• No results found

Bestemmingsplan toelichting inclusief bijlagen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Bestemmingsplan toelichting inclusief bijlagen"

Copied!
170
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Bestemmingsplan Heusden fietspad Meijelseweg 2014

19 maart 2015

(2)
(3)

Bestemmingsplan Heusden fietspad Meijelseweg 2014

Toelichting

(4)
(5)

Kenmerk R004-1222783BEA-evp-V04-NL

Bestemmingsplan Heusden fietspad Meijelseweg 2014 5\54

Verantwoording

Titel Bestemmingsplan Heusden fietspad Meijelseweg 2014

Opdrachtgever Gemeente Asten

Projectleider Stefaan Haegemans

Auteur(s) Alette Beerling en Paul Lammers

Projectnummer 1222783

Aantal pagina's 54 (exclusief bijlagen)

Datum 19 maart 2015

Handtekening Ontbreekt in verband met digitale verwerking.

Dit rapport is aantoonbaar vrijgegeven.

Colofon

Tauw bv BU Water Handelskade 37 Postbus 133 7400 AC Deventer

Telefoon +31 57 06 99 91 1 Fax +31 57 06 99 66 6

Dit document is eigendom van de opdrachtgever en mag door hem worden gebruikt voor het doel waarvoor het is vervaardigd met inachtneming van de rechten die voortvloeien uit de wetgeving op het gebied van het intellectuele eigendom.

De auteursrechten van dit document blijven berusten bij Tauw. Kwaliteit en verbetering van product en proces hebben bij Tauw hoge prioriteit. Tauw hanteert daartoe een managementsysteem dat is gecertificeerd dan wel geaccrediteerd volgens:

- NEN-EN-ISO 9001

(6)

Kenmerk R004-1222783BEA-evp-V04-NL

(7)

Kenmerk R004-1222783BEA-evp-V04-NL

Bestemmingsplan Heusden fietspad Meijelseweg 2014 7\54

Inhoud

Verantwoording en colofon ... 5

1  Inleiding ... 11 

1.1  Aanleiding ... 11 

1.2  Ligging en begrenzing ... 11 

1.3  Vigerend bestemmingsplan ... 13 

1.4  Leeswijzer ... 15 

2  Gebiedsbeschrijving ... 19 

2.1  Huidige situatie ... 19 

2.2  Toekomstige situatie ... 19 

3  Beleidskader ... 23 

3.1  Rijksbeleid ... 23 

3.2  Provinciaal beleid ... 25 

3.3  Gemeentelijk beleid ... 27 

4  Planologische verantwoording / Randvoorwaarden ... 31 

4.1  Bodem ... 31 

4.2  Geluid ... 32 

4.3  Luchtkwaliteit ... 32 

4.4  Externe Veiligheid ... 33 

4.5  Waterhuishouding ... 33 

4.6  Archeologie ... 35 

4.7  Cultuurhistorie ... 36 

4.8  Flora en fauna ... 36 

4.9  Verkeer en infrastructuur ... 45 

5  Juridische opzet ... 49 

5.1  Bestemming Bos ... 49 

5.2  Bestemming Verkeer ... 49 

5.3  Waarde - Archeologie 2 en 3 ... 50 

5.4  Algemene bouwregels ... 50 

5.5  Algemene afwijkingsregels ... 50 

(8)

Kenmerk R004-1222783BEA-evp-V04-NL

6  Uitvoeringsparagraaf / procedure ... 53 

6.1  Economische uitvoerbaarheid en Grexwet ... 53 

6.2  Maatschappelijke uitvoerbaarheid ... 53 

6.3  Inspraakprocedure ... 53 

6.4  Overleg ex artikel 3.1.1. Bro ... 53 

6.5  Zienswijzeprocedure ... 53 

Bijlage(n)

1 Bodemonderzoek 2 HNO-tool

3 Natuurtoets 4 Nota vooroverleg 5 Zienswijzen

(9)

Inleiding

1

(10)
(11)

Kenmerk R004-1222783BEA-evp-V04-NL

Bestemmingsplan Heusden fietspad Meijelseweg 2014 11\54

1 Inleiding

1.1 Aanleiding

Gemeente Asten is voornemens een vrijliggend fietspad aan de zuidzijde van de Meijelseweg tussen de provinciale weg (N279) en de Gezandebaan bij Heusden te realiseren.

Het gemeentelijk verkeers- en vervoersplan (GVVP) vormt het verkeerskader voor nieuwe ontwikkelingen. Een plan waarin zowel de doelstellingen van het beleid worden geformuleerd, actuele ontwikkelingen (onder andere duurzaam veilig) worden beschreven, knelpunten en probleemsituaties in beeld worden gebracht en uiteindelijk een diversiteit aan concrete plannen wordt gepresenteerd. Eén van die plannen is het realiseren van een vrijliggende fietsvoorziening langs de Meijelseweg.

De achterliggende doelen van de realisatie van de vrijliggende fietsvoorziening zijn:

 Vergroten fietsgebruik in de gemeente Asten

 Completeren van het regionaal fietsnetwerk, aansluitend op de doelstelling van het SRE

 Completeren fietsverbinding Meijel - Heusden - Asten

 De verkeersveiligheid van schoolgaande en recreatieve fietsers verbeteren. Op dit moment dienen de fietsers op de rijbaan te rijden, waarbij ze de rijbaan delen met het gemotoriseerd verkeer

 Het afwikkelen van dit project als zijnde één van de maatregelen zoals opgenomen in het maatregelenpakket van het GVVP van de gemeente Asten

Het eindresultaat van het totale project is een vrijliggende fietsvoorziening langs de Meijelseweg (tussen de Gezandebaan en de N279), waarbij de fietsers het rijgedeelte niet meer hoeven te delen met het gemotoriseerd verkeer.

Omdat het nieuwe fietspad niet past binnen het vigerende bestemmingsplan is dit bestemmingsplan opgesteld.

1.2 Ligging en begrenzing

Het nieuwe fietspad naast de Meijelseweg sluit aan op de kruising met de Gezandebaan en loopt door tot aan de kruising van de Meijelseweg met de N279. De lengte van het fietspad is ongeveer 3800 meter. Het fietspad ligt bij de plaats Heusden in de gemeente Asten en loopt door

grotendeels agrarisch gebied. Een deel van het traject loopt langs een bosgebied. Zie figuur 1.1 voor de ligging van het traject. Zie figuren 1.2 en 1.3 voor een impressie van het plangebied.

(12)

Kenmerk R004-1222783BEA-evp-V04-NL

Figuur 1.1 Ligging fietspad Meijelseweg

Figuur 1.2 Impressie plangebied

(13)

Kenmerk R004-1222783BEA-evp-V04-NL

Bestemmingsplan Heusden fietspad Meijelseweg 2014 13\54 Figuur 1.3 Impressie plangebied - bosgebied

1.3 Vigerend bestemmingsplan

Het vigerende bestemmingsplan ter plaatse van het fietspad is het bestemmingsplan

‘Buitengebied Asten 2008’ (vastgesteld 7 juli 2009). Over de Meijelseweg ligt de bestemming

‘Verkeer’. Het fietspad dat aan de zuidzijde komt te liggen, past niet in dit bestemmingsvlak. Het vrijliggende fietspad gaat oostelijk (vanaf aansluiting N279) door de bestemming ‘Agrarisch - landschappelijke waarden’, in westelijke richting vervolgens door de bestemming ‘Bos’ en het meest westelijke deel kent de bestemming ‘Agrarisch’. Langs het fietspad liggen ook de bestemmingen ‘Wonen’ en ‘Wonen - agrarisch’ en ‘Agrarisch - bedrijf’. Deze bestemmingen blijven ongewijzigd. Over het te realiseren fietspad ligt de dubbelbestemming Archeologisch aandachtsgebied. Figuur 1.4 geeft een gedeelte van het huidige bestemmingsplan weer met de bestemmingen ‘Verkeer’, ‘Agrarisch’, ‘Wonen’, ‘Bedrijf - agrarisch verwant’ en ‘Bos’. Over het plangebied ligt de dubbelbestemming archeologisch aandachtsgebied (zwart omlijnd vlak met zwarte stippellijnen). In 2013 is het bestemmingsplan ‘Asten Archeologie 2012’ vastgesteld, waardoor de ligging van de dubbelbestemming Archeologie gewijzigd is. De bestemming in onderstaande afbeelding is hierdoor achterhaald.

(14)

Kenmerk R004-1222783BEA-evp-V04-NL

Figuur 1.4 Gedeelte bestemmingsplan ‘Buitengebied Asten 2008’

De aanleg van een fietspad is binnen bovengenoemde bestemmingen niet toegestaan. Derhalve is een herziening van het vigerende bestemmingsplan noodzakelijk om de ontwikkeling mogelijk te maken.

(15)

Kenmerk R004-1222783BEA-evp-V04-NL

Bestemmingsplan Heusden fietspad Meijelseweg 2014 15\54

Tevens is het bestemmingsplan ‘Asten Archeologie 2012’ op het fietspad van toepassing (vastgesteld 24 juni 2013). Dit bestemmingsplan vormt een aanvulling op alle overige bestemmingsplannen in verband met de bescherming van de archeologische waarden in het gebied. De bestemmingen ter plekke van het te ontwikkelen fietspad zijn ‘Waarde - Archeologie 1’, ‘Waarde - Archeologie 2’ en ‘Waarde - Archeologie 3’. Voor de aanleg van een fietspad is een omgevingsvergunning vereist.

