• No results found

Speech minister Bijleveld bij vlaggenceremonie ten afscheid missies Afghanistan

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Speech minister Bijleveld bij vlaggenceremonie ten afscheid missies Afghanistan"

Copied!
6
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Toespraak Minister van Defensie, Ank Bijleveld-Schouten,

ter gelegenheid van de ceremoniële vlaggenoverdracht

na einde missie Afghanistan 24 juni 2021 te Soesterberg Goedemorgen,

Minister Sigrid Kaag, Generaal Eichelsheim, Commandanten,

Veteranen,

Aanwezigen hier in Soesterberg en thuis.

A special welcome to you, Mr Ambassador Rahimi.

I will continue in Dutch, as you will have a translation at your disposal.

Geachte aanwezigen,

We herinneren ons allemaal nog waar we waren.

Nine eleven. En we herinneren nog hoe we ons voelden.

Boos, angstig, verdrietig en vooral: geschokt.

Artikel 5 van de NAVO werd ingeroepen. Ook Nederland schoot te hulp. Want het is belangrijk om een

betrouwbare bondgenoot te zijn. We wilden er

gezamenlijk voor zorgen dat Afghanistan geen safe haven meer zou zijn voor terroristen. Daarnaast gingen we er naartoe om de Afghanen te helpen om zelf hun land te verdedigen.

We waren er tijdens drie verschillende missies, met verschillende mandaten en verschillende doelen.

De commandant der strijdkrachten zal daar zo dieper op in zal gaan.

(2)

Bij elkaar zijn we bijna 20 jaar in Afghanistan geweest, met bijna 30.000 militairen. Een militaire aanwezigheid die zelfs generatie-overstijgend is.

Ik zag dat laatst in Mazar-e-Sharif, met een Duitse

generaal en zijn zoon. Ook ken ik een gezin waarbinnen meerdere mensen zijn uitgezonden. Kolonel bij de

Landmacht Henk Morsink leidde de Deployment Task Force die in 2006 naar Uruzgan ging om ISAF voor te bereiden. Vanuit het niets heeft hij met zijn team kampen opgebouwd.

Twee van zijn zoons zijn later uitgezonden naar Afghanistan. Zijn oudste zoon vertrok in 2008, als plaatsvervangend commandant naar het door de Deployment Task Force gebouwde Tarin Kowt. Vlak voor zijn vertrek kwam diens jongere broer Rob naar dit kamp en hebben ze met elkaar over hun werk en ervaringen gesproken, zittend aan de rand van het kamp dat hun vader had gebouwd, uitkijkend over de vallei.

Beiden maakten ze een heftige tijd mee. Terugblikkend zegt Morsink, als vader, over zijn uitgezonden zonen:

pas toen besefte ik hoe heftig zoiets voor het thuisfront is. Ik vind het bijzonder dat binnen één gezin twee keer het stokje over is gegeven.

In 2018 bezocht ik zelf de basis Mazar-e-Sharif met Generaal Richard Oppelaar, die toen Directeur

Operaties was. Wij werden begeleid en beveiligd door de BSB: de Brigade Speciale Beveiliging, een speciaal team van de Koninklijke Marechaussee. Zij zorgen ervoor dat wij veilig van de ene naar de ander locatie komen, in welk land dan ook.

(3)

Die dag ontmoette ik drie Afghaanse vrouwen die dienden in hun krijgsmacht. Zij werden door onze militairen getraind en bijgestaan door onze

genderadviseur, majoor Marion Meesters. Ik weet nog dat de Afghaanse vrouwen verbaasd toekeken hoe ik, als vrouw en als burger, omging met generaal

Oppelaar. En even verbaasd waren ze toen ik wees naar de vrouwelijke Opperwachtmeester, die toen de teamleider van de BSB was en samen met haar team zorgde voor de veiligheid van mijn team.

Ik snapte hun verbazing, want in Afghanistan is het al een uitzondering dat meisjes en vrouwen naar school mogen… En dus is het zeker een uitzondering wanneer vrouwen militair zijn. Het feit dat zij daar stonden

getuigt dus van veel moed en lef. Zij deden hun werk met enorme inzet en wilden graag leren. Voor de

toekomst van hun kinderen, want zonder veiligheid geen toekomst. Wij spraken met elkaar, ook als

moeders, die alles zouden doen voor hun kinderen. Met als verschil dat ik hierna weer terug kon keren naar mijn veilige vaderland. Dat maakte indruk.

We hebben ook militair altijd aandacht gehad voor de positie van vrouwen in Afghanistan. We hebben 11 genderadviseurs gehad die zich een slag in de rondte werkten om vrouwen een plaats in de Afghaanse

veiligheidsdiensten te geven. Want wij geloven dat een diverse krijgsmacht een sterke krijgsmacht is, waar ook ter wereld. We hopen dat we deze vrouwen een kans hebben kunnen bieden.

Want ook al vertrekken we met gemengde gevoelens, we hebben een aantal generaties Afghanen kansen kunnen geven. We hebben geprobeerd lucht te geven

(4)

aan een land dat werd bekneld door de houdgreep van de Taliban, Al Qaida, en later ook IS.

Samen met Ontwikkelingssamenwerking en

Buitenlandse Zaken hebben we de geïntegreerde benadering opgezet. Op zo’n gelijkwaardige manier samenwerken, dat hadden we hiervoor niet zo gedaan.

Om een voorbeeld te geven: in 2009 was generaal Tom Middendorp de commandant van Task Force Uruzgan.

BZ stuurde de civiel vertegenwoordiger Joep Wijnands.

