• No results found

VRAGEN-van-de-PvdA-van-mevrouw-E-van-Lente-en-mevrouw-C-E-Bloemhoff-betreffende-opgroeien-in-armoede.pdf PDF, 59 kb

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "VRAGEN-van-de-PvdA-van-mevrouw-E-van-Lente-en-mevrouw-C-E-Bloemhoff-betreffende-opgroeien-in-armoede.pdf PDF, 59 kb"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

VRAGEN

door de leden van de raad gesteld overeenkomstig artikel 42 van het Reglement van Orde voor de vergaderingen van de raad van de gemeente Groningen.

2013 – Nr. 44.

VRAGEN van de PvdA van mevrouw E. van Lente en mevrouw C.E. Bloemhoff betreffende opgroeien in armoede.

(Binnengekomen: 26 juni 2013.)

Het aantal huishoudens in Nederland met een inkomen tot 105% van het sociaal minimum is 8,4%. In Groningen is dat 13,1%. Bijna 12% van alle huishoudens in de stad doet een beroep op de gemeente omdat het eigen inkomen onvoldoende is om volledig deel te nemen aan de samenleving. We krijgen verder te maken met steeds meer werknemers of ZZP’ers die te weinig verdienen om van rond te komen. Ook zij doen steeds vaker een beroep op voorzieningen. Veel mensen worden geconfronteerd met een stapeling van bezuinigingsmaatregelen. Het betreft vaak ook kinderen;

43% van onze minima zijn alleenstaande ouders met kinderen. Deze week verscheen een onderzoek naar armoede onder kinderen van de Kinderombudsman. 1 In Nederland groeit 1 op de 9 kinderen op in armoede; in Groningen is dat 1 op de 7.

De Kinderombudsman startte zijn onderzoek in februari met een digitaal meldpunt, waar kinderen en jongen konden vertellen hoe zij het ervaren om in armoede te leven.

Uit de circa 700 reacties bleek dat het merendeel elke dag wordt geconfronteerd met geldgebrek: geen dagelijkse warme maaltijd en geen nieuwe kleding als dat nodig is.

Meer dan de helft gaat naar de voedsel- en kledingbank of heeft te maken gehad met het afsluiten van elektriciteit. Lid zijn van een sportclub of het vieren van een

verjaardag is geen vanzelfsprekendheid. Daarnaast hebben veel kinderen het gevoel niet mee te kunnen doen en buitengesloten te zijn.

Gemeenten spelen een belangrijke rol in het bestrijden van armoede. De Kinder- ombudsman heeft gemeenten gevraagd hoe zij omgaan met kinderen, die in armoede opgroeien. Hieruit blijkt dat gemeenten er zeer wisselend mee omgaan.

Veel gemeenten hebben sportieve en culturele voorzieningen voor kinderen in armoede, maar het aanbod loopt sterk uiteen en is niet altijd even toegankelijk.

Bovendien monitoren weinig gemeenten of de voorzieningen de kinderen ook echt bereiken. Slechts enkele gemeenten hebben een armoedebeleid dat specifiek gericht is op kinderen. De Kinderombudsman vindt dat alle gemeenten dit moeten ontwikkelen.

Hierin moet niet alleen aandacht zijn voor sportieve en culturele ontwikkeling, maar ook voor financiële ondersteuning, schuldpreventie, onderwijs en gezondheid.

De Kinderombudsman adviseert gemeenten om een kindpakket samen te stellen. Dit pakket bevat tenminste de meest noodzakelijke behoeften, aangevuld met zaken om mee te kunnen doen in de samenleving: vouchers voor basisbenodigdheden zoals een stel winter- en zomerkleren en bijvoorbeeld lessen voor een basiszwemdiploma, een bibliotheekpasje, toegang tot lokaal openbaar vervoer en deelname aan een wekelijkse activiteit ter ontspanning of sportieve of culturele ontwikkeling. Dit pakket moet

1

http://www.dekinderombudsman.nl/ul/cms/fck-uploaded/KOM0042013KindereninArmoede.pdf

(2)

2

beschikbaar zijn voor alle kinderen in een huishouden met een besteedbaar inkomen onder de norm van 120% van het sociale minimum.

De Kinderombudsman roept gemeenten op om intensief samen te werken met organisaties, die zich inzetten voor kinderen in armoede. In veel regio's in Nederland zijn organisaties actief, die als doel hebben om kinderen in armoede hulp te bieden.

