• No results found

Ontheffing programmaquota Fpremiere, Fdrama, Faction en Ffamilie | Commissariaat voor de media

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Ontheffing programmaquota Fpremiere, Fdrama, Faction en Ffamilie | Commissariaat voor de media"

Copied!
6
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Besluit

Kenmerk: 725406/725520

Betreft: verzoek om ontheffing op grond van artikel 3.20, tweede lid, en artikel 3.24, tweede lid, van de Mediawet 2008

Besluit van het Commissariaat voor de Media (hierna: het Commissariaat) betreffende het verzoek door Entertainment ROX B.V. om ontheffing van het bepaalde in artikel 3.20, eerste lid, van de Mediawet 2008 betreffende het percentage Europese producties en om volledige ontheffing van het bepaalde in artikel 3.24, eerste lid, van de Mediawet 2008 betreffende het percentage oorspronkelijk Nederlands- of Friestalige producties.

A. Verloop van de procedure

1. Bij brief van 3 juni 2019, ontvangen door het Commissariaat op 3 juni 2019, heeft Entertainment ROX B.V. toestemming gevraagd als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Mediawet 2008 voor het verzorgen van vier commerciële televisieomroepdiensten met de namen “Fpremiere”,

“Fdrama”, “Faction” en “Ffamilie”.

2. Tevens verzoekt Entertainment ROX B.V. in voornoemde brief om ontheffing van het bepaalde in artikel 3.20, eerste lid, van de Mediawet 2008 betreffende het percentage Europese producties en artikel 3.24, eerste lid, van de Mediawet 2008 betreffende het percentage oorspronkelijk

Nederlands- of Friestalige producties ten aanzien van voornoemde programmakanalen.

3. Bij besluit van 25 juni 2019, kenmerk 725409/725421, is aan Entertainment ROX B.V.

toestemming verleend om met ingang van 25 juni 2019 als commerciële media-instelling bovenvermelde vier televisie-omroepdiensten te verzorgen.

4. Met brief van 17 juli 2019 heeft Entertainment ROX B.V. haar verzoek om ontheffing nader toegelicht.

5. Bij brief van 26 juli 2019, kenmerk 727779/727831, heeft het Commissariaat de namen van de televisieomroepdiensten als vermeld in randnummer 1 op verzoek van Entertainment ROX B.V.

per 1 augustus 2019 gewijzigd in “Film1 Premiere”, “Film1 Drama”, “Film1 Action” en “Film1 Familie”.

B. Wettelijk kader

6. Artikel 3.20, eerste en tweede lid, van de Mediawet 2008

1. Op een televisieprogrammakanaal bestaat het programma-aanbod voor ten minste vijftig procent van de duur uit Europese producties in de zin van artikel 1 van de Europese richtlijn.

2. Het Commissariaat kan in bijzondere gevallen ten aanzien van een bepaalde commerciële media-instelling tijdelijk gedeeltelijke ontheffing verlenen van het eerste lid, met dien verstande dat het percentage niet lager gesteld kan worden dan tien. Het Commissariaat kan aan een ontheffing voorschriften verbinden.

(2)

Artikel 3.24, eerste en tweede lid, van de Mediawet 2008

1. Op een televisieprogrammakanaal bestaat het programma-aanbod voor ten minste veertig procent uit oorspronkelijk Nederlands- of Friestalige producties.

2. Het Commissariaat kan in bijzondere gevallen geheel of gedeeltelijk ontheffing verlenen van het eerste lid. Het Commissariaat kan aan een ontheffing voorschriften verbinden.

7. Voorts verwijst het Commissariaat naar zijn Beleidsregel van 26 februari 2019 over Europees, onafhankelijk, recent, Nederlandstalig of Friestalig programma-aanbod en oorspronkelijk

Nederlandstalig of Friestalig programma-aanbod dat voorzien is van ondertiteling ten behoeve van mensen met een auditieve beperking (hierna: Beleidsregel programmaquota), voor zover deze thans van toepassing zijn.

