• No results found

Vrouwelijke hoogleraren

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vrouwelijke hoogleraren"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Jagen op achterneven van priemt weeling

Wiskunde Twee onbekende wiskundigen bewezen een stelling over de gaten tussen opvolgende priemgetallen – o n a f h a n ke l i j k van elkaar en met verschillende methoden. Wel gebruikten beiden een ‘getallenzeef ’ bij deze doorbraak. Een van hen, James Maynard, is komende week in Nederland.

Door Alex van den Brandhof

W

iskundigen geven

speciale getallen vaak onderhoudende namen, zoals priem- tweelingen, priemne- ven, of sexy priemge- tallen. Een priemtweeling is een paar priemgetallen – getallen die alleen deel- baar zijn door 1 en zichzelf – die twee van elkaar vandaan liggen, zoals 3 en 5, 11 en 13, of 137 en 139. Priemneven hebben een afstand van vier, bijvoorbeeld 3 en 7, of 67 en 71. En sexy priemgetallen liggen zes van elkaar vandaan, zoals 5 en 11, of 97 en 1 03 .

Dat er oneindig veel priemgetallen be- staan, wisten de oude Grieken al. Maar naarmate je opmarcheert in de getallen- rij, worden ze steeds zeldzamer. Onder de 100 zijn er 25 priemgetallen, onder de 1.000 zijn er 168, en onder de 10.000 zijn er 1.229. De Duitser Gauss (1777-1855) ontdekte dat het aantal priemgetallen kleiner dan een zeker getal n in de buurt ligt van n/ln(n), waarin ln de natuurlijke logaritme is. Dat betekent dat het getal ln(n) een benadering is voor de gemiddel- de afstand tussen twee naast elkaar gele- gen priemen onder de getallen tot aan n.

Doordat de gemiddelde afstand tussen twee priemen alsmaar toeneemt, is het

denkbaar dat er op een gegeven moment geen priemtweelingen, priemneven of sexy priemen meer zijn. Wiskundigen vermoeden echter dat ze nooit helemaal zullen uitsterven, maar het wil maar niet lukken om dat te bewijzen. Met name de tweelingenvraag is een beroemd onopge- lost vraagstuk in de wiskunde.

Obscuur type

In 2009 studeerde de Brit James Maynard (1987) in de wiskunde af in Cambridge.

Toen hij als promovendus verder ging in Oxford, werd hij geprikkeld door een stel- ling uit 2005 van Daniel Goldston, János Pintz en Cem Yildirim. Dat drietal wis- kundigen had een stelling bewezen over de verdeling van priemgetallen.

De vraag die Goldston, Pintz en Yildi- rim zich stelden, was of er hoog op de ge- tallenladder altijd maar weer priemgetal- len opduiken die veel dichter bij elkaar liggen dan gemiddeld. Zij gingen uit van twee naastgelegen priemen, p en q. De af- stand tussen die twee priemen deelden ze door ln(p), de afstand die je theore- tisch mag verwachten. Ze konden bewij- zen dat (q – p)/ln(p) oneindig vaak wille- keurig dicht bij 0 komt. Dat was op zich een spectaculair resultaat, want het bete- kent dat er altijd weer priemgetallen op- duiken die relatief dicht bij elkaar liggen.

Maar het impliceert niet dat er oneindig

veel paren van naastgelegen priemen be- staan die dichter bij elkaar liggen dan een vooraf gegeven, vast getal d.

Maynard besloot verder onderzoek te doen naar de theorie van Goldston, Pintz en Yildirim. Zonder vooropgezet plan trouwens. Het was helemaal niet zijn be- doeling om zo’n getal d te vinden. „Aan- vankelijk dacht ik dat dat een veel te moeilijk probleem was,” zegt hij per e- mail. Maynard zou wel zien hoe ver hij zou komen.

