomst en ondergang van wereldrijken, afhankelijk is van de wil en macht van de mens; het vormen van de gebeurtenissen schijnt tot op zekere hoogte bepaald te worden door zijn macht, eerzucht of grillen. Maar in Gods Woord wordt het gordijn opzijgeschoven en zien we boven, achter en door al het spel en tegenspel van menselijke belangen, macht en hartstochten de werktuigen van Hem, die vol barmhartigheid is, en die in stilte de raadsbesluiten van zijn wil volbrengt. "
Ellen G. White (Prophets and Kings pag. 499 — Profeten en Koningen — hoofdstuk 40 [De droom van Nebukadnezar], pag. 302.)
Jesaja legde de toekomstige val van Babylon uit door het te vergelijken met de wederkomst (vers 9-11), zoals Jezus deed toen Hij de verwoesting van Jeruzalem voorzegde en het
vermengde met gebeurtenissen aangaande de wederkomst.
God had de controle over die gebeurtenissen, maar Hij stond de mannen die betrokken waren toe hun eigen wil te
volbrengen (vers 15-18).
Babylon werd een van de hoofdsteden van het Medo-Perzische rijk. Toen Alexander de Grote Babylon binnenkwam, was het al in een
vervallen staat. Het zonk geleidelijk weg in de vergetelheid en verlatenheid (vers 20).
Babylon was geen belangrijke natie toen dit vers werd geschreven.
DE STER DIE GOD WILDE WORDEN (dinsdag)
“Hoe bent u uit de hemel gevallen, morgenster, zoon van de dageraad! U ligt geveld op de aarde, overwinnaar over de
heidenvolken!" (Jesaja 14:12)
De koning van Babylon wordt beschreven als trots en arrogant. Veel Babylonische koningen waren zo (zie Daniël 2:5; 3:7; 4:30; 5:2).
Maar dit gedeelte van Jesaja is nogal poëtisch en zinnebeeldig. Het toont de werkelijke wortel van het probleem, de ware koning van Babylon: Lucifer, "die oude slang, die Duivel en Satan genoemd wordt." (Openbaring 12:9)
Lucifer wilde zich “aan de
Allerhoogste gelijkstellen” (vers 14 NGB) en zei: “Ik ben een god”.
(Ezechiël 28: 2 NBG). Zijn houding staat in contrast met die van God omdat God “Zichzelf vernederd heeft” (Filippenzen 2: 8).
De lotsbestemming van deze "koning" van Babylon wordt voorzegd in Jesaja 14:18-20: Vernietiging en eeuwige vergetelheid. Het lot van degenen die God nederig dienen, zal heel anders zijn.
Desalniettemin is Babylon nog niet verdwenen. Het werkt nog steeds d.m.v.
trotse en meedogenloze machten die Gods volk onderdrukken (zie Openb. 17).
"Voor eeuwig zal niet meer genoemd worden het nageslacht van de kwaaddoeners." (Jesaja 14:20 HSV)
Babylon betekent "verwarring", maar het zou ook
"Poort van goden" kunnen betekenen in het Chaldeeuws. Het is de brede poort die naar
vernietiging leidt, een poging om op eigen kracht verlossing te bewerkstelligen.
De Bijbel moedigt ons aan om voor de "Poort van de Hemel", Bethel, te kiezen. Degenen die Jezus volgen en in geloof Hem aanvaarden, als hun persoonlijke Redder, zullen deze poort binnengaan.
God zal een einde maken aan deze wereld, en Hij zal tegen sommige mensen zeggen: “Uw doden zullen leven – ook mijn dood lichaam – zij zullen opstaan." En Hij zal de rest van de mensen vertellen: “Doden
zullen niet herleven; gestorvenen zullen niet opstaan. " (Jesaja 26:19,14) Op de dag dat God komt om Zijn volk te bevrijden, zullen de verlosten hun
triomfantelijke vreugde uiten: “Zie, Dit is onze God; wij hebben Hem ver- wacht, en Hij zal ons verlossen." Dan zal Hij "de dood voor altijd verslinden, de Heere HEERE zal de tranen van alle gezichten afwissen." (Js. 25:9-8)
Voordat God "Zijn vreemde daad"
beëindigt en de aarde vernieuwt, zal ze nog enige tijd verwoest blijven
(Jesaja 24; Applicatie: Jesaja 20; Jesaja 28:21).
"De HEERE van de legermachten zal op deze berg voor alle volken een feestmaal met uitgelezen gerechten aanrichten, een feestmaal met gerijpte wijnen, met uitgelezen gerechten vol merg, met gezuiverde gerijpte wijnen." (Jesaja 25:6)
Jesaja 25 is een lofzang voor God op de eschatologische Dag des Heren. Dit lied bestaat uit drie delen:
1. V. 1-5. God wordt geprezen omdat Hij bemiddeld heeft voor Zijn volk 2. V. 6-8. God houdt een feest voor Zijn volk
3. V. 9-12. God wordt geprezen om wat Hij gaat doen Jesaja 26 introduceert de verlosten:
1. V. 2, 7. Ze zijn rechtvaardig, oprecht en bewakers van de waarheid 2. V. 3-4. Ze vertrouwen God volkomen
3. V. 9. Ze zoeken God
Dit is Gods belofte aan degenen die op de Nieuwe Aarde zullen leven: “Ik, de HEERE,
bescherm hem, elk ogenblik bevochtig Ik hem. Opdat de vijand hem niet kan beschadigen, bescherm Ik hem nacht en dag." (Jesaja 27:3)
Jesaja zag dat Babylon, evenals Assyrië voor haar, Juda zou overwinnen. Hij zag bovenmenselijke heersers van het kwaad in deze wereld die door Gods menselijke vijanden werken en denken dat ze God zijn.
Hij zag ook dat God vastberaden is te overwinnen en eeuwige vrede te brengen op onze gekwelde planeet. Iedereen die zich aan Zijn zijde voegt, zal overwinnen, terwijl de koninkrijken van deze wereld en hun glorie zullen worden vernietigd.
“Zij die Christus op Zijn woord geloven, hun ziel aan Hem toevertrouwen, en naar Zijn voorschriften leven, zullen vrede en rust vinden… De Here zegt : "De standvastige is veilig bij U, vrede is er voor wie op U vertrouwt." (Jesaja 26:3) Ons leven lijkt misschien verward; maar wanneer we onszelf toevertrouwen aan de wijze Meester Werker, zal Hij vorm geven aan het leven en het karakter dat tot Zijn heerlijkheid zal zijn. En dat karakter dat de heerlijkheid van Christus — Zijn karakter — uitdrukt, zal aangenomen worden in het Paradijs Gods. Een vernieuwd geslacht zal met Hem wandelen, in het wit gekleed, want zij zijn het waardig."
Ellen G. White (The Desire of Ages pag.331 [De Wens der Eeuwen], hoofdstuk 34 — “De Uitnodiging” pag. 270)