Door samen te werken met deze partijen, kunnen gemeenten een compleet en passend aanbod voor kinderen organiseren. Een voorbeeld hiervan is de gemeente Pekela, waar nauw wordt samenwerkt met organisaties, zoals kerken, scholen en private organisaties.

De PvdA-fractie maakt zich op basis van dit alles zorgen opnieuw zorgen om de kinderen in Groningen. De fractie van de PvdA stelde in 2012 ook al vragen naar aanleiding van de eerste Kinderrechtenmonitor van de Kinderombudsman en heeft naar aanleiding van het nu voorliggende onderzoek de volgende vragen aan het college:

1. In de huidige economische situatie verwacht de PvdA dat er mogelijk nog meer kinderen in armoede zullen opgroeien in Groningen dan nu al het geval is. Heeft het college zicht op het aantal kinderen dat in armoede opgroeit, en de eventuele toename hierin door de economische situatie?

2. Groningen heeft een integraal jeugdbeleid en een armoedebeleid. In de visie van de PvdA voldoen we daarmee tot op zeker hoogte al wel aan de

aanbeveling van de Kinderombudsman een armoedebeleid te hebben dat specifiek gericht is op kinderen. Hoe kijkt het college hier tegenaan? In het nieuwe armoedebeleid ligt het accent op gezinnen met kinderen. Ziet het college nog mogelijkheden tot verbetering, om een beleid te voeren dat nog meer gericht is op het ondersteunen van kinderen die in armoede opgroeien?

3. De Kinderombudsman adviseert gemeentes te werken met een specifiek kindpakket. De fractie van de PvdA constateert dat enkele onderdelen al door de gemeente worden aangeboden, maar dat een dergelijk pakket nog niet wordt aangeboden aan de kinderen in Groningen. Hoe kijkt het college aan tegen deze aanbeveling van de Kinderombudsman? Op welke manier zou er in Groningen een kindpakket samengesteld kunnen worden?

4. Aanbevolen wordt om als gemeente intensief samen te werken met

organisaties die zich inzetten voor kinderen die in armoede opgroeien. Kan het college een overzicht geven van de organisaties waarmee de gemeente al samenwerkt? In 2012 gaf het college aan een aantal concrete projecten te ondersteunen dat zich richt op de ondersteuning van kinderen die opgroeien in armoedesituaties, zoals het Mentorenproject van Humanitas, Stichting Urgente Noden, de Voedselbank, Stichting Leergeld en het Jeugdsportfonds. Op welke manieren kan hier nog een verbetering of versterking in worden aangebracht?

Is het college bekend met de wijze waarop in Pekela wordt samengewerkt?

In hoeverre zou dit ook voor Groningen een aanvulling op de huidige

werkwijze kunnen zijn?

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Is het college het met de fractie van de PvdA eens dat deze oost-west-as nog verder versterkt zou kunnen en moeten worden zodat het Ebbingekwartier nog meer mensen aantrekt.. Op

Vindt het college het inrichten van een outdoor gym passen in de ambitie om de openbare ruimte sportiever in te richten2. Is het college met ons van mening dat een outdoor gym een

Door deze vertraging stijgen namelijk de bouwkosten en zijn er soms ook extra kosten (bijvoorbeeld voor de bouw van noodlokalen)2. Op basis van het voorgaande komt de PvdA tot

Genoemd wordt de mishandeling van kinderen, het gegeven dat veel kinderen opgroeien in armoede, veel aanvragen van kinderen om zich te herenigen met hun ouders in Nederland worden

Sinds wanneer is het college op de hoogte van het voornemen van Sanquin om alle activiteiten in Amsterdam en Nijmegen te concentreren en de bloedbank in Groningen grotendeels op

Zo ja, welke actie gaat het college ondernemen om het structureel banenverlies bij Sanquin te voorkomen en daarmee de werkgelegenheid voor de stad en regio Groningen te behouden4.

Welke stappen is het college de komende tijd van plan te nemen teneinde een alternatieve invulling/huurder te vinden voor het leegstaande deel van het Noorderbad.. Is het

Klopt het beeld ook voor de stad Groningen dat er relatief meer jongeren in de Wajong zitten dan in de rest van Nederland?... Een mogelijke verklaring is de onderwijsachterstand