• No results found

Vintagewiskundigen 75

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vintagewiskundigen 75"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

1 1

Ferdinand Verhulst Redactioneel NAW 5/13 nr. 2 juni 2012

75

Vintage wiskundigen

Het komt met enige regelmaat voor dat iemand me vraagt of er nog wat gebeurt in de wiskunde. Van nature ben ik nogal on- geduldig (hoe kun je zoiets vragen!), maar ik probeer dan toch altijd uit te leggen hoe levendig het is in dit vak. Een bezoek aan het Nederlands Mathematisch Congres op 12 april jongstleden maakte dit ook weer overduidelijk, temeer omdat het congres in een hogedrukpan van een dag was geconcentreerd. Het gaf veel indrukken, ook over de toekomst van de wiskunde.

Dit nummer gaat over uiteenlopende zaken als medische toe- passingen door Natasha Maurits, periodieke rijen door Frans Oort, een stuk over Van Hiele die zich zo’n honderd jaar met meetkunde bezig hield en dan het eerste deel van de geschie- denis van de discussies rond het meetkundeonderwijs, behan- deld door Ed de Moor en Sieb Kemme. Die geschiedenis van de meetkunde is nog steeds actueel. Henk van der Vorst heeft na de numerieke wiskunde een nieuw, interessant speelveld gevonden in het creatief omgaan met wiskunde en betegelingen.

Bijzondere interviews zijn tot stand gekomen met twee op- merkelijke wiskundigen, Richard Gill en Jan Sijbrand. Gill vertelt openhartig over zijn werk en leven, waarbij zijn aandeel in het steekspel rond Lucia de B. veel aandacht krijgt; het verhaal met zijn brede maatschappelijke aspecten is schokkend. Sijbrand is na het schrijven van een excellent proefschrift en enige jaren wiskundig werk in de financieel-economische hoek terecht geko- men, tegenwoordig als directeur van De Nederlandsche Bank. De band met de wiskunde is toch nog aanwezig, leest u zelf.

Opvallend op congressen en mathematische instituten, en ook dus in het NAW, is de grote bijdrage van ouderen, de vintage wis- kundigen. Je ziet dat ook aan bovengenoemde artikelen. Vijftig jaar geleden was je als wetenschapper afgeschreven na je der- tigste, nu is er boven de vijftig vaak nog veel wetenschappelijk leven. Is dat een echte cultuuromslag en zo ja, hoe komt dat? Het lijkt een echt verschijnsel te zijn. Allereerst komt dat natuurlijk door de sterk verbeterde gezondheidszorg die zorgt voor vitaliteit op hogere leeftijd. Minstens even belangrijk zijn echter de voor- waarden waaronder creativiteit tot stand komt. We komen hier op een zorgelijke kant van de zaak. De jongeren, laten we zeggen degenen onder de veertig, staan onder grote druk om te produce- ren in de vorm van artikelen, subsidieaanvragen, internationale

contacten en organisatie. Jongeren zullen geen grote fundamen- tele onderzoeksprojecten aanpakken omdat de uitkomst daar- van veel te onzeker is, de kans om te scoren met fundamenteel onderzoek is klein en weg is dan de financiering. De beroepsbe- stuurders, die meestal geen notie hebben van wetenschappelijk onderzoek, streven ernaar om jaar in jaar uit deze druk te ver- hogen. Echte creativiteit komt echter niet onder externe druk tot stand. In een bedrijf als 3M in Minnesota heeft men dat goed begrepen. Het is een van de meest innovatieve bedrijven ter we- reld met meer dan 55000 producten, maar in werktijd laat men personeel ook naar behoefte spelletjes doen en wandelen. Hun creatieve output wordt verkregen door de mensen ruimte te ge- ven, ze stellen dan onconventionele vragen en geven misschien dito antwoorden. Dat zou ook als vanzelfsprekend op de uni- versiteit moeten gebeuren, dat is toch bij uitstek de plaats voor

‘free-floating imagination’. Het is ook belangrijk om de tijd te hebben om buiten je directe vakgebied te kijken, dat geeft soms een frisse kijk op oude zaken. Het woord ‘universiteit’ sugge- reert het universele, het veelzijdige, maar die betekenis zou je kunnen vergeten in gespecialiseerde diplomafabrieken. De uni- versity colleges die de laatste jaren zijn ontstaan, als eerste bij de UU, geven met hun brede bachelor wel de juiste aanzet met hun opleiding, de studenten die er vandaan komen doen het in het algemeen ook goed. In hun vervolgopleidingen komen ze echter toch weer in het traditionele patroon terecht.

Over ouderen, verbonden aan de universiteit, had ik eens een gesprek met David de Wied (1925–2004, eminent medisch- bioloog, president van de KNAW). De Wied vond dat er van ou- dere wetenschappers onvoldoende ‘gebruik’ werd gemaakt; hij had daarover een notitie geschreven, maar zijn universiteit had er niets mee gedaan. Als ouderen inderdaad een bijzondere bij- drage kunnen leveren, dan zou het KWG hier eens een adviserend rapport aan moeten wijden. Wellicht kan de wetenschappelijke output van de universiteiten langs deze weg kwalitatief flink om-

hoog. k

Ferdinand Verhulst, hoofdredacteur

Mathematisch Instituut, Universiteit van Utrecht

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In tijden zoals deze kan het ons veel hoop en vertrouwen geven als we onszelf eraan blijven herinneren dat we niet alleen zijn, maar dat er overal heel veel mensen zijn die, net

In het lied ‘Bron van liefde, licht en leven’ van André Troost verwijst het derde couplet naar het wonder in Kana: ‘Bron van liefde, licht en leven, laat uw vreugde in ons zijn;

Er is voor gekozen om deze verschillende groepen allebei te betrekken in dit onderzoek omdat veel van de aspecten die van invloed zijn op klantenloyaliteit bij een brick and

Deze stellingname zal duidelijk worden uit de navolgende 'philosophy of education' van de school voor geïntegreerd voortgezet onderwijs, die niet inte- ressant is

belooft Shayinés, „want voor papier worden er bomen geveld, en die zijn nodig voor de zuurstof..

Daardoor zijn er in België vermoedelijk meer mensen die toegang hebben tot euthanasie op basis van psychisch lijden dan in Nederland.. Het positieve geluid is dat er in Nederland

De experts geven aan dat bij mensen met financiële hulpvragen altijd moet worden gevraagd of deze mensen kinderen hebben.. Laat

Daarna liggen het ontwerp-luchthavenbesluit en de Milieu Effecten Rapportage 6 weken ter inzage. In die 6 weken kunt u uw mening geven over