• No results found

VOLKEN VAN DEN INDISCHEN ARCHIPEL

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "VOLKEN VAN DEN INDISCHEN ARCHIPEL "

Copied!
94
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)
(2)
(3)
(4)

I

(5)

I ., 1 ^

PLECHTIGHEDEN EN GEBRUIKEN

* " ••'»'. S | i

»g o s > f T -* !

JE *^ ;# "

VERLOVINGEN EN HUWELIJKEN

VOLKEN VAN DEN INDISCHEN ARCHIPEL

Dr. G. A. WILKTCN.

T W E E D E S T U K .

'SGBAVÈïTHAÜË.

MA RT I N U S N U H O P F . 18 8 » .

(6)

*

(7)

jmumssHh

79

eilanden bewonen, vestigen wij in de eerste plaats de aandacht op de Alfoeren van Halmahera. N a de officieele verloving blijven de jongelieden ieder in het ouderlijk huis, hoewel de onderlinge omgang en gemeenschap weinig van die tusschen man en vrouw verschillen daar de bruidegom de meeste nachten in het huis zijner aanstaande schoonouders doorbrengt «». — Zulk een intiemen omgang tusschen de jongelieden vindt men ook bij de Alfoeren van Ceram, uitge- zonderd in de gevallen van kinderverloving. De jonkman kan hier in het huis van de ouders zijner aanstaande komen wonen en zonder formaliteiten zich als een gehuwd man gedragen 7». — Ook op Ambon en de Oeliasers vestigt, nadat het aanzoek gedaan en de openbare verloving tot stand gekomen i s , de jonkman zich in de woning van het meisje en leeft op bedekte wijze met haar als echtgenoot. Soms echter bepaalt hij zich er t o e , om een- of tweemaal per week zijne aanstaande te bezoeken. I n het eerste geval kan de verloving jaren duren, en ontaardt zij op die wijze in een geregeld concubinaat7 1. — Op Oeramlawoet mag de jonkman zijne verloofde dagelijks bezoeken en in hare woning spijs en drank n u t t i g e n , in welk geval zij hem bedienen moet. Eveneens is het hem vergund daar den nacht door te brengen en zelfs met zijne aanstaande het bed te deelen, iets wat in den regel geschiedt om elkander te leeren kennen 72. — Ook bij de Kei-eilanders heeft de man tijdens de verloving gemeenzamen omgang met zijne aanstaande vrouw 73. — Eindelijk moeten wij nog op een paar volken buiten de Molukken de aandacht vestigen. Zagen wij zooeven hoe bij de Dajaks van het stroomgebied der Baritoe het aan de verloofden niet vergund is met elkander in aanraking te komen, anders is dit bij de stammen van de binnenlanden van Koetei en van Boeloengan en Bërau. Volgens mededeeling van Von de W a l l , mogen bij sommige dier stammen de jongelieden tijdens de verloving met elkander verkeeren 7 4, terwijl bij andere zelfs eene openlijke samenwoning aan het huwelijk pleegt vooraf te g a a n , als eene soort van proef om te zien in hoeverre men in elkanders ge-

00 C a m p e n , D e Alfoeren van H a l m a h e r a , Tijdschr. v. Nederl. I n d i ë , j a a r g . 1 8 8 3 ,

• d l . I , blz. 286.

70 R i e d e l , D e s l u i k - en kroesharige rassen tusschen Selebes en P a p u a , blz. 1 3 1 .

71 Riedel , 0 . e . , blz. 67 en 6 8 . Zie ook : Van H o ë v e l l , Ambon en d e Oeliasers, blz. 1 3 4 — 1 3 5 .

711 R i e d e l , O. c . , blz. 1 7 1 .

7 3 R i e d e l , O. c . , blz. 2 3 5 .

7 1 Von d e W a l l , Overzicht van h e t rijk van K o e t e i , Indisch Archief, j a a r g . 1 8 5 0 , bl. I I I , blz. 4 7 7 .

(8)

zelschap genoegen vindt 75. — Met een bepaald doel heeft ook bij de Igorroten op Luzon tijdens de verloving eene samenleving der jonge- lieden plaats, en dit in weerwil dat men hier op de kuischheid der meisjes hoogen prijs stelt, zoodat zij //bei jedem Ausgange von äl- teren Frauen ihrer Familie oder dem Vater selbst begleitet und be- wacht werden//. Zoodra de verloving echter tot stand gekomen i s , //gestatten die Eltern der Braut dem Jünglinge , mit ihrer Tochter im Concubinate zu leben, denn es gilt vor Allem, die Fruchtbarkeit derselben zu erproben. Wird die Braut binnen einer bestimmten Frist schwanger, so findet erst die Hochzeit S t a t t , im entgegen- gesetzten Falle tritt der Bräutigam zurück. W e r ohne Grund seine Braut verliess, wurde früher geköpft// 7e.

Op de openlijke verloving volgt, na längeren of korteren tijd , de huwelijksvoltrekking, waarvan wij de voornaamste plechtigheden en gebruiken in het volgende hoofdstuk zullen beschrijven.

I V .

De oude Romeinen hadden een vooroordeel tegen het houden van eene bruiloft in de maand Mei. //Si te proverbia t a n g u n t , mense malas Majo nubere vulgus ait //, zegt Ovidius. Ook bij de volken van den Indischen Archipel bestaat het geloof, dat er tijden en tijd- stippen zijn, die voor het aangaan van een huwelijk als minder gunstig moeten worden beschouwd. Terwijl bij voorbeeld bij de J a - vanen ' aanzienlijken gaarne in de maand Surô trouwen, wordt dit als onheilbrengend door lieden uit cle volksklasse nagelaten. Overigens gelden Rabingulakir, Djumadilakir en Dulhidjah of Bësar als ge- lukkige maanden voor het sluiten van verbintenissen. Daarentegen b r e n g t , volgens het volksgeloof, Sapar eene aaneenschakeling van ongelukken in den echt mede, Rabingulawal of Mulud vele twisten en ongelegenheden, Radjëb het moeielijk verkrijgen van eene brood- winning, Saban of Ruwah vele ziekten en Sawa] veel verdriet, terwijl Djumadilawal eene spoedige echtscheiding voorspelt. Ongelukkig voor het sluiten van een huwelijk zijn verder de sterfdagen van vader en grootvader. Evenzoo moeten zekere tijdstippen van den dag daarvoor vermeden worden. Gelijk bekend i s , wordt, uit astrologisch oogpunt,

75 Von de Wall, Aanteekeningen omtrent de Noordoostkust van Borneo , Tijdsein', v. Ind. T. L. en Vk., dl. I V , biz. 452

78 Blumentritt, Versuch einer Ethnographie der Philippinen, Hz. 27—28.

1 Zie voor het volgende: Winter, Instellingen, gewoonten en gebruiken der Javanen te Soerakarta, Tijdschr. v. Nederl. Indië, jaarg. 1843, dl. I , blz. 608 w .

(9)

81

het etmaal door den Javaan verdeeld in vijf sangafs of deelen », die onder het beheer staan van de vijf Mohammedaansche engelen en profeten Ahmad, Djabaraïl, Ibrahim, Jusup en Ngidjraïl. De orde, waarin deze heerschappij voeren, verandert in dier voege, dat elke sangat, bij regelmatige afwisseling, eerst aan Ahmad, dan aan Djabaraïl, vervolgens aan Ibrahim, enz., onderworpen is. Yoor het aangaan van een huwelijk nu wordt steeds het deel gekozen, dat onder Ahmad of onder Djabaraïl staat. De overige tijden worden als ongelukkig beschouwd, daar Ibrahim eene bloedvergieting voorspelt, Jusup het moeielijk verkrijgen van eene kostwinning of een ambt, en Ngidjraïl een ongelukkig leven en een spoedigen dood ». — Ook de minder beschaafde volken van den Archipel hebben hunne tijden en tijdstippen, die voor het aangaan van een huwelijk geweuscht zijn. De Olo-Ngadju bij voorbeeld trouwt bij voorkeur bij afnemende maan 4 , terwijl bij de Niasers daarvoor de 2e, 5e, 7e, 8e en I Ie der maand uitgekozen worden : man en vrouw zouden dan geene ziekten te vreezen hebben, samen een hoogen ouderdom bereiken, met een talrijk kroost gezegend worden en voorspoed genieten bij het aan- fokken van varkens en pluimgedierte s. — Met deze enkele voor- beelden en algemeene aanduidingen moeten wij hier volstaan. Eene uitvoerige bespreking van dit punt, dat zoo ten nauwste samenhangt

met het geloof aan, en de berekening van, de omineuze tijden in het algemeen, behoort hier niet op hare plaats. Alleenlijk zij nog opgemerkt, dat bij het vaststellen van den huwelijksdag ook op allerlei voorteekens gelet wordt, als op droomen, de vlucht en het geluid van vogels, enz.

Is door berekening of op eene andere wijze de dag bepaald, dan wordt tot de voltrekking van het huwelijk overgegaan. Met tal van

2 In plaats van Mxnam^ z egt men ook luxuntimjf. Het is het Arabischere!™ = tijdstip. De sangat of saät is wat in het Maleisch lcotïka heet.

