• No results found

4 e openbaar verslag ex art. 73a Faillissementswet in de faillissementen van. feitelijk kantoorhoudende te Almere, aan de Markerkant 1208-a

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "4 e openbaar verslag ex art. 73a Faillissementswet in de faillissementen van. feitelijk kantoorhoudende te Almere, aan de Markerkant 1208-a"

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

4e openbaar verslag ex art. 73a Faillissementswet in de faillissementen van

Happybad Nederland BV tevens h.o.d.n. Aqualounge en Happybad Badkamers Happybad Almere BV en

Happybad Delft BV en Star Sanitair BV en

feitelijk kantoorhoudende te Almere, aan de Markerkant 1208-a

Faillissementsnummer: 11.97 F (Happybad Badkamers BV) 11.109 F (Happybad Almere BV) 11.199 F (Happybad Delft BV) 11.268 F (Star Sanitair BV)

Uitspraak faillissement: 24-02-2011 (Happybad Nederland BV, rechtbank Almelo) 02-03-2011 (Happybad Almere BV, rechtbank Zwolle-Lelystad) 08-03-2011 (Happybad Delft BV, rechtbank ‘s-Gravenhage) 08-06-2011 (Star Sanitair BV, rechtbank Almelo)

Rechter-commissaris: mr A. Zweers

Curator: mr S.J. de Vries te Zwolle Datum verslag: 29 november 2011

In dit verslag zijn de onderdelen niet meer opgenomen, waarvan in eerdere verslagen is vermeld dat de werkzaamheden in dat kader als afgerond kunnen worden aangemerkt.

Voor die onderdelen wordt verwezen naar de eerdere verslagen.

Voor zover de tekst bij de nog wel opgenomen onderdelen afwijkt van de tekst in het voorgaande verslag, is deze tekst vetgedrukt en cursief opgenomen.

Gezamenlijke verslaglegging diverse faillissementen

Met toestemming van de rechter-commissaris worden de failllissementen van Happybad Nederland BV, Happybad Almere BV en Happybad Delft BV volledig geconsolideerd afgewikkeld.

Op 8 juni 2011 is Star Sanitair BV failliet verklaard. Dit betreft een dochtervennootschap van Happybad Nederland die ook door Happybad Nederland BV werd bestuurd. In het

faillissement van Star Sanitair is een 1e verslag ingediend op 5 juli 2011. De verdere verslaglegging vindt gezamenlijk met de overige faillissementen plaats.

(2)

III. Activa

3.1 onroerende zaken n.v.t.

3.2 taxaties n.v.t.

3.3 verkoopopbrengst n.v.t.

3.4 hoogte hypotheek n.v.t.

3.5 boedelbijdrage n.v.t.

3.6 bedrijfsmiddelen

De bedrijfsmiddelen bestaan uit:

- kantoorinventaris in de showrooms in Almere en Delft;

- showroominrichting en showroomopstellingen in Almere en Delft;

- voorraad in de showrooms in Almere en Delft;

- voorraad die zich bevindt bij de transporteur in Rijssen;

3.7 Taxaties

De activa op de locaties Almere en Delft zijn in opdracht van de ABN AMRO Bank als zekerheidsgerechtigde door het NTAB getaxeerd op 4 maart 2011.

De zaken die zich onder de transporteur bevinden zijn in opdracht van de curator door het NTAB getaxeerd op 10 maart 2011.

3.8 Verkoopopbrengst

De hiervoor genoemde zaken zijn verkocht aan de Tickert Trade BV voor een totaalbedrag ad

€ 135.000,-.

Van de koopsom heeft een bedrag van € 15.000,- betrekking op inventaris, € 75.000,- op showroomopstellingen in Almere en Delft, € 10.000,- op voorraad in Almere en Delft,

€ 15.000,- op goodwill en € 20.000,- op de voorraad in Rijssen.

De opbrengst van de voorraad in Rijssen is na aftrek van de hierna te noemen boedelbijdrage afgedragen aan Brinks Transport, nu verkoop heeft plaatsgevonden op grond van diens zekerheidsrechten.

De opbrengst van de voorraad in Almere en Delft ad € 10.000,- is aan de bank doorgestort, vermeerderd met € 2.052,75 als bijdrage in de door de bank voorgeschoten taxatiekosten ad totaal € 2.737,-.

