• No results found

Tussentijdse stijging in de uitstroom voornamelijk door beëindiging van kortlopende uitkeringen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Tussentijdse stijging in de uitstroom voornamelijk door beëindiging van kortlopende uitkeringen"

Copied!
51
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Samenvatting Samenvatting

1 Ontwikkelingen bijstandOntwikkelingen bijstand

Stijgend aantal aanvragen bijstandsuitkering Meer mensen in de bijstand

Ontwikkeling bijstand verschilt per regio Stijgende instroom door maatregelen

Instroom over het algemeen hoger dan uitstroom

Regionale verschillen tussen verhouding in- en uitstroom Tijdelijk stijgende uitstroom door versoepeling maatregelen Tussentijdse stijging in de uitstroom voornamelijk onder jongeren

Tussentijdse stijging in de uitstroom voornamelijk door beëindiging van kortlopende uitkeringen Stijging re-integratievoorzieningen

Verschillen per type voorziening Stijging Inzet loonkostensubsidie Verwachtingen

2 Ontwikkelingen TozoOntwikkelingen Tozo

Groot beroep op Tozo, vooral de eerste drie maanden

In Groot-Amsterdam en omstreken de meeste Tozo-uitkeringen Bijna de helft van de Tozo-uitkeringen naar 45-plussers

Meer dan de helft van de Tozo-uitkeringen naar mannen

Tweederde van de Tozo-uitkeringen naar mensen met een Nederlandse achtergrond Tweederde van de Tozo-uitkeringen naar mensen in meerpersoonshuishoudens Meeste Tozo-uitkeringen in sector ‘specialistische zakelijke diensten’

Ondernemers uit de sector ‘cultuur, sport en recreatie’ lijken oververtegenwoordigd 3 Ervaringen van gemeentenErvaringen van gemeenten

(2)

Bronnen en verantwoording Bronnen en verantwoording Colofon

Colofon

(3)

Meer mensen in de bijstand Meer mensen in de bijstand

In- en uitstroom volgen maatregelen en versoepelingen In- en uitstroom volgen maatregelen en versoepelingen

Effecten coronacrisis: ontwikkelingen bijstand en Tozo-uitkeringen

Samenvatting

Meer mensen in de bijstand

In- en uitstroom volgen maatregelen en versoepelingen

Stijging re-integratievoorzieningen, maar bepaalde voorzieningen dalen Groot beroep op Tozo-uitkeringen levensonderhoud

Meer Tozo-uitkeringen in dienstverlenende sector

Door de coronamaatregelen en de groeiende instroom in de bijstand steeg het aantal

bijstandsuitkeringen in 2020. De stijging begon in maart en zette door tot juli. Daarna daalde het bijstandsbestand licht om vanaf december weer te stijgen. In december was het aantal mensen in de bijstand 3,3% hoger dan voor de coronacrisis. In een aantal regio’s steeg het bestand sterker,

bijvoorbeeld in de arbeidsmarktregio’s Rijnmond, Groot-Amsterdam en West-Brabant waar de economische krimp hoger was dan in veel andere arbeidsmarktregio’s.

Ondanks de ondersteuningspakketten leidden de maatregelen in het voorjaar direct tot een hogere instroom in de bijstand en een lagere uitstroom. Na de versoepeling van de maatregelen daalde de instroom weer tijdens de zomermaanden en steeg de uitstroom. In het najaar zien we na de

aanscherping van de maatregelen opnieuw een stijging van de instroom en een daling van de uitstroom.

(4)

Stijging re-integratievoorzieningen, maar bepaalde voorzieningen Stijging re-integratievoorzieningen, maar bepaalde voorzieningen dalen

dalen

Groot beroep op Tozo-uitkeringen levensonderhoud Groot beroep op Tozo-uitkeringen levensonderhoud

De instroom was het grootst bij personen onder de 35 jaar. De instroom van jongeren in de bijstand is altijd hoger dan bij ouderen, maar economische tegenwind versterkt dit patroon. Mensen onder de 35 jaar hebben vaker flexibele contracten en geen of weinig ww-rechten opgebouwd. Zodra het

economisch beter gaat, komen deze mensen ook als eerste weer aan het werk. De grootste groei in de uitstroom in de zomermaanden zat dan ook bij de 18-27-jarigen, op flinke afstand gevolgd door de leeftijdsgroep van 27-35. Hier speelt mee dat jongeren tot 27 jaar in de periode juli t/m oktober kunnen uitstromen naar een opleiding en in aanmerking komen voor studiefinanciering waardoor ze niet langer een beroep op de bijstand hoeven te doen.

In 2020 bleef het aantal re-integratievoorzieningen stijgen . Zo steeg de inzet van (forfaitaire) loonkostensubsidie. Wel is een lichte afname in het aantal nieuw gestarte voorzieningen zichtbaar.

Dit geldt met name voor de periodes waarin er lockdowns van kracht waren. Daarentegen zien we bij een aantal re-integratievoorzieningen juist een daling. De inzet van tijdelijke loonkostensubsidie, participatieplaatsen, vrijwilligerswerk en vervoersvoorzieningen nam af met percentages tussen de 14%

en 24%. De voorzieningen overige werkplekken en training/cursus/opleiding nam af met respectievelijk 4% en 5%.

Van maart t/m mei 2020 zijn er maandelijks tussen de 200 tot 250 duizend uitkeringen voor Tozo- levensonderhoud geregistreerd. Van mei op juni daalt het aantal Tozo-uitkeringen sterk door de

invoering van de partnerinkomenstoets en de versoepeling van de coronamaatregelen. Vanaf juni is het aantal uitkeringen tussen de 65 en 90 duizend per maand. In januari 2021 komt het aantal uitkeringen weer boven de 100 duizend uit.

1

2

(5)

Coronadashboard Divosa Benchmark Werk & Inkomen Coronadashboard Divosa Benchmark Werk & Inkomen Meer Tozo-uitkeringen in dienstverlenende sector

Meer Tozo-uitkeringen in dienstverlenende sector

In absolute aantallen gezien, gingen de meeste Tozo-uitkeringen voor levensonderhoud naar 45- plussers, mannen en mensen met een Nederlandse achtergrond.

Vergelijkbaar met de landelijke trend is te zien dat in elke arbeidsmarktregio na mei 2020 het aantal Tozo-uitkeringen afneemt. Voor de regio’s Groot Amsterdam, Flevoland en Gooi- en vechtstreek geldt dat het aandeel zelfstandigen dat na mei 2020 nog een beroep op de Tozo doet relatief hoog is.

