VRAGEN-van-de-PvdA-van-mevrouw-E-van-Lente-en-mevrouw-C-E-Bloemhoff-betreffende-opgroeien-in-armoede-antwoord.pdf PDF, 795 kb

.rvte Bestuursdienst

Afdeling B D C / B U R C O L / V a n Deel Onderwerp Vragen ex artikel 42 R v O

\^jrotfjgen

De leden van de raad van de gemeente Groningen te

GRONINGEN

TelefoonOSO 367 77 21 Bijlage(n) 3

Datum 2 4 JUL 2013 Uwbriefvan 26-06-2013

Ons Icenmerk S Z 13.3807582 Uw kenmerk

Geachte heer, mevrouw,

Bezoekadres Waagstraat 1

Postadres

Postbus 20001 9700 PB Groningen

Wij zijn met het openbaar vervoer bereikbaar, buslijnen

1, 2, 3, 5, 6, 11, 13, 16

Informatie over vertrektijden krijgt u via 0900-92 92

In uw antvKOord graag datum en kenmerk vermelden.

E-mailadres

bestuursdienst@bsd.

groningen.nl

Website

www.groningen.nl

Hierbij doen wij u toeJcomen ons antwoord op de door mevrouw E. van Lente en mevrouw CE. Bloemhoff (PvdA) gestelde vragen (zie bijlage) over opgroeien in armoede.

Met vriendelijke groet,

burgemeester en wethouders van Groningen,

de burger leester,

dr. J.P. (I eter) Rehwinkel

de ggcretaris,

drs. M.A. (Maarten) Ruys S,

SE.4 C

Bestuursdienst

VRAGEN

door de leden van de raad gesteld overeenkomstig artikel 42 van het Reglement van Orde voor de vergaderingen van de raad van de gemeente Groningen.

2013-Nr. 44.

VRAGEN van de PvdA van mevrouw E. van Lente en mevrouw C.E. Bloemhoff betreffende opgroeien in armoede.

(Binnengekomen: 26 juni 2013.)

Het college beantwoordt de vragen als volgt:

Groningen, 16 juli 2013 Het aantal huishoudens in Nederiand met een inkomen tot 105% van het sociaal

minimum is 8,4%. In Groningen is dat 13,1%. Bijna 12% van alle huishoudens in de stad doet een beroep op de gemeente omdat het eigen inkomen onvoldoende is om voiledig deel te nemen aan de samenleving. We krijgen verder te maken met steeds meer werknemers of ZZP'ers die te weinig verdienen om van rond te komen. Ook zij doen steeds vaker een beroep op voorzieningen. Veel mensen worden geconfronteerd met een stapeling van bezuinigingsmaatregelen. Het betreft vaak ook kinderen;

43%) van onze minima zijn alleenstaande ouders met kinderen. Deze week verscheen een onderzoek naar armoede onder kinderen van de Kinderombudsman.' In Nederiand groeit 1 op de 9 kinderen op in armoede; in Groningen is dat 1 op de 7.

De Kinderombudsman startte zijn onderzoek in februari met een digitaal meldpunt, waar kinderen en jongen konden verteilen hoe zij het ervaren om in armoede te leven.

Uit de circa 700 reacties bleek dat het merendeel elke dag wordt geconfronteerd met geldgebrek: geen dagelijkse warme maaltijd en geen nieuwe kleding als dat nodig is.

Meer dan de helft gaat naar de voedsel- en kledingbank of heeft te maken gehad met het afsluiten van elektriciteit. Lid zijn van een sportclub of het vieren van een verjaardag is geen vanzelfsprekendheid. Daarnaast hebben veel kinderen het gevoel niet mee te kunnen doen en buitengesloten te zijn.

Gemeenten spelen een belangrijke rol in het bestrijden van armoede. De Kinder- ombudsman heeft gemeenten gevraagd hoe zij omgaan met kinderen, die in armoede opgroeien. Hieruit blijkt dat gemeenten er zeer wisselend mee omgaan.

Veel gemeenten hebben sportieve en culturele voorzieningen voor kinderen in armoede, maar het aanbod loopt sterk uiteen en is niet altijd even toegankelijk.

Bovendien monitoren weinig gemeenten of de voorzieningen de kinderen ook echt bereiken. Slechts enkele gemeenten hebben een armoedebeleid dat specifiek gericht is op kinderen. De Kinderombudsman vindt dat alle gemeenten dit moeten ontwikkelen.