3 Vóór de invoering van den Islam waren het de vijf Hindûsche goden Mahaswara (Maheçvara), Kala (Kala), Sri (Çrï), Bèrma (Brahma) en Wisnu (Vishnu), die geacht werden over de vijf deelen van den dag het beheer te voeren. Bij de Maleiers, Makassaren en Boegineezen, Bataks, worden nog altijd deze goden geraadpleegd bij elke onderneming van eenige beteekenis. Het deel van den dag, door Mahaswara geregeerd, is over het algemeen het gelukkigste, dat van Sri is gelukkig, maar in minderen graad, dat van Wisnu noch goed, noch kwaad, dat van Kala ongelukkig, dat van Bërma het ongelukkigst van allen.

4 Hardeland , Dajaksch woordenboek, i. v. kalam. De tijd van de afnemende maan is ook gunstig voor het betrekken van eene nieuwe woning.

5 Chatelin , Godsdienst en bijgeloof der Niasers, Tijdschr. voor Ind. T. L. eu Vk.

dl. XXVI, biz. 158.

(10)

plechtigheden gaat deze bij de volken van den Indischen Archipel gepaard. Eenige stammen maken echter daarop eene uitzondering.

Van de Papoewa's van het Arfak-gebergte lezen wij, dat wanneer een jongeling eene maagd ziet, die hij tot vrouw wenschtte hebben, hij zich tot hare ouders wendt : is men het over den bruidschat eens geworden, dan worden de jongelieden , zonder omslag of feestelijkheid, verklaard , getrouwd te zijn 6. Zoo vertelt ook Von Miklucho-Maclay , d a t , bij de Papoewa's van de Astrolabe-baai, //die Ehe mit keinen be- sonderen Festlichkeiten begangen wird//, anders, voegt hij er aan t o e , //wäre es mir währeud meines zehnmonatlichen intimen Zusam- menlebens mit den Papuas zweifellos bekanntgeworden//. //Besprech- u n g e n / / , aldus gaat de schrijver voort, //über gegenseitige Ge- schenke zwischen dem jungen Mann und dem Vater des Mädchens habe ich wohl gehört, aber sonst nichts Auffallendes bemerkt. Heute z. B. sah ich eine junge Erau in der H ü t t e eines Junggesellen, wo sie gestern noch nicht war: gestern Abend hat er sie geheirathet//7. Dezelfde onderzoeker doet evenzeer het gemis van huwelijksceremoniën bij enkele stammen der Orang-Bënoewa van Malaka uitkomen, waar hij onder anderen spreekt van //der einfachen Procedur des Heirathens, die ein Orang-Sakai mit den W o r t e n : ////ich nehme sie, und schlafe mit ihr//// beschrieb//8. Dit vinden wij bij andere schrijvers bevestigd.

Van de Mantra's bij voorbeeld zegt Logan : //During the tampui-feast (eene soort van oogstfeest) many matches are made, and as little negotiation and less ceremony is needed, it sometimes happens t h a t a pair who had no thought of marriage in the morning, find them- selves at night reposing side by side in the chains of wedlock // s.

Ook volgens Newbold, komt bij de Orang-Bënoewa het huwelijk wel eens zonder bepaalde ceremoniën tot stand. //On occasions of marriages //, aldus lezen wij onder anderen, //the whole tribe is assembled, and an entertainment g i v e n , at which large quantities of a fermented liquor, obtained from the fruit of the t a m p u i , are discussed by the wedding guests ; an address is made by one of

8 Van Hasselt, Gedenkboek van een vijfentwintig-jarig zendelingsleven, biz. 240.

Zie ook: Von Rosenberg, Reistochten naar de Geelvinkbaai, blz. 90, waar het heet, dat, na vaststelling van den bruidschat, "de vrouw, zonder verdere plech- tigheid , onmiddelijk haar nieuwen heer en meester naar zijne woning volgt«.

7 Von Miklucho-Maclay, Ethnologische Bemerkungen über die Papuas der Maclay- Küste , Natuurkundig Tijdschrift voor Nederl. Indië, dl. XXXVI, blz. 299.

s Von Miklucho-Maclay, Ethnologische Excursionen in der Malayischen Halbinsel, Natuurkundig Tijdschrift voor Nederl. Indië, dl. XXXVI, blz. 17.

9 Logan, The Binua of Johore, Journal of the Indian Archipelago , dl. I , blz. 261.

(11)

83

the elders to the following effect : '///Listen, all ye that are present, those that were distant are now brought together — those that were separated are now united////. The young couple then approach each other, join hands, and the sylvan ceremony is concluded// '«. Op dezelfde wijze heeft, bij sommige Koeboe's op Sumatra, bij eene huwelijksvoltrekking niet veel meer plaats, dan dat daarvan openlijk mededeeling wordt gedaan aan de verzamelde verwanten en stam- genooten. De moeder der bruid verkondigt daarbij eenvoudig, dat //der J ü n g l i n g , genannt so oder so, mit ihrer Tochter, genannt so und s o , sich verheirathen werde. Von dem Vater oder einem der nächsten Verwandten der Braut geschehen alsdann ein Paar Schläge gegen ein ausgehöhltes Stück Holz. Hiermit endigt die Hochzeits- feierlichkeit// » . Nog van andere volken, die op ongeveer denzelfden lagen trap van beschaving staan als de reeds genoemde, vinden wij het gemis van bepaalde huwelijksceremoniën vermeld, als bij voorbeeld van de Orang-Bënoewa van den Riouw-Lingga-Archipel, de Orang-Sëkah van Biliton en de Engganeezen. Wenscht bij de eerstgenoemden een jongeling te trouwen, dan geeft hij hiervan kennis aan zijnen vader, van wien hij dan een blaasroer k r i j g t , terwijl het meisje van hare ouders een aarden pot ontvangt. Daar- mede zijn de jongelieden getrouwd 12. Bij de prauwenbewonende Orang-Sëkah van Biliton wordt, als de toestemming van de ouders van de jonge maagd verkregen i s , het huwelijk, zonder verdere uiterlijke vormen, geacht gesloten te zijn: alleen heeft de man te zorgen, dat hij in het bezit van een vaartuig is " . W a t eindelijk de Engganeezen betreft, vinden wij van hen vermeld, dat bij eene bruiloft geene formaliteiten plaats hebben, behalve' dat door den bruidegom en de bruid aan de wederzijdsche ouders eenige ge-

KI Newbold, British settlements in Malacca, dl. I I , biz. 407.

11 Mohnike, Bangka und Palembang nebst Mittheilungen über Sumatra im All- gemeinen, blz. 198. Zie ook: Forbes, A naturalist's wanderings in the Eastern Archipelago, blz. 241. Als de gasten zich onder eenen boom nedergezet hebben,

"the father of the maiden informs them that he has given his daughter So- and-so to So-and-so in marriage. One of the company then strikes the tree under which they sit several times with a club, proclaiming them to be man and wife".

12 Netscher, Beschrijving van een gedeelte der residentie Eiouw, Tijdschr. v.

Ind. T. L. en Vk., dl. I I , blz. 138—139.

13 Corns, de Groot, Herinneringen aan Blitong, blz. 335. Zie ook: Schepern, Aauteekeningen omtrent de bevolking van Billiton, Tijdschr. v. Ind. T. L. en Vk., dl. I X , blz. 0 5 , waar het heet, dat bij de Orang-Sëkah de huwelijken zonder priesters tot stand komen en daarvan alleen door de ouders aan de hoofden kennis behoeft te worden gegeven.

(12)

schenken gegeven worden >*. Hoe bij de Alfoeren van de Minahasa voorheen echtverbintenissen tot stand kwamen, zonder dat eenige vormen daarbij in acht genomen werden, blijkt onder anderen uit enkele volksverhalen. Wij lezen bij voorbeeld hoe iemand eens, op de jacht zijnde, een meisje ontmoette en die twee, alleen bij onderling goedvinden , man en vrouw werden 15. —- Doch behalve deze en enkele andere uitzonderingen, gaan , gelijk wij reeds opmerkten, de huwelijken bij de volken van den Indischen Archipel met tal

u Henrich, De eilandengroep Engano, Tijdschr. v. h. Nederl. Aardr. Gen., 2e serie, dl. V, blz. 297. Evenzoo doet Walland (Het eiland Engano, Tijdschr. v.