Samen werden zij ook wel ‘de tweeling’ genoemd. Dat zegt genoeg! Het staat symbool voor de nauwe

samenwerking tussen Defensie en BZ. We hebben elkaar echt versterkt. Dat moeten we blijven doen.

En ik wil hier ook de inzet van de politie noemen. In de Europese politiemissie EUPOL werd tussen 2011 en 2014 het Afghaans hoger politiekader getraind door Nederlandse politieagenten. En kwam er met hun hulp een trainingscentrum met het accent op de training van vrouwelijke politieagenten. Het was mooi om te zien hoe blauw en groen elkaar hier aanvulden.

Er is in 20 jaar hard gewerkt. De krijgsmacht heeft veel gegeven, en het heeft ons ook veel gekost. Ik denk aan de maanden dat onze mannen en vrouwen weg van huis waren, het thuisfront dat hen moest missen. Ik denk aan iedereen die fysiek of mentaal gewond is

geraakt. En de militairen die nooit meer terugkwamen.

Er zijn in 20 jaar Afghanistan, 25 Nederlandse militairen omgekomen. Een van de jongste was soldaat Azdin

Chadli uit Uden, gesneuveld bij een raketaanval op Kamp Holland in 2009. Hij was toen 20 jaar. Vandaag staat hier in de zaal een lege stoel, die symbool staat

(5)

voor het gemis van al onze 25 militairen die zijn omgekomen.

Ik wil met u allen een minuut stilte in acht nemen. Voor onze militairen, voor de vele Afghanen die zijn

omgekomen en voor de omgekomen collega’s van onze bondgenoten. Wilt u even gaan staan?

[…]

Dank u wel. Laten we hen ons blijven herinneren. Zo lang we hun verhalen vertellen leven ze voort.

We zullen in de toekomst nog vaak spreken over onze tijd in Afghanistan. We gaan, zoals ik zei, weg met gemengde gevoelens. We zien de berichten over de oprukkende Taliban, het groeiende geweld, ook in de gebieden waar wij hebben gezeten.

Er is veel bereikt, maar we moeten ook realistisch zijn:

de resultaten zijn niet onomkeerbaar. De

veiligheidssituatie is zorgelijk en het risico bestaat dat een deel van de vooruitgang verloren gaat. Dit hangt af van de ontwikkelingen in Afghanistan. Militair is er geen oplossing voor dit conflict, die moet aan de

onderhandelingstafel worden gevonden, na het

vredesproces. Hoe dan ook blijft de NAVO betrokken, met bijvoorbeeld out of country training van de

Afghaanse veiligheidsdiensten.

Ik weet dat veel veteranen de situatie in het land nauwlettend volgen. Want de missies in Afghanistan hebben een enorme invloed gehad op onze

krijgsmacht. Op onze militairen. Op de Nederlandse politiek.

(6)

Het laatste woord over Afghanistan is nog lang niet gesproken. Zo zijn we druk bezig met het terughalen van de Afghaanse tolken die voor ons gewerkt hebben;

inmiddels zijn er 84 tolken met gezinnen teruggekomen.

Er wordt deze dagen veel gezegd over Afghanistan.

Een ding is zeker: ik ben trots op onze militairen. Op u, onze mannen en vrouwen van onze krijgsmacht. Jullie waren 100% trouw, aan Nederland, jullie kameraden en aan de opdracht die jullie kregen. Jullie zijn door de regering gevraagd om te gaan, en gingen. Dat is jullie vak! Jullie hebben familie en vrienden, een thuisfront dat wachtte, met smart, op terugkeer.

Die bereidheid om op te staan en te strijden voor iets dat groter is dan onszelf, die moeten wij koesteren. We kunnen niet zonder. Ik heb er diep respect voor. Beste militairen en veteranen: bedankt voor jullie inzet.

Dan zal ik nu de vlag overhandigen die de CDS en ik hebben meegenomen vanuit Mazar-e-Sharif tijdens ons laatste troepenbezoek. Meneer van Vlijmen, mag ik u de vlag aanbieden?

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De afgelopen 20 jaar heeft Nederland zich ingezet voor veiligheid en stabiliteit in Afghanistan, zij aan zij met NAVO-bondgenoten en partners.. De inzet was complex en gevaarlijk

Op een gegeven moment kon hij met zijn Advisors Team vanwege de onrust niet meer naar Kunduz, terwijl de Marechaussee daar wel mensen had getraind.. Hij kon toch nog regelen dat

Meer dan 75 jaar later kunnen we dat wat mij betreft nog steeds zo zien: onze vrijheid geeft ons de mogelijkheid om te zijn wie je wilt zijn, te zeggen wat je wilt, vrij te

Precies wat hij nodig heeft om samen met zijn eenheid deze gevaarlijke missie af te maken.. Of het moment dat een jachtvlieger koers zet

Waar u uw werk ook heeft gedaan, of u nou jong bent of iets ouder, man of vrouw, voor het eerst weg of voor de 7 e keer als Nick.... U stond daar, omdat u iets wil betekenen

Maar zoals de commissie terecht aangeeft, met zijn allen creëren we wel een omgeving waar zo veilig mogelijk kan worden gewerkt. Net als mevrouw Verbeet ben ik positief, omdat de

De eerste van in totaal 180 militairen arriveerden op 8 september op het vliegveld Manas in Kirgizië, twee dagen later gevolgd door vijf F-16’s en een KDC-10.. De eerste

Vooral voor het behoud van de enclave Chora voerden Nederlandse troepen in juni 2007 hevige strijd.. Terwijl de situatie rond Chora daarna verbeterde, nam de druk van