Hierin moet niet alleen aandacht zijn voor sportieve en culturele ontwikkeling, maar ook voor fmanciele ondersteuning, schuldpreventie, onderwijs en gezondheid.

De Kinderombudsman adviseert gemeenten om een kindpakket samen te stellen.

' http://www.dekiriderornbudsrriaii.nl/ul/crns/fck-uploaded/KOM0042013KinderenmArmoede.pdf

SE 4 C

Dit pakket bevat tenminste de meest noodzakelijke behoeften, aangevuid met zaken om mee te kunnen doen in de samenleving: vouchers voor basisbenodigdheden zoals een stel winter- en zomerkleren en bijvoorbeeld lessen voor een basiszwemdiploma, een bibliotheekpasje, toegang tot lokaal openbaar vervoer en deelname aan een wekelijkse activiteit ter ontspanning of sportieve of culturele ontwikkeling. Dit pakket moet beschikbaar zijn voor alle kinderen in een huishouden met een besteedbaar inkomen onder de norm van 120% van het sociale minimum.

De Kinderombudsman roept gemeenten op om intensief samen te werken met organisaties, die zich inzetten voor kinderen in armoede. In veel regio's in Nederiand zijn organisaties actief, die als doel hebben om kinderen in armoede hulp te bieden.

Door samen te werken met deze partijen, kunnen gemeenten een compleet en passend aanbod voor kinderen organiseren. Een voorbeeld hiervan is de gemeente Pekela, waar nauw wordt samenwerkt met organisaties, zoals kerken, scholen en private organisaties.

De PvdA-fractie maakt zich op basis van dit alles zorgen opnieuw zorgen om de kinderen in Groningen. De fractie van de PvdA stelde in 2012 ook al vragen naar aanleiding van de eerste Kinderrechtenmonitor van de Kinderombudsman en heeft naar aanleiding van het nu voorliggende onderzoek de volgende vragen aan het college:

1. In de huidige economische situatie verwacht de PvdA dat er mogelijk nog meer kinderen in armoede zullen opgroeien in Groningen dan nu al het geval is. Heeft het college zicht op het aantal kinderen dat in armoede opgroeit, en de eventuele toename hierin door de economische situatie?

Wij verwachten dat er als gevolg van de economische situatie inderdaad sprake is van een toename van het aantal kinderen dat in Groningen in armoede opgroeit. Deze verwachting is gebaseerd op de volgende signalen:

het aantal huishoudens dat klant is bij de voedselbank neemt toe;

het bijstandsvolume groeit;

de aanvragen bij het Jeugdsportfonds en Stichting Leergeld nemen toe;

de maatschappelijke organisaties zien het aantal klanten en de ernst van de problematiek toenemen.

Wij hebben op dit moment geen precieze cijfers beschikbaar van het aantal kinderen dat in Groningen in armoede opgroeit. Waar we wel zicht op hebben is het aantal kinderen dat in een huishouden met een WWB uitkering opgroeit: daarin signaleren we een stijging van ca. tien procent over de afgelopen vier jaar.

In de nieuwe armoedemonitor willen we het aantal kinderen dat in armoede opgroeit specifiek gaan bijhouden. Daarbij brengen we een bredere doelgroep in beeld dan alleen de kinderen in een huishouden met een WWB uitkering.

2. Groningen heeft een integraal jeugdbeleid en een armoedebeleid. In de

visie van de PvdA voldoen we daarmee tot op zeker hoogte al wel aan de

aanbeveling van de Kinderombudsman een armoedebeleid te hebben dat

specifiek gericht is op kinderen. Hoe kijkt het college hier tegenaan? In

het nieuwe armoedebeleid ligt het accent op gezinnen met kinderen. Ziet

het college nog mogelijkheden tot verbetering, om een beleid te voeren dat nog meer gericht is op het ondersteunen van kinderen die in armoede opgroeien?

Klopt. Met het integraal jeugdbeleid en het armoedebeleid voldoen we in grote lijn aan de aanbeveling van de Kinderombudsman om het armoedebeleid specifiek te richten op kinderen. Op dit moment onderzoeken wij of we dit beleid kunnen

intensiveren, bijvoorbeeld in de vorm van het aanbieden van een specifiek kindpakket.

Zie verder de beantwoording van vraag 3.