In maart 2020 heeft 18% van de zelfstandig ondernemers een Tozo-uitkering. In onder meer de sectoren ‘overige dienstverlening’ en ‘cultuur, sport en recreatie’ ligt dat percentage veel hoger. In september is het percentage ondernemers dat een beroep doet op de Tozo gedaald naar 7%. In de sector ‘overige dienstverlening’ is het beroep op de Tozo gedaald naar het gemiddelde. In de sectoren

‘cultuur, sport en recreatie’, ‘vervoer en opslag’, ‘horeca’ en ‘onderwijs’ blijft het percentage veel hoger dan het gemiddelde.

Onder de sector ‘overige dienstverlening’ vallen onder meer de kappers. Onder de sector ‘vervoer en opslag’ valt onder meer personen- en goederenvervoer, de luchtvaart en de koeriersbranche.

De Divosa Benchmark Werk & Inkomen is een samenwerking van Divosa, Stimulansz en BMC.

Voor de deelnemers aan de benchmark is een coronadashboard beschikbaar met actuele informatie over de bijstand en de Tozo-regeling. Doet jouw gemeente ook mee? Klik hier voor meer infomatie over de benchmark. (http://https://divosa-benchmark.nl/werk-en-inkomen/#!/)

Re-integratievoorzieningen zijn voorzieningen die strekken tot behoud, herstel of bevordering van de mogelijkheid tot het verrichten van arbeid, het volgen van scholing of opleiding of het

verrichten van arbeid op een proefplaats.

1

(6)

verrichten van arbeid op een proefplaats.

Het gaat hier om de registratie van de re-integratievoorzieningen. Er is geen informatie beschikbaar over de mate waarin voorzieningen ondanks de beperkende maatregelen actief konden worden ingezet.

2

(7)

Effecten coronacrisis: ontwikkelingen bijstand en Tozo-uitkeringen

Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 1

Ontwikkelingen bijstand

Ondanks de ondersteuningspakketten leidden de maatregelen in het voorjaar direct tot een hogere instroom in de bijstand en een lagere uitstroom. Na de versoepeling van de maatregelen daalde de instroom weer tijdens de

zomermaanden en steeg de uitstroom. In het najaar zien we na de

aanscherping van de maatregelen opnieuw een stijging van de instroom en een daling van de uitstroom.

In dit hoofdstuk gaan we onder andere in op de ontwikkeling van het bijstandsbestand, verschillen per regio en ontwikkelingen rondom re-integratievoorzieningen.

(8)

Effecten coronacrisis: ontwikkelingen bijstand en Tozo-uitkeringen

Stijgend aantal aanvragen bijstandsuitkering

Het aantal aanvragen voor een bijstandsuitkering steeg vanaf februari ten opzichte van het gemiddeld aantal maandelijkse aanvragen in 2019. In augustus nam de stijgende trend af om vervolgens vanaf september weer te stijgen. Het aantal aanvragen lag in december 23% hoger ten opzichte van het gemiddelde in 2019. Normaal gesproken is het aantal aanvragen voor bijstand door het jaar heen redelijk stabiel.

(9)

Effecten coronacrisis: ontwikkelingen bijstand en Tozo-uitkeringen

Meer mensen in de bijstand

Door de coronamaatregelen en de groeiende instroom in de bijstand steeg het aantal

bijstandsuitkeringen in 2020. De stijging begon in maart en zette door tot juli. In augustus daalde het bestand voor het eerst sinds de coronacrisis weer licht. In oktober en november bleef het aantal uitkeringen vrijwel gelijk. Vanaf december steeg de bijstand weer licht. In december was het aantal mensen in de bijstand 3,9% hoger dan voor de coronacrisis. 3

Ten opzichte van februari 2020, de maand voordat corona uitbrak, daalde de bijstand met 3,3%.

3

(10)

Effecten coronacrisis: ontwikkelingen bijstand en Tozo-uitkeringen

Ontwikkeling bijstand verschilt per regio

In het eerste kwartaal nam in iedere arbeidsmarktregio het bestand toe. Wel verschilde de toename per regio. In een aantal regio’s vlakte de stijging in het tweede kwartaal af, waarna in de meeste regio’s de bijstand (licht) daalde, zoals in Zeeland, Midden-Limburg en de Achterhoek. In een aantal regio’s steeg het bestand sterker. Daar zette de stijgende trend ook in het tweede en derde kwartaal door en nam het bestand in het vierde kwartaal minder af. Het gaat om de arbeidsmarktregio’s Rijnmond, Groot-

Amsterdam en West-Brabant.

(11)

Effecten coronacrisis: ontwikkelingen bijstand en Tozo-uitkeringen

Stijgende instroom door maatregelen

De instroom in de bijstand groeide van februari tot april van 2% naar 3%. Een instroompercentage van 3% betekent dat van elke 100 uitkeringen er gemiddeld genomen 3 nieuw zijn. In mei zagen we weer een lichte daling. Deze daling zette tot augustus sterk door. In augustus lag het instroompercentage weer op het niveau van februari, dus van voor de corona crisis. We zien hier waarschijnlijk de effecten van de versoepeling van de maatregelen. Vanaf september nam de instroom, waarschijnlijk door de verscherping van de maatregelen, weer toe. In december lag het instroompercentage op 2,6%.

(12)

Effecten coronacrisis: ontwikkelingen bijstand en Tozo-uitkeringen

Instroom over het algemeen hoger dan uitstroom

Over het algemeen stroomden er in 2020 meer mensen in de bijstand dan dat er uitstroomden. Dit was alleen anders in de maanden juli, augustus en september. In oktober daalde vervolgens de uitstroom uit de bijstand weer licht. In de maanden november en december zette de daling in de uitstroom door.

(13)

Vooral hogere instroom bijstand bij mensen jonger dan 35 jaar Vooral hogere instroom bijstand bij mensen jonger dan 35 jaar

Effecten coronacrisis: ontwikkelingen bijstand en Tozo-uitkeringen

Regionale verschillen tussen verhouding in- en uitstroom

De instroom was in iedere arbeidsmarktregio hoger dan de uitstroom, maar er zijn regionale

verschillen. In sommige regio’s ging de hogere instroom ook samen met een hogere uitstroom, zoals bijvoorbeeld in de Achterhoek, Zeeland, Friesland en Midden-Limburg. Hier was er veel dynamiek in het bestand. In andere regio’s bleef de uitstroom (ver) achter bij de instroom. Dit zijn ook de regio’s waar we het bestand sterker zagen groeien (Rijnmond, Groot-Amsterdam en West-Brabant).

De instroom was het grootst bij personen onder de 35 jaar. De instroom van jongeren in de bijstand is altijd hoger dan bij ouderen, maar de economische tegenwind versterkt dit patroon. Mensen onder de 35 jaar hebben vaker flexibele contracten en geen of weinig ww-rechten opgebouwd . Zodra het weer economisch beter gaat, komen jongeren ook als eerste weer aan het werk. Voor 55-plussers die in de bijstand raken, is het een stuk lastiger weer terug te keren op de arbeidsmarkt.