Ind. T. L. en Vk., dl. XIV, blz. 104) het gemis van huwelijksformaliteiten bij de Engganeezen uitkomen. Zie verder: Verslag van eene reis van den Assistent- Resident van Bengkoelen naar Engano, Tijdschr. v. Ind. T. L. en Vk., dl. XIX, blz. 193, waar het heet, d a t , wanneer éen man eene vrouw verlangt en zij hem hebben wil, hij haar zonder meer tot zich neemt en hare familie eenige geschenken geeft. Ook volgens Van der Straaten en Severijn (Verslag van een in 1854 be- werkstelligd onderzoek op het eiland Engano , Tijdschr. v. Ind. T. L. Vk., dl. I l l , blz. 361) neemt de jongeling de maagd, die hij zich tot echtgenoote begeert, zoo zij hem althans wederkeerig genegen is, eenvoudig tot zich. Eenige dagen latei- komt echter de vader en toont zich beleedigd, terwijl hij met zijne pieken den jongen man dreigt te vermoorden. Deze vraagt dan vergiffenis en stelt genen met eenige geschenken tevreden. Ongetwijfeld is dit laatste eene kleine reminiscenz van eene vroegere schaking. Als eene bepaalde huwelijksceremonie (wij verzuimden dit in het tweede hoofdstuk te vermelden) schijnt de raptio imaginaria werkelijk op Enggano voor te komen. Von Rosenberg (Beschrijving van Engano en van deszelfs bewoners, Tijdschr. van Ind. T. L. en Vk., dl. I l l , blz. 379) deelt althans mede, dat bij de trouwplechtigheid de bruidegom zijne bruid op den rug nemen en zich zoo eenige oogenblikken tegen de aanvallen van de mannelijke leden der familie verdedigen moet. Wordt hij daarbij gewond, dan gaat de verbintenis niet door;

zoo hij echter ongedeerd blijft, neemt hij zijne bruid mede, betaalt een geringen prijs aan de ouders en is getrouwd. Dit gebruik moet echter tot enkele stammen beperkt zijn, daar anders de overige schrijvers wel daarvan mededeeling zouden hebhen gedaan. Trouwens in zijn werk "Der Malayische Archipel" maakt Von Rosenberg-zelf er geen nader gewag van, doch doet hij, evenals de andere bericht- gevers , het gemis aan eene bepaalde huwelijksceremonie bij de Eugganeezen uit- komen. "Die Vereinigung von Mann und Frau zu Gründung eines Hausstandes", aldus lezen wij (O. c , blz. 211), » findet dadurch s t a t t , dass der Mann die Frau, welche er begehrt, mit deren Einwilligung zu sich nimmt und hierauf ihrer Familie einige Geschenke macht, die aus Lanzen, Säbeln und Glasperlen bestehen".

w Zie het verhaal: NaasarSm bija si Mamanua, in d e : Bijdragen tot de kennis der Alfoersche taal in de Minahassa, blz. I vv. Mamanua, op de jacht zijnde, ontmoette een meisje. "Vanwaar zij gij ? Hoe heet gij ? Hoe heeten uwe ouders ?"

Na op deze vragen antwoord te hebben gekregen, vroeg Mamanua haar ten huwelijk.

"Als gij wilt, zal ik u tot mijne vrouw nemen». Het meisje er in toestemmende, werden zij man en vrouw. — Een voorbeeld van een huwelijk, zonder eenige forma- liteiten , alleen met wederzijdsche toestemming gesloten, vindt men ook in het verhaal : Naasarêm bija se sijow mahatuari wewene, O. c . , blz. XIV vv.

(13)

85

van plechtigheden gepaard. Ze allen hier te beschrijven, zou ons te ver voeren. Wij zullen dus alleen op de meest typische, op de meer of minder algemeen verbreide, de aandacht vestigen.

Tn het algemeen zijn bij de huwelijksvoltrekkingen, althans in de gevallen waarbij de vrouw den man volgt, en deze zijn in den Archipel, evenals elders, wel de meest voorkomende, drie momenten te onderscheiden, welke, samenvallende met de traditio, de deductio m domum en de confarreatio der oude Eomeinen, gevoegelijk met deze benamingen kunnen worden bestempeld. Bij de traditio wordt, gelijk men weet, de bruid door haren vader plechtig aan den bruidegom overgegeven, bij de deductio in domum in optocht naar de echtelijke woning gebracht, bij de confarreatio in het familie- verband van den man opgenomen •«. A priori is het echter te ver- wachten , dat de twee eerstgenoemde handelingen bij de natuurvolken minder in aanmerking moeten komen. Het kan, zooals wij in het tweede hoofdstuk aantoonden, aanvankelijk bij de ouders niet opgekomen zijn, om, ook waar het huwelijk door hen begeerd werd, daartoe openlijk vrijwillig van hunne dochter afstand te doen, hare wegvoering' naar het huis van den bruidegom voor aller oogen onverhinderd te doen geschieden. Zoo vervangt dan ook de voorgewende schaking veelvuldig in den Indischen Archipel de ceremoniën, die bij de Eomeinen en andere volken bij de traditio en de deductio in domum plaats vinden ". Wij zullen in dit hoofd- stuk ons dus hoofdzakelijk bepalen tot de beschrijving van de plechtigheden, welke de opname van de bruid in het familieverband van den bruidegom symboliseeren, de confarreatio.

Waarin bij de oude Eomeinen de confarreatio bestond, is genoeg- zaam bekend. In de woning van den bruidegom gekomen , werd de bruid naar den huiselijken haard gevoerd, voor de daar geplaatste beelden van de huisgoden, de laren en penaten. Na geofferd en eenige gebedsformuliereu gepreveld te hebben, at het jonge paar samen eenen oflerkoek, panis farreus of libum farreum (waarvan dan ook de benaming confarreatio afkomstig zou zijn), in tegen woordig-

16 Zie: Fustel de Coulanges, La cité antique, biz. 45—46. Ook bij de oude Grieken zijn deze drie momenten duidelijk te onderscheiden (Fustel de Coulanges , O. o., blz. 43—45).

1? Doch vindt men ook bij de oude Romeinen bij de deductio in domum eene ceremonie, die, gelijk wij in het tweede hoofdstuk (blz. 51) gezien hebben, als een overblijfsel van de schaking moet worden beschouwd.

(14)

heid van den Manien Dialis, den Pontifex Maximus en tien getuigen.

Het was bepaaldelijk door dit gemeenschappelijk gebruiken van den panis farreus, dat de echtverbintenis tot stand kwam '«. Gelijk men weet, wordt dezelfde ceremonie bij meer volken aangetroffen. Zoo plachten, ter bezegeling van den huwelijksband, bruid en bruidegom in het oude Athene samen een sesamkoek te deelen, in Indië gemeenschappelijk een offermaal te nuttigen '9. Nog heden ten dage is liet hier en daar in Duitschland, in Thüringen en in het Erz- gebergte, een vereischte dat de verloofden, veelal op den morgen van de bruiloft, uit denzelfden scbotel moeten eten 20 ) terwijl het nuttigen van den onvermijdelijken bruidskoek, die altijd door de jonge vrouw moet worden gesneden, in Engeland, zeker, zooals door Lubbock is opgemerkt, een overblijfsel is van eene dergelijke plech- tigheid 21. Doch het kan onnoodig zijn, meerdere voorbeelden van

18 Zoo althans volgens Fustel de Coulanges. "Ce gâteau mangé au milieu de la récitation des prières-, en présence et sous les yeux des divinités de la famille, est ce qui fait l'union sainte de l'époux et de l'épouseir (La cité antique, blz. 47).

Rossbach (Untersuchungen über die römische E h e , blz. 107—108) meent echter, dat de panis farreus niet gegeten, doch geofferd werd. Gelijk echter door Lippert te recht is opgemerkt, zijn maaltijd en offer niet altijd van elkander te onder- scheiden. "Wir mussen hinzufügen", zegt hij onder anderen, "dass seit die Men- schen die Geister in positiver Weise zu gewinnen suchten, also einen positiven Kult begannen, viele Leistungen als unOpferiin bezeichnet werden können, welche mit einer Mahlzeit der Menschen in keiner Verbindung standen; umgekehrt aber konnte es nicht leicht eine festlichere Mahlzeit, absolut keine solche aber an den Aufenthaltsstätten jener geben, an welcher die Geister nicht theilnehmend gedacht wurden, und so war jede dieser Mahlzeiten ein tiiiOpfermahlmi, gleichgültig, ob sich davon noch eine besondere Handlung der Darreichung als ""Opfern" engsten Sinnes lostrennte oder nicht. Wenn also bei der Hochzeit des römischen Patriciërs Speltschrot und Speltbrot zu Opferzwecken gedient haben sollte, so ist diese alter- tümliche Nahrung eben darum auch einmal Gegenstand des bei der Hochzeit veranstalteten Mahles gewesen. Später fielen Opfer und Mahlzeit auseinander, jenes conservierte den altertümlichen Bestand, diese ging davon ab. Immer aber bildete die coena einen Bestandteil der römischen Hochzeit" (Lippert, Kultur- geschichte der Menschheit in ihrem organischen Aufbau, dl. I I , blz. 140—141).

19 Fustel de Coulanges, La cité antique, blz. 4 5 ; Bossback, Untersuchungen über die römische Ehe, blz. 107 ; Haas, Die Heirathsgebräuehe der alten Inder, nach den Grihyasûtra, Indische Studien, dl. V, blz. 326 en 399. — Ook bij de oude Macedoniërs bestond het gebruik. "Jussit afferri patrio more panem; In c erat apud Macedones sanctissimum coeuutium pignus ; quem divisum gladio uterque libabat"

(geciteerd bij Fustel de Coulanges, O. c., blz. 4 5 , noot 3).