1.4 Leeswijzer

Na dit inleidende hoofdstuk volgt een beschrijving van de huidige en de toekomstige binnen het plangebied. Vervolgens komen de relevante beleidskaders op Rijks-, provinciaal, en gemeentelijk niveau aan bod. In hoofdstuk 4 wordt nader ingegaan op de milieuaspecten. Vervolgens wordt in hoofdstuk 5 een toelichting gegeven op de regels. Waarna in hoofdstuk 6 de aspecten

handhaving en haalbaarheid (financieel en maatschappelijk) aan bod komen. Ter afsluiting van de toelichting wordt de procedure die dit bestemmingsplan doorloopt beschreven.

(16)

Kenmerk R004-1222783BEA-evp-V04-NL

(17)

Gebiedsbeschrijving

2

(18)
(19)

Kenmerk R004-1222783BEA-evp-V04-NL

Bestemmingsplan Heusden fietspad Meijelseweg 2014 19\54

2 Gebiedsbeschrijving

Dit hoofdstuk geeft de huidige functie van het plangebied weer en beschrijft welke elementen voor wat betreft landschap en gebruik van belang zijn bij de ontwikkeling. Tevens wordt de toekomstige situatie in beeld gebracht.

2.1 Huidige situatie

De Meijelseweg is een gebiedsontsluitingsweg in de omgeving van Heusden. Het is een eenbaansweg. Op deze weg wordt 60 kilometer per uur gereden met aan weerszijden een redresseerstrook. Vanaf de Gezandebaan richting Asten ligt reeds een fietspad naast de Meijelseweg.

De gronden aan de zuidzijde van de Meijelseweg zijn momenteel grotendeels in gebruik voor agrarische doeleinden. Een gedeelte in het midden gaat langs een bosgebied behorende tot de EHS. Aan het einde nabij de kruising met de Gezandebaan ligt een bedrijf. Tevens zijn er enkele woningen en agrarische bedrijven gesitueerd langs de Meijelseweg. Om het fietspad te realiseren moeten enkele bomen worden gekapt.

2.2 Toekomstige situatie

Het nieuwe fietspad sluit aan op het bestaande fietspad langs de Meijelseweg dat loopt tot de Gezandebaan. Het vrijliggende fietspad komt grotendeels op de plek waar nu een watergang en landbouw-percelen liggen. De totale lengte van het fietspad is 3800 meter. Over een lengte van ongeveer 800 meter komt het fietspad in het bos te liggen. Het fietspad wordt gerealiseerd aan de buitenzijde van de huidige bomenrij, ter hoogte van de bestaande greppel (zaksloot). Het fietspad wordt voor het grootste deel uitgevoerd in asfalt. De aansluitingen op de zijwegen worden uitgevoerd in tegels in verband met bestaande kabels en leidingen. De berm tussen de rijweg en het fietspad wordt waar mogelijk 3,30 meter breed. Waarmogelijk worden de bestaande bomen gehandhaafd. Naast het fietspad wordt 1 meter berm, met direct daarachter een nieuwe afwateringssloot, aangelegd. Figuur 2.1 geeft een impressie van het toekomstige profiel van het fietspad weer.

Op een aantal locaties is niet genoeg ruimte naast de berm om het fietspad te realiseren. Hier moeten enkele bomen worden gekapt. Naar verwachting moeten in totaal 16 bomen gekapt worden. Binnen een zoekgebied van circa 800 meter lang en circa 10 meter breed wordt een tracé aangelegd in het huidige bos (EHS). Ook hier wordt het toekomstige fietspad 2,5 meter breed, maar wordt een boomvrije zone van 5,5 meter gehandhaafd. De ondergroei en enkele bomen in het bosgebied moeten gekapt worden om het fietspad aan te kunnen leggen.

(20)

Kenmerk R004-1222783BEA-evp-V04-NL

Figuur 2.1 Toekomstig profiel (onderbroken lijn geeft huidige ligging greppel weer)

(21)

Beleidskader

3

(22)
(23)

Kenmerk R004-1222783BEA-evp-V04-NL

Bestemmingsplan Heusden fietspad Meijelseweg 2014 23\54

3 Beleidskader

Gemeenten zijn niet geheel vrij in het voeren van hun eigen beleid. Rijk en provincies geven met het door hen gevoerde en vastgelegde beleid de kaders aan waarbinnen gemeenten kunnen opereren. Hierna worden in het kort de voornaamste zaken uit het voor het plangebied relevante nationale, provinciale en regionale beleid weergegeven, aangevuld met het van toepassing zijnde beleid van de gemeente Asten zelf.

3.1 Rijksbeleid

Het relevante nationaal ruimtelijke beleid wordt hieronder behandeld.

Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte

Het ministerie van Infrastructuur en Milieu heeft een nieuwe structuurvisie opgesteld

Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) "Nederland concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig. Deze is in samenhang met het Besluit Algemene Regels Ruimtelijke Ordening (Barro / AmvB Ruimte) opgesteld.

Nederland concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig. Daar streeft het Rijk naar met een aanpak die ruimte geeft aan regionaal maatwerk, de gebruiker voorop zet, investeringen scherp prioriteert en ruimtelijke ontwikkelingen en infrastructuur met elkaar verbindt. Een actualisatie van het ruimtelijk- en mobiliteitsbeleid is daarvoor nodig. De verschillende beleidsnota's op het gebied van ruimte en mobiliteit zijn gedateerd door nieuwe politieke accenten en veranderende

omstandigheden zoals de economische crisis, klimaatverandering en toenemende regionale verschillen onder andere omdat groei, stagnatie en krimp gelijktijdig plaatsvinden. De

structuurvisie Infrastructuur en Ruimte geeft een nieuw, integraal kader voor het ruimtelijk- en mobiliteitsbeleid op rijksniveau en is de 'kapstok' voor bestaand en nieuw rijksbeleid met ruimtelijke consequenties.

In de structuurvisie Infrastructuur en Ruimte formuleert het Rijk drie hoofddoelen om Nederland concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig te houden voor de middellange termijn (2028) en de ambities tot 2040:

 Het vergroten van de concurrentiekracht van Nederland door het versterken van de ruimtelijk- economische structuur van Nederland

 Het verbeteren, in stand houden en ruimtelijk zekerstellen van de bereikbaarheid waarbij de gebruiker voorop staat

 Het waarborgen van een leefbare en veilige omgeving waarin unieke natuurlijke en cultuurhistorische waarden behouden zijn

(24)

Kenmerk R004-1222783BEA-evp-V04-NL

De AmvB ruimte bevat algemene regels voor bestemmingsplannen. Zo bepaalt het Barro onder meer dat bestemmingsplannen de doorvaart voor schepen niet mogen belemmeren als in het plan zich een vrijwaringszone van een rijksvaarweg bevindt. Verder staat eveneens in dit besluit dat bestemmingsplannen binnen reserveringsgebieden geen plannen mogen bevatten die uitbreidingen van het spoor belemmeren. Een bestemmingsplanwijziging mag ook geen

belemmering bevatten voor het gebruik en geschikt maken van elektriciteitsproductieinstallaties, kernenergiecentrales, hoogspanningsverbindingen, buisleidingen, de Ecologische Hoofdstructuur (EHS), primaire waterkeringen (buiten het kustgebied) en het IJsselmeergebied.

Deze structuurvisie en AmvB ruimte hebben geen directe betrekking op onderhavige

ontwikkeling, wel dient rekening gehouden te worden met de natuurwaarden in de omgeving. Het planvoornemen ligt in de directe nabijheid van het Nationaal park ‘De Groote Peel’. De

Natura2000-gebieden (met natuurwaarden van Europees belang) en de twintig Nationale Parken maken deel uit van de EHS en hebben een belangrijke recreatieve, educatieve en natuurwaarde.

Het Rijk heeft in totaal twintig Nationale Parken aangewezen die de topgebieden van typisch Nederlandse natuur vertegenwoordigen. Het beleid ten aanzien van Nationale Parken is niet langer een rijksverantwoordelijkheid en laat het Rijk over aan de provincies.

Natura 2000 is een Europees netwerk van natuurgebieden met als doel het ontwikkelen en in stand houden van soorten en ecosystemen die belangrijk zijn voor Europa. Deze gebieden zijn aangewezen op basis van de Natuurbeschermingswet en de Vogel- en Habitatrichtlijnen. In de directe omgeving van het plangebied - binnen een straal van een kilometer - bevindt zich het Natura2000-gebied Groote Peel. Dit gebied is aangeduid als ‘Habitatrichtlijngebied’ en

‘Vogelrichtlijngebied’. In hoofdstuk 4.9 wordt hier nader op ingegaan.

Conclusie

De realisatie van het fietspad aan de Meijelseweg past binnen de beleidsvoornemens van de Rijksoverheid. Het sluit goed aan bij de gestelde hoofddoelen. Het fietspad draagt namelijk bij aan de versterking van de ruimtelijk-economische structuur en aan het verbeteren van de bereikbaarheid, waarbij de gebruiker voorop staat.

(25)

Kenmerk R004-1222783BEA-evp-V04-NL

Bestemmingsplan Heusden fietspad Meijelseweg 2014 25\54

3.2 Provinciaal beleid

Hieronder wordt het relevante provinciale beleid behandeld.