4

(14)

Bron: CBS (https://www.cbs.nl/nl-nl/faq/flexwerk/wie-zijn-de-flexwerkers-)

4

(15)

Tussentijdse stijging in de uitstroom voornamelijk naar onderwijs en Tussentijdse stijging in de uitstroom voornamelijk naar onderwijs en werk

werk

Effecten coronacrisis: ontwikkelingen bijstand en Tozo-uitkeringen

Tijdelijk stijgende uitstroom

door versoepeling maatregelen

Vanaf maart tot mei zien we een daling in de uitstroom uit de bijstand. De uitstroom daalde van 2,2%

in maart naar 1,5% in mei. Vanaf juni tot september trok de uitstroom uit de bijstand weer aan. Dit hing waarschijnlijk samen met de versoepeling van een aantal coronamaatregelen zoals de heropening van de horeca. Zeker in september nam de uitstroom uit de bijstand flink toe naar 2,6%. Hierna begon de uitstroom weer te dalen. In december lag het uitstroompercentage op 2,2%. Overigens zagen we ook in 2019 in de maanden juli tot en met oktober een tijdelijke piek in de uitstroom. Het

uitstroompercentage lag in 2019 op 2,3%.

Er was in de maanden juni tot en met september vooral meer uitstroom naar onderwijs. Het gaat om jongeren die studiefinanciering kunnen aanvragen en dan geen recht meer hebben op bijstand. Dit is een patroon dat zich elk jaar tussen juli en oktober herhaalt omdat dan veel mensen aan een opleiding beginnen.

Ook de uitstroom naar werk en de uitstroom vanwege handhaving trok na de eerste coronaklappen weer aan sinds juni. De uitstroom naar werk bleef stijgen tot november om vervolgens in december weer licht te dalen naar 39%. De uitstroom door handhaving groeide, maar bleef steken op 8% en lag daardoor in december nog onder het niveau van voor de coronacrisis.

(16)

Over heel 2020 lag de uitstroom naar werk op 36%, een daling van 4% ten opzichte van 2019. De uitstroom door handhaving lag over heel 2020 op 8%. In 2019 stroomde nog 10% uit door handhaving.

(17)
(18)

Effecten coronacrisis: ontwikkelingen bijstand en Tozo-uitkeringen

Tussentijdse stijging in de

uitstroom voornamelijk onder jongeren

De toename in de uitstroom in de maanden juni tot en met september gold voor alle leeftijdsgroepen, maar de grootste groei in de uitstroom zat bij de 18-27 jarigen, op flinke afstand gevolgd door de

leeftijdsgroep van 27-35. Jongeren tot 27 jaar kunnen in de periode juli t/m oktober uitstromen naar een opleiding en in aanmerking komen voor studiefinanciering. Daarnaast profiteren jongere

leeftijdsgroepen traditiegetrouw als eerste van een aantrekkende arbeidsmarkt. In de maanden november en december nam de uitstroom onder jongeren weer licht af.

(19)
(20)

Effecten coronacrisis: ontwikkelingen bijstand en Tozo-uitkeringen

Tussentijdse stijging in de

uitstroom voornamelijk door beëindiging van kortlopende uitkeringen

Met name mensen die een korte tijd een bijstandsuitkering hadden, profiteerden van de tijdelijk

aantrekkende economie. Zeker in de zomermaanden zien we een piek. Zo had 30% van de uitstromers in juli nul tot drie maanden een uitkering gehad en 13% had drie tot zes maanden een uitkering gehad.

Ook na de zomermaanden bleef de uitstroom onder mensen met een korte verblijfsduur in de uitkering naar verhouding hoog. Dit is logisch, omdat deze mensen over het algemeen nog een korte afstand tot de arbeidsmarkt hebben.

(21)

Effecten coronacrisis: ontwikkelingen bijstand en Tozo-uitkeringen

Stijging re-

integratievoorzieningen

In 2020 bleef het aantal re-integratievoorzieningen stijgen. Wel is een lichte afname in het aantal nieuw gestarte voorzieningen zichtbaar . Dit geldt met name voor de periodes waarin er lockdowns van kracht waren. In de maanden juni en december werden er meer voorzieningen beëindigd dan gestart.

5

(22)

Het gaat hier om de registratie van de re-integratievoorzieningen. Er is geen informatie beschikbaar over de mate waarin voorzieningen ondanks de beperkende maatregelen actief konden worden ingezet.

5

(23)

Effecten coronacrisis: ontwikkelingen bijstand en Tozo-uitkeringen

Verschillen per type voorziening

De stijging van het aantal re-integratievoorzieningen vloeide voort uit de toename in de inzet van:

forfaitaire loonkostensubsidie en loonkostensubsidie op basis van de participatiewet, beschut werk, overige sociale activering, coaching naar werk of participatie, jobcoach/begeleiding op de werkplek, proefplaatsingen ten behoeve van loonwaardebepaling en overige faciliterende voorzieningen.

Daarentegen daalde de inzet van andere voorzieningen. De inzet van tijdelijke loonkostensubsidie, participatieplaatsen, vrijwilligerswerk en vervoersvoorzieningen nam af met percentages tussen de 14%

en 24%. De voorzieningen overige werkplekken en training/cursus/opleiding nam af met respectievelijk 4% en 5%.

(24)

Hoofdcategorie

Hoofdcategorie Type voorzieningType voorziening

Financiële compensatie Loonkostensubsidie op grond van de Participatiewet Forfaitaire loonkostensubsidie

Tijdelijke loonkostensubsidie

Werkplekken WIW/ID-baan Beschut werk

Participatieplaats

Proefplaatsing t.b.v. loonwaardebepaling Overige werkplekken

Ondersteuning op de werkplek Jobcoach/begeleiding op de werkplek Werkplekaanpassing

Voorzieningen naar werk of participatie Coaching naar werk of naar participatie Training/cursus/opleiding

Vrijwilligerswerk

Overige sociale activering

Faciliterende voorzieningen Vervoersvoorziening

Overige faciliterende voorziening

(25)

Effecten coronacrisis: ontwikkelingen bijstand en Tozo-uitkeringen

Stijging Inzet

loonkostensubsidie

De inzet van loonkostensubsidie steeg in 2020. Ook in voorgaande jaren was er sprake van een stijging van de inzet van dit instrument. Een daling van de inzet van deze voorziening is zichtbaar in de

maanden april en mei en vervolgens weer aan het eind van het jaar in november en december; de lockdowns lijken van invloed te zijn op de inzet van dit instrument.