3. De Kinderombudsman adviseert gemeentes te werken met een specifiek kindpakket. De fractie van de PvdA constateert dat enkele onderdelen al door de gemeente worden aangeboden, maar dat een dergelijk pakket nog niet wordt aangeboden aan de kinderen in Groningen. Hoe kijkt het

college aan tegen deze aanbeveling van de Kinderombudsman? Op welke manier zou er in Groningen een kindpakket samengesteld kunnen worden?

Wij kijken positief tegen deze aanbeveling aan. Zoals hierboven aangegeven onderzoeken wij momenteel de mogelijkheid omeen kindpakket aan te bieden. Wij komen hierop terug in het raadsvoorstel over de webshop voor minima in September 2013.

4. Aanbevolen wordt om als gemeente intensief samen te werken met organisaties die zich inzetten voor kinderen die in armoede opgroeien.

Kan het college een overzicht geven van de organisaties waarmee de gemeente al samenwerkt? In 2012 gaf het college aan een aantal concrete projecten te ondersteunen dat zich richt op de ondersteuning van kinderen

die opgroeien in armoedesituaties, zoals het Mentorenproject van

Humanitas, Stichting Urgente Noden, de Voedselbank, Stichting Leergeld en het Jeugdsportfonds. Op welke manieren kan hier nog een verbetering of versterking in worden aangebracht? Is het college bekend met de wijze waarop in Pekela wordt samengewerkt? In hoeverre zou dit ook voor Groningen een aanvulling op de huidige werkwijze kunnen zijn?

In de bijlage hebben wij een overzicht opgenomen van de instellingen die zich

inzetten voor kinderen die in armoede opgroeien en waarmee het college samenwerkt.

In het nieuwe armoedebeleid leggen we meer nadruk op een aantal projecten en instellingen die zich richten op (gezinnen met) kinderen die opgroeien in armoede.

Wij proberen dit te versterken en verbeteren door steeds weer veel aandacht te geven aan het leggen van verbindingen en het versterken van samenwerkingsrelaties. In het onderzoek dat begin 2012 in het kader van het nieuwe beleid is uitgevoerd, hebben de Groninger minima aangegeven dat dit voor hen de eerste prioriteit is.

Wij zijn bekend met de wijze waarop binnen Pekela wordt samengewerkt. In de gemeente Pekela is een armoedepact gesloten, waarbij de verschillende partijen zich via hun handtekening verbinden aan het gezamenlijk bestrijden van armoede. In Groningen hebben wij een aantal jaar geleden ook een armoedepact gehad. De

contacten en samenwerkingsverbanden biimen het huidige armoedebeleid hebben hun

basis in dat pact.

BIJLAGE

Overzicht organisaties betrokken bij armoedebestrijding in Groningen

Algemeen

Groninger Krediet Bank (GKB): onderdeel van de dienst Sociale Zaken en Werk. Bij de GKB kunnen klanten een lening afsluiten, financieel advies en bemiddeling krijgen, ook in het geval van een problematische schuldsituatie. De GKB voert bijvoorbeeld budgetbeheer en beschermingsbewind uit. Hiernaast speelt de GKB een actieve rol op preventie en

voorlichtingsgebied, zowel voor klanten zelf als voor het maatschappelijk veld.

Maatschappelijk Juridische Dienstverlening (MJD): grote Groningse welzijnsorganisatie.

De MJD heeft een enorm aanbod, uiteenlopend van advies & informatie, activering &

ontmoeting tot en met hulp & zorg. Naast het traditionele buurtmaatschappelijk werk en de activiteiten van de sociaal raadslieden, is de MJD vertegenwoordigd in alle wijken en in alle samenwerkingsverbanden zoals de Stips (Steun en informatiepunten) en de CJG's (Centra voor Jeugd en Gezin). Zij bieden ondersteuning bij het op orde brengen van de financiele administratie (Orde in de paperassen), hebben de jongereninformatiewinkel Jimmy's opgezet, en faciliteren Stichting Leergeld door middel van het beschikbaar stellen van een fulltime medewerker. Voor een voiledig overzicht van alle activiteiten en projecten, zie

http://www.mid.nl/

Humanitas: grote organisaties in Groningen op het gebied van welzijn, wonen en zorg.