Structuurvisie Ruimtelijke Ordening (2010)

Op 1 oktober 2010 heeft Provinciale Staten van Noord-Brabant de Structuurvisie Ruimtelijke Ordening vastgesteld. Deze Structuurvisie Ruimtelijke Ordening is op 1 januari 2011 in werking getreden. De Structuurvisie Ruimtelijke Ordening geeft de hoofdlijnen van het provinciale ruimtelijke beleid tot het jaar 2025 weer, met een doorkijk tot het jaar 2040. Samen met de Verordening ruimte vervangt de Structuurvisie Ruimtelijke Ordening de interimstructuurvisie, de paraplunota, de uitwerkingsplannen van het streekplan en het beleidsdeel van de

reconstructieplannen. Ook is de visie op het landschap verwerkt in de Structuurvisie Ruimtelijke Ordening. De kwaliteiten binnen de provincie Noord-Brabant zijn sturend bij de te maken ruimtelijke keuzes.

Deze ruimtelijke keuzes zijn van provinciaal belang en zijn geformuleerd als:

 Het versterken van regionale contrasten tussen klei, zand en veenontginningen

 Ontwikkeling van een vitaal en divers platteland

 Het creëren en behouden van een robuust water en natuursysteem

 Het realiseren van een betere waterveiligheid door preventie

 De koppeling van waterberging en droogtebestrijding

 Het geven van ruimte voor duurzame energie

 De concentratie van verstedelijking

 Het ontwikkelen van een sterk stedelijk netwerk: Brabantstad

 Het creëren van groene geledingszones tussen steden

 Het ontwikkelen van goed bereikbare recreatieve voorzieningen

 Het ontwikkelingen van economische kennisclusters

 Internationale bereikbaarheid

 De beleefbaarheid van stad en land vanaf de hoofdinfrastructuur

Verordening Ruimte 2014

In de Wet ruimtelijke ordening (Wro) is vastgelegd hoe de bevoegdheden op het gebied van ruimtelijke ordening zijn verdeeld tussen rijk, provincies en gemeenten. De provincie kan door middel van een planologische verordening regels formuleren waarmee gemeenten bij het opstellen van ruimtelijke plannen rekening moeten houden. De provincie Noord-Brabant heeft hiertoe de Verordening Ruimte opgesteld. De Verordening Ruimte is op 17 december 2010 vastgesteld en op 1 maart 2011 in werking getreden. Hierna heeft naar aanleiding van de structuurvisie ruimtelijke ordening in 2014 een partiële herziening plaatsgevonden.

(26)

Kenmerk R004-1222783BEA-evp-V04-NL

In de Verordening ruimte 2014 zijn regels opgenomen waarvan de provincie het belangrijk vindt dat die door iedere gemeente worden toegepast bij ruimtelijke besluiten. Op de kaarten

behorende bij de Verordening ruimte is het toekomstige fietspad Meijelseweg gelegen binnen de structuren ‘groenblauwe mantel’ (GBM) (westelijke richting vanaf de N279), ‘Ecologische Hoofdstructuur’ (gedeelte met bestemming bos) en ‘gemengd landelijk gebied’ (vanaf het bos in de richting van Heusden). Tevens gelden er de aanduidingen ‘beperkingen veehouderij’ en

‘vestigingsgebied glastuinbouw’ (ten oosten van Heusden).

De aanleg van het fietspad buiten de EHS, door gemengd landelijk gebied respectievelijk de groen blauwe mantel is een ruimtelijke ontwikkeling, waarbij kwaliteitsverbetering van het landschap aan de orde is (artikel 3.2 van de Verordening). In artikel 6.17 in de Verordening is aangegeven dat bij ontwikkelingen binnen de GBM een bijdrage moet worden geleverd aan de bescherming en de ontwikkeling van de onderkende ecologische waarden. In onderliggend plan liggen in de GBM intensief beheerde agrarische gras- en akkerbouw percelen. In overleg tussen de gemeente Asten en provincie Noord-Brabant is besloten de effecten van de aanleg van het fietspad te verzachten door middel van verbetering van kwaliteit van het landschap (bosgebied) dat behouden blijft. De insteek is ook dat deze kwalitatieve verbetering voor de EHS ook bijdraagt aan de verbetering van de kwaliteit van het landschap (GBM) (art 3.2 Vr2014).

Gemengd landelijk gebied

In de Structuurvisie RO heeft de provincie haar visie neergelegd voor het gemengd landelijk gebied. In het landelijk gebied stimuleert de provincie het mengen van functies voor een sterke plattelandseconomie. Hierbij is vooral de ontwikkeling van landbouw van belang, naast andere vormen van bedrijvigheid, natuur, landschap, recreatie en wonen.

Beperkingen veehouderij

Voor gebieden rondom kernen en natuur gelden beperkingen voor de veehouderij, daarvoor is de aanduiding Beperkingen veehouderij opgenomen. Deze aanduiding is verder voor de

voorgestane ontwikkeling van het fietspad niet van belang.

Verder zijn de onderdelen met betrekking tot 'Bevordering ruimtelijke kwaliteit' (artikel 3), 'Ecologische Hoofdstructuur’ (artikel 5), ‘Wegen’ (artikel 6.17 en 7.19) en ‘Attentiegebied Ecologische Hoofdstructuur’ (artikel 12) van belang. In de overige artikelen zijn geen relevante regels opgenomen met betrekking tot de voorgestane ontwikkeling van het plangebied.

(27)

Kenmerk R004-1222783BEA-evp-V04-NL

Bestemmingsplan Heusden fietspad Meijelseweg 2014 27\54

Op basis van deze onderdelen van de verordening geldt dat een bestemmingsplan dat is gelegen in gemengd landelijk gebied, kan voorzien in een verkeerskundige functie, mits de toelichting van het bestemmingsplan op dat gebied een verantwoording bevat waarbij blijkt dat:

 De beoogde ontwikkeling in redelijke verhouding staat tot de op grond van artikel 3.1 vereiste zorgplicht voor ruimtelijke kwaliteit

 De beoogde ontwikkeling past binnen de kleinschalige ingrepen in de Ecologische Hoofdstructuur op grond van artikel 5 en 12.

 De beoogde ontwikkeling een juist overwogen tracé bevat (artikel 6.17 en 7.19)

Aan de voorgaande voorwaarden wordt voldaan doordat de voorgenomen ontwikkeling zo dicht mogelijk langs de bestaande weg gerealiseerd wordt, waardoor er sprake is van relatief weinig aantasting van het landschap en de ter plaatse aanwezige EHS. De ruimtelijke kwaliteit in het gebied wordt hiermee gewaarborgd.

Conclusie

Het te ontwikkelen fietspad parallel aan de zuidzijde van de Meijelseweg past binnen de beleidsvoornemens van de provincie Noord-Brabant. Het draagt bij aan de geformuleerde ruimtelijke keuzes, zoals de ontwikkeling van een vitaal en divers platteland en de beleefbaarheid van stad en land vanaf de hoofdinfrastructuur.

3.3 Gemeentelijk beleid

Gemeentelijke toekomstvisie ‘De Avance’

In de door de gemeente vastgestelde toekomstvisie ‘De Avance’ is een ruimtelijk model beschreven, waarin de ruimtelijke en functionele keuzen voor de komende 15 jaar zijn weergegeven. Het ruimtelijk model is opgesteld aan de hand van het duurzaam ruimtelijk structuurbeeld en de strategiekaart. Het ‘Duurzaam Ruimtelijk Structuurbeeld’ geeft inzicht in de kwaliteiten van de gemeente en geeft aan wat behouden, verbeterd en veranderd moet worden.

Hiertoe zijn binnen de gemeente Asten zeven verschillende, ruimtelijk samenhangende gebieden onderscheiden. De onderscheiden gebiedstypen zijn: het Beekdal, de Groote Peel, het Gesloten boslandschap, het Half gesloten agrarisch landschap, het Open agrarisch landschap, de

Recreatie- gebieden en de Kernen. Op de ‘Strategiekaart’ staan de ontwikkelingsmogelijkheden op de lange termijn. De strategiekaart geeft een dynamisch beeld van strategieën voor behoud, herstel, (her)ontwikkeling van de aangegeven kwaliteiten en/of de toevoeging van nieuwe kwaliteiten. Op basis van het duurzaam ruimtelijk structuurbeeld en de strategiekaart is

uiteindelijk het ‘Ruimtelijk Model’ (zie figuur 3.1) opgesteld, dat de keuzes weer geeft die voor de middellange termijn worden gemaakt ten einde de gewenste ontwikkelingen te realiseren. Daarbij gaat het niet alleen om kwantitatieve, maar vooral ook om kwalitatieve aspecten van de

ruimtebehoefte.

(28)

Kenmerk R004-1222783BEA-evp-V04-NL

Het maakt inzichtelijk op welke manier de benodigde woningen, bedrijven en voorzieningen een plek krijgen binnen de gemeentelijk ruimtelijk structuur, rekening houdend met de aanwezige duurzame waarden.

Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan (GVVP)

Het in oktober 2006 door de gemeenteraad van Asten vastgestelde Gemeentelijk Verkeer- en vervoersplan (GVVP) vormt het verkeerskader voor nieuwe ontwikkelingen. Het betreft een plan waarin zowel de doelstellingen van het beleid worden geformuleerd, actuele ontwikkelingen (onder andere duurzaam veilig) worden beschreven, knelpunten en probleemsituaties in beeld worden gebracht en uiteindelijk een diversiteit aan concrete plannen wordt gepresenteerd voor de periode tot circa

2016. Het GVVP geeft kortom inzicht in knelpunten en probleemsituaties in de bestaande verkeersstructuur en vormt het kader voor nieuwe ontwikkelingen op verkeers- en vervoersniveau.

De hoofddoelstelling van het GVVP luidt als volgt:

"De gemeente Asten biedt een doelmatig, veilig en duurzaam functionerend verkeers- en vervoerssysteem, waarbij de kwaliteit voor de individuele burger in een goede verhouding staat tot de kwaliteit voor de rest van de samenleving. Daarbij waar mogelijk en gewenst samenwerken met andere overheden en belangengroeperingen om aldus een breed gedragen verkeers- en vervoersbeleid te voeren."

Deze hoofddoelstelling valt uiteen in de meer concrete doelstellingen:

 Voorzien in de groeiende behoefte aan mobiliteit

 Verhogen van de verkeersveiligheid

 Verbeteren van de leefbaarheid

 Garanderen van de bereikbaarheid

De doelstellingen zijn op het plangebied van het te ontwikkelen fietspad van toepassing. De aanpassing van het fietspad is tevens opgenomen in het Meerjaren Uitvoeringsprogramma van het GVVP.

Conclusie

Voor het plangebied zijn geen specifieke maatregelen aangeduid in de toekomstvisie. Wel past de realisatie van het fietspad parallel aan de zuidzijde van de Meijelseweg binnen de strategische keuzes van de gemeente Asten. Het fietspad Meijelseweg sluit aan op de doelstellingen van het Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan.

(29)

Planologische verantwoording / Randvoorwaarden

4

(30)
(31)

Kenmerk R004-1222783BEA-evp-V04-NL

Bestemmingsplan Heusden fietspad Meijelseweg 2014 31\54

4 Planologische verantwoording / Randvoorwaarden

4.1 Bodem

Met het oog op een goede ruimtelijke ordening dient de bodemkwaliteit ter plaatse te worden onderzocht. Bij functiewijzigingen moet worden bekeken of de bodemkwaliteit voldoende is voor de betreffende functiewijziging. In de Wet bodembescherming is bepaald dat als de

desbetreffende bodemkwaliteit niet voldoet aan de norm voor de beoogde functie, de grond zodanig moet worden gesaneerd dat zij kan worden gebruikt voor de desbetreffende functie (functiegericht saneren). Nieuwe bestemmingen moeten bij voorkeur op schone grond worden gerealiseerd.

Plangebied

Adviesbureau Tauw heeft een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd ter plaatse van het aan te leggen fietspad aan de Meijelseweg in Heusden (R001-1222783IJO-hgm-V01-NL, 9 juli 2014) (zie bijlage 1). Het doel van het onderzoek is het vaststellen van de milieuhygiënische kwaliteit van de grond binnen de werkgrens tot de maximale ontgravingsdiepte.

Uit het vooronderzoek blijkt dat er nabij de onderzoekslocatie een aantal verdachte activiteiten hebben plaatsgevonden. Omdat de werkzaamheden niet in het grondwater plaatsvinden en gezien de noordwestelijke grondwaterstromingsrichting zal bij de aanleg van het fietspad geen sprake zijn van een eventueel negatieve beïnvloeding van de grond op de onderzoekslocatie.

Bij de uitvoering van de veldwerkzaamheden zijn zintuiglijk bijmengingen met asfaltbrokjes waargenomen. Dit kan duiden op de aanwezigheid van bodemverontreiniging. In de grond wordt de achtergrondwaarde voor zink, PAK, PCB en/of minerale olie overschreden.

Conclusie

Door middel van dit bodemonderzoek is de milieuhygiënische kwaliteit van de bodem op de locatie vastgelegd. Op basis van de onderzoeksresultaten kan worden gesteld dat op de locatie enkele stoffen zijn aangetroffen, waarvan de concentraties de achtergrondwaarden overschrijden.

Matig tot sterke grondverontreinigingen zijn niet aangetroffen.

Zodra in grond toetsingswaarden worden overschreden is eventueel vrijkomende grond niet meer onbeperkt voor hergebruik geschikt. Om onnodige kosten te voorkomen adviseren wij om de zienswijze over hergebruik van de grond intern af te stemmen. Als hergebruik niet mogelijk is, zal de grond moeten worden afgevoerd. Bij afvoer van grond van de locatie kan het daarom

noodzakelijk zijn een partijkeuring volgens de richtlijnen van het Besluit bodemkwaliteit uit te voeren.

(32)

Kenmerk R004-1222783BEA-evp-V04-NL

Wanneer rekening wordt gehouden met bovenstaand advies, is het bestemmingsplan vanuit het thema bodem bezien, uitvoerbaar.

4.2 Geluid

Op basis van de Wet geluidhinder zijn er drie geluidsbronnen waarmee bij de vaststelling van een bestemmingsplan rekening dient te worden gehouden, namelijk:

 Wegverkeerslawaai

 Railverkeerslawaai

 Industrielawaai

Plangebied

Dit bestemmingsplan hoeft aan geen van deze bronnen getoetst te worden. In dit plan wordt de ontwikkeling van een fietspad mogelijk gemaakt. Er worden geen nieuwe, in het kader van de Wet geluidhinder, gevoelige functies gerealiseerd en er vindt geen wijzing in een weg plaats. Ook is er in de nabije omgeving van het plan geen spoorlijn aanwezig en is er geen sprake van industrie. Ten slotte veroorzaken de fietsers geen onaanvaardbare negatieve effecten op de nabij gelegen woningen en andere geluidgevoelige gebouwen of terreinen.

Conclusie

Het bestemmingsplan voldoet aan de eisen die gesteld zijn in de Wet geluidhinder.

4.3 Luchtkwaliteit

Voor het thema luchtkwaliteit is de Wet luchtkwaliteit van kracht. Deze Wet maakt een onderscheid tussen projecten die in betekenende mate (IBM) bijdragen, dan wel niet in betekenende mate (NIBM) bijdragen aan de luchtkwaliteit. Op basis van de te ontwikkelen functies kan vastgesteld worden of een beoogde ontwikkeling in de categorie NIBM-projecten valt. Voor NIBM-projecten geldt dat een toetsing aan de grenswaarden, zoals gesteld in de Wet luchtkwaliteit, niet hoeft te worden uitgevoerd.

Plangebied

De realisatie van het fietspad betreft een project dat NIBM bijdraagt aan een verslechtering van de luchtkwaliteit. Een fietspad staat niet als zodanig genoemd in het Besluit NIBM of de regeling NIBM. Fietsers stoten geen voor de luchtkwaliteit schadelijke stoffen uit.

Conclusie

Vanuit het oogpunt van luchtkwaliteit is het bestemmingsplan uitvoerbaar.

(33)

Kenmerk R004-1222783BEA-evp-V04-NL

Bestemmingsplan Heusden fietspad Meijelseweg 2014 33\54

4.4 Externe Veiligheid

Volgens het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) dient bij het plannen van (beperkt) kwetsbare objecten in de omgeving van een risicovolle inrichting en/of transportroute op bindende wijze rekening gehouden te worden met de mogelijke invloed van die inrichting en/of

transportroute. Er dient voorkomen te worden dat zich (beperkt) kwetsbare objecten binnen de 10-6 risicocontour van risicovolle inrichtingen / transportroutes bevinden.

Ten behoeve van dit bestemmingsplan moet worden aangetoond dat er geen stationaire dan wel mobiele bronnen in het kader van externe veiligheid zijn gelegen nabij het plangebied. Tevens moet worden aangetoond dat de ontwikkeling geen risico's in het kader van externe veiligheid veroorzaakt ten opzichte van gevoelige bestemmingen in de omgeving.

Plangebied

In de omgeving van het fietspad bevindt zich geen (risicovolle) Bevi-inrichtingen en vindt geen transport van gevaarlijke stoffen over weg, water, spoor of door buisleidingen plaats.

Conclusie

Bezien vanuit het aspect externe veiligheid is het bestemmingsplan uitvoerbaar.

4.5 Waterhuishouding

De watertoets omvat het gehele proces van vroegtijdig informeren, adviseren, afwegen en uiteindelijk beoordelen van de in ruimtelijke plannen voorkomende

waterhuishoudkundigeaspecten. Het doel van de watertoets is het evenwichtig meewegen van de waterbelangen in het ruimtelijke planvormingsproces om te komen tot een veilig, gezond en duurzaam watersysteem. Zowel waterkwantiteits- als waterkwaliteitsaspecten zijn daarbij belangrijk. Het benutten van kansen en het combineren van functies wordt hierbij nagestreefd.