Van de opbrengst van de showroomopstellingen heeft € 20.000,- betrekking op opbrengst van derdenzaken. Deze opbrengst is onder aftrek van een boedelbijdrage van € 2.000,- aan de Belastingdienst doorgestort.

De opbrengst van de inventaris en goodwill ad € 30.000,- valt in de boedel.

Over de verdeling van de resterende opbrengst van de showroomopstellingen ad € 55.000,- dient nog overeenstemming te worden bereikt tussen de curator, de Belastingdienst en de bank. Daarbij gaat het om de vraag of al dan niet sprake is van bodemzaken.

In een soortgelijke zaak is sprake van een procedure die bij de Hoge Raad aanhangig is. In deze procedure (Quint q.q./ING) is door de AG inmiddels geconcludeerd tot vernietiging van het door het Hof gewezen arrest en tot terugverwijzing. Verwacht wordt dat de Hoge Raad nog dit jaar uitspraak zal doen.

(3)

Deze uitspraak zal worden afgewacht op verzoek van de Belastingdienst. Op basis van die uitspraak moet dan duidelijk worden wie rechthebbende is op deze opbrengst.

Van de totale opbrengst ad € 135.000,- is tot dusver € 47.552,75 aan derden afgedragen.

Indien door de Hoge Raad in voor de Belastingdienst negatieve zin zou worden beslist

omtrent de vraag of showroomopstellingen als bodemzaken moeten worden aangemerkt dient maximaal nog € 55.000,- - te verminderen met een boedelbijdrage – aan de bank te worden afgedragen.

3.9 Boedelbijdrage

Door Brinks Transport is een boedelbijdrage voldaan van € 2.500,-. Aan Brinks Transport is de na aftrek van de boedelbijdrage resterende opbrengst van de voorraad in Rijssen

afgedragen.

Door de Belastingdienst is een boedelbijdrage betaald van € 2.000,- terzake de verkochte derdenzaken.

3.10 bodemrecht fiscus

Door de Belastingdienst is beslag gelegd op de roerende zaken van gefailleerde voor een fiscale vordering van circa € 200.000,-.

Het bodemrecht van de fiscus heeft betrekking op de zaken die tot de bodem van gefailleerde behoorden en de Belastingdienst stelt zich op het standpunt dat dit in ieder geval de

showroomopstellingen betreft. Het voorrecht gaat boven het stil pandrecht van de bank en jegens de bank heeft de curator afdracht van de opbrengst van bodemzaken geclaimd.

3.11 andere activa

- Aan bij de bank afgestort kasgeld is € 700,- op de faillissementsrekening bijgeschreven;

- Aan premierestituties is € 1.573,70 ontvangen;

- Van een debiteur is € 15,- ontvangen

- Uit hoofde van een afrekening van een tankcard is € 500,- ontvangen.

- Aan lopende rente op de faillissementsrekening is € 1.147,89.

Procedure Multi-Sun Beheer BV

Ten gunste van Happybad Nederland is op 16 maart 2011 een eindvonnis gewezen in een door Multi-Sun Beheer aanhangig gemaakte procedure. Op basis van dit vonnis is Multi-Sun Beheer een kostenveroordeling verschuldigd van € 4.229,-.

Tegen dit vonnis was hoger beroep ingesteld. In de derde verslagperiode is het hoger beroep ingetrokken, nadat met machtiging van de rechter-commissaris is afgesproken dat aan de boedel 75% van het bedrag aan kostenveroordeling wordt betaald, ofwel € 3.171,75.

Bijschrijving van dit bedrag op de faillissementsrekening heeft in deze vierde verslagperiode plaatsgevonden.

Volgens de bestuurder van Happybad zouden los van deze procedure schadeclaims tegen Multi-Sun Beheer kunnen worden ingediend op grond van onjuiste informatie/ wanprestatie ten tijde van de koop van de voorheen door Multi-Sun gedreven onderneming door

Happybad. Vorderingen op deze grondslag door aandeelhouders van Happybad zijn tijdens de derde verslagperiode echter in eerste aanleg afgewezen.