20 Wuttke, Der deutsche Volksaberglaube der Gegenwart, § 560. Het bijgeloof bestaat daarbij, dat wie den laatsten lepel gebruikt, ook het eerste zal sterven.

21 Lubbock, On the origin of civilisation and the primitive condition of man, blz. 114.

(15)

87

dit gebruik hier aan te voeren « . Alleen willen wij er nog op wijzen, hoe, in plaats van het eten van dezelfde spijs, dikwijls het drinken van denzelfden drank voorkomt " . rPot in het begin dezer eeuw behoorde in Zweden, althans in de Noordelijke provinciën, liet zoogenaamde //brudköp dricka// tot de ceremoniën van de huwe- lijksvoltrekking, en moet nog heden ten dage in Servië het bruid s- paar driemaal een weinig rooden wijn uit hetzelfde glas gebruiken.

Bij de Chineezen vindt men dezelfde symbolische handeling. De jongelieden plaatsen zich, met de aangezichten naar elkander ge- keerd , voor eene tafel, waarop, onder meer, zich twee zonderling gevormde bekers, soms door een rooden draad met elkander ver- bonden , bevinden. Ka eenige ceremoniën, neemt eene der vrouwe- lijke helpers de bekers, //and//, aldus Doolittle, //having partially tilled them with a mixture of wine and honey, she pours some of their contents from one into the other, back and forth several times.

She then holds one to the mouth of the groom, and the other to the mouth of the bride, who continue to face each other, and who then sip a little of the wine. She then changes the goblets, and the bride sips out of the one just used by the groom, and the groom sips out of the one just used by the bride n ™. — Ook bij de volken van het Maleisch-Polynesische ras wordt dit gebruik aan- getroffen. //At the marriage ceremony//, beet het onder anderen van de Manahiki- of Humphrey-eilanders, //which was in the house of the bridegroom, the priest took a cocoa-nut, opened a hole, handed i t ' to the man to drink, who, after a sip or two, gave it to the woman and she also drank'/ as. Evenzoo is het op Fidji door bet eten en drinken uit denzelfden schotel of denzelfden beker, dat de

22 Belangstellenden verwijzen wij naar het, in de voorgaande noot aangehaalde, werk van Lubbock, blz. 114—115; en verder naar: Lippert, Die Geschichte der Familie, blz. 104—106, en Kulturgeschichte der Menschheit in ihrem organischen Aufbau, dl. I I , blz. 140—143; Schröder, Die Hochzeitsgebräuche der Esten und einiger anderer Finnisch-ugrischer Völkerschaften in Vergleichung mit denen der Indogermanischen Völker, blz. 82—84. Ook Trumbull, The blood covenant, blz. 191 vv. , citeert enkele voorbeelden van het gebruik.

28 Zie, behalve de in de voorgaande noot genoemde werken, ook : Böckel, Deutsche Volkslieder aus Oberhessen, Kulturhistorisch-ethnographische Einleitung, blz. LV vv.

24 Doolittle, Social life of the Chinese, dl. I , blz. 85—87. Zie ook: De Groot, Jaarlijksche feesten en gebruiken van de Emoy-Chinezen, blz. 68—69.

26 Turner, Samoa, together with notes on the cults and customs of twenty-three other islands in the Pacific, blz. 276.

(16)

echtverbintenis tot stand komt »s, terwijl bij de Hoewa's van Ma- dagascar, bij de bruiloft, //as soon as rice and other food had been brought in, one dish was placed before bride and bridegroom, from which they both ate, apparently as a symbol of the future unity of their interests// »?. — Dat ook in Indonesië het gebruik zeer verbreid is, zullen wij nu aantoonen. Het is echter noodig alvorens den oorsprong- en de beteekenis daarvan kortelijk na te gaan.

Hetgeen allereerst opmerking verdient, is dat het symbool van het samen-eten en samen-drinken bij meer gelegenheden aangewend wordt.

Van de Bataks bij voorbeeld lezen wij, dat het sluiten van een bondgenootschap gepaard gaat met het slachten van een rund of karbouw, hetgeen op de markt geschiedt. Hier toch verzamelt zich veel volk en is het dus eene geschikte plaats, om quaesties te be- spreken. De vergaderde hoofden en geringen, in eenen kring gezeten , zeggen nu, ieder op de beurt, hun gevoelen, en de zaak wordt gewikt en gewogen. Is men het eindelijk eens geworden, dan wordt het vleesch van het geslachte dier, met gember gekruid, onder de aanwezigen verdeeld, en ieder, die van dit vleesch gegeten heeft, wordt beschouwd tot den bond te zijn toegetreden28. Ook de Menang- kabawsche Maleiers van de Padangsche Bovenlanden moeten hier ge- noemd worden. Wanneer in vroegere tijden twee of meer negariën een verbond sloten, om elkaar in den strijd bij te staan, bevestigde men zulks met eenen eed, welke plechtigheid gepaard ging met het slachten van eenen buffel, waarvan het vleesch zou dienen tot het houden van een gemeenschappelijk feestmaal w. In het Oosten van den Archipel treft men hetzelfde gebruik aan. Niet zelden gaat hier het samen- eten gepaard met eene andere ceremonie, het drinken van elkanders bloed 29a. Zoo bij de Alfoeren van Ceram en bij de bewoners van Leti-Moa-Lakor. Het sluiten van vriendschap met lieden van eene andere negari, aldus lezen wij van de laatstgenoemden, geschiedt

28 Williams and Calvert, Fiji and the Fijians, geciteerd bij Trumbull, The blood covenant, Wz. 193.

27 Sibree, Madagascar and its people, biz. 193. Zie ook: Ellis, History of Mada- gascar, dl. I , biz. 166. De bruidegom His welcomed by the bride as her future husband; they eat together, and are recognized by the senior members of the family as husband and wifen. Dit heeft in het huis van de bruid plaats. Later keeren de jongelieden terug "to the house of the parents or friends of the bride- groom, and again eat together".

28 Van Hoëvell, lets over het oorlogvoeren der Battas, Tijdschr. van Nederl.

Indië, jaarg. 1878, dl. I I , biz. 438—439.

29 Van Hasselt, Volksbeschrijving van Midden-Sumatra, biz. 67.

29a Zie over deze ceremonie noot 36b hierbeneden.

(17)

89

door het romsi-remwara, dat i s : het eten van vleesch en het drinken van bloed. Toen een der rilalauna's (hoofden) van Leti een verbond sloot met den radja van Watrou en Groot-Timor werden er een karbouw en een varken voorgebracht, benevens twee kalapadoppen met palmwijn ge- vuld. N u maakte de radja op het bovengedeelte van zijne hand een wond en liet het bloed in den palmwijn druppelen. Hetzelfde werd ook door den rilalauna gedaan. N a het bloed vermengd te hebben, dronken zij samen den palmwijn o p , terwijl de karbouw en het varken geslacht werden en van het vleesch daarvan een gemeenschappelijke maaltijd werd gehouden. Dat nu door dezen maaltijd, evengoed als door het drinken van elkanders bloed, het bondgenootschap tot stand k w a m , blijkt uit het formulier, waarvan men zich bij de handeling be- diende. //Q Matruma !'/, zoo sprak de rilalauna van L e t i , //O Matruma, alomtegenwoordige, zijt onze getuige, wij hebben vleesch gegeten en bloed gedronken, wij zijn één geworden , wij kunnen niet scheiden, onze borsten, onze harten, onze ingewanden, onze woorden zijn één geworden ; wanneer wij den eed verbreken, zal de zon, de maan , het eiland, de grond, het voorgebergte, de i n h a m , het gesneden vleesch en het gestorte bloed ons dooden!// Een dergelijk formulier werd ook door den radja van Groot-Timor uitgesproken, onder aan- roeping van Usi-Neno so. — 'Doch niet alleen bij het aangaan van een bondgenootschap, ook bij het sluiten van vrede wordt het sym- bool van liet samen-eten toegepast. Er is geen aanzitten aan den- zelfden disch mogelijk van personen, die elkander vijandig zijn, en men weet, dat waar dit geheel toevallig heeft plaats gehad, alle veete behoort op te houden 30a. Dat men dus personen, die elkander vijandig zijn, verzoent door hen eene bete te doen deelen, ligt voor de hand.

In de Molukken gebeurt dit onder anderen op de Timorlawoet-eilanden en op Loewang-Sermata. H e t sluiten van vrede gaat met een feest- maaltijd gepaard, onder aanroeping van het Opperwezen, om van de handeling getuige te zijn. //O Duadilaa!'/, zoo luidt onder anderen bij de Timorlawoet-eilanders het daarbij gebezigde formulier, //O Duadilaa , er zal te zaïnen gegeten worden door degenen, die vroeger oneenig waren!'/ si. Ook op Ceram en op Ambon komt de vredesluiting tot stand door een gemeenschappelijken maaltijd 32. Evenzoo bij de Al-

30 Riedel, De sluik- en kroeaharige rassen tusschen Celebes en Papua, blz. 128—129 en 396.

30a Zie onder anderen noot 36a hierbeneden.