Uitgangspunten watertoets

Waterschap Aa en Maas vraagt aandacht voor onderstaande uitgangspunten ter realisatie van een praktisch watersysteem dat schoon, veilig, robuust en mooi is:

 Wateroverlastvrij bestemmen

 Gescheiden houden van vuil (afval)water en schoon hemelwater

 Voorkomen van vervuiling van water

 Voor schoon hemelwater gelden de afwegingsstappen: hergebruik > infiltratie > buffering >

afvoer

 Hydrologisch neutraal ontwikkelen (HNO)

 Water positief laten bijdragen aan de belevingswaarde van de omgeving

 Meervoudig ruimtegebruik

 Waterschapsbelangen

(34)

Kenmerk R004-1222783BEA-evp-V04-NL

Huidige situatie

Aan beide zijden van de Meijelseweg bevindt zich momenteel een zaksloot (C-watergang). In deze zaksloten wordt het hemelwater van de Meijelseweg opgevangen en het (overtollig) hemelwater van de aanliggende erven.

Het nieuw te realiseren fietspad is gelegen aan de zuidzijde van de Meijelseweg tussen de Gezandebaan en de N279. Het verhard oppervlak dat momenteel afwatert naar de zaksloot aan de zuidzijde van het fietspad bedraagt:

 Helft van de Meijelseweg: 3.800 m x 2,90 m = 11.000 m2

 Aanliggende Erven: circa 4.500 m2

Toekomstige situatie

Aan de zuidzijde van de Meijelseweg wordt het fietspad gerealiseerd. Hierdoor neemt het verhard oppervlak toe met:

 Fietspad: 3.800 m x 2,50 m = 9.500 m2

Ten behoeve van de realisatie van het fietspad wordt de huidige zaksloot aan de zuidzijde van de Meijelseweg gedempt. Daar waar mogelijk wordt naast het fietspad wordt een nieuwe zaksloot gegraven. In totaal heeft de nieuwe sloot een lengte van 2.200 m. Langs het bosgedeelte (EHS) blijft de huidige sloot over een lengte van 800 m gehandhaafd en ook tussen de Peelweg en de N279 blijft de huidige sloot gehandhaafd. In de zaksloten ten zuiden van de Meijelseweg moet het huidige verhard oppervlak en het nieuwe verhard oppervlak verwerkt worden.

In de HNO-tool (zie bijlage) is het bestaand verhard oppervlak op 0 m2 gesteld, zodat de nieuwe sloot ook de functie van de oude sloot overneemt. Op basis van de HNO-tool is een waterberging van 1.268 m3 nodig (T=10+10 %). Deze hoeveelheid kan ruimschoots geborgen worden in de nieuwe zaksloot met de afmetingen van 1,7 meter breed, 0,6 m diep en taluds van 1:1. De slootbodem heeft dan een breedte van 0,5 m. In de berekeningen is geen rekening gehouden met tussentijdse infiltratie. In werkelijkheid is de situatie gunstiger. Ook is er nog berging aanwezig in de duikers, de sloot langs het bos (800 m) en in de sloot tussen de Peelweg en de N279 (60 m).

Conclusie

Het ontwerp voldoet aan de uitgangspunten van de watertoets en daarmee is het bestemmingsplan uitvoerbaar.

(35)

Kenmerk R004-1222783BEA-evp-V04-NL

Bestemmingsplan Heusden fietspad Meijelseweg 2014 35\54

4.6 Archeologie

In 1992 is het Verdrag van Malta door de landen van de Europese Unie, waaronder Nederland, ondertekend. Dit verdrag verplicht de Europese overheden tot het beschermen van archeologisch erfgoed. Hierbij wordt als uitgangspunt gehanteerd dat archeologische waarden in situ (ter plekke) bewaard moeten blijven. Er dient te worden nagestreefd de waarden op de locatie te behouden. Als dit niet mogelijk blijkt, bijvoorbeeld bij bouwplannen, dat moeten de waarden worden opgegraven en ex situ (elders) worden bewaard.

Ter implementatie van het Verdrag van Malta in de Nederlandse wetgeving is in 2007 de Wet op de archeologische monumentenzorg in werking getreden. Dit is een aanpassingswet waarmee de Monumentenwet 1988 gewijzigd is op het onderdeel archeologie. Door middel van de gewijzigde Monumentenwet moet het archeologisch erfgoed in de bodem bescherming krijgen in het ruimtelijke ordeningsbeleid.

Plangebied

De gemeente Asten beschikt over een archeologische waarden- en verwachtingenkaart. Op deze kaart zijn de gronden ter plaatse van het aan te leggen fietspad aangeduid als “gebieden met een categorie 4 en 5” (zie figuur 4.1). Categorie 4 zijn gebieden met een hoge archeologische

verwachting. Onderzoeksplicht geldt bij een verstoringsdiepte van meer dan 40 cm en een verstoringsoppervlak van meer dan 250 m2. Categorie 5 zijn gebieden met een middelhoge archeologische verwachting. Hier geldt een onderzoeksplicht bij een verstoringsdiepte van meer dan 40 cm en een verstoringsoppervlak van meer dan 2.500 m2.

Figuur 4.1 Uitsnede archeologiekaart gemeente Asten (in het midden van de kaart ligt de Meijelseweg)

(36)

Kenmerk R004-1222783BEA-evp-V04-NL

Conclusie

Het archeologievraagstuk is voorgelegd aan de archeoloog die de gemeente adviseert op dit gebied. Zijn advies in deze luidt dat:

 De kans op het aantreffen van archeologische resten bij het graven van een lijnvormige ontgraving als een sloot vrij gering is, maar niet helemaal ondenkbaar

 Het weinig zinvol wordt geacht om voorafgaande aan de realisatie een archeologisch vooronderzoek (bureau- of booronderzoek) uit te voeren. Dit zal niet de aanvullende informatie opleveren die noodzakelijk is om een nadere afweging te maken

 Een proefsleuvenonderzoek in de praktijk nagenoeg onuitvoerbaar is en is zwaar voor de verwachting die hier speelt in relatie tot de aard van de ontgravingswerkzaamheden.

Bovendien zou dit een ongewenst effect kunnen hebben op het te realiseren V-profiel

 De (vers) uitgegraven sloot evenwel een goede mogelijkheid biedt om een waarneming / inspectie te doen van de profielen na het uitgraven van de sloot

 Geadviseerd wordt om de uitgegraven sloot tijdens of direct na realisatie te laten inspecteren door de werkgroep archeologie van de HKK de Vonder. Na inspectie dient hiervan een kort verslag te worden gemaakt. Eventuele vindplaatsen dienen in Archis te worden gemeld

4.7 Cultuurhistorie

Vanaf 1 januari 2012 dient met de wijziging van het Besluit ruimtelijke ordening, ingegaan te worden op de relatie van het ruimtelijk voornemen en de aanwezige cultuurhistorische waarden.

Plangebied

De planvorming in dit bestemmingsplan voorziet niet in ruimtelijke ingrepen die de aanwezige waardevolle cultuurhistorische elementen negatief beïnvloeden. Evenmin wordt afbreuk gedaan aan de landschappelijke waarden in het binnen het plangebied gelegen cultuurlandschap.

Hiermee wordt aangesloten bij de uitgangspunten uit De Nota Belvedère, gericht op het behoud van cultuurhistorische elementen.

Conclusie

Vanuit het aspect cultuurhistorie bezien is het bestemmingsplan uitvoerbaar.

4.8 Flora en fauna

De huidige natuurbeschermingswetgeving kan worden onderverdeeld in soortbescherming en gebiedsbescherming.

Soortbescherming wordt gewaarborgd door de Flora- en faunawet. Deze wet beschermt inheemse dier- en plantensoorten waarbij onderscheid wordt gemaakt in verschillende

beschermingscategorieën. Voor álle activiteiten met een mogelijk effect op beschermde dier- en

(37)

Kenmerk R004-1222783BEA-evp-V04-NL

Bestemmingsplan Heusden fietspad Meijelseweg 2014 37\54

Gebiedsbescherming wordt gewaarborgd door de Natuurbeschermingswet 1998. Deze wet beschermt Natura2000-gebieden en Beschermde natuurmonumenten. Voor activiteiten met een mogelijk effect op deze gebieden is toetsing aan de Natuurbeschermingswet 1998 noodzakelijk.

De planologische bescherming van gebieden aangemerkt als Ecologische Hoofdstructuur vindt primair plaats bij ruimtelijke procedures en andere vergunningaanvragen.

Plangebied

In opdracht van gemeente Asten heeft Tauw een quickscan flora en fauna uitgevoerd naar de effecten op de aanleg van het fietspad (R002-1222783HKJ-hgm-V02-NL, 24 juli 2014) (bijlage 3).

Het voornemen betreft een ingreep in het landschap, welke veranderingen met zich meebrengt in het gebruik en het voorkomen. Hiertoe is toetsing aan de Flora- en faunawet noodzakelijk. Het plangebied ligt gedeeltelijk binnen de begrenzing van de Ecologische Hoofdstructuur. Toetsing aan de ‘wezenlijke kenmerken en waarden’ van de EHS is noodzakelijk. De afstand van de planlocatie tot het Natura 2000-gebied Groote Peel bedraagt circa 1000 meter. Gezien de aard en het lokale karakter van de ingreep worden effecten op Natura 2000-gebieden niet verwacht.

Toetsing aan de Natuurbeschermingswet 1998 is daarom niet nodig.