(26)
(27)

Effecten coronacrisis: ontwikkelingen bijstand en Tozo-uitkeringen

Verwachtingen

De ontwikkeling van de bijstand volgt de ontwikkeling van de economie. Blijft het aantal banen en vacatures achter, dan zal de bijstand blijven groeien. Zeker als WW-uitkeringen aflopen of zzp’ers hun bedrijf niet kunnen voortzetten. Mensen die geen andere middelen van bestaan hebben, zullen dan een bijstandsuitkering aanvragen. Als de economie aantrekt, zal de instroom in de bijstand juist weer dalen en de uitstroom weer toenemen.

(28)

Effecten coronacrisis: ontwikkelingen bijstand en Tozo-uitkeringen

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 2

Ontwikkelingen Tozo

De Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo) is één van de regelingen waarmee het kabinet ondernemers ondersteunt tijdens de

coronacrisis. Divosa is nauw betrokken bij de ontwikkeling van de Tozo en houdt de uitvoering ervan in de gaten. In deze factsheet zetten we de

ontwikkelingen van het aantal Tozo-uitkeringen levensonderhoud op een rij over de periode maart t/m december 2020. We kijken naar

persoonskenmerken van de mensen met een Tozo-uitkering en naar de sector waarin hun bedrijf actief is.

Zelfstandig ondernemers kunnen sinds maart 2021 aanspraak maken op de Tozo-regeling. Deze is een aantal keer verlengd.

De Tozo is een aanvulling op het (huishoud)inkomen van de ondernemer tot het sociaal minimum.

Om in aanmerking te komen voor een uitkering op grond van de Tozo-regeling, moet de zelfstandige aan een aantal voorwaarden voldoen. Zo moet de ondernemer door de coronacrisis onder het sociaal minimum terecht zijn gekomen, voor 17 maart 2020 de onderneming zijn gestart en een minimum aantal uren per week in het bedrijf werken. Het volledige overzicht van voorwaarden is terug te lezen op de website van Divosa. (http://https://www.divosa.nl/onderwerpen/tijdelijke-overbruggingsregeling- zelfstandig-ondernemers-tozo)

(29)

Beperkingen van de data Beperkingen van de data

Regeling

Regeling PeriodePeriode BijzonderhedenBijzonderheden In dezeIn deze factsheet?

factsheet?

Tozo 1

Tozo 1 Maart t/m mei 2020

Geen vermogens- en partnerinkomenstoets Ja

Tozo 2

Tozo 2 Juni t/m september 2020

Toevoeging partnerinkomenstoets Ja

Tozo 3

Tozo 3 Oktober 2020 t/m maart 2021

Oorspronkelijk zou een beperkte vermogenstoets gelden, maar door aanscherping van de

coronamaatregelen, is daar weer van afgezien. Vanaf januari 2021 krijgen ondernemers in de Tozo-regeling het advies zich breder te gaan oriënteren.

Deels

Tozo 4

Tozo 4 April t/m juni 2021

Nog geen informatie bekend. Nee

Binnen de Tozo-regeling is er een onderscheid tussen de Tozo-levensonderhoud en de Tozo- bedrijfskapitaal. De Tozo-bedrijfskapitaal is een lening tegen 2% rente waarmee ondernemers hun bedrijfskosten kunnen financieren.

De gegevens in deze factsheet gaan over de Tozo-levensonderhoud.

Deze cijfers zijn gebaseerd op CBS-maatwerkgegevens. Deze cijfers geven informatie over de Tozo- uitkeringen die gemeenten hebben geregistreerd en aangeleverd bij het CBS over die betreffende maand. In de praktijk hebben gemeenten door de vele aanvragen achterstanden in hun registratie. Hoe recenter de cijfers, hoe onzekerder de cijfers zijn.

Ook hebben gemeenten de administratie van de Tozo zeer snel moeten inrichten. Dat betekent dat de eerste maand van de regeling (maart) en elke startmaand van een nieuwe Tozo-regeling (juni en oktober) leidt tot nieuwe werkwijzen en administratieve voorschriften, wat niet positief uitpakt voor de kwaliteit van de gegevens. Deze gegevens weerspiegelen dan ook de administratieve werkelijkheid in de betreffende maand en zullen afwijken van de cijfers die CBS zal publiceren in de toekomst als de

kinderziektes uit deze data zijn.

6

(30)

Het landelijke cijfer over het aantal geregistreerde Tozo-uitkeringen is beschikbaar van maart t/m januari 2021. Het gaat in alle gevallen om (nader) voorlopige cijfers. De uitsplitsingen van het aantal personen met een Tozo-uitkering is voor minder maanden beschikbaar. De meest recente maand is september. Van juni zijn er nader voorlopige cijfers over het totaal aantal uitkeringen Tozo, maar niet over de uitsplitsingen.

Alle cijfers gaan over ultimo-standen; zij peilen het aantal op de laatste dag van de maand.

7

Voor de Tozo-levensonderhoud zijn de meest complete en uitgebreide data beschikbaar.

6

Het CBS publiceert eerst voorlopige cijfers, dan nader voorlopige cijfers en daarna pas definitieve cijfers.

7

(31)

Effecten coronacrisis: ontwikkelingen bijstand en Tozo-uitkeringen

Groot beroep op Tozo, vooral de eerste drie maanden

Van maart t/m mei 2020 zijn er maandelijks tussen de 200 tot 250 duizend uitkeringen voor Tozo- levensonderhoud geregistreerd.

Van mei op juni daalt het aantal Tozo-uitkeringen sterk door de invoering van de

partnerinkomenstoets en de versoepeling van de coronamaatregelen. Vanaf juni is het aantal

uitkeringen tussen de 65 en 90 duizend per maand. In januari 2021 komt het aantal uitkeringen weer boven de 100 duizend uit.

In juni is de Tozo-regeling (Tozo 2) ingeperkt: sinds juni wordt het inkomen van de partner

meegenomen in de beslissing of er recht bestaat op een Tozo-uitkering. Verder zijn omstreeks deze periode een aantal lock-down maatregelen versoepeld waardoor het voor een deel van de zelfstandigen weer mogelijk was om inkomsten te genereren.

Vanaf oktober 2020 geldt Tozo 3. Deze regeling zou beperkt toetsen op vermogen, maar vanwege de extra maatregelen tegen het coronavirus, is deze vermogenstoets uitgesteld. De daling van het aantal Tozo-uitkeringen in oktober kan te maken hebben met administratieve achterstanden bij gemeenten bij de implementatie van Tozo 3. De maanden erna stijgt het aantal geregistreerde uitkeringen weer. Dit kan ook te maken hebben met de extra maatregelen die in deze maanden zijn genomen.