31 Riedel, O. e., blz. 299 en 324.

32 Riedel, O. c., blz. 52 en 105.

(18)

foeren van Boeroe. Bestaat er geschil tusschen twee fenna's of stam- men , dan wordt de tusschen komst van eene derde fenna ingeroepen om de zaak te beslechten. De fenna, die in het ongelijk gesteld wordt, moet dan de benoodigde varkens en levensmiddelen bijeenbrengen voor eenen maaltijd, waaraan de beide partijen deelnemen. Onder het eten verwisselt men van schotels, waarmede de vrede geacht wordt te zijn gesloten. Bij geschillen tusschen personen, tot dezelfde fenna behoorende, ter zake van moord, ontvoering van een meisje of een ig ander misdrijf, heeft bij de verzoening deze plechtigheid van het gemeenschappelijk eten met verwisseling van schotels eveneens plaats 33. Een dergelijk gebruik vindt men ook op het eiland Wetar, vulgo Wetter. Wanneer negarilieden twist hebben, bezoekt hij , die vrede sluiten wil, zijnen vijand en brengt hem een sarong ten geschenke.

Wordt deze aangenomen, dan wordt er een maal gereed gemaakt, waarvan de twistenden te zamen eten, waarna zij uit elkanders doos eene sirihpruim gebruiken 34. Bij de Olo-Ngadju's op Borneo worden , volgens Hardeland, //kleine geschillen tusschen nabestaanden door den dorpsoudste op deze wijze uit de wereld gemaakt, dat de schuldige den klager een feest geeft, waaraan alle betrekkingen deelnemen . . . . Ook na de beslissing eener zaak laat het opperhoofd der landstreek de partijen iets samen-eten of samen-drinken, ten teeken dat alle vijand- schap uit is// 34a. Van de volken van Sumatra noemen wij in de eerste plaats de Bataks. Onder de benaming mangupa wordt onder anderen bij de stammen, die het Pane- en Bila-stroomgebied bewonen, bij misdrijven aan den schuldige opgelegd het leveren van eenen buffel of karbouw. Het dier wordt in het huis van den beleedigden persoon aangeboden. De aanbieding geschiedt in optocht door de vrouwelijke

»s Riedel, O. o., blz. 18 en 23.

34 Riedel, O. e., blz. 446. — Over de rol, die de betel of sirih iri de Molukken bij vredesluitingen vervult, spreekt ook Kolff in zijne "Reize door den vveiuig be- kenden zuidelijken Moluksehen Archipel". De verzoening ouder deze volken, zegt hij onder anderen (blz. 125—126) van de Zuidwester-eilanders, geschiedt bijna evenals bij kinderen, die met elkander gekrakeeld hebben. Zij beginnen met mal- kander verwijtingen te doen en te besohuldigen , doch altijd na verlof te hebben gevraagd, om het woord te mogen voeren. Vervolgeus leggen zij de rechterhandeu ineen en nemen wederkeerig uit ieders bakje een weinig sirih. Daarmede is de vrede hersteld. Zoo heet het ook (blz. 272), in de beschrijving van eene vredesluitiug op de Timorlawoet-eïlanden, dat partijen sirih uit elkanders mand namen, "tot plechtig teeken van oprechte verzoening".

34a Zie de belangrijke meleleelingen van Hardeland, Verzameling van berichten betreffende de bijbel versprei ding, W. 92—93, blz. 21.

(19)

91

familieleden en een paar m a n n e n , waaronder ook de boeteling, met of zonder muziek, met of zonder rondgangen, al naar den stand van den beleedigden persoon. Daarna wordt het dier geslacht en door allen samen genuttigd ss. Bij de Toba-Bataks heet dit verzoeningsmaal panula. Bij de afdoening van strafzaken //wird in der Regel ein Büffel geschlachtet, um die Gemeinde des Dorfes zu regaliren. An diesem Schmause nimmt der Verbrecher oder Bestrafte in der Regel T h e i l , als gleichsam an einem Versöhnungsfeste auf seine Kosten// 36». On- tegenzeggelijk moet ook het zoogenaamde tëpimg-tawar-lumi bij de stammen van Zuid-Sumatra, eene soort van boete, d i e , bij doodslag bij voorbeeld, de schuldige moet opbrengen, oorspronkelijk deze be- teekenis gehad hebben. Gelijk bekend i s , worden in primitieve maat- schappijen de misdrijven geacht, niet gepleegd te zijn tegen den staat, doch tegen bijzondere personen. Zoo is de toestand bij de meeste volken van den Archipel. Bij enkele stammen echter, en dit geldt in de eerste plaats van d i e , welke Zuid-Sumatra bewonen, is het begrip niet geheel en al vreemd, dat door het misdrijf ook het pu- blieke gevoel beleedigd, de vrede des volks verstoord is geworden.

Niet alleen met den benadeelde , den gelaedeerde, doch met de geheele maatschappij moet er eene verzoening plaats hebben. Dit nu geschiedt door het tëpwn.g-tawar-him.i, een maaltijd waarvoor de schuldige eenen buffel en de verdere benoodigdheden heeft te leveren en waaraan dooi- de geheele bevolking, althans door de hoofden, wordt deelgenomen.

Door dezen maaltijd, door het tëpung-tawar-bumi, wordt de ver- broken vrede hersteld, de misdadiger met de maatschappij verzoend, het misdrijf dus uitgewischt, het land daarvan gezuiverd 36.

De aangevoerde voorbeelden kunnen voldoende zijn. Ook buiten den Indischen Archipel komt het gebruik voor. Ziehier nu de physio- logische beschouwing, die volgens sommigen daaraan ten grondslag ligt: Alle gemeenschap i s , in primitieve maatschappijen, bloed- gemeenschap. Tot zulk eene gemeenschap behoort men echter niet alleen door geboorte. Door spijs en drank toch wordt telkens nieuw bloed verworven. Zij die dus uit denzelfden schotel e t e n , uit denzelfden beker d r i n k e n , vernieuwen hun bloed uit dezelfde bron,

35 Neumann, Het Pane- en Bila-stroomgebied, Tijdschr. v. h. Nederl. Aardr. Gen., 2e serie, dl. IV, blz. 252.

SBa Juughuhn, Die Battalander, dl. I I , blz. 146. Zie ook: Van der Tuuk , Bataksch woordenboek, i. v. tula.

36 Zie hierover onze verhandeling: Het strafrecht bij de volken van den Indischen Archipel, blz. 27—29, en de daar aangehaalde bronnen. Vergelijk ook de aan- teekening op blz. 161 hier beneden.

(20)

brengen hetzelfde bloed in hunne aderen. Een vreemde, een vijand zelfs, die ons maal, ook tegen onzen zin, deelt, wordt daardoor, tijdelijk althans, van ons bloed en van ons vleesch, in de gemeen- schap , waartoe wij door ons vleesch en bloed behooren, opgenomen 3«a. Waar dergelijke beschouwingen bestaan, is de gewichtige rol, die Het samen-eten bij het aangaan van bondgenootschappen en het sluiten van vrede vervult, volkomen verklaarbaar 3eb. Dat men er toe gekomen is, zich van dezelfde ceremonie te bedienen ter be- zegeling van het huwelijksverbond, bij de agnatische verwantschap speciaal ook om de opname van de vrouw in het familieverband

36a Zoo Wellhausen (Reste arabischen Heidentumes, blz. 119 vv.), sprekende van de oude Arabieren. Bondgenootschappen werden bij hen gesloten door het samen- eten. "The bond", zegt Robertson Smith, "created by eating of a man's food is not simply one of gratitude, for it is reciprocal: Zaid al-Khail refuses to slay the thief who had surreptitiously drunk from his father's milk-bowl the night before".

"It seems", vervolgt Robertson Smith, die hier dezelfde meening voorstaat als Wellhausen, "rather to be due to a connection thought to exist between common nourishment and common life" (Robertson Smith, Kinship and marriage in early Arabia, blz. 149—150). Uitvoerig is ook door Burckhardt over de waarde, die aan het samen-eten bij de hedendaagsche Arabieren wordt toegekend, gesproken. De wijze, waarop men zich van de bescherming van een ander verzekeren kan, "consists in eating even the smallest portion of food belonging to the protector" (Burckhardt, Notes on the Bedouins and Wahabys, blz. 187. Zie ook: biz. 93 en 191). Inte- ressant vooral is de op blz. .185—186 medegedeelde anecdote van eenen gevangene , die de vrijheid erlangde, "having satisfactorily proved that he had eaten of the same date with another Arab of the tribe". — Dat bij andere volken dezelfde beschou- wingen bestaan, is door Cassel in zijn werkje "Die Symbolik des Blutes" in het licht gesteld. "Wer von derselben Speise mit dem Andern ass, hörte auf sein Feind zu sein, war sein Gastfreund und Verbündeter. Das galt ja im Alterthum allgemein.. . Der ""gemeinschaftliche Tisch"" galt als ein unverletzlich Heiligthum. . . Wenn sie verletzt ward, klagte man bitter darüber. Hekabe (Euripides, Hekabe 783) beklagt sich über den Mörder ihres Sohnes, dass er die grauenvolle That verübt, obschon er oft Gast des ""gemeinschaftlichen Tisches"" bei ihm gewesen wäre.