Vrijwilligers vormen de kern van de activiteiten van Humanitas. De Thuisadministratie van Humanitas is traditioneel de partner van de GKB in het op orde brengen van de financiele administratie van klanten. Humanitas is een belangrijke organisator van allerlei

maatjesprojecten zoals T'winn. Hiernaast is Humanitas een belangrijke speler op het gebied van taalondersteuning en de bestrijding van laaggeletterdheid via de taalcoaches en het taalcafe. Voor een voiledig overzicht van hun activiteiten, zie

http://www.humanitasRroningen.nl/

Voedselbank: De Voedselbank zamelt levensmiddelen in en stelt deze gratis beschikbaar aan huishoudens die onvoldoende in hun primaire levensbehoefte kurmen voorzien. Naast voedsel verstrekt de Voedselbank ook kleding en kinderspuUen die door middel van giften

beschikbaar worden gesteld aan haar klanten. Zie http://www.voedselbank-groningen.nl/

Stichting SUN: SUN Groningen verleent financiele hulp aan mensen die in een urgente financiele noodsituatie verkeren en niet (meer) in aanmerking komen voor een zogenaamde voorliggende voorziening. De aanvragen voor financiele noodhulp kunnen betrekking hebben op de aankoop van duurzame goederen, woninginrichting, levensonderhoud, kleding, de kosten van activiteiten van kinderen en het opknappen van de woning. Zie:

http://sungroningen.nl/

Werkpro: een brede organisatie die zich bezighoudt met werk en maatschappelijke

dienstverlening. Zij bieden activiteiten en begeleiding voor mensen die op eigen houtje (nog)

geen reguliere werkplek kunnen vinden in Drenthe, Friesland en Groningen. De pijlers re-

integratie, activering, zorg en diensten vormen de basis van WerkPro. Ze organiseren naast

allerlei re-integratie en participatie trajecten onder andere het buurtbeheer in Groningen, de

stallingen, de kringloop GoudGoed, eeterie de Globe, Sport en spelcontainers en het Twaalfde

Huis (dagbesteding voor verslaafden). Voor een voiledig overzicht, zie http://www.werkpro.nl/

Stiel: Stiel is gespecialiseerd in het activeren door middel van vrijwilligerswerk. Ze activeren mensen die zich in een kwetsbare maatschappelijke positie bevinden, maar ook mensen die talenten hebben en deze graag willen inzetten voor hun wijk. Stiel ondersteunt al jaren het vrijwilligerswerk in de stad Groningen. Dit doen ze bijvoorbeeld door organisaties te helpen vrijwilligersbeleid te ontwikkelen dat past bij de huidige ontwikkelingen. Een ander

belangrijk middel dat ze inzetten is de digitale vrijwilligersvacaturebank waardoor

organisaties en vrijwilligers elkaar kunnen vinden. Zie: http://www.stiel.nl/welkom-bij-stiel Stip (Steun- en informatiepunt): Stip staat voor dertien plekken in de Groningse wijken waar iedereen terecht kan die wat wil doen voor zijn buren of zijn buurt, die met vragen zit, of die ondersteuning nodig heeft. En Stip staat vooral voor samenwerking tussen gemeente, organisaties, vrijwilligers en beroepskrachten om te zorgen dat iedereen volwaardig kan deelnemen aan de samenleving en te stimuleren dat dat daadwerkelijk gebeurt. Zie:

http://www.stip-groningen.nl/

Kinderen:

Centra voor Jeugd en Gezin (CJG's): In Groningen zijn 8 centra voor jeugd en gezin. Via de CJG's biedt de gemeente ouders ondersteuning bij het laten opgroeien (de ouderwetse consultatiebureaufunctie) en het opvoeden van hun kinderen. Zie:

http://www.ci g. groningen.nl/

Bureau jeugdzorg Groningen: Bureau Jeugdzorg is een provinciale instelling die is opgericht in het belang van kinderen en jongeren in de provincie. Bureau Jeugdzorg

Groningen zorgt ervoor dat jeugdigen en ouders met ernstige opgroei- en opvoedproblemen toegang krijgen tot de jeugdzorg. Bureau Jeugdzorg verwijst voor hulp voor een groot deel naar het aanbod van ieugdzorgaanbieders Elker. CWZW-Noord, kinder- en jeugdpsychiatrie Accare, Lentis, Molendrift, evenals naar MEE Groningen, een org£inisatie voor mensen (ook kinderen en jongeren) met een beperking (LVG of anderszins). Zie: http://www.bizgr.nl/

Jeugdsportfonds (JSF): Het Jeugdsportfonds zorgt ervoor dat kinderen die graag willen sporten, maar dat niet kunnen omdat hun ouders te weinig geld hebben, lid worden van een sportvereniging. Zij betalen de contributie en vergoeden de sportspullen tot een maximum van