Flora- en faunawet

Het plangebied is opgedeeld in twee deelgebieden (zie figuur 4.2). Deelgebied A is het grootste deel van het fietspad. Daarnaast is een deel van het plangebied aangewezen als deelgebied B, dit is een gedeelte van ongeveer 800 meter van het tracé dat is gelegen in het bosgebied, zijnde EHS. Vanaf de weg ligt een berm van circa 2 meter breed met een bomenrij met direct

daarachter een droge greppel. Achter de greppel begint het bosgebied. Het bosgebied bestaat uit een gemengd bos met voornamelijk eik, berk en grove den. De ondergroei is dicht en bestaat voornamelijk uit braam. Op enkele plekken waar de boomkronen meer open zijn, staan varens.

(38)

Kenmerk R004-1222783BEA-evp-V04-NL

Figuur 4.2 Overzichtskaart Natura 2000-gebied en EHS ter plaatse van het fietspad

De aanleg van het fietspad in deelgebied A heeft geen negatieve effecten op plant- en diersoorten beschermd in het kader van de Flora- en faunawet. Voor deelgebied A heeft de aanleg van het fietspad geen consequenties en gevolgen voor de verdere planvorming van het fietspad. Mitigerende maatregelen en een ontheffing van de Flora- en faunawet is niet nodig.

Binnen deelgebied B zijn negatieve effecten op beschermde diersoorten niet op voorhand uit te sluiten. Voor deelgebied B is aanvullend onderzoek nodig.

Nader onderzoek

Op basis van aanvullende soortgerichte onderzoeken kan bepaald worden in hoeverre een ontheffingsplicht geldt en/of mitigerende maatregelen nodig zijn.

Het uitgangspunt van de Flora- en faunawet is 'Nee, tenzij'. Dit betekent dat alles wat schadelijk is voor bedreigde soorten verboden is (www.overheid.nl). Het uitsluiten van effecten is alleen mogelijk op basis van voldoende en actuele gegevens.

(39)

Kenmerk R004-1222783BEA-evp-V04-NL

Bestemmingsplan Heusden fietspad Meijelseweg 2014 39\54

In dit geval zijn negatieve effecten op soorten mogelijk zodat nader onderzoek naar hun aanwezigheid noodzakelijk is voor uitvoering van het plan. Ook bij het aanvragen van een eventuele ontheffing of indienen van een mitigatieplan dient de aanwezigheid van de betreffende soort aangetoond te worden. Hierbij geldt een omgekeerde bewijslast waarbij de initiatiefnemer verantwoordelijkheid draagt.

Op 27 november 2014 is er een aanvullend onderzoek uitgevoerd naar de aanwezigheid van beschermde nesten van de eekhoorn, jaarrond beschermde vogelnesten van buizerd, boomvalk, havik, ransuil, sperwer en wespendief binnen een strook van 20 meter (zie figuur 4.3 blauwe contour) ter hoogte van het aan te leggen fietspad en de oostelijke bosrand ter hoogte van het wandelpad door het bosgebied heen. Daarnaast zijn binnen deze stroken de te kappen bomen geïnventariseerd op boomholten die geschikt zijn als verblijfplaatsen van vleermuizen.

Figuur 4.3 Onderzoeksgebied en resultaten nader onderzoek

(40)

Kenmerk R004-1222783BEA-evp-V04-NL

Er zijn in de onderzochte bosstroken geen nesten van de eekhoorn aanwezig. De te kappen bomen hebben veelal een te dunne stamomtrek en geen geschikte holten voor vleermuizen om in te verblijven. Verblijfplaatsen van eekhoorn en vleermuizen kunnen worden uitgesloten in de te kappen bomen.

In de onderzochte bosstrook langs de Meijelseweg zijn vier grote nesten (horsten) waargenomen die mogelijk worden gebruikt door kraaien (niet jaarrond beschermd) (zie figuur 4.3). Mogelijk is één van deze vier nesten in gebruik door buizerd of boomvalk. De nesten zijn te dicht bij elkaar om allen in gebruik te zijn door een jaarrond beschermde roofvogel. De vier nesten liggen allemaal binnen 15 meter van de huidige Meijelseweg. Tijdens het veldbezoek zijn twee buizerds in het bosgebied waargenomen.

De bomen met nesten en de direct omliggende bomen worden gehandhaafd, hierdoor blijven de boomkronen gesloten. Doordat de nesten reeds langs de drukke Meijelseweg zijn gelegen, zijn de vogels die de nesten gebruiken gewend aan verkeer. Doordat de direct omliggende bomen ook worden gehandhaafd en een gesloten structuur rond de nesten wordt gehandhaafd, is verstoring van de nesten door het gebruik van het fietspad niet te verwachten. Door de aanwezigheid van deze nesten dient het fietspad op enkele locaties slingerend door het

landschap aangelegd te worden. Een voorstel van hoe het tracé er ongeveer uit moeten komen te zien is opgenomen in figuur 4.3 (gele lijn).

Nesten van sperwer, havik en wespendief zijn langs de bosrand uitgesloten omdat deze soorten in dichte (naald)bossen voorkomen. De bosrand is te open en ligt te dicht tegen de drukke Meijelseweg, waardoor deze soorten binnen de bosstrook uitgesloten kunnen worden.

Ecologische Hoofdstructuur

Het aanleggen van een fietspad leidt niet tot verlies aan areaal van de EHS. Wel treedt extra verstoring op. Deze extra verstoring is beperkt omdat er geen nieuwe verkeersstroom komt. De huidige verkeersstroom van fietsers zal straks tot iets dieper het bos in voor verstoring van fauna zorgen. Doordat het traject waarop het fietspad kan worden aangelegd 20 m breed is, is er voldoende ruimte om een route uit te zetten die zoveel mogelijk effecten vermijdt en verzacht. In het resterende bos is het mogelijk biotoopverbeterende maatregelen te nemen die resterende verstorende effecten ongedaan maakt.

Uit de resultaten van het nader onderzoek is gebleken dat binnen het traject van het fietspad geen beschermde natuurwaarden worden verstoord door de aanleg van het fietspad.

(41)

Kenmerk R004-1222783BEA-evp-V04-NL

Bestemmingsplan Heusden fietspad Meijelseweg 2014 41\54

Over een lengte van 3000 meter ligt het fietspad in een gemengd landelijk gebied, behorende tot de Groen Blauwe Mantel (GBM). In de GBM liggen intensief beheerde agrarische gras- en akkerbouw percelen. Er zijn in de directe omgeving van het aan te leggen fietspad geen kwetsbare natuurwaarden aanwezig.

In overleg tussen de gemeente Asten en provincie Noord-Brabant is besloten de effecten van de aanleg van het fietspad te verzachten door middel van verbetering van kwaliteit van het

bosgebied dat behouden blijft. De insteek is ook dat deze kwalitatieve verbetering voor de EHS bijdraagt aan de verbetering van de GBM. Voor de GBM worden daarom geen aparte

compenserende maatregelen genomen. De effectbeoordeling op de EHS en de compenserende maatregelen worden onderstaand uitgewerkt.

Effectbeoordeling EHS en GBM

Het aan te leggen fietspad ligt binnen de geluidscontour van de Meijelseweg. Er wordt langs het fietspad vleermuisvriendelijke oriëntatieverlichting aangelegd. Voorwaarden voor aanleg van deze verlichting is dat deze enkel het fietspad mogen verlichten en dat het struweel en bomen in de bosrand niet verlicht mogen worden. Doordat het fietspad binnen de geluidscontour valt en er geen negatieve effecten door verlichting zijn te verwachten, is de kwalitatieve aantasting van het EHS- en GBM gebied zeer gering.

Huidige situatie bosgebied

Het bosgebied bestaat in de zone waar het fietspad is gepland voornamelijk uit amerikaanse eik, zomereik, berk, lariks en een enkele grove den. De struiklaag bestaat uit amerikaanse eik, zomereik, een enkele vuilboom, berk, lijsterbes en hulststruik zijn aanwezig. De dichte ondergroei bestaat voornamelijk uit braam. Er zijn kleine open plekken aanwezig waar varens de overhand hebben, en enkele percelen met naaldbomen (lariks en grove den), die nog beheerd worden als multifunctioneel productiebos. Het bos is in eigendom van gemeente Asten, deze heeft het beheer van het bos uitbesteedt aan Bosgroep Zuid Nederland. Voor alle bosgebieden gelegen in het gebied van gemeente Asten is een beheerplan opgesteld (Bosgroep Zuid-Nederland, 2013).

Het bosgebied wordt eens in de zes jaar geïnspecteerd en beheermaatregelen worden uitgevoerd. 4 jaar geleden zijn beheermaatregelen uitgevoerd en zijn alle bosranden van het gebied gedund zodat verjonging kan optreden en meer loofbomen de kans krijgen te ontwikkelen.

Aanvullende maatregelen EHS

In onderstaande paragrafen wordt besproken welke (beheer)maatregelen getroffen worden om de kwaliteit van het bos te verbeteren en de effecten door de aanleg van het fietspad te verzachten. Het treffen van de maatregelen heeft tot doel de kwaliteit en het ecologisch functioneren van het bos te verbeteren.

(42)

Kenmerk R004-1222783BEA-evp-V04-NL

Hierbij dient rekening te worden gehouden met de aanwezige soorten in het bos, zo dient er voldoende voedsel en beschutting voor allerlei zoogdieren en vogels aanwezig te zijn. Door een diverse en inheemse diversiteit aan bomen en struiken worden ook insecten aangetrokken. Door over te gaan op een meer geïntegreerd bosbeheer wordt de kwaliteit en het ecologisch

functioneren van het bosgebied en de aangrenzende GBM verbeterd.