Desselben Verbrechens klagten die Griechen im Heere des Xenophon den Tissa- phernes an. Aeschines beschuldigt den Demosthenes der Tücke gegen seine Collegen, obschon er sonst soviel vom Werth des ""öffentlichen Tisches"" rede. In einer Sage des Parthenius tritt ein Fürst Phobius seine Herrschaft a b , weil er sich fluchbeladen glaubt durch den Mord eines Mannes, mit dem er im ""gemeinschaft- lichen Tisch"" verbunden warn (Cassel, O. c., blz. 60).

36b Bij het sluiten van bondgenootschappen pleegt men ook elkanders bloed te drinken. Dit is natuurlijk een meer rechtstreeksch middel om de bloedgemeenschap tot stand te brengen. Lippert (Kulturgeschichte der Menschheit in ihrem organischen Aufbau, dl. I I , blz. 333—338), Cassel (Die Symbolik des Blutes, blz. 34—39), doch vooral Trumbull (The blood convenant, blz. 4—65 en 313—316) hebben dit gebruik bij tal van volken in alle deelen der wereld aangetoond. Ook in den In- dischen Archipel komt het voor, soms, gelijk wij zooeven in den tekst gezien hebben, gepaard met het samen-eten. Overigens treft men de ceremonie van het

(21)

m

van den man te symboliseeren, ligt voor de hand. Doch er is meer.

In vele gevallen zal men met de plechtigheid eene verzoening be- doeld hebben. Men lette er toch op, dat, gelijk wij in het tweede hoofdstuk uitvoerig hebben aangetoond, echtverbintenissen aan- vankelijk alleen door schaking tot stand kwamen, en dat, als gevolg hiervan, ook waar die schaking niet meer feitelijk plaats had, doch slechts voorgewend geschiedde of zelfs geheel verloren was gegaan, het huwelijk als eene beleediging behoorde te worden voorgesteld, en de bruidegom, als de persoon, van wien die beleediging moest heeten uitgegaan te zijn, door de bruid niet dadelijk in genade mocht worden aangenomen. Ging zij eindelijk daartoe over, dan diende zij dit op de eene of andere wijze te kennen te geven. De huwelijksplechtigheid moest dus in de eerste plaats eene verzoenings- plechtigheid zijn , en niets natuurlijker dan dat men daartoe het gewone, voor deze laatste gebruikelijke , symbool van het samen-eten aanwendde.

Gaan wij nu over om het bestaan van dit symbool bij de volken van den Indischen Archipel aan te toonen, na nog opgemerkt te hebben, dat de betel en de tabak daarbij dikwijls eene rol

vervullen sec^ bij enkele stammen zelfs het geheel zich er toe bepaalt, dat bruid en bruidegom te zamen eene pruim gebruiken of eene sigarette rooken.

Met de volken van Sumatra beginnende, noemen wij in de eerste plaats de Bataks 37. Bruid en bruidegom zitten bij de huwelijks- voltrekking op kussens of matjes naast elkander, en krijgen een

bloed-drinken, bij liet sluiten van bondgenootschappen, in de Molukken finder anderen nog aan bij de bewoners van de Babar-eilanden en van Wetter (Riedel, Do sluik- en kroesharige rassen tusschen Selebes en Papua, blz. 342 en 446), verder bij de Timoreezen (Forbes, A naluralist's wanderings in the Eastern Ar- chipelago, (biz. 452. Zie ook: biz. 152 hier beneden), de Kajans van Borneo (Vetli, Borneo's Wester-Afdeeling, dl. I I , biz. 381—382, en Spenser St. John, Life in the forests of the far East, dl. I , biz. 107 vlg.), de stammen van de Zuidooster-Af deeling, bij wie het symbool onder anderen ook voorkomt bij de adoptie (Schwaner, Borneo, dl. I , blz. 214—215; Maks, Reis naar de Kapoeas en Kahajan, Tijdschr. v. Ind. T. L.

en Vk., dl. X., blz. 537—538; Hardeland, Dajaksch woordenboek, i. v. ambai), enz.

** Men houde ten aanzien van do betel hierbij in hot oog, d a t , zooals van algemeene bekendheil is, het aanbieden en het aannemen daarvan bij de volken van den Indischen Archipel, vrede en vriendschap aanduiden.

37 Zie voor het volgende: Neumann, Het Pane- en Bila-stroomgebied, Tijdschr.

v. h. Nederl. Aardr. Gen., 2e serie, dl. I I I , blz. 478—479; Willer, Verzameling van Bataksche wetten en instellingen in Mandailing en Pertibi, Tijdschr. v. Nederl.

Indië, jaarg. 1846, dl. I I , blz. 179; Ködding, Die Batakker auf Sumatra, Globus, dl. L U I , blz. 91 ; Van der Tuuk, Bataksch woordenboek, i. w . djomput en longa.

(22)

dulang (presenteerblad van metaal of hout op hoogen voet) voor zich, waarop een bord met rijst is geplaatst. Terwijl de talangke (de persoon , die de leiding van de plechtigheid in handen heeft) den zegen over de verbintenis uitspreekt, neemt hij een weinig longa- of sesam- zaad en strooit dat over de rijst. De jongelieden eten nu iets van deze spijs, mandjomput-longa gelijk dit heet, waarop de talangke het huwelijk gesloten verklaart. Het sesamzaad geldt als zinnebeeld van de vruchtbaarheid. Bij het strooien daarvan wordt dan ook de wensch uitge- sproken , dat de echt met tal van kinderen moge worden gezegend **. — Behalve bij de B a t a k s , treft men het samen-eten ook bij de Menangka bawsche Maleiers aan, zij het niet als het eigenlijke bindende ceremonieel van het huwelijk , nu dit toch geheel volgens den Mohammedaanschen ritus tot stand komt. De plechtigheid heeft dan ook vóór of na dien tijd plaats. Het laatste gebeurt in de Padangsche Bovenlanden. N a het sluiten van het huwelijk , vangt de maaltijd aan. De jonge echtge- noote wascht dan de hand van haren echtvriend, waarna beiden uit hetzelfde bord eten , terwijl de schotel, die vóór den bruidegom staat, wordt weggenomen 39. In Ra o, vulgo E a u , daarentegen geschiedt de ceremonie vóór de huwelijksvoltrekking, bij het formeele aanzoek.

De verloofden eten d a n , zooals het heet, ten bewijze van vriendschap, uit hetzelfde bord, waarbij het meisje de rijst in den mond van den jongeling brengt «o. — Zuidelijker in Palembang, moet, volgens de adat der Moesi, het jonge paar samen een weinig rijst e t e n , waarbij de man van zijn bord aan de vrouw, en de vrouw wederkeerig van haar bord aan den man iets toereikt *>. Ook in andere streken van Palembang komt een dergelijk gebruik voor. Zoo beschrijft Forbes eene huwelijksplechtigheid in het dorp Batoe-Pantjeh, in de nabij- heid van T ë b i n g - ï i n g g i , waarbij, na de verklaring van de jonge- lieden , dat zij met elkander wenschten te trouwen, eene oude vrouw een balletje rijst der bruid aanbood, die er een stukje van afbeet, en daarna het overige haren bruidegom in den mond stak « . Nog vinden

38 Naar dit eten van rijst met longa, is mandjomput-longa (inandjomput = tusschen duim en twee voorste vingers iets vatten, zooals men dit met spijzen doet) eene gewone uitdrukking voor ntrouweim geworden.

39 Van Hasselt, Volksbeschrijving van Midden-Sumatra, blz. 280.

40 Snaekey, Berichten en mededeelingen, Tijdschr. v. Ind. T. L. en Vk., dl. XXVIII, blz. 578—579.

41 Praetorius, Instellingen, zeden en gebruiken in de Palembangsche Bovenlanden, De Indische Bij, dl. I , blz. 429.

48 Forbes, A naturalist's wanderings in the Eastern Archipelago, blz. 219.

(23)

95

wij vermeld, dat in de Ranau-Districten, wanneer de huwelijksgift vastgesteld i s , alle vrienden en bloedverwanten bijeenkomen en hun afgevraagd wordt, of de verbintenis hunne goedkeuring wegdraagt.

N a bevestigend antwoord, wordt het jonge paar een bord met rijst en eene gebraden kip voorgezet, waarvan zij te zamen moeten nut- tigen « .