€ 225,00 per jaar per kind. Zie: http://www.ieugdsportfonds.n1/index.isp?id= 142

Stichting Leergeld: Leergeld richt zich op het voorkomen van sociale uitsluiting van kinderen uit geziimen met minimale financiele middelen, door deze kinderen weer mee te laten doen aan binnen- en buitenschoolse activiteiten. De ondersteuning die Leergeld biedt moet binnen een van de vier gebieden onderwijs, cultuur, sport of welzijn liggen. In

Groningen hebben Stichting Leergeld en het Jeugdsportfonds de onderlinge afspraak gemaakt dat in principe alle aanvragen die betrekking hebben op sport ter afhandeling worden

doorgegeven aan het Jeugdsportfonds. Zie: http://www.leergeld.nl/pages/waar-werkt- leergeld/ groningen.php

SKSG: De SKSG is de grootste kinderopvang organisatie in Groningen. Zij verzorgen alle

vormen van professionele kinderopvang bij kindercentra en gastouders verspreid over de stad

en de regio Zie: http://www.sksg.nl/

COP groep: De COP groep is een koepelorganisatie voor peuterschool en peuteropvang, voorschoolse educatie en opvoedadvies en opvoedingsondersteuning. (De COP groep

participeert ook in de centra voor jeugd en gezin (CJG's)). Zie: http://www.cop-groningen.nl/

Maatschappelijke opvang;

Leger des Heils: In Groningen, Friesland en Drenthe biedt Leger des Heils Noord hulp aan kinderen die tijdelijk niet thuis kunnen wonen, multi-probleemgezinnen, jongeren die bekend zijn bij de politie, dak- en thuislozen, mannen en vrouwen met problemen op het gebied van zelfstandig wonen, thuiswonende ouderen in een sociaal isolement.

Limor: Limor (Landelijke Instelling voor Maatschappelijke Ondersteuning en Rehabilitatie) helpt mensen die door allerlei omstandigheden buiten de maatschappij zijn komen te staan, weer een eigen plek in de samenleving te krijgen. Zie: http://www.limor.nl/

Stichting Huis: organisatie voor allerlei vormen van opvang voor dak en thuislozen en begeleid wonen. Zie: http://www.stichtinghuis.nl/

Toevluchtsoord: Toevluchtsoord Groningen-Drenthe verzorgt de crisisopvang voor vrouwen en kinderen die te maken hebben gehad met huiselijk geweld. Zie:

https://www.toevluchtsoord.nl/

Multicultureel;

Multicultureel vrouwencentrum Jasmijn: verzorgt voorlichting, cursussen, activiteiten en workshops voor vrouwen met verschillende achtergronden en culturen. Zie:

http://www.iasmiin.info/nl/home

Platform Zelforganisaties Groningen (PZG): Overkoepelend organisatie voor verschillende vertegenwoordigers van allochtone zelforganisaties en multiculturele vrouwengroepen in Groningen. Zie: http://www.pzggroningen.nl/

Vluchtelingenwerk Noord Nederiand: Vluchtelingenwerk Noord-Nederland is een onafhankelijke, breed samengestelde professionele organisatie die zich op basis van de Universele Verklaring voor de Rechten van de Mens en met vele vrijwilligers inzet voor bescherming van asielzoekers en vluchtelingen, door persoonlijke steun en

belangenbehartiging bij hun toelating, opvang en maatschappelijke participatie, primair in Noord-Nederland. Zie: http://www.vwnn.nl/

Gezondheid;

Mee Groningen: MEE helpt mensen met een beperking (of familieleden van mensen met een beperking) weer grip op hun leven te krijgen. Zij informeren, adviseren en onderstevinen op alle levensgebieden: opvoeding & ontwikkeling, leren & werken, samenleven & wonen en regelgeving & geldzaken. MEE doet dat gratis, onafhankelijk, en zonder verwijzing. Zie:

http://www.meegroningen.nl/

NOVO: Kinderen en volwassenen kunnen bij NOVO verschillende vormen van

ondersteuning, begeleiding en behandeling krijgen, zoals kinderdagcentra, het logeerhuis,

gezinsondersteuning, dagbestedingscentra, woongemeenschappen, verblijf en behandeling,

ambulante ondersteuning. Zie: http://www.novo.nl/

Lentis: Lentis (voormalig GGz Groningen) staat voor geestelijke gezondheidszorg, forensische geestelijke gezondheidszorg en zorg voor ouderen. Zie: http://www.lentis.nl/

WMO Platform en Kerkelijk WMO beraad (KWMOB): Het WMO Platform Groningen is een adviesorgaan van het college van burgemeester en wethouders en van de gemeenteraad.