8. Voor de overige relevante juridische bepalingen wordt verwezen naar de bijlage bij dit besluit.

C. Ontheffingsverzoek

Europese producties

9. Entertainment ROX B.V. verzoekt ontheffing van het verplichte percentage Europese producties voor de programmakanalen “Film1 Premiere”, “Film1 Drama”, “Film1 Action” en “Film1 Familie”. Zij meent dat er in dit geval sprake is van een bijzonder geval omdat voornoemde kanalen kunnen worden aangemerkt als nieuwe programmakanalen. Naar haar mening kan het in redelijkheid niet van haar gevergd worden om direct vanaf de geplande datum van verspreiding, 1 augustus 2019, aan het vereiste percentrage van vijftig procent te voldoen.

10. Entertainment ROX B.V. heeft aangegeven dat de programmakanalen die zij vanaf 1 augustus 2019 wil verzorgen geen voortzetting zijn van de programmakanalen die tot aan voornoemde datum nog door Sony Pictures Entertainment Benelux B.V. worden verzorgd. Entertainment ROX B.V. heeft verklaard dat zij enkel de merknaam “Film1” heeft overgenomen en derhalve nieuwe licentieovereenkomsten zal (dienen te) sluiten met producenten en/of distributeurs.

Oorspronkelijk Nederlands- of Friestalige producties

11. Daarnaast verzoekt Entertainment ROX B.V. volledige ontheffing van het verplichte percentage oorspronkelijk Nederlands- of Friestalige producties voor voornoemde programmakanalen.

Entertainment ROX B.V. meent in aanmerking te komen voor volledige ontheffing van de programmaquota die gelden voor oorspronkelijk Nederlands- of Friestalige producties.

12. Entertainment ROX B.V. voert daarvoor de grond aan dat de programmakanalen elk te beschouwen zijn als abonneeprogramma’s die gecodeerd worden verspreid en uitsluitend ongecodeerd kunnen worden ontvangen door kijkers die een daartoe strekkende overeenkomst hebben gesloten.

D. Overwegingen Commissariaat

Europese producties

13. Het programma-aanbod voor een televisieprogrammakanaal dient, op grond van artikel 3.20, lid 1, van de Mediawet 2008, voor ten minste 50 procent van de duur te bestaan uit Europese producties in de zin van artikel 1 van de Europese richtlijn.

(3)

14. In bijzondere gevallen kan het Commissariaat op grond van het tweede lid van voornoemd artikel een commerciële media-instelling ontheffing verlenen van bovengenoemd quotum. Een bijzonder geval kan bijvoorbeeld betrekking hebben op de aard van de zender (themakanaal, selecte doelgroepzender), het niet voldoende kunnen verkrijgen van rechten voor Europese producties, of op bijzondere economische omstandigheden, zoals opstartproblemen van nieuwe zenders. Het Commissariaat verwijst hierbij naar artikel 5 van de Beleidsregels programmaquota. Onder bijzondere economische omstandigheden worden overigens niet verstaan eventuele verliezen of winsten van een commerciële omroep.

15. Naar het oordeel van het Commissariaat heeft Entertainment ROX B.V. in voldoende mate aangetoond dat voornoemde programmakanalen die zij voornemens is vanaf 1 augustus 2019 te verzorgen, kunnen worden aangemerkt als nieuwe televisieprogrammakanalen. Het Commissariaat is van oordeel dat het van nieuwe programmakanalen niet gevraagd kan worden direct aan het vereiste percentage van 50 procent te voldoen. Het Commissariaat is echter van oordeel dat het voor Entertainment ROX B.V. op langere termijn wel mogelijk moet zijn met deze programmakanalen te voldoen aan het vereiste percentage.

16. Entertainment ROX B.V. dient er naar te streven het percentage Europese producties zo spoedig mogelijk te vergroten. Dit zal echter enige tijd vergen. Daarom verleent het Commissariaat, voor bovengenoemde televisieprogrammakanalen, tijdelijk gedeeltelijke ontheffing van het verplichte percentage Europese