Verlaten wij Sumatra, om de aandacht te vestigen op de bewoners van het naburige eiland Nias en van het schiereiland Malaka. Gelijk bekend is, worden de Niasers onderscheiden in Noord- en Zuid- Niasers, welke laatsten ook de Batoe-eilanden bewonen. De eigen- lijke trouwceremonie, aldus lezen wij van deze Zuid-Niasers, is zeer eenvoudig. De gasten zitten, mannen en vrouwen afzonderlijk. Een oude van dagen noodigt den bruidegom u i t , zich bij de bruid te plaatsen, en biedt, onder eenige zegenwenschen, aan beiden een weinig eten op een bord a a n , waarvan zij iets gebruiken. Vervolgens gaat de bruidegom weder bij de mannelijke gasten terug 44. Van de bewoners van Malaka hebben wij hier bepaaldelijk de Orang-Bënoewa op het oog. Zooeven merkten wij o p , dat bij enkele van deze Orang- Benoewa de huwelijken zonder plechtigheden tot stand komen. Dit neemt niet weg, dafc bij de meesten toch eenige ceremoniën bij het trouwen in acht worden genomen en daaronder ook het samen-eten.

//The betrothed eat rice together out of a dish //, zegt Low van de Orang-Sakai *s. Zuidelijker komt het gebruik voor bij de Orang- Mantra. //Uu plat//, aldus schrijft de zendeling Borie van h e n , / / c o n - tenant des portions de riz enveloppé dans des feuilles de bananier, ayant été servi, l'époux en présenta une portion à sa future, qui s'empressa de l'accepter et de la manger, puis, ayant porté à son tour la main au p l a t , elle lui rendit la politesse; puis, de concert, ils distribuèrent le reste aux divers membres de l'assemblée// 4&a. Ook Logan maakt van eene soortgelijke plechtigheid gewag. //Sirih and its usual accompaniments having been placed ready on a n i r u , the bride takes a bundle, and presents it to the bridegroom, who

4 3 Van V l o t e n , D e R j i n a u - D i s t r i c t e n , Tijdschr. v. N e d e r l . I n d i ë , j a a r g . 1 8 7 3 , dl. I I , blz. 295.

4 4 H o r n e r , De B a t o e - e i l a n d e n , Tijdschr. v. Nedorl. I n l i ë , j a a r g . 1 8 4 0 , dl. I , blz. 3 5 4 — 3 5 5 .

46 L o w , T h e S a k a i , chiefly found in t h e P e r a k c o u n t r y , J o u r n a l of t h e I n d i a n Archipelago, dl. I V , blz. 4 3 1 .

4r'a B o r i e , Notice s u r leg M a n t r a s , Tijdschr. v. I n d . T . L. en Vk., dl. X , blz. 4 2 8 . 7

(24)

presents another to her in return//. Daarop heeft er een feestmaal plaats, waarbij bruid en bruidegom uit hetzelfde bord eten *«.

Zeer omslachtig zijn de huwelijksplechtigheden bij de verschillende volken van het eiland Borneo. Vooral is dit het geval bij de stammen van het stroomgebied der Barito. Het is echter alleen van de Olo-Lowangan, die langs den bovenloop van de Patai en de Karau, twee linkertakken van de Barito, en in het Noordoostelijk en Oostelijk daarvan gelegen land gevestigd zijn, dat wij onder die plechtigheden, en dat zelfs niet als het eigenlijke bindende ceremonieel, het samen-eten en samen-rooken vermeld vinden •*?.

Ook bij de Dajaks van de langs de Zuidkust van Borneo gelegen landschappen Mendawei, Sampit en Kotaringin, van wie ons mede- gedeeld wordt, dat de jongelieden, tegenover elkander gezeten, bij de tronwplechtigheid te zamen eerst een weinig rijst en later eene sirihpruim gebruiken, schijnt het huwelijk niet hierdoor, doch door de daarop volgende bestrijking van voorhoofd, borst, handen en knieën van het bruidspaar met het bloed van eene kip tot stand te komen *». Anders echter in de binnenlanden van Borneo's Oost-

4« J o u r n a l of t h e I n d i a n Archipelago , d l . I , biz. 3 2 2 — 3 2 3 . Zie ook : blz. 270 en 3 3 9 , en v e r d e r blz. 109 hier b e n e d e n .

4? G r a b o w s k y , Die Olon-Lowangan in S ü d o s t b o r n e n , A u s l a n d , j a a r g . 1 8 8 8 , blz. 583. — De bruidegom "wird neben die B r a u t auf eine Agong (kupferne K e s s e l - pauke) gesetzt u n d isst u n d r a u c h t m i t i h r z u s a m m e n " . N a eenige a n d e r e p l e c h t i g - h e d e n , " t r i t t j e m a n d , m e i s t d e r H ä u p t l i n g , h i n z u , n i m m t ein H ü h n e r e i u n d ein spitzes Messer, öffnet das E i u n d s t r e i c h t u n t e r Segenssprüchen etwas von dem I n h a l t des Eies an die Stirn d e r V e r l o b t e n ; dies ist das eigentlich b i n d e n d e Zeremoniell".

4 8 Beschrijving van h e t Westelijk g e d e e l t e van d e Z u i d e r - en Ooster-Afdeeling van B o r n e o , Bijdragen t o t d e T . L . en V k . v. N e d e r l . I n d i ë , nieuwe v o l g r e e k s , dl. I l l , blz. 3 2 9 . — H e t bestrijken van h e t b r u i d s p a a r m e t h e t bloed van h e t een of a n d e r dier k o m t als huwelijksceremonie nog bij a n d e r e Dajaksche s t a m m e n , bepaaldelijk in h e t b e n e d e n s t r o o m g e b i e d van d e B a r i t o , voor. E e n w e t t i g h u w e l i j k , lezen wij van d e Dajaks van P o e l o e p e t a k , m o e t voltrokken worden door t e n m i n s t e zeven p e r s o n e n , b e s t a a n d e d i t zevental gewoonlijk u i t k a m p o n g h o o f d e n , of u i t a a n z i e n - lijken of o u d s t e n van h e t d o r p . Van dezen h o u d t i e d e r op zijne b e u r t eene vrij lange t o e s p r a a k t o t b r u i d en b r u i d e g o m , die n a a s t e l k a n d e r op gongs zijn g e z e t e n , en weuscht h u n in r u i m e m a t e geluk en rijkdom t o e , terwijl hij tevens een zilveren m u n t s t u k herhaaldelijk in een kop m e t hoenderbloed d o o p t , en vervolgens d i t h e c h t e c e m e n t over b e i d e r voorhoofd, h a n d e n , knieën en voeten s t r i j k t ( B e c k e r , H e t d i s t r i c t P o e l o e p e t a k , Indisch Archief, j a a r g . 1 8 4 9 , dl. I , blz. 4 7 3 . Zie o o k : H u p e , K o r t e verhandeling over den godsdienst en d e zeden d e r D a j a k k e r s , Tijdschr. v.

N e d e r l . I n d i ë , j a a r g . 1 8 4 6 , dl. I I I , blz. 155—156). Volgens H a r d e l a n d moeten d e j o n g e l i e d e n , n a op een gong t e hebben plaats g e n o m e n , eene lans v a s t h o u d e n , en worden d a n vooral h u n n e h a n d e n m e t bloed b e s m e e r d , t e n teeken van h u n n e vereeniging (Verzameling van berigten betreffende d e bijbelverspreidiug, N ° . 9 4 — 9 5 , blz. 54—55). P e r e l a e r zegt d a t h e t bloed g e b r u i k t w o r d t van eene karbouw , eene kip

(25)

^^^^^™

97

kust. Hier treedt het samen-eten als huwelijksceremonie meer op den voorgrond. Zoo in de Koesansche landen. Het huwelijk, aldus deelt Yon de Wall mede, wordt in het bijzijn van de hoofden en andere ingezetenen der kampong gesloten. Daarbij zitten de ver- loofden naast elkander, terwijl vóór hen een bord met gekookte rijst staat en in hunne nabijheid wierook gebrand wordt. Beiden nemen nu een weinig rijst van het bord, drukken dit in de volle hand tot eenen bal te zamen en reiken dezen elkander toe. Daarvan dient iets genuttigd te worden. Na deze ceremonie overhandigt de bruidegom aan de bruid zooveel stukjes bamboe, als hij gongs (muziekbekkens) tot huwelijksgift moet opbrengen. Vervolgens zegt de balian, priesteres, eenige spreuken op, en daarmede is het huwelijk gesloten «. "Van de Bahau-Dajaks, in het stroomgebied der Mahakam- of Koetei-rivier, vermeldt dezelfde schrijver: //De echtverbintenis wordt door een oud, eerwaardig man gesloten. De verloofden zitten tegenover elkander, ieder met een bord rijst voor zich. De oude neemt nu een weinig rijst van de bruid en brengt die den bruidegom in den mond. Dezelfde ceremonie verricht hij met een handvol rijst van het bord des bruidegoms, deze der bruid aanbiedende. Daarna bindt hij elk der verloofden een snoer koralen om den rechterarm, boven het handgewricht, waarmede de plechtig- heden geëindigd zijn// so. Verder verdienen de Land- en Zee-Dajaks van Sarawak genoemd te worden. //Sometimes//, aldus lezen wij van de

eene woudduif en een varken, en dat daarmede bruid en bruidegom door zeven oudsten, onder aanroeping van de geesten om den echt met tal van kinderen te zegenen, aan het voorhoofd, de maagholte, den navel, de schouders en de pols- gewrichten, bestreken worden (Perelaer, Ethnographische beschrijving der Dajaks, blz. 51—52). Anders Schwaner. Volgens dezen wordt voor de besmering, die met een stuk ijzer geschiedt, terwijl het bruidspaar op een gong gezeten is, een niemrsel gebruikt, bestaande uit eieren, water, aarde, karbouwen- of varkensbloed, enz., de zinnebeelden van voorspoed, rijkdom, vruchtbaarheid, enz. (Schwaner, Borneo, dl. I , blz. 197). Van de Olo-Maanjan vermeldt Grabowsky, dat de be- strijking van den bruidegom en de bruid, door middel van een stuk ijzer of zilver , met liet bloed van een karbouw of eene kip , bij het huwelijk de eigenlijke bindende ceremonie is (Grabowsky, Der Distrikt Dusson Timor, Ausland, jaarg. 1884, blz. 469. Zie ook : Dajakische Sitten und religiöse Gebräuehe, Globus, dl. X L Ï I , blz. 28). — Volledigheidshalve zij hier er nog op gewezen, dat het besmeren met bloed het zoogenaamde ma,njaki, niet alleen eene ceremonie is bij de huwelijks- voltrekking, dooh ook bij verschillende andere gelegenheden plaats heeft (Zie, onder meer, hierover: Hardeland, Dajaksch woordenboek, i. v. saki).