Hierin zitten mensen uit belangengroepen, kerken, patientenorganisaties en clientenraden op het terrein van de maatschappelijke ondersteuning (wonen, welzijn en zorg). Het WMO Platform is een formele adviesraad van de gemeente Groningen die het college adviseert over onderwerpen over de gehele breedte van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO).

De kerken in de gemeente Groningen hebben zich verenigd in het Kerkelijk WMO Beraad. Ze hebben zich aangesloten bij het WMO-Platform en vormen daar een apart cluster. Zie:

http://www.wmo-groningen.nl/

Ouderen;

Ouderenraad: De ouderenraad heeft als taak het college van B&W en de gemeenteraad gevraagd en ongevraagd (schriftelijk) advies te geven over allerlei zaken die betrekking hebben op het ouderenbeleid. De ouderenraad kent vier projectgroepen, te weten Cultuur, Educatie en Recreatie; Ruimte, Wonen en Mobiliteit; Werk en Inkomen; Zorg. De

projectgroep Werk en Inkomen is betrokken bij de totstandkoming van het armoedebeleid. De ouderenraad bestaat uit minimaal 12 en maximaal 16 leden en een onafhankelijk voorzitter, die op voorstel van college van B&W door de gemeenteraad worden benoemd.

De helft min een van de leden wordt voorgedragen door het SOOG (Stedelijk Overleg Ouderenbonden Groningen), de overige leden worden vrij geworven. Zie:

http://gemeente.groningen.nl/ouderen/ouderenraad/

SOOG: De ouderenbonden ANBO, KBO en PCOB zijn landelijk afzonderlijk georganiseerd, maar in de stad Groningen werken ze samen in de vereniging SOOG. Daar hebben de

ouderenbonden ruim 4.000 leden. Zie: http://soog.nl/

Kerkelijk:

Solidair Groningen Drenthe: Solidair Groningen & Drenthe heeft als doel katholieken en anderen de helpende hand te bieden bij het vorm geven aan hun maatschappelijke

verantwoordelijkheid. Als een bruggenbouwer koppelt zij vrijwilligers aan groepen mensen in de samenleving die behoefte hebben aan ondersteuning. Zo geeft de stichting mede inhoud aan een meer sociale en rechtvaardige samenleving.

Hieronder volgt een overzicht van het merendeel van de kerkelijke organisaties in Groningen die zich onder andere bezighouden met armoedebestrijding: PCI Parochies Stad Groningen, R.K. Stedelijke Sociaal-Caritatieve Instelling Groningen, PKN- gemeente Immanuelkerk, Oud-Katholieke Parochie, Martinusparochie, Immanuelkerk, Stedelijk College van Diakenen, Protestantse Gemeente Groningen, GKV (Gereformeerde Kerk Vrij gemaakt) en het Kerkelijk WMO beraad. Een lijst met contactpersonen is bij mij bekend.

Woningbouwverenigingen:

De woningbouwverenigingen Nijestee, Huismeesters, Lefier, Patrimonium denken, praten en doen vaak mee als het gaat om armoedebestrijding en schuldenproblematiek.

Onderwijs;

De twee ROC's het Alfa-college http://www.alfa-college.nl/paginas/default.aspx

en Noorderpoort college http://www.noorderpoort.nl/Paginas/Default.aspx zijn belangrijke partners bij het ontwikkelen en uitvoeren van de verschillende plannen en activiteiten uit de kademota voor het nieuwe armoedebeleid. Voornamelijk op het gebied van de bestrijding van laaggeletterdheid, maar ook als denktank en leverancier van stagiairs.

02G2: In Openbaar Onderwijs Groep Groningen zijn in totaal 30 scholen vertegenwoordigd uit het primair, speciaal en voortgezet onderwijs. Zie:

http://www.openbaaronderwiisgroepgroningen.nl/

Onderzoek en advies;