Via het ministerie van SZW is het aantal aanvragen voor de Tozo ook gemonitord. Het betreft

(32)

Aangevraagde versus toegekende uitkeringen Aangevraagde versus toegekende uitkeringen

een schatting op basis van data van zo’n 115 (van de 355) gemeenten. In de maanden maart t/m mei is het aantal aanvragen voor Tozo 1 geschat op 372 duizend. De schatting voor Tozo 2 komt uit op 119 duizend (t/m augustus). De schatting voor Tozo 3 in oktober bedraagt 65 duizend.

Het aantal aanvragen ligt hoger dan het aantal geregistreerde Tozo-uitkeringen dat is toegekend. Deze cijfers wijken om verschillende redenen af van de CBS-cijfers die in deze factsheet gebruikt zijn.

De CBS-cijfers in deze factsheet betreffen alleen levensonderhoud. In de SZW-cijfers is ongeveer 90% Tozo-levensonderhoud en 10% Tozo-bedrijfskrediet.

De CBS-cijfers betreffen geregistreerde uitkeringen die zijn toegekend. De SZW-cijfers

betreffen aanvragen en niet elke aanvraag leidt tot een toegekende uitkering. Uit de cijfers van SZW blijkt dat 88% van de aanvragen is goedgekeurd en 6% afgewezen. Het overige deel is niet gespecificeerd.

De CBS-cijfers omvatten de gegevens van alle gemeenten in Nederland. De cijfers van SZW zijn gebaseerd op de gegevens van 115 gemeenten die zijn geëxtrapoleerd naar de 355 gemeenten die er in 2020 waren op basis van een gestratificeerde schatting.

Hoewel de CBS-cijfers registraties betreffen, zijn deze nog niet definitief. Er zijn

administratieve achterstanden bij gemeenten. De werkelijke aantallen kunnen dus nog afwijken.

8

In 2020 waren er 355 gemeenten, per 1 januari 2021 is dit aantal door herindelingen afgenomen tot 352.

8

(33)

Effecten coronacrisis: ontwikkelingen bijstand en Tozo-uitkeringen

In Groot-Amsterdam en

omstreken de meeste Tozo- uitkeringen

In de arbeidsmarktregio Groot-Amsterdam is het beroep op de Tozo het hoogst. Zowel ten opzichte van het aantal inwoners in die regio, als ten opzichte van het aantal zelfstandig ondernemers.

Ook in de Gooi- en vechtstreek en Flevoland is een relatief groot beroep op de Tozo gedaan.

Bij alle arbeidsmarktregio’s is te zien dat er een terugloop is na mei 2020. Echter in Flevoland, Groot Amsterdam en de Gooi- en Vechtstreek blijft een relatief hoog percentage ook na mei 2020 een beroep op de Tozo doen.

(34)
(35)

Effecten coronacrisis: ontwikkelingen bijstand en Tozo-uitkeringen

Bijna de helft van de Tozo- uitkeringen naar 45-plussers

Bijna de helft van de personen met een Tozo-uitkering zijn de eerste drie maanden van de regeling mensen boven de 45 jaar (tot Aow-leeftijd). 44% behoort tot de leeftijdsgroep 27-45 jaar. 6 tot 7% tot personen tot 27 jaar.

De ontwikkelingen van mei op juni hebben een lichte verschuiving gebracht in de

leeftijdsverhoudingen van de personen met een Tozo-uitkering. Het percentage 45-plussers is licht gedaald. Het aandeel personen tot 27 jaar is juist licht gestegen.

De verschuiving in leeftijdsverhoudingen kan op verschillende manieren verklaard worden. Ten eerste door het invoeren van een partnerinkomenstoets waardoor personen geen recht meer hebben op een Tozo-uitkering als zij een partner hebben met voldoende inkomen. Zowel de aanvrager als de partner van de aanvrager, worden dan niet meer meegeteld bij het aantal personen met een Tozo-uitkering.

Een tweede oorzaak van de verschuivingen kan liggen in het versoepelen van de lockdown maatregelen in deze periode. Ondernemers die weer inkomsten genereren boven het minimumniveau (en hun eventuele partners), krijgen geen Tozo-uitkering meer.

Wanneer een uitkering aan twee personen is toegekend, zijn beide personen in deze cijfers meegenomen, ook als deze persoon zelf geen ondernemer is.

(36)

Effecten coronacrisis: ontwikkelingen bijstand en Tozo-uitkeringen

Meer dan de helft van de Tozo- uitkeringen naar mannen

53% van de personen met een Tozo-uitkeringen is in de eerste drie maanden van de regeling man.

47% is vrouw.

De ontwikkelingen van mei op juni hebben de man-vrouwverhouding licht verschoven. Het aandeel mannen onder de personen met een Tozo-uitkeringen is iets gestegen.

De verschuiving in man-vrouwverhouding kan op verschillende manieren verklaard worden. Ten eerste door het invoeren van een partnerinkomenstoets waardoor personen geen recht meer hebben op een Tozo-uitkering als zij een partner hebben met voldoende inkomen. Zowel de aanvrager als de partner van de aanvrager, worden dan niet meer meegeteld bij het aantal personen met een Tozo-uitkering.

Een tweede oorzaak van de verschuivingen kan liggen in het versoepelen van de lockdown maatregelen in deze periode. Ondernemers die weer inkomsten genereren boven het minimumniveau (en hun eventuele partners), krijgen geen Tozo-uitkering meer.

Wanneer een uitkering aan twee personen is toegekend, zijn beide personen in deze cijfers meegenomen, ook als deze persoon zelf geen ondernemer is.

9

Zowel mannen als vrouwen zullen ongeveer even vaak geen uitkering meer krijgen vanwege de partnerinkomenstoets. Daardoor zal het aandeel mannen en vrouwen na het invoeren van deze toets een weergave worden van de ondernemers die niet voldoende inkomen hebben én geen partner (met voldoende inkomen).

9

(37)

Effecten coronacrisis: ontwikkelingen bijstand en Tozo-uitkeringen

Tweederde van de Tozo-

uitkeringen naar mensen met een Nederlandse achtergrond

Ruim tweederde van de personen met een Tozo-uitkeringen behoort in de eerste drie maanden van de regeling tot de groep mensen met een Nederlandse achtergrond. 12 à 13% heet een westerse migratieachtergrond en tussen de 17 en 19% een niet-westerse migratieachtergrond.

De ontwikkelingen van mei op juni hebben de verhoudingen verschoven. Het aandeel personen met een Tozo-uitkering onder mensen met een Nederlandse achtergrond is gedaald. Het aandeel onder personen met een niet-westerse migratieachtergrond is gestegen.