Aanleg nieuwe bosrand langs het fietspad

In de huidige bosrand ter hoogte van het aan te leggen fietspad staan relatief veel jonge eiken (voornamelijk amerikaanse eik maar ook zomereik). Daarnaast staan in de eerste 20 meter vanaf de Meijelseweg lariks, grove den en berk. Een groot deel van deze bomen in de eerste 10 meter zone dienen gekapt te worden om ruimte te maken voor de aanleg van het fietspad. Er wordt gekozen om in plaats van deze 10 meter zone, in een 20 meter zone de aanwezige bomen te kappen.

Hierdoor ontstaat een open gebied, in dit open gebied treedt verjonging op, jonge eiken krijgen de kans om te ontwikkelen en uit te groeien tot grote bomen. Door de hoeveelheid licht die op de bosbodem komt en doordat de grote (naald)bomen zijn verdwenen kan de ondergroei die hoort bij een zand en lemige bosrand tot ontwikkeling komen. Er ontstaat een zoom-mantelvegetatie (zie figuur 4.4). Er kan worden gekozen om bomen en ondergroei uit zich zelf te laten ontstaan, maar er kunnen ook inheemse soorten aangepland worden, die voor voedsel zorgen. Hierbij valt te denken aan linde, hazelaar, lijsterbes, tweestijlige meidoorn, vogelkers en vuilboom. Lijsterbes en vuilboom komen in het bos al voor, de overige soorten moeten worden ingebracht door aanplant. Zie figuur 4.5 voor een overzicht van de locaties waar deze maatregel wordt uitgevoerd.

Als aanvullende maatregel worden in de eerste 25 meter van de bosrand alle amerikaanse eiken bestreden.

Tijdens de kap wordt om de 50 meter een boom (diameter op 1,3 meter hoogte >25 centimeter) achter gelaten die dient als liggend dood hout.

(43)

Kenmerk R004-1222783BEA-evp-V04-NL

Bestemmingsplan Heusden fietspad Meijelseweg 2014 43\54 Figuur 4.4 Voorbeeld zoom-mantelvegetatie grenzend aan gesloten bos

Aanleg oostelijke bosrand langs wandelpad

Als tweede extra maatregel wordt een interne bosrand langs het wandelpad richting het zuiden ook ingericht als zoom-mantelvegetatie. Vanaf het pad wordt de oostelijke bosrand voor 15 meter gekapt. Hier wordt gekozen voor een natuurlijke ontwikkeling van de zoom-mantelvegetatie.

Om diversiteit in deze bosrand te versterken wordt na de kap 20 % van de bosgrond in de gekapte zone geklepeld in vlakken van circa 20 meter.

Deze zone zal iedere zes jaar geïnspecteerd worden als onderdeel van het bosbeheer en indien beheermaatregelen nodig zijn worden deze uitgevoerd. Indien na zes jaar blijkt dat de

ontwikkeling van diversiteit aan bomen en struiken achterblijft wordt gekozen voor aanplant van soorten zoals beschreven in de vorige paragraaf. De beheermaatregelen voor deze bosrand worden opgenomen in het beheerplan van de gemeente Asten (Bosgroep Zuid-Nederland, 2013).

Zie figuur 4.5 voor een overzicht van de locaties waar deze maatregel wordt uitgevoerd.

(44)

Kenmerk R004-1222783BEA-evp-V04-NL

Figuur 4.5 Locaties waar mitigatie en compensatiemaatregelen worden uitgevoerd

Vergroten aandeel loofhout

In het bos zijn nog productie percelen aanwezig waardoor de soortensamenstelling van bomen in deze percelen eenzijdig is. Door verschillende verjongingsvlakken in het bos aan te leggen kan de diversiteit van bomen in het bos worden verbeterd. Door kap van grote bomen ontstaan open plekken waardoor ook de ondergroei tot ontwikkeling kan komen. Door de aanplant van

inheemsen soorten (zoals beschreven in de bovenstaande paragraaf) kan worden gezorgd voor een grotere diversiteit. Deze maatregel wordt niet direct uitgevoerd bij de aanleg van het fietspad, maar worden wel opgenomen in het beheerplan van gemeente Asten. Dit betekent dat per zes jaar gekeken wordt welke maatregelen in het bos uitgevoerd moeten gaan worden.

Ook de zuidelijke bosrand zal de komende jaren verder uitgedund worden waardoor verjonging in het bos optreedt en de soortsamenstelling en vegetatiestructuur beter aansluiten op migratie van soorten tussen het bosgebied en de EVZ Eeuwselse Loop. Zie figuur 4.5 voor de ligging van de zuidelijke bosrand.

(45)

Kenmerk R004-1222783BEA-evp-V04-NL

Bestemmingsplan Heusden fietspad Meijelseweg 2014 45\54

Conclusie

Voor deelgebied A en B geldt dat het bestemmingsplan uitvoerbaar is bezien vanuit het thema ecologie. Wel dienen enkele (beheer)maatregelen getroffen te worden om de kwaliteit van het bos te verbeteren en de effecten van de aanleg van het fietspad te verzachten. Het treffen van de maatregelen heeft tot doel de kwaliteit en het ecologisch functioneren van het bos te verbeteren.

4.9 Verkeer en infrastructuur

Dit bestemmingsplan maakt het mogelijk een fietspad te realiseren. Doel van dit plan is onder meer het vergroten van fietsgebruik in de gemeente Asten, het completeren van het regionaal fietsnetwerk en het completeren van de fietsverbinding Meijel – Heusden – Asten. Daarnaast wordt door realisatie van het fietspad de verkeersveiligheid van schoolgaande en recreatieve fietsers verbeterd. De situatie voor fietsers wordt veiliger aangezien zij geen gebruik meer hoeven te maken van de rijbaan waarop gemotoriseerd verkeer rijdt.

(46)

Kenmerk R004-1222783BEA-evp-V04-NL

(47)

Juridische opzet

5

(48)
(49)

Kenmerk R004-1222783BEA-evp-V04-NL

Bestemmingsplan Heusden fietspad Meijelseweg 2014 49\54

5 Juridische opzet

Het bestemmingsplan voorziet in de (enkel)bestemmingen ‘Bos’ en ‘Verkeer’. Daarnaast zijn de gronden mede bestemd voor de bescherming van (te verwachten) archeologische monumenten. Hiervoor zijn de gronden conform het gemeentelijk archeologiebeleid voorzien van de dubbelbestemmingen ‘Waarde - Archeologie 2’ en

‘Waarde - Archeologie 3’.

5.1 Bestemming Bos

Het bestaande bos behoudt de bestemming ‘Bos’. Het behoud, herstel en ontwikkeling van landschappelijke en natuurwaarden staat binnen deze bestemming voorop. Daarnaast voorziet de bestemming in het behoud, herstel en ontwikkeling ten behoeve van de realisatie en instandhouding van de Ecologische Hoofdstructuur. In aanvulling op de vigerende

bestemmingsregeling voorziet de nieuwe bestemming mede in een fietspad van maximaal 2,5 meter breed. Het precieze traject van het fietspad in het bos zal in het veld worden bepaald, waarbij de aanleg niet mag leiden tot een netto aantasting van de natuurwaarden en het realiseren en in stand houden van de Ecologische Hoofdstructuur. Het

omgevingsvergunningenstelsel is hierop afgestemd.

5.2 Bestemming Verkeer

Met uitzondering van de gronden binnen het bestaande bos zijn alle gronden voorzien van de bestemming ‘Verkeer’. Dit betreft een gebiedsontsluitingsweg. Zowel de bestaande rijbaan als het nieuw aan te leggen fietspad vallen binnen deze bestemming, evenals bermen, sloten en groen.

Daarnaast zijn bijbehorende voorzieningen toegestaan, zoals straatmeubilair, voorzieningen van openbaar nut en wildbegeleidende voorzieningen.

De waardevolle laanbeplanting is aangeduid als landschapselement. De bestemming is mede gericht op de bescherming en het behoud van deze structuur.

Ten behoeve van de bestemming zijn bouwwerken geen gebouwen zijnde toegestaan.

Gebouwen zijn enkel toegestaan ten dienste van openbare nutsvoorzieningen.

Het beheerskarakter staat voorop. Gewijzigde inzichten, die leiden tot herinrichting, zijn binnen de begrenzing van de bestemming, zondermeer en zonder bestemmingsplanprocedure mogelijk.

(50)

Kenmerk R004-1222783BEA-evp-V04-NL

5.3 Waarde - Archeologie 2 en 3

Ter bescherming van de potentieel aanwezige archeologische waarden in het plangebied is een dubbelbestemming ‘Waarde - Archeologie’ opgenomen in de bestemmingsplanregels. In de regels is een omgevingsvergunningenstelsel opgenomen ten aanzien van het roeren van de grond voor werkzaamheden. De gronden die vallen binnen de archeologische beleidscategorie 4 zijn voorzien van de dubbelbestemming ‘Waarde - Archeologie 2’. De gronden die vallen binnen de archeologische beleidscategorie 5 zijn voorzien van de dubbelbestemming ‘Waarde - Archeologie 3’. Op de gronden waar geen archeologische waarde is gebleken wordt geen dubbelbestemming gelegd.