Centrum voor Maatschappelijke ontwikkeling (CMO): onderzoeks- en adviesorganisatie voor overheidsorganisaties, aanbieders van welzijn en zorg en partijen in het maatschappelijk middenveld. CMO Groningen adviseert over beleids-, organisatie- en

uitvoeringsvraagstukken. Zie: http://www.cmogroningen.nl/

Radar: RadarUitvoering is een landelijk welzijns- re-integratie en zorg bedrijf in een, gespecialiseerd in moeilijke groepen, met lokale afdelingen. Radar voert een project uit in Groningen (om te beginnen in de wijk Lewenborg), waarbij mensen in die leven in armoede zelf in beeld mogen brengen hoe armoede er voor hen uitziet en vervolgens met oplossingen mogen komen. We geven Radar en hun methode een plek in de armoedemonitor. Zie:

http://www.radaruitvoering.nl/noord

Stichting Alexander: is een niet-commercieel, ideeel landelijk instituut voor jeugdparticipatie en participatief jongerenonderzoek. Zij gaan een project draaien in

Groningen, waarbij ze kinderen vanuit hun eigen armoedesituatie in beeld laten brengen, wat er in hun eigen wijk aan initiatieven, organisaties, of adressen zijn, waar je iets aan hebt als je in armoede leeft. Zie: http://www.st-alexander.nl/

Overig;

Resto VanHarte: In onze samenleving zijn verbindende factoren als de kerk,

familieverbanden en sociale controle steeds minder vanzelfsprekend. Contact leggen met anderen gaat minder makkelijk dan vroeger. Verschillen in cultuur, religie en generatie zorgen voor een drempel om contact te maken. Resto VanHarte doorbreekt deze trend van sociaal isolement door gasten en vrijwilligers een sociaal netwerk te bieden. In buurtrestaurants organiseert Resto VanHarte lekkere en betaalbare driegangendiners voor wijkbewoners met diverse achtergronden. Iedereen is welkom! De gemeenschappelijke eettafel is bij uitstek de plek om met elkaar in gesprek te gaan en iets te ondernemen. Zie:

http://www.restovanharte.nl/

Mamamini: Mamamini is een (ideeel en niet gesubsidieerd) kringloopbedrijf in de stad Groningen. Het is in 1989 opgezet door 3 uitkeringsgerechtigden.

Zij vonden het jammer dat zoveel goede bruikbare spuUen bij het grofVuil belandden en

besloten een stichting op te richten om deze spuUen gratis op te halen en goedkoop weer aan

te bieden aan anderen. Zie: http://www.mamamini.nl/index.php

B E S T U U R S D I E N S T

reg.nr. b Z . i2>

ingek. 2 6 JUN

class.

N7013

te beh. door kopie gez. aan;

SchnfteDijke vragen ex Art 42 RvO

Aan: Het college van B&W van Groningen Betreft: Opgroeien in armoede

Datum: 26juni2013

Geacht college,

Het aantal huishoudens in Nederiand met een inkomen tot 105% van het sociaal minimum is 8,4%. In Groningen is dat 13,1%. Bijna 12% van alle huishoudens in de stad doet een beroep op de gemeente omdat het eigen inkomen onvoldoende is om voiledig deel te nemen aan de samenleving. We krijgen verder te maken met steeds meer werknemers of ZZP'ers die te weinig verdienen om van rond te komen. Ook zij doen steeds vaker een beroep op voorzieningen. Veel mensen worden geconfronteerd met een stapeling van bezuinigingsmaatregelen. Het betreft vaak ook kinderen; 43% van onze minima zijn alleenstaande ouders met kinderen. Deze week verscheen een onderzoek naar armoede onder kinderen van de Kinderombudsman.^ In Nederiand groeit 1 op de 9 kinderen op in armoede; in Groningen is dat 1 op de 7.

De Kinderombudsman startte zijn onderzoek in februari met een digitaal meldpunt, waar kinderen en jongen konden verteilen hoe zij het ervaren om in armoede te leven. Uit de circa 700 reacties bleek dat

het merendeel elke dag wordt geconfronteerd met geldgebrek: geen dagelijkse warme maaltijd en geen nieuwe kleding als dat nodig is. Meer dan de helft gaat naar de voedsel- en kledingbank of heeft te maken gehad met het afsluiten van elektriciteit. Lid zijn van een sportclub of het vieren van een verjaardag is geen vanzelfsprekendheid. Daarnaast hebben veel kinderen het gevoel niet mee te kunnen doen en buitengesloten te zijn.

Gemeenten spelen een belangrijke rol in het bestrijden van armoede. De Kinderombudsman heeft gemeenten gevraagd hoe zij omgaan met kinderen, die in armoede opgroeien. Hieruit blijkt dat gemeenten er zeer wisselend mee omgaan. Veel gemeenten hebben sportieve en culturele voorzieningen voor kinderen in armoede, maar het aanbod loopt sterk uiteen en is niet altijd even toegankelijk. Bovendien monitoren weinig gemeenten of de voorzieningen de kinderen ook echt bereiken. Slechts enkele gemeenten hebben een armoedebeleid dat specifiek gericht is op kinderen.