19 Von de Wall, Overzicht van het rijk van Koetei en de Oostkust van Borneo Indisch Archief, jaarg. 1850, dl. I I I , blz. 477.

50 Von de Wall, O. c., Indisoh Archief, jaarg. 1849, dl. I , blz. 152.

m

(26)

eerstgenoemden, //a marriage is celebrated by the contracting parties eating a meal of' rice, honey and salt together// si. Omslachtiger zijn de ceremoniën bij de Zee-Dajaks, althans bij die van de Loendoe- rivier. Twee ijzeren staven worden op den grond gelegd, waarop bruid en bruidegom plaats nemen, terwijl men aan ieder hunner eene cigarette en eene sirihpruim in de hand geeft. Nu neemt een der aanwezige priesters een paar hoenders en zwaait deze boven de jongelieden, terwijl hij den zegen van het Opperwezen over hen inroept. Vervolgens tikt hij hunne hoofden drie- of viermalen tegen elkander, waarna de bruidegom de sirihpruim in den mond zijner bruid brengt en de sigarette tusschen hare lippen steekt, terwijl zij later hetzelfde bij hem verricht, en hem daarmede als echtgenoot erkent M. Eindelijk nog zien wij hoe bij de Dajaks van de West- kust, speciaal van het stroomgebied der Kapoeas, de plechtigheden, die bij eéne huwelijksvoltrekking plaats hebben, daarmede eindigen, dat bruid en bruidegom te zamen eene sirihpruim gebruiken « .

Van de volken van de Philippijnen, zijn het alleen de Mandaja's van Mindanao, en, van die van Celebes, de Alfoeren van de Minahasa en de stammen, die in het centrum van het eiland om en bij het meer van Poso gevestigd zijn, welke hier genoemd moeten worden. In eene verhandeling van Blumentritt, lezen wij van de eerst- genoemden, dat bij eene bruiloft //die Brautleute zusammen aus einer Schüssel in Wasser gekochten Reis essen, wobei sie sich wechsel- seitig die Bissen zustecken ; darauf kaut jedes eine Betel-Portion, die ausgekaute wird dann ausgetauscht und weiter gekaut// s*. Wat de Alfoeren van de Minahasa betreft, komt de wijze, waarop de huwelijksvoltrekking bij hen geschiedt, kortelijk hierop neer: Op den bepaalden dag, wordt de bruidegom in plechtigen optocht door zijne familie naar het huis der bruid geleid. Daar aangekomen, stelt het aanstaande echtpaar zich voor eene tafel, waarop eenige spijzen staan. Nu komt de walian of priester. //Hij neemt een stuk pinang//, wij laten hier den Heer Graaliand spreken, //kauwt dit samen met sirih ei kalk, en geeft het saambewerkte product aan den jongen man, die het verder kauwt en vervolgens ook aan de bruid tot hetzelfde doel overgeeft. Niemand mag van het vocht iets

61 Hornaday, Two years in the jungle, biz. 453. Zie ook: Boyle, Adventures among the Dyaks of Borneo, biz. 212.

62 Spenser St. John, Life in the forests of the far East, dl. I , biz. 50—51.

53 Veth, Borneo's Wester-Afdeeling, dl. I I , biz. 269.

54 Blumentritt, Die Mandajas, Globus, dl. XLIII, biz. 60.

(27)

99

uitspuwen. Daarna neemt de walian een in een blad gekookt lang- werpig stuk rijst, breekt het in tweeën, neemt er nog iets af om dat aan de vier hoeken der tafel te werpen, en geeft verder aan bruid en bruidegom ieder de helft. Evenzoo doet hij met een stuk spek. Eindelijk neemt hij eeneu bamboekoker met palmwijn, giet daarvan een weinig uit aan de vier hoeken der tafel, schenkt iets in een palmblad, dat tot eene soort van lepel of schepper is ge- vouwen, en geeft het den jongelieden te drinken// »4a. Bij de stammen van Centraal-Celebes, in de derde plaats door ons genoemd, komen , als de dag voor het huwelijk bepaald i s , de bloedverwanten van beide partijen in het huis der jonkvrouw bijeen. Onder eene oorverdoovende muziek van trommen en gongs, plaatst men de jongelieden naast elkander op eene m a t , en terwijl de man zijn rechterbeen op het linkerbeen der vrouw l e g t , kauwen zij te zamen sirih-pinang. Daarop wordt hun gekookte rijst voorgezet, die zij op dezelfde wijze nuttigen SB.

Op Java heeft, gelijk van genoegzame bekendheid i s , het huwelijk geheel volgens den Mohammedaanschen ritus plaats. Onder de plechtigheden, waarmede het gepaard g a a t , vindt men er echter verscheidene, die uit den Heidenschen tijd zijn overgebleven. Zoo komt het ook voor, dat bij den feestmaaltijd de jonkman drie balletjes rijst kneedt en die aan de jonkvrouw geeft *6. Voorheen moet dit wel het eigenlijke bindende ceremonieel van het huwelijk zijn geweest. Zulks is het nog heden ten dage op de Kleine Soenda- eilanden, waarheen wij ons nu verplaatsen. Allereerst op Bali. De laatste ceremonie van de huwelijksinzegening bij de bewoners van dit eiland bestaat namelijk daarin, dat bruid en bruidegom naast elkander op den grond neerhurken en hun door een der helpers een pisangblad met rijst en toebehooren wordt aangeboden. N a dit te hebben ontvangen, nemen zij beurtelings, naar de gewoonte der inlanders, een handvol rijst, doopen die even in de toespijs en stoppen die daarna elkander in den mond. Zij leggen daarmede stilzwijgend de verklaring af, dat zij geneigd en gezind zijn, om

54a Graafland, üe Minahassa, dl. I , blz. 319. Zie ook: Tijdschr. v. Nederl, Indië, jaarg. 1840, dl. I , blz. 122, waar het echter alleen heet, dat de walian of priester de jongelieden naast elkander plaatst, hun vervolgens een weinig pinang, sirih en tabak geeft en daarmede het huwelijk gesloten verklaart.

65 Riedel, De oorspronkelijke volksstammen van Gentraal-Celebes, Bijdragen tot de T. L. en Vk. van Nederl. Indië, 5e volgreeks, dl. I , blz. 90.

™ Veth, Java, dl. I , blz. 634.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Deze plaag bestond in een heerleger van steek- vliegen, die wel is waar in alle streken der Andes voorkomen, maar welker menigte in ons leger, dat zich toch meer dan 8000 voet boven.

In de lengte van deezen ihuit is eene groef of reet, zo lang ais de geheele fnuit; ’t dier buigt dus de lippen van deezen fnuit tor den anderen toe, dat 'er eene

van Rijn, in 1970 zijn voorstel toelichtte om opschriften toe te kennen aan de regimenten van de Koninklijke Landmacht voor hun aandeel in de dekoloni- satie oorlog

Het hoofdvoedsel van de bewoners van dit eiland bestaat, gelijk van algemeene bekendheid is , uit sagu, een meel dat verkregen wordt uit het merg van den sagupalm

Een algemeene trek schijnt trouwens te zijn, dat bij diefstal en andere vermogensdelicten, 3 ) de boete (vergoeding) tweemaal of meermalen de waarde van het ontvreemde bedraagt. 4

Verders moet hij voor hem de eigendomsbewijzen worden terhandgesteld genaturaliseerd zijn en kunnen bewijzen dat hij door aanbouw het land tôt eene waarde van $2.50 per akker

Het Hernhutsche nachtegaaltje in eene vrolyke luim... Het Hernhutsche nachtegaaltje in eene

Maria had noodig zich de mislukte omarming van zoo even te herinneren, om thans haren Gabriël niet inderdaad voor den profetischen hemelbode aan te zien; zij verstond wel geen woord