De verschuiving in verhoudingen naar migratieachtergrond kan op verschillende manieren verklaard worden. Ten eerste door het invoeren van een partnerinkomenstoets waardoor personen geen recht meer hebben op een Tozo-uitkering als zij een partner hebben met voldoende inkomen. Zowel de aanvrager als de partner van de aanvrager, worden dan niet meer meegeteld bij het aantal personen met een Tozo-uitkering.

Een tweede oorzaak van de verschuivingen kan liggen in het versoepelen van de lockdown maatregelen in deze periode. Ondernemers die weer inkomsten genereren boven het minimumniveau (en hun eventuele partners), krijgen geen Tozo-uitkering meer.

Wanneer een uitkering aan twee personen is toegekend, zijn beide personen in deze cijfers meegenomen, ook als deze persoon zelf geen ondernemer is.

10

(38)

Personen met een Nederlandse achtergrond zijn personen van wie de beide ouders in Nederland zijn geboren, ongeacht het land waar men zelf is geboren. Personen met een niet-westerse of westerse migratieachtergrond zijn personen van wie ten minste één ouder in het buitenland is geboren. (Bron: Toelichting CBS Maatwerk). Meer informatie over welke landen bij welke

migratieachtergrond horen, is hier te vinden. (https://www.cbs.nl/nl-nl/faq/specifiek/wat-is-het- verschil-tussen-een-westerse-en-niet-westerse-allochtoon-)

10

(39)

Effecten coronacrisis: ontwikkelingen bijstand en Tozo-uitkeringen

Tweederde van de Tozo-

uitkeringen naar mensen in meerpersoonshuishoudens

80% van de personen met een Tozo-uitkering behoort in de eerste drie maanden van de regeling tot een meerpersoonshuishouden. 13 tot 14% tot een eenpersoonshuishouden en 5% tot de

eenouderhuishoudens.

De ontwikkelingen van mei op juni hebben de verhoudingen verschoven. Het aandeel personen met een Tozo-uitkeringen onder mensen uit meerpersoonshuishoudens is flink gedaald. Het aandeel onder eenpersoonshuishoudens en eenoudergezinnen is juist flink gestegen.

De verschuiving in verhoudingen naar type huishouden kan op verschillende manieren verklaard worden. Ten eerste door het invoeren van een partnerinkomenstoets waardoor personen geen recht meer hebben op een Tozo-uitkering als zij een partner hebben met voldoende inkomen. Zowel de aanvrager als de partner van de aanvrager, worden dan niet meer meegeteld bij het aantal personen met een Tozo-uitkering.

Mensen in een meerpersoonshuishouden zullen vaker een partner hebben en dus ook meer kans op een partner met voldoende inkomsten waardoor zij geen Tozo 2 krijgen vanwege de

partnerinkomenstoets. Ondanks de partnerinkomenstoets zijn er nog steeds relatief gezien veel mensen uit een meerpersoonshuishouden met een Tozo-uitkering. Deze mensen hebben een partner met geen of lage inkomsten onder de norm van de partnerinkomenstoets. Het kan ook zijn dat het huishouden van deze personen geen partner bevat. Denk aan meerderjarige kinderen die inwonen bij één ouder. Tot slot speelt mee dat we hier naar personen met een uitkering kijken. Eén uitkering in een meerpersoonshuishouden, leidt tot meerdere personen met een Tozo-uitkering.

Een tweede oorzaak van de verschuivingen kan liggen in het versoepelen van de lockdownmaatregelen in deze periode. Ondernemers die weer inkomsten genereren boven het minimumniveau (en hun eventuele partners), krijgen geen Tozo-uitkering meer.

Wanneer een uitkering aan twee personen is toegekend, zijn beide personen in deze cijfers meegenomen, ook als deze persoon zelf geen ondernemer is.

(40)
(41)

Effecten coronacrisis: ontwikkelingen bijstand en Tozo-uitkeringen

Meeste Tozo-uitkeringen in

sector ‘specialistische zakelijke diensten’

De meeste Tozo-uitkeringen zijn in de eerste maand uitgekeerd aan ondernemers in de sector

‘specialistische zakelijke diensten’. Ook in de sector ‘handel’, ‘overige dienstverlening’ en ‘cultuur, sport en recreatie’ hebben veel personen een Tozo-uitkering gekregen.

In september zijn de verhoudingen wat verschoven. De meeste Tozo-uitkeringen zijn nog steeds in de sector ‘specialistische zakelijke diensten’, maar daarna volgt ‘Cultuur, sport en recreatie’. Binnen de sector ‘overige dienstverlening’ is het aantal Tozo-uitkeringen harder afgenomen.

Onder de sector ‘specialistische zakelijke diensten’ vallen o.a. advies- en onderzoeksbureaus, vormgevers/ontwerpers, boekhouders, notarissen en advocaten. In deze sector zijn veel zzp’ers werkzaam. Ook is het een hele grote sector, wat het grote aantal Tozo-uitkeringen verklaart.

De relatief grote afname van het aantal Tozo-uitkeringen in de sector ‘overige dienstverlening’ heeft mogelijk te maken met de aard van de sector. Na de eerste lockdown konden kappers vanaf juni hun deuren bijvoorbeeld weer openen.

Zelfstandigen kunnen meerdere bedrijven bezitten, daardoor is het totaal van alle sectoren hoger dan het totaal aantal lopende uitkeringen. De sector waar een bedrijf onder valt is bepaald aan de hand van de hoofdactiviteit van het bedrijf.

(42)

Sector

Sector ToelichtingToelichting

Specialistische zakelijke diensten

o.a. advies- en onderzoeksbureaus, vormgevers/ontwerpers, boekhouders, notarissen en advocaten.

Cultuur, sport en recreatie

o.a. sportscholen, podiumkunsten, musea en kermisattacties.

Handel o.a. groothandel, detailhandel en markthandelaren.

Horeca o.a. hotels, campings, cafés en restaurants.

(43)

Vervoer en opslag o.a. personen- en goederenvervoer zoals taxivervoer, vervoer over weg en water, de luchtvaart en de koeriersbranche.

Bouwnijverheid o.a. projectontwikkeling, bouw, kabels en buizen, installatie en afwerking.

Overige dienstverlening o.a. haarverzorging, wellness en reparatie van elektronica.

Onderwijs o.a. regulier onderwijs, maar ook sportleraren, rijscholen en cultureel onderwijs.

Verhuur en overige zakelijke dienstverlening

o.a. de verhuur van auto’s en consumentenartikelen, reisbureaus, uitzendbureaus en beveiligers.

Informatie en communicatie

o.a. uitgeverijen, productiebedrijven, radio, televisie en telecommuncatie en aanverwante diensten.

Gezondheids- en welzijnszorg

o.a. gezondheidszorg, begeleiding en maatschappelijke dienstverlening.