De Kinderombudsman vindt dat alle gemeenten dit moeten ontwikkelen. Hierin moet niet alleen aandacht zijn voor sportieve en culturele ontwikkeling, maar ook voor financiele ondersteuning, schuldpreventie, onderwijs en gezondheid.

De Kinderombudsman adviseert gemeenten om een kindpakket samen te stellen. Dit pakket bevat tenminste de meest noodzakelijke behoeften, aangevuid met zaken om mee te kunnen doen in de samenleving: vouchers voor basisbenodigdheden zoals een stel winter- en zomerkleren en bijvoorbeeld lessen voor een basiszwemdiploma, een bibliotheekpasje, toegang tot lokaal openbaar vervoer en deelname aan een wekelijkse activiteit ter ontspanning of sportieve of culturele ontwikkeling. Dit pakket moet beschikbaar zijn voor alle kinderen in een huishouden met een besteedbaar inkomen onder de norm van 120% van het sociale minimum.

De Kinderombudsman roept gemeenten op om intensief samen te werken met organisaties, die zich inzetten voor kinderen in armoede. In veel regio's in Nederiand zijn organisaties actief, die als doel hebben om kinderen in armoede hulp te bieden. Door samen te werken met deze partijen, kunnen gemeenten een compleet en passend aanbod voor kinderen organiseren. Een voorbeeld hiervan is de gemeente Pekela, waar nauw wordt samenwerkt met organisaties, zoals kerken, scholen en private organisaties.

http://www.dekinderombudsman.nl/ul/cms/fck-uploaded/KOM0042013KindereninArmoede.pdf

Vragen ex ART 38 RvO volgvel: 1

De PvdA-fractie maakt zich op basis van dit alles zorgen opnieuw zorgen om de kinderen in Groningen.

De fractie van de PvdA stelde in 2012 ook al vragen naar aanleiding van de eerste

Kinderrechtenmonitor van de Kinderombudsman en heeft naar aanleiding van het nu voorliggende onderzoek de volgende vragen aan het college:

1. In de huidige economische situatie verwacht de PvdA dat er mogelijk nog meer kinderen in armoede zullen opgroeien in Groningen dan nu al het geval is. Heeft het college zicht op het aantal kinderen dat in armoede opgroeit, en de eventuele toename hierin door de economische situatie?

2. Groningen heeft een integraal jeugdbeleid en een armoedebeleid. In de visie van de PvdA voldoen we daarmee tot op zeker hoogte al wel aan de aanbeveling van de Kinderombudsman een armoedebeleid te hebben dat specifiek gericht is op kinderen. Hoe kijkt het college hier tegenaan? In het nieuwe armoedebeleid ligt het accent op gezinnen met kinderen. Ziet het college nog mogelijkheden tot verbetering, om een beleid te voeren dat nog meer gericht is op het ondersteunen van kinderen die in armoede opgroeien?

3. De Kinderombudsman adviseert gemeentes te werken met een specifiek kindpakket. De fractie van de PvdA constateert dat enkele onderdelen al door de gemeente worden aangeboden, maar dat een dergelijk pakket nog niet wordt aangeboden aan de kinderen in Groningen. Hoe kijkt het college aan tegen deze aanbeveling van de Kinderombudsman? Op welke manier zou er in Groningen een kindpakket samengesteld kunnen worden?

4. Aanbevolen wordt om als gemeente intensief samen te werken met organisaties die zich inzetten voor kinderen die in armoede opgroeien. Kan het college een overzicht geven van de organisaties waarmee de gemeente al samenwerkt? In 2012 gaf het college aan een aantal concrete projecten te ondersteunen dat zich richt op de ondersteuning van kinderen die opgroeien in armoedesituaties, zoals het Mentorenproject van Humanitas, Stichting Urgente Noden, de Voedselbank, Stichting Leergeld en het Jeugdsportfonds. Op welke manieren kan hier nog een verbetering of versterking in worden aangebracht? Is het college bekend met de wijze waarop in Pekela wordt samengewerkt? In hoeverre zou dit ook voor Groningen een aanvulling op de huidige werkwijze kunnen zijn?

Namens de fractie van de PvdA,

E. van Lente C. Bloemhoff