Nederlandsche jeugd
G. (Pz.) Los
bron
G. (Pz.) Los, Galerij van vrouwelijke bedrijven voor de Nederlandsche jeugd. P.N. Dupain, Rotterdam 1844
Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/los_003gale02_01/colofon.php
© 2010 dbnl
SCHOOLHOUDSTER
G. (Pz.) Los, Galerij van vrouwelijke bedrijven voor de Nederlandsche jeugd
De schoolhoudster.
Liep 't kind den ganschen dag op straat, Dan leerde 't ligt niets meer dan kwaad;
Maar bij de goede Schoolmatres Ontvangt het meenge nutte les.
Met zachtheid kweekt ze in 't jong gemoed Den haat van kwaad, den lust tot goed;
Wekt zucht tot nutte werkzaamheid, En leert bij 't spel toegevendheid;
Geeft onderrigt in 't A B C,
Deelt zelfs iets van de leeskunst meê, En, als de jeugd weêr huiswaarts keert, Zorgt zij nog, dat geen leed haar deert.
G. (Pz.) Los, Galerij van vrouwelijke bedrijven voor de Nederlandsche jeugd
De nettenbreidster.
IJvrig breijen bij het praten, Als de meisjes van Schiedam!
Is een spreekwoord, dat, vermoedlijk, Van de Nettenbreidsters kwam. - In Schiedam zit menig vrouwtje
Met haar buren aan de straat, Breijende ijvrig haringnetten,
Onderwijl men lustig praat.
Jok en scherts zijn niet te laken, Zelfs niet bij de bezigheên, Zoo men slechts geen tijd verbeuzelt,
En zich wacht van kwade reên
G. (Pz.) Los, Galerij van vrouwelijke bedrijven voor de Nederlandsche jeugd
NETTENBREIDSTER.
G. (Pz.) Los, Galerij van vrouwelijke bedrijven voor de Nederlandsche jeugd
GROENVROUW.
G. (Pz.) Los, Galerij van vrouwelijke bedrijven voor de Nederlandsche jeugd
De groenvrouw.
‘Jufvrouw! moet er groenten wezen?
'k Heb dees morgen uitgelezen Doppers, peulen, peen en sla!
Kom, koop nu eens wat van KA. -’
Zoo weet zij haar waar te prijzen.
Elk heeft zijn' bijzondre wijzen Waardoor hij de koopers wint, En des levens nooddruft vindt.
Wie niet gaat op slinksche wegen, Wacht vertrouwend op Gods zegen;
En, bij 't meerdren van het goed, Houdt hij een gerust gemoed.
G. (Pz.) Los, Galerij van vrouwelijke bedrijven voor de Nederlandsche jeugd
De vischvrouw.
Vrouwen in de groote steden, Kloek van leest en forsch van leden,
Torschen schelvisch, bot of schol, Dikwijls groote manden vol;
Zitten daar op markt en straten, Niet om van wat nieuws te praten,
Maar tot slijting van haar visch, Voor zoo menig' burgerdisch.
Regen, wind en gure vlagen Kunnen haar niet huiswaarts jagen;
Maar is eens die vracht verkocht, Dan gaat ook naar huis de togt.
G. (Pz.) Los, Galerij van vrouwelijke bedrijven voor de Nederlandsche jeugd
VISCHVROUW.
G. (Pz.) Los, Galerij van vrouwelijke bedrijven voor de Nederlandsche jeugd
KEUKENMEID.
G. (Pz.) Los, Galerij van vrouwelijke bedrijven voor de Nederlandsche jeugd
De keukenmeid.
Wat men op de tafel wacht, 't Zij van visscherij of jagt, 't Zij uit tuinen of van boomen, Al wat mag op tafel komen,
't Keurigst voedsel maak ik klaar, Niet verbrand en niet te gaar.
Al draag ik slechts jak en rok, 'k Zwicht niet voor den besten kok In het bakken, braden, stoven, 't Zij in ketel, pan of oven;
Ik, GRIET, ben de Keukenmeid, Die de spijs naar eisch bereidt.
G. (Pz.) Los, Galerij van vrouwelijke bedrijven voor de Nederlandsche jeugd
De werkmeid.
'k Heb gestoft en bruin gewreven, Koper, tin en blik geschuurd, Aan elk stuk zijn' plaats gegeven
Als de beste uit de buurt;
Nu moet ik den gang nog boenen, Maar eerst dient de straat geschrobd, Anders maakte 't slijk der schoenen
Dat ik had vergeefs getobd.
'k Wil, als meid, mijn pligt betrachten, Trouw en eerlijk zijn als goud, En van God den zegen wachten;
Hij toch helpt, wie op Hem bouwt.
G. (Pz.) Los, Galerij van vrouwelijke bedrijven voor de Nederlandsche jeugd
WERKMEID.
G. (Pz.) Los, Galerij van vrouwelijke bedrijven voor de Nederlandsche jeugd
KINDERMEID.
G. (Pz.) Los, Galerij van vrouwelijke bedrijven voor de Nederlandsche jeugd
De kindermeid.
GRIETmoog vrij haar kookkunst prijzen;
MIEop hare netheid wijzen, Waar zij stoft, of boent, of schuurt, Als de beste uit de buurt;
Ik blijf voor de kleinen zorgen, Dag en nacht, en in den morgen;
's Avonds smaak ik dikwijls rust, Als zij zijn in slaap gesust.
'k Wil mij toch op niets beroemen, Maar zal mij gelukkig noemen, Zoo 'k in 't hart der lieve jeugd Lust mag kweeken tot de deugd.
G. (Pz.) Los, Galerij van vrouwelijke bedrijven voor de Nederlandsche jeugd
De zwavelstokkenmeid.
Koopt! wie koopt er zwavelstok?
Keukenmeid of vette kok,
Juffers, koopt! koopt, burgervrouwen!
't Zal u zeker niet berouwen.
Met behulp van mijne waar Maakt gij 't donker, licht en klaar.
Wil de stokerij niet branden?
Neemt mijn' zwavelstok in handen, En, eer gij het naauw vermoedt, Staat uw haard in vollen gloed.
Mijne waar, hoe min zij schijn', Kan voor allen nuttig zijn.
G. (Pz.) Los, Galerij van vrouwelijke bedrijven voor de Nederlandsche jeugd
ZWAVELSTOKKENMEID.
G. (Pz.) Los, Galerij van vrouwelijke bedrijven voor de Nederlandsche jeugd