5.4 Algemene bouwregels

Ondergronds bouwen

Onder bouwwerken (hoofdgebouwen en bijgebouwen) mag een ondergronds bouwwerk opgericht worden. De maximale verticale bouwdiepte bedraagt 4 meter.

5.5 Algemene afwijkingsregels

Onder voorwaarden kan enkel binnen de bestemming ‘Verkeer’ medewerking worden verleend aan de oprichting van zendmasten tot een maximale hoogte van 40 meter. Van belang hierbij is dat de noodzaak is aangetoond en het delen van de antenne-installatie (site-sharing) dient mogelijk te zijn. De plaatsing van de zendmast dient daarnaast zodanig gekozen te worden dat geen hinder ontstaat voor het verkeer en het woon- en leefklimaat en waarden in het gebied niet onevenredig worden aangetast. Hierbij dient in ieder geval sprake te zijn van een zorgvuldige landschappelijke inpassing van de zendmast.

(51)

Uitvoeringsparagraaf / procedure

6

(52)
(53)

Kenmerk R004-1222783BEA-evp-V04-NL

Bestemmingsplan Heusden fietspad Meijelseweg 2014 53\54

6 Uitvoeringsparagraaf / procedure

6.1 Economische uitvoerbaarheid en Grexwet

Bij de financiële haalbaarheid gaat het om de kosten en andere economische aspecten die met de verwezenlijking van het plan samenhangen. Ingevolge artikel 3.1.6 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) dient bij de voorbereiding van een bestemmingsplan een onderzoek te worden ingesteld naar de uitvoerbaarheid van het plan.

Aangezien de aanleg van een fietspad geen bouwplan is in de zin van het Bro is de

grondexploitatieregeling uit de Wet ruimtelijke ordening niet van toepassing. Het is dan ook niet noodzakelijk om een grondexploitatieplan op te stellen voor dit project.

6.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

Naast de financiële uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan is het ook belangrijk dat het plan maatschappelijk uitvoerbaar is. Daarom moet een bestemmingsplanprocedure worden doorlopen.

In het kader van deze procedure wordt het plan ter inzage gelegd. Eventuele reacties en zienswijzen kunnen tijdens deze termijn worden ingediend. In het kader van het vooroverleg is het voorontwerp bestemmingsplan toegezonden aan diverse ambtelijke organisaties.

6.3 Inspraakprocedure Niet van toepassing.

6.4 Overleg ex artikel 3.1.1. Bro Zie nota vooroverleg (bijlage 4).

6.5 Zienswijzeprocedure Zie bijlage 5.

(54)

Kenmerk R004-1222783BEA-evp-V04-NL

(55)

Bijlage

1

Bodemonderzoek

(56)
(57)

Verkennend bodemonderzoek fietspad Meijelseweg in Heusden (gemeente Asten)

9 juli 2014

(58)
(59)

Verkennend bodemonderzoek

fietspad Meijelseweg in Heusden

(gemeente Asten)

(60)
(61)

Kenmerk R003-1222783IJO-hgm-V01-NL

Verkennend bodemonderzoek fietspad Meijelseweg in Heusden (gemeente Asten) 5\20

Verantwoording

Titel Verkennend bodemonderzoek fietspad Meijelseweg in Heusden (gemeente Asten)

Opdrachtgever Gemeente Asten

Projectleider Erik Goossen

Auteur(s) Ilona de Jong

Tweede lezer Prosper Snoep

Uitvoering veldwerk Jan Bouwmeester (certificaatnummer K54913)

Projectnummer 1222783

Aantal pagina's 20 (exclusief bijlagen)

Datum 9 juli 2014

Handtekening Ontbreekt in verband met digitale verwerking.

Dit rapport is aantoonbaar vrijgegeven.

Colofon

Tauw bv

BU Meten, Inspectie & Advies Dr. Holtroplaan 5

Postbus 1680 5602 BR Eindhoven Telefoon +31 40 23 25 55 0 Fax +31 40 23 25 57 5

Dit document is eigendom van de opdrachtgever en mag door hem worden gebruikt voor het doel waarvoor het is vervaardigd met inachtneming van de rechten die voortvloeien uit de wetgeving op het gebied van het intellectuele eigendom.

De auteursrechten van dit document blijven berusten bij Tauw. Kwaliteit en verbetering van product en proces hebben bij Tauw hoge prioriteit. Tauw hanteert daartoe een managementsysteem dat is gecertificeerd dan wel geaccrediteerd volgens:

- NEN-EN-ISO 9001

- VCA**-certificering voor veilig werken bij meet- en inspectieactiviteiten en bodemsaneringen, ook in risicogebieden railinfra - Er zijn analyses uitgevoerd door het NEN-EN-ISO/IEC 17025 geaccrediteerde milieulaboratorium van AL-West

- Tauw bv is erkend voor het uitvoeren van veldwerk bij milieuhygiënisch bodem- en waterbodemonderzoek conform de protocollen 2001, 2002, 2003 en 2018.

(62)

Kenmerk R003-1222783IJO-hgm-V01-NL

(63)

Kenmerk R003-1222783IJO-hgm-V01-NL

Verkennend bodemonderzoek fietspad Meijelseweg in Heusden (gemeente Asten) 7\20

Inhoud

Verantwoording en colofon... 5

1 Inleiding... 9

2 Vooronderzoek en onderzoeksstrategie ... 9 2.1 Algemeen ... 9 2.2 Huidige situatie... 10 2.3 Uitgevoerde bodemonderzoeken ... 10 2.4 Historie tot op heden ... 11 2.5 Toekomstige situatie ... 11 2.6 Geohydrologie ... 11 2.7 Onderzoeksstrategie ... 12

3 Uitgevoerde werkzaamheden ... 12 3.1 Veiligheid en Kwaliteit ... 12 3.2 Veld- en analysewerkzaamheden bodemonderzoek ... 13

4 Resultaten ... 14 4.1 Toetsingskader... 14 4.2 Veldwaarnemingen en metingen... 15 4.3 Resultaten verkennend onderzoek... 15 4.4 Toetsing van de hypothese ... 17

5 Advies ten behoeve van grondverzet ... 18

6 Conclusies ... 19

(64)

Kenmerk R003-1222783IJO-hgm-V01-NL

Bijlage(n)

1 Regionale ligging van de onderzoekslocatie 2 Onderzoekslocatie met monsterpunten 3 Boorprofielen

4 Locatiespecifieke toetsingswaarden 5 Analysecertificaten

(65)

Kenmerk R003-1222783IJO-hgm-V01-NL

Verkennend bodemonderzoek fietspad Meijelseweg in Heusden (gemeente Asten) 9\20

1 Inleiding

Tauw heeft in opdracht van de gemeente Asten een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd ter plaatse van het aan te leggen fietspad aan de Meijelseweg in Heusden, gemeente Asten.

De aanleiding voor dit bodemonderzoek is het voorgenomen grondverzet dat plaatsvindt.

Het doel van het onderzoek is het vaststellen van de milieuhygiënische kwaliteit van de grond binnen de werkgrens tot de maximale ontgravingsdiepte.

De rapportage is als volgt opgebouwd:

 Hoofdstuk 2: de beschrijving van de locatie, een overzicht van de reeds beschikbare informatie en informatie van de locatie

 Hoofdstuk 3: een overzicht van de uitgevoerde werkzaamheden

 Hoofdstuk 4: de analyseresultaten

 Hoofdstuk 5: advies over grondverzet

 Hoofdstuk 6: de conclusies

2 Vooronderzoek en onderzoeksstrategie

2.1 Algemeen

Tauw heeft het vooronderzoek uitgevoerd op basis van de Nederlandse norm NEN 57251. Gezien de aanleiding van dit onderzoek is een beperkt vooronderzoek uitgevoerd. In dit vooronderzoek hebben wij informatie verzameld over het historisch, huidig en toekomstig gebruik van de locatie.

Daarnaast hebben wij informatie verzameld over de bodemopbouw en geohydrologie. Ook hebben we de omvang van de onderzoekslocatie afgebakend en een onderzoekshypothese opgesteld.

1 NEN 5725: Strategie voor het uitvoeren van vooronderzoek bij verkennend en nader onderzoek, NEN, januari 2009

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In samenspel met de woningen aan de Koestraat behorend tot de eerste fase van Loverbosch, zorgen de open en gesloten wanden aan de Koestraat voor een aangename afwisseling van

De realisatie van het fietspad wordt (in principe) pas uitgevoerd nadat alle benodigde gronden in eigendom zijn van de gemeente Asten. Het gedeeltelijk aanleggen van het fietspad

Het bouwplan ligt binnen de wettelijke onderzoekszones van de Koestraat en de Floralaan. Beide wegen hebben een onderzoekszone van 200 meter. De N279 heeft een onderzoekszone van

Het fietspad vanaf rotonde Heesakkerweg naar Heusden, rechterzijde: Aan dit gedeelte is onlangs gewerkt geworden door grondmaatschappijen die hier kabels hebben gelegd.. Dit

Een aanvraag voor een structurele subsidie wordt voor een periode van ten hoogste vier jaar bij het college ingediend uiterlijk vóór 1 april in het jaar voorafgaand aan het jaar of

De Kroon te verzoeken ten name van de gemeente Asten, in het belang van de ruimtelijke ontwikkeling, ter onteigening aan te wijzen de onroerende zaken zoals vermeld op de bij

a. Het is verboden op de in dit artikel bedoelde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van

[r]