(4)

In deze vierde verslagperiode is gebleken dat door de aandeelhouders geen hoger beroep is ingesteld. Op basis hiervan en de overige aan de curator bekende informatie ziet deze thans geen aanleiding voor actie vanuit de boedel.

Betalingen op rekening Rabobank

Bij de Rabobank West Twente werd op naam van Happybad Nederland een bankrekening aangehouden die werd gebruikt voor de locatie Groenlo. Door de Rabobank is een saldo ad € 11.373,97 overgeboekt op de faillissementsrekening, waarvan volgens de voorlopige

beoordeling van de curator in ieder geval € 9.240,- betrekking heeft op betalingen ná faillissementsdatum die bedoeld waren voor Groenlo. Voor het betreffende bedrag was ook aan de debiteuren gevraagd over te boeken op een andere bankrekening ten name van Badisign. Mogelijk dat de betreffende debiteuren een boedelvordering hebben in het faillissement (al dan niet gegrond op een onmiskenbare vergissing). Door de betreffende debiteuren zijn echter geen vorderingen ingediend, waarbij mogelijk de hierna te noemen verhouding met Groenlo een rol speelt.

Groenlo

Volgens Bouwman, degene op wiens naam de vestiging in Groenlo werd en wordt gedreven, is Groenlo een zelfstandige onderneming die nog het nodige van Happybad Nederland te vorderen zou hebben op grond van aanbetalingen die aan gefailleerde zijn verricht, maar aan Groenlo zouden toekomen.

De curator heeft de indruk dat de oprichting van de vestiging in Groenlo ten laste van

Happybad Nederland is gedaan, wat zowel geldt voor de inrichting als de facilitering, zonder dat hiervoor door Groenlo is betaald. Het heeft er op zijn minst de schijn van dat Groenlo als dochtervennootschap van Happybad Nederland zou gaan fungeren. Bouwman stond ten tijde van het faillissement ook nog op de loonlijst, de huurovereenkomst stond op naam van Happybad Almere en inkopen voor Groenlo werden op naam van Happybad Nederland gedaan. De curator heeft een opstelling laten maken van de uren en middelen die in Groenlo zijn geïnvesteerd en meent vooralsnog dat met Groenlo nog dient te worden afgerekend.

De curator heeft Bouwman inmiddels tot afrekening aangesproken. Thans wordt met (de advocaat van) Bouwman hierover gecorrespondeerd. Bouwman is – zeer kort samengevat - van oordeel dat geen verplichting tot afrekening bestaat, nu in zijn optiek sprake was van een zelfstandig door hem gedreven onderneming.

In de lopende correspondentie is thans (de advocaat van) Bouwman aan zet.

Star Sanitair BV

In het faillissement van Happybad Nederland vallen de aandelen in Star Sanitair BV. Dit betreft een feitelijk lege vennootschap waarin geen activiteiten worden uitgeoefend.

Star Sanitair is op 8 juni 2011 op aangifte failliet verklaard. In dit faillissement is geen sprake van activiteiten of actief.

VI. Bank/financiers 6.1 Vordering van de bank

Door ABN AMRO Bank NV is een vordering aangemeld van in totaal € 424.811,70 exclusief rente en kosten. Voor deze vordering zijn Happybad Nederland, Star Sanitair en Happybad Almere hoofdelijk aansprakelijk.

(5)

6.2 Lease:

Er werden operationeel auto’s geleast van XL Lease (1) en Baan Twente (3) en Daimler Nederland (1). De auto’s zijn door de leasemaatschappijen ingenomen. Door de curator is jegens Daimler aanspraak gemaakt op afrekening van de eventuele overwaarde.

Gebleken is echter dat sprake is van onderwaarde.

6.3 Beschrijving zekerheden

Tegenover de vordering van de bank is sprake van verpanding van bedrijfsinventaris, bedrijfs- en handelsvoorraad en vorderingen op derden. Daarnaast zou sprake zijn van door

aandeelhouders verstrekte zekerheden.

6.4 Afwikkeling separatistenpositie

In overleg met de bank zijn de zaken op de locaties in Almere en Delft verkocht. Daarnaast zijn in overleg met Brinks Transport, die zich beroept op een retentierecht/pandrecht terzake opslagkosten, de zaken in Rijssen verkocht.

