VRAGEN-van-de-PvdA-van-de-heer-R-O-Martens-en-mevrouw-C-E-Bloemhoff-betreffende-declaraties-burgemeester-en-wethouders-antwoord.pdf PDF, 26 kb

VRAGEN

door de leden van de raad gesteld overeenkomstig artikel 38 van het Reglement van Orde voor de vergaderingen van de raad van de gemeente Groningen.

2012 – Nr. 18.

VRAGEN van de PvdA van de heer R.O. Martens en mevrouw C.E. Bloemhoff betreffende declaraties burgemeester en wethouders.

(Binnengekomen: 2 maart 2012)

Uit het overzicht van de declaraties dat beschikbaar is via de site van RTL Nieuws komt een beeld naar voren dat de burgemeester en wethouders zaken declareren die uit de onkostenvergoeding betaald dienen te worden. Zaken als representatiekosten, bureaukosten en excursies kunnen niet bij de gemeente worden gedeclareerd, omdat hiervoor maandelijks een ambtstoelage of onkostenvergoeding van respectievelijk

€ 712,- en € 609,- beschikbaar wordt gesteld.

Daarnaast valt op dat een flink aantal kosten die declareerbaar zijn erg hoog uitvallen.

We noemen bewust geen voorbeelden, omdat zoiets altijd de boel vertekent. We zien echter een fors aantal declaraties op de lijst die wij op het eerste oog als ongepast bestempelen.

Wij hebben daarom de volgende vragen aan het college.

1. Is het declaratiegedrag rechtmatig gelet op de geldende regelgeving betreffende onkostenvergoedingen, zoals de rechtspositiebesluiten, de circulaires van de minister en de verordening onkostenvergoeding wethouders 2006?

2. Zo niet, is het college van plan om onterecht gedeclareerde zaken terug te betalen?

3. Is het college van mening dat bestuurders zich sober en dienstbaar horen op te stellen?

4. Is het college verder van mening dat bepaalde declarabele kostenposten zoals taxiritjes, bloemen, banket, etc. versoberd kunnen worden?

Het college beantwoordt de vragen als volgt:

Groningen, 27 maart 2012.

1. Ja, het declaratiegedrag is rechtmatig.

Relevante regelgeving voor onkostenvergoedingen en declaratie van onkosten is te vinden in:

-het Rechtspositiebesluit burgemeesters en de Regeling rechtpositie

2

burgemeesters (25.11.2008) alsmede het Rechtspositiebesluit wethouders en de Regeling rechtspositie wethouders (25.11.2008). Bij alle genoemde documenten betreft het regelgeving van de rijksoverheid;

-de Verordening onkostenvergoedingen wethouders 2006. Dit betreft regelgeving van de gemeente Groningen;

-de Gedragscode voor collegeleden vastgesteld bij raadsbesluit van 27.10.2004, onder nr. 9. Dit betreft eveneens regelgeving van de gemeente Groningen.

De hiervoor genoemde regelgeving is openbaar. Over bekendmaking aan collegeleden en toetsing van de toepassing is het volgende te zeggen.

Collegeleden en de burgemeester krijgen bij hun aantreden een korte instructie over procedures en werkwijzen. Die toelichting heeft ook betrekking op hun vaste onkostenvergoeding, het gebruik van de creditcard en de (administratieve) procedure van het declareren van onkosten. Zowel bij declaraties als bij de verwerking van met creditcard betaalde kosten, moet worden aangegeven waaruit die kosten bestaan, moeten bijbehorende bonnen worden overgelegd en moet het doel van de uitgave worden aangegeven. In de vorige collegeperiode is ervoor gekozen om in Groningen koffie- en lunchkosten (alleen of in klein gezelschap) tot een bedrag van € 15,-- niet te declareren.

De financiёle administratie toetst de bewijsstukken (bonnen) en de gemeente- secretaris beoordeelt de (bedrijfsvoerings)functionaliteit van de uitgaven. Omdat regelgeving niet in alle gevallen uitsluitsel geeft, is er zonodig overleg tussen gemeentesecretaris en bestuurder.

De persoonlijke onkostenvergoeding is bedoeld voor "aan het ambt gerelateerde kosten" en betreft op hoofdlijnen de volgende kostensoorten: representatie, vakliteratuur, contributies en lidmaatschappen, bijdrage aan fractiekosten, telefoonkosten, zakelijke giften en bureaukosten en porti. Over de besteding van de onkostenvergoeding hoeft geen verantwoording te worden afgelegd.

2. In een enkel geval blijkt na toetsing dat (delen van) gedeclareerde onkosten voor eigen rekening komen. Deze worden ingehouden op de maandelijkse wedde. Er is dus geen sprake van onterecht gedeclareerde zaken.

3. Ja, het college deelt deze mening.

4. Als de burgemeester en wethouders dienstreizen maken worden de kosten daarvan vergoed.

De andere kostensoorten die genoemd worden en de voor die onderdelen

betaalde declaraties houden verband met relaties van de gemeente Groningen en de zakelijke contacten die daaruit voor (individuele) collegeleden voortvloeien.

De voorbeelden die in het RTL-onderzoek worden genoemd kunnen de indruk

wekken dat het declaratiegedrag van bestuurders strijdig is met bestaande

regelgeving. Bij de gemeente Groningen is dat (nogmaals) niet het geval.