Wat Maynard niet wist, was dat er in Amerika een nogal obscuur type rondliep dat ook bezig was met de gaten tussen opvolgende priemgetallen. Obscuur, om- dat de man al dik in de vijftig was, nog niets van betekenis had gepubliceerd en een totale onbekende was in de wiskun- dige gemeenschap. Yitang ‘To m’ Z h a ng was zijn naam, docent aan de universiteit van New Hampshire sinds 1999. Daarvóór werkte Zhang regelmatig in een vestiging van de broodjesketen Subway.

In het voorjaar van 2013 was Maynard al veel verder gekomen dan wat hij aan- vankelijk durfde te hopen. „Door enkele technische aanpassingen in het werk van Goldston, Pintz en Yildirim lukte het me om behoorlijk wat vooruitgang te boe- ke n .” De mogelijkheid om een concrete d te vinden, was opeens helemaal niet zo onrealistisch. Maynard had zijn bewijs bijna rond, toen Zhang ineens wereld- nieuws werd.

Jarenlang, in complete afzondering, had Zhang aan zijn bewijs gewerkt. Refe- renten van het toptijdschrift Annals of Mathe matics waren verbijsterd: Zhang had zijn bewijs kristalhelder opgeschre- ven. In een recordtijd van drie weken wa- ren de Annals-redacteuren eruit: dit werk moest worden gepubliceerd. Een half jaar later, in november 2013, had Maynard zijn bewijs voltooid. Steekt het, dat Zhang hem nét voor was? Nee, zegt May- nard: „Ik was vooral heel blij dat ik mijn bewijs zelf rond heb gekregen. Zhang ver- dient alle lof die hem toekomt. Zijn be- wijs is fantastisch en zijn methoden kun- nen voor de toekomst van groot belang z i j n .”

In de documentaire Counting from Infi- nity – Yitang Zhang and the Twin Prime Conject ure (2015) zegt wiskundige Peter Sarnak (Institute for Advanced Study, Princeton): „Het eerste bewijs is altijd het belangrijkste bewijs.” Daarom was Zhang wél nieuws en hoofdpersoon van de film, en Maynard niet. Zhang is overigens een bescheiden persoon. „Ik word niet graag als een held behandeld,” zegt hij in de

De getallenzeef van James Maynard heeft gaatjes op 105 posities: de getal- len die op dit meetlint staan.

Vrouwelijke hoogleraren

Krant ridiculiseert discussie met f o t o’s man en vrouwenkleren

In het artikel ‘Deze mannen zijn op zoek naar vrouwen’

(Wetenschapsbijlage 5 & 6 maart) werden de drie (man- nelijke) rectoren van de uni- versiteiten uit Leiden, Wage- ningen en Delft geïnterviewd over het aandeel vrouwelijke hoogleraren binnen hun in- stelling. De geportretteerde rectoren laten zien dat zij hun uiterste best doen om balans aan te brengen in de diversiteit binnen hun universiteit, waar dat nu nog lang niet het geval is. Laten we hier meteen zelf duidelijk over zijn: de Univer- siteit Utrecht scoort met een gemiddelde van 22 procent ze- ker niet goed en we zijn ons er- van bewust dat wij hier zelf nog grote stappen te maken hebben.

Maar het artikel noopt tot een reactie om een heel andere re- den dan de inhoud. Het pro- bleem wordt door de wijze van presenteren al direct geridicu- liseerd en gebagatelliseerd.

Het begint al met de kop over de mannen die op zoek zijn naar vrouwen. Vervolgens heeft een redacteur in een me- lige bui bedacht dat een reeks fo to’s van deze mannen met vrouwenkleren garant zou kunnen staan voor meer le- zers. De fotoredactie van NRC

behandelt het onderwerp daarna op een zeer onprofessi- onele wijze, door de rectoren met vrouwenkleren, hoge hakken en een panty op de grond, te fotograferen. Onbe- doeld straalt dit ook op de be- trokken rectoren af en gaat de goede boodschap door deze wijze van presenteren verlo- ren. Wanneer leren de media dit onderwerp eens zonder al dit soort fratsen serieus neer te zetten?