Industrie o.a. vervaardiging van voedsel en goederen.

Landbouw, bosbouw en visserij

o.a. landbouw, bosbouw en visserij en dienstverlening voor deze sectoren.

Verhuur en handel van onroerend goed

o.a. verhuur en handel van onroerend goed en bemiddeling.

Sector

Sector ToelichtingToelichting

(44)

Effecten coronacrisis: ontwikkelingen bijstand en Tozo-uitkeringen

Ondernemers uit de sector

‘cultuur, sport en recreatie’ lijken oververtegenwoordigd

In maart 2020 heeft 18% van de zelfstandig ondernemers een Tozo-uitkering. In onder meer de sectoren ‘overige dienstverlening’ en ‘cultuur, sport en recreatie’ ligt dat percentage veel hoger.

In september is het percentage ondernemers dat een beroep doet op de Tozo gedaald naar 7%. In de sector ‘overige dienstverlening’ is het beroep op de Tozo gedaald naar het gemiddelde. In de sectoren ‘cultuur, sport en recreatie’ en ‘vervoer en opslag’ ligt het percentage veel hoger.

Onder de sector ‘overige dienstverlening’ vallen onder meer de kappers. Door de versoepelingen in de lockdown en de partnerinkomenstoets, maken zij minder gebruik van de Tozo. Voor de zelfstandigen in de de sectoren cultuur, sport en recreatie geldt dat veel minder. Deze sector kon (deels) weer open, maar er bleven beperkingen in de groepsomvang waardoor het daar minder ‘business as usual’ was.

Ook in de sector ‘vervoer en opslag’ daalde het percentage ondernemers dat een beroep deed op de Tozo minder had. Het gaat hier onder meer om personen en goederenvervoer, de luchtvaart en de koeriersbranche. Het is gezien de maatregelen die contact moeten beperken aannemelijk dat het vooral de zelfstandig ondernemers zijn die personen vervoeren, die hun inkomsten zagen terugvallen en een beroep moesten doen op de Tozo.

Zelfstandigen kunnen meerdere bedrijven bezitten, daardoor is het totaal van alle sectoren hoger dan het totaal aantal lopende uitkeringen.

(45)

Sector

Sector ToelichtingToelichting

Specialistische zakelijke diensten

o.a. advies- en onderzoeksbureaus, vormgevers/ontwerpers, boekhouders, notarissen en advocaten.

Cultuur, sport en recreatie

o.a. sportscholen, podiumkunsten, musea en kermisattacties.

Handel o.a. groothandel, detailhandel en markthandelaren.

Horeca o.a. hotels, campings, cafés en restaurants.

(46)

Vervoer en opslag o.a. personen- en goederenvervoer zoals taxivervoer, vervoer over weg en water, de luchtvaart en de koeriersbranche.

Bouwnijverheid o.a. projectontwikkeling, bouw, kabels en buizen, installatie en afwerking.

Overige dienstverlening o.a. haarverzorging, wellness en reparatie van elektronica.

Onderwijs o.a. regulier onderwijs, maar ook sportleraren, rijscholen en cultureel onderwijs.

Verhuur en overige zakelijke dienstverlening

o.a. de verhuur van auto’s en consumentenartikelen, reisbureaus, uitzendbureaus en beveiligers.

Informatie en communicatie

o.a. uitgeverijen, productiebedrijven, radio, televisie en telecommuncatie en aanverwante diensten.

Gezondheids- en welzijnszorg

o.a. gezondheidszorg, begeleiding en maatschappelijke dienstverlening.

Industrie o.a. vervaardiging van voedsel en goederen.

Landbouw, bosbouw en visserij

o.a. landbouw, bosbouw en visserij en dienstverlening voor deze sectoren.

Verhuur en handel van onroerend goed

o.a. verhuur en handel van onroerend goed en bemiddeling.

Sector

Sector ToelichtingToelichting

(47)

Superdruk Superdruk

Schuiven met personeel Schuiven met personeel

Gemeentehuizen dicht Gemeentehuizen dicht

Minder klantcontact Minder klantcontact

Effecten coronacrisis: ontwikkelingen bijstand en Tozo-uitkeringen

Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 3

Ervaringen van gemeenten

Hoe hebben gemeenten de ontwikkelingen in de bijstand en het optuigen van de Tozo-regeling ervaren? Gemeenten wisselden najaar 2020 ervaringen uit bij de regionale leerbijeenkomsten van de Divosa Benchmark Werk & Inkomen.

Ook is er in het najaar informatie opgehaald tijdens de

managementgesprekken vanuit de benchmark waarbij de onderzoekers,

adviseurs en procesmanagers van BMC, Stimulansz en Divosa samen met een gemeente naar hun cijfers kijken en deze proberen te duiden. Op deze manier is er najaar 2020 in 17 bijeenkomsten met ruim 50 gemeenten contact

geweest.

In 2020 was het bij de gemeentelijke afdelingen voor werk & inkomen onmetelijk druk. In sneltreinvaart tuigden gemeenten de uitvoering van de Tozo op. En het was extra druk aan de poort omdat er veel nieuwe aanvragen waren voor een bijstandsuitkering.

Om dat allemaal te kunnen bolwerken, is er flink met personeel geschoven. Medewerkers die normaal taken rondom handhaving, schuldhulpverlening of re-integratie uitvoeren, zijn Tozo-aanvragen gaan verwerken. Er is personeel uit alle hoeken en gaten van de gemeente weggetrokken, er is personeel extern ingehuurd en bij één gemeente zijn alle parttimers een tijd fulltime gaan werken.

Ondanks de drukte met aanvragen, was het op de gemeentehuizen zelf behoorlijk stil. De

dienstverlening vond vooral digitaal plaats en de loketten waren maar beperkt open, of alleen op afspraak. Als er fysiek contact was met mensen in de bijstand, dan was dat één op één.

Het was niet ideaal, want digitaal is het toch lastiger om contact met mensen te onderhouden, zo laat een gemeente weten. Daar komt bij dat ook de re-integratietrajecten op een lager pitje stonden. Er was immers minder werk, er waren minder werkstages en trainingen gingen niet door (alhoewel ze in sommige gemeenten ook wel digitaal werden gegeven). Handhavers gingen ook niet meer op

huisbezoek. Alles bij elkaar is de conclusie is dat de mensen in de bijstand in het coronajaar een stuk minder goed in beeld waren bij de gemeente.

11

(48)

Over de effecten van de coronomaatregelen bij gemeenten in de maanden maart, april en mei publiceerde Divosa al eerder op haar website.