Met Brinks Transport is afgerekend. Met de bank eveneens, met uitzondering van de

opbrengst ad € 55.000,- van showroomkeukens. Deze opbrengst komt (via de boedel) aan de Belastingdienst toe indien sprake is van bodemzaken en komt aan de bank toe indien geen sprake is van bodemzaken. In dat laatste geval zal voor de verkoop in ieder geval een boedelbijdrage moeten worden voldaan.

6.5 Bedongen boedelbijdragen

Door Brinks Transport is een boedelbijdrage betaald van € 2.500,-. Met de bank moet nog definitief worden afgewikkeld.

VIII. Administratie

8.1 toestand administratie

De administratie werd bijgehouden via Simar. De curator heeft de nodige uitdraaien en stukken ontvangen. De administratie bevindt zich nog in het bedrijfspand.

8.2 goedkeurende verklaring accountant N.v.t.

De curator heeft zijn werkzaamheden in dit kader afgerond en behoudens nieuwe ontwikkelingen zal dit onderdeel in latere verslagen niet terugkeren.

IX. Pauliana/verrekening 9.1 verdachte transacties

De curator heeft nog geen verdachte transacties kunnen constateren en een eerste screening in de administratie heeft daarvoor ook geen aanwijzingen opgeleverd.

9.2 maatregelen n.v.t.

De curator heeft zijn werkzaamheden in dit kader afgerond en behoudens nieuwe ontwikkelingen zal dit onderdeel in latere verslagen niet terugkeren.

(6)

X. Bestuurdersaansprakelijkheid 10.1 Boekhoudplicht

Gezien de eerste bevindingen van de curator lijkt het erop dat aan de boekhoudverplichting is voldaan.

10.2 depot jaarrekeningen

De jaarrekeningen over 2008 en 2009 zijn tijdig gedeponeerd, terwijl de jaarrekening over 2010 nog niet gedeponeerd hoeft te zijn.

10.3 stortingsverplichting aandelen Aan voldaan.

10.4 onbehoorlijk bestuur

De curator dient nog onderzoek te doen of mogelijk sprake is geweest van onbehoorlijk bestuur en daarover kan nu nog geen uitspraak worden gedaan.

10.5 Maatregelen: niet aan de orde.

XI. Boedelschulden/fiscus/bedrijfsvereniging 11.0 boedelschulden

De boedelschulden zullen in ieder geval bestaan uit de door het UWV overgenomen loonverplichtingen vanaf faillissementsdatum. Door het UWV is nog geen vordering aangemeld.

De boedelschulden zullen verder bestaan uit vorderingen van verhuurders terzake huur vanaf faillissementsdatum, voor zover deze vorderingen niet op andere wijze zijn geïncasseerd.

Hierbij gaat het om de locaties in Almere, Groenlo en Delft. Voor laatsgenoemde locatie is een boedelvordering gemeld van € 2.629,84.

Door een afnemer is een boedelvordering van € 1.700,- gemeld terzake een na datum surséance gedane betaling op een order die niet is uitgeleverd.

Tenslotte bestaan de boedelschulden uit salaris/verschotten curator. Aan de curator is terzake honorarium over de surseanceperiode € 13.619,55 incl. BTW voldaan.

11.1 vordering van de fiscus

Door de Belastingdienst is inmiddels opgaaf gedaan van een totale fiscale vordering ad

€ 237.705,10. Hierin is de vordering uit hoofde van artikel 29 lid OB nog niet begrepen.

11.2 vordering van de UWV

Door het UWV is nog geen vordering aangemeld. Er is in ieder geval een preferente

vordering te verwachten terzake overgenomen loonverplichting van vóór datum faillissement.

11.3 overige preferente vorderingen

Door twee werknemers zijn niet door het UWV overgenomen loonvorderingen aangemeld voor een totaalbedrag ad € 12.890,34.

(7)

XII. Crediteuren

12.1 aantal concurrente crediteuren

De uit de administratie blijkende crediteuren zijn door de curator via een mailing uitgenodigd hun vordering aan te melden. Inmiddels is door 117 crediteuren een vordering aangemeld.

Hierin zijn ook begrepen de vorderingen van afnemers, die schade stellen wegens het niet (tijdig) leveren van bestelde zaken voor zover een dergelijke vordering bij de curator onderbouwd is aangemeld.