Ook bij interviews van vrou- wen worden nog steeds vra- gen gesteld die men mannen niet zou durven vragen (‘Ho e combineert u werk en gezin?’) of wordt het nog steeds rele- vant gevonden te beschrijven welke kleren en schoenen de vrouw in kwestie draagt. Als we het man/vrouw onderwerp (maar ook diversiteit in het al- gemeen) serieus onder de aan- dacht willen brengen, dan moeten ook de media zelf hun verantwoordelijkheid nemen.

Het interview met de rectoren is een gemiste kans en een miskennen van de ernst van het probleem.

Annetje Ottow, decaan facul- teit Recht Economie Bestuur en Organisatie Universiteit Utrecht Bert van der Zwaan, re c t o r magnificus Universiteit Utrecht film. Daarom heeft hij zijn baan aan de

universiteit van New Hampshire behou- den (in 2014 werd hij wel hoogleraar), ook al had hij elders meer kunnen verdie- nen. In New Hampshire voelt Zhang zich thuis: „Het is er rustig, hier kan ik doen wat ik wil.”

Maynard en Zhang gebruikten verschil- lende technieken, maar voor beiden was het belangrijkste gereedschap een zoge- heten ‘getallenzeef ’. Net als een zeef in de keuken, laat die iets door wat je be- houden wilt en blijft datgene wat je niet meer nodig hebt achter in de zeef (of an- dersom). Een getallenzeef kun je je voor- stellen als een liniaal (met maatverde- ling), waarbij op een aantal posities een gaatje is geboord. Bijvoorbeeld bij de 0, 4, 6, 10 en 16. Leg je die zeef ergens op de getallenlijn, dan vallen precies die getal- len door de zeef waar de gaatjes zitten.

Ligt de 0 van de zeef op de 1, dan vallen dus 1, 5, 7, 11 en 17 erdoor. Hé, dat zijn al- lemaal priemgetallen! Schuif je de zeef nog een positie naar rechts, dan vallen 2, 6, 8, 12 en 18 erdoor. Alleen 2 is nu priem.

Maar gaan we nog één meer naar rechts, dan vallen 3, 7, 9, 13 en 19 erdoor en dat zijn, op het getal 9 na, allemaal priemen.

Ligt de 0 op de 7, dan behouden we weer louter priemgetallen: 7, 11, 13, 17 en 23.

Zeef met gaatjes op 105 posities De vraag waar het Maynard en Zhang om ging, is deze: hoeveel priemgetallen val- len er door de zeef, als je de zeef op een willekeurige plek op de getallenlijn legt?

Als de 0 op de 69 ligt, zijn het er twee, na- melijk 73 en 79; de overige getallen (69, 75 en 85) zijn niet priem. En als de 0 op de 9.001 ligt, vallen er drie priemen door:

9.001, 9.007 en 9.011.

Elke keer als er twee (of meer) priemge- tallen door de zeef vallen, heb je enkele priemen gevonden die hoogstens 16 (de diameter van de zeef, dat wil zeggen: de afstand tussen de twee uiterste gaatjes) van elkaar verschillen. Wie kan bewijzen dat het oneindig vaak voorkomt dat er minstens twee priemgetallen doorvallen, boekt een sterk resultaat, namelijk dat er altijd priemgetallen zullen opduiken die slechts 16 van elkaar verschillen, hoe hoog op de getallenladder je ook komt.

Of de voorbeeldzeef inderdaad onein- dig vaak twee of meer priemen doorlaat, is nog steeds een open vraag. Maar wat Maynard in 2013 wist te bewijzen, was dat het mogelijk moest zijn een getallen- zeef te vinden met een diameter van 600.

Hij bewees het bestaan van zo’n zeef, zonder dat duidelijk werd hoe die zeef er-

uit zag. Met een computer lukte het om de zeef op te sporen. Hij heeft gaatjes op 105 posities.