(https://www.divosa.nl/onderwerpen/coronavirus/effecten-gemeentelijk-sociaal-domein)

11

(49)

Cijfers bijstand Cijfers bijstand

Cijfers Tozo Cijfers Tozo

Effecten coronacrisis: ontwikkelingen bijstand en Tozo-uitkeringen

Bronnen en verantwoording

De cijfers zijn gebaseerd op gegevens uit de Divosa Benchmark Werk & Inkomen. Omdat de benchmark niet alle gemeenten in Nederland omvat, gaat het om verhoudingsgetallen. Absolute aantallen geven immers niet het landelijke beeld weer.

De cijfers over aanvragen en over in- en uitstroom zijn gebaseerd op gegevens van 222 gemeenten die over 2020 gegevens hebben aangeleverd bij de Divosa Benchmark Werk & Inkomen. Zij representeren 78% van het bijstandsbestand. De cijfers over voorzieningen zijn gebaseerd op de gegevens van 187 gemeenten die complete gegevens hebben aangeleverd over de aanvragen algemene bijstand. Deze gemeenten representeren 68% van het bijstandsbestand.

De Divosa Benchmark Werk & Inkomen is een samenwerking van Divosa, Stimulansz en BMC Onderzoek. Doet jouw gemeente ook mee? Kijk op divosa-benchmark.nl voor meer informatie.

(https://divosa-benchmark.nl/werk-en-inkomen/#!/)

CBS Maatwerk Tozo: maart t/m december CBS Maatwerk Tozo: maart t/m december

Deze cijfers zijn gebaseerd op CBS-maatwerkgegevens. Deze cijfers geven informatie over de Tozo- uitkeringen die gemeenten hebben geregistreerd en aangeleverd bij het CBS over die betreffende maand. In de praktijk hebben gemeenten door de vele aanvragen achterstanden in hun registratie. Hoe recenter de cijfers, hoe onzekerder de cijfers zijn.

Ook hebben gemeenten de administratie van de Tozo zeer snel moeten inrichten. Dat betekent dat de eerste maand van de regeling (maart) en elke startmaand van een nieuwe Tozo-regeling (juni en oktober) leidt tot nieuwe werkwijzen en administratieve voorschriften, wat niet positief uitpakt voor de kwaliteit van de gegevens. Deze gegevens weerspiegelen dan ook de administratieve werkelijkheid in de betreffende maand en zullen afwijken van de cijfers die CBS zal publiceren in de toekomst als de

kinderziektes uit deze data zijn.

Het landelijke cijfer over het aantal geregistreerde Tozo-uitkeringen is beschikbaar van maart 2020 t/m januari 2021. Het gaat in alle gevallen om (nader) voorlopige cijfers. De uitsplitsingen van het aantal personen met een Tozo-uitkering is voor minder maanden beschikbaar. De meest recente maand is september. Van juni zijn er nader voorlopige cijfers over het totaal aantal uitkeringen Tozo, maar niet over de uitsplitsingen.

Alle cijfers gaan over ultimo-standen; zij peilen het aantal op de laatste dag van de maand.

CBS SBI

CBS SBI

(50)

Meer informatie: De structuur van de SBI 2008 - versie 2019 (https://www.cbs.nl/nl-nl/onze-

diensten/methoden/classificaties/activiteiten/sbi-2008-standaard-bedrijfsindeling-2008/de-structuur- van-de-sbi-2008-versie-2019) (CBS)

SZW-cijfers snelle monitoring aanvragen Tozo SZW-cijfers snelle monitoring aanvragen Tozo

Meer informatie: Kamerbrief Monitoring Arbeidsmarkt en Beroep NOW en Tozo (http://https://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/brieven_regering/detail?

id=2020Z23764&did=2020D50058) (Tweede Kamer, december 2020)

Ervaringen gemeenten Ervaringen gemeenten

Gemeenten wisselden najaar 2020 ervaringen uit bij de regionale leerbijeenkomsten van de Divosa Benchmark Werk & Inkomen. Ook is er in het najaar informatie opgehaald tijdens de

managementgesprekken vanuit de benchmark waarbij de onderzoekers, adviseurs en procesmanagers van BMC, Stimulansz en Divosa samen met een gemeente naar hun cijfers kijken en deze proberen te duiden. Op deze manier is er najaar 2020 in 17 bijeenkomsten met ruim 50 gemeenten contact

geweest. Van deze bijeenkomsten zijn beknopte verslagen gemaakt. Deze zijn naast elkaar gelegd waarna de rode draden eruit zijn gehaald.

(51)

Divosa Divosa

Auteurs Auteurs

Webredactie Webredactie

Versie Versie

Colofon

Koningin Wilhelminalaan 5 | 3527 LA Utrecht Postbus 2758 | 3500 GT Utrecht

030 - 233 23 37

info@divosa.nl (mailto:info@divosa.nl) divosa.nl (https://www.divosa.nl)

Marije van Dodeweerd, Divosa Larissa van Es, Divosa

Arthur van der Harg, BMC Yacht (data-analyse) Laura Kirchner, BMC Yacht

Angid Pons, BMC Yacht Simon Wajer, BMC Yacht

Jasja van Moorsel, Divosa

maart 2021

De Divosa Benchmarks zijn een samenwerking tussen Divosa, Stimulansz en BMC.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De inwoners die een beroep doen op de Tozo zijn hier vooraf over geïnformeerd en er is dus bekend dat er altijd achteraf wordt gekeken naar de daadwerkelijk ontvangen

Het is bij de WGA-uitkering vaak nog niet duidelijk in hoeverre iemands mogelijkheden om te werken nog kunnen verbeteren, waardoor het ook niet duidelijk is hoeveel degene nog in

Surf naar www.partnerinhetzuiden.be en maak kennis met de fos-partners: een gezondheidsforum uit Peru, een vrouwenfedera- tie uit Cuba, gezondheidspromotoren op het platteland

die eene bewcging · te kennen geven, met hebben vervoegd worden, wanneer de rigting der beweging niet vermeld wordt, maar met zijn, wanneer zij uitgedrukt staat;

Het bevat een brede waaier aan rechten die vaak al in andere mensenrechtenverdra- gen voorkwamen, maar die nu voor het eerst met een specifi eke focus op personen met een

• In een derde land gevaccineerde personen die (1) niet in Nedetland woonachtig zijn, of (2) niet de Nederlandse nationalitelt hebben, of (3) waarvan het derde land niet

Voor Tozo 2 en Tozo 3 zal dan in de meeste gevallen geen recht meer bestaan op een aanvullende uitkering voor levensonderhoud, aangezien het inkomen van de partner meetelt en

De Hoge Raad komt uit op een belangenafweging: enerzijds heeft de saunaclub er belang bij om aan het economisch verkeer deel te nemen, anderzijds kan de bank een