12.2 bedrag concurrente crediteuren

Het bedrag van de tot dusver voorlopig beoordeelde erkende en betwiste concurrente crediteuren bedraagt € 608.904,95 waarvan € 39.713,66 voorlopig is betwist.

12.3 wordt het eigenlijke opheffer

Op basis van de huidige stand van zaken is er voor de gewone crediteuren geen uitkering te verwachten. Het is nog maar sterk de vraag of van de gerealiseerde en te realiseren baten de boedelschulden, inclusief de te verwachten relatief forse vordering van het UWV zal kunnen worden betaald.

12.4 een vereenvoudigde afwikkeling Zie 12.3

12.5 wordt aan concurrente crediteuren uitgedeeld?

Zie 12.3

XIII. Rechtbank

13.1 toestemming afkoelingsperiode n.v.t.

13.2 toestemming voortzetting bedrijf n.v.t.

13.3 toestemming ontslag 25 februari 2011 / 2 maart 2011 13.4 toestemming opzegging huur n.v.t.

13.5 toestemming activatransacties n.v.t.

13.6 toestemming procederen n.v.t.

13.7 anderszins (boedelbijdrage) 8 april 2011 anderszins (geconsolideerde afwikkeling) 4 april 2011 anderszins (boeldelbijdrage fiscus) 12 augustus 2011 anderszins (schikking Multi-Sun Beheer) 25 augustus 2011 13.8 termijn afwikkeling faillissement circa zes maanden

13.9 plan van aanpak afwikkeling verdeling opbrengst Belastingdienst/Boedel/Bank, afwikkeling vordering Groenlo, etc.

13.10 indiening volgend verslag 28 februari 2011

Overig

Als bijlage is aan dit verslag een staat van baten en lasten gehecht inclusief een uitdraai van de mutaties op de faillissementsrekening – productie 1. Het saldo op de faillissements- rekening bedraagt thans € 65.810,52. Hierbij dient er rekening mee te worden gehouden dat voor een bedrag ad € 55.000,- aan verkopen nog overeenstemming dient te worden bereikt met de Belastingdienst en de Bank over de wijze van verdeling.

(8)

Aan dit verslag is tot slot een specificatie gehecht van de in deze verslagperiode aan de afwikkeling bestede uren - productie 2. In deze periode is aan de afwikkeling 3 uur aan de afwikkeling besteed waarmee het totaal aantal uren op 151,4 komt.

Zwolle, 29 november 2011

mr S.J. de Vries, curator

Deze faillissementen zijn in behandeling bij:

De Vries & Doornbos advocaten mr S.J. de Vries

Postbus 289

8000 AG ZWOLLE

telefoon: 038 – 4238348 telefax: 038 – 4238349

email: devries@devries-doornbos.nl

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De werkzaamheden ten aanzien van eigendomsrechten van derden zijn afgerond, omdat door derden geen rechten zijn ingeroepen... 5.1 omvang

De curator heeft moeten constateren dat er door de vennootschap aan SF Alert BV in totaal een bedrag van circa 2.500.000,== is uitgeleend, terwijl er daarnaast ook nog aanzienlijke

Onderdeel van de gemaakte afspraken met KPN Mobile The Netherlands is, dat KPN de door haar aanhangig gemaakte procedure tegen de bestuurders in overleg met de (advocaten van)

De faillissementen van M & M Beheer BV en Uniplan Onderhoudsgroep BV zijn op eigen aangifte uitgesproken, gelijktijdig met het faillissement van Schildersbedrijf Nijland BV tegen

De curator onderzoekt thans of de opdrachtgevers zelf niet geïnteresseerd zijn in de aankoop van het door Four Color B.V.. De curator heeft dienaangaande nog nader overleg met

De curator heeft hiertoe inmiddels diverse besprekingen gevoerd en alle noodzakelijke administratie aan de accountant ter hand gesteld, zodat naar verwachting in de volgende

Naar zeggen van de middellijk bestuurders zou de administratie tot en met het uitspreken van het faillissement zijn bijgehouden door haar (fiscale) adviseur, BDO Accountants en

Naar mijn verwachting zal er door mevrouw Kraanen en de heer Woestenburg niet gespaard gaan worden voor de crediteuren aangezien gefailleerden niet beschikken over