De methode van Zhang is flink ingewik- kelder. Zijn zeef bevatte zo’n 3,5 miljoen gaatjes en had een diameter van ongeveer 70 miljoen. Veel wiskundigen stortten zich op Zhangs bewijs en binnen de kort- ste keren wisten ze de diameter van Zhangs zeef terug te brengen tot een be- hapbare lengte.

Dat gebeurde via ‘Po l y m at h’, een inter- netproject met als doel om gezamenlijk wiskundig onderzoek te doen. Bij Poly- math-projecten kan iedereen de vorde- ringen volgen of zelf een bijdrage leveren.

Bijna dagelijks werden er met de door Zhang ontwikkelde technieken kleinere zeven gevonden. In twee maanden tijd was de aanvankelijke diameter (70.000.000) gereduceerd tot 4.680.

Maynard hield zich in die maanden stil.

Hij was bezig met zijn eigen bewijs. Lek- ker moet het hem niet hebben gezeten, dat Zhangs resultaat zo snel met meer dan een factor 1.000 verbeterd werd.

Maar tot 600 wisten de Polymath-deel- nemers niet te komen. Toen Maynard in november 2013 met zijn bewijs naar bui- ten kwam, was dat dus wel degelijk spec- taculair. En niet alleen omdat zijn zeef nóg kleiner was, maar ook omdat zijn aanpak veel eenvoudiger bleek te zijn.

Sarnak: „Maynards bewijs kun je uitleg- gen aan bachelor-studenten.”

Opnieuw werd een Polymath-project gestart om Maynards zeef te verbeteren.

In tegenstelling tot Zhang nam Maynard er zelf volop aan deel. Het record staat sinds april 2014 op een zeef met een dia- meter van 246.

Kan, met de methode van Zhang of die van Maynard of een combinatie van die twee, worden bewezen dat een zeef met slechts gaatjes op de 0 en de 2 (de diame- ter is dan 2), werkt? In dat geval zou het klassieke priemtweelingvermoeden be- wezen zijn. Maynard: „Nee, dat gaat niet lukken. De technieken kunnen toerei- kend zijn voor een zeef met een diameter van 6, maar dan houdt het op.” Het beste waar we dus met de bestaande methoden op kunnen hopen, is een bewijs dat er on- eindig veel sexy priemgetallen bestaan.

Voor de priemneven en de priemtweelin- gen moeten nieuwe technieken worden bedacht. De wereld van de priemgetallen blijft voorlopig nog vol geheimen.

James Maynard geeft dinsdag 22 maart een voordracht tijdens het Benelux Mathema- tisch Congres in Amsterdam.

Jame s May n a rd s bewijs kun je uitleggen aan bachelor- stu denten.”

w i s ku n d i g e Peter Sarnak

A d ve r t e n t i e

ILLUSTRATIE RONALD BLOKHUIZEN

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Under the first level of redress, a data subject would submit a formal complaint to the PCAOB Office of the Hearing Officer describing with specificity the data subject’s claims

correlaties tussen het item ‘mijn werkdruk beperkt de hoeveelheid tijd die ik kan besteden aan de activiteiten van het lnVH’ en de items ‘Ik zou meer tijd willen besteden

[r]

Reductieve omzetting met waterstof (zie 'ON" en 'OP' elementanaiyses) k in de aanwezigheid van kool niet rogelijl?. apolaim wganatlM-, organoio8far- en

Our aim was to explore the barriers that social and health practitioners who were trained in administering MI experienced in implementing MI in their work with clients.. We

Het MNP is weliswaar vooral gericht naar de overheid maar geeft in haar adviezen natuurlijk ook wel aan hoe het staat met de natuur; wat er zou kunnen verbeteren, wie wat zou

De huisvesting van de dieren in de opfokperiode (individueel of in een groep) zou van invloed kunnen zijn op het gedrag van de dieren. De huisvesting in de opfokperiode

Derhalve wordt volgens Hofstede de kern van de cultuur van een organisatie gevormd door de gemeenschappelijke op- vattingen over de dagelijkse Praktijken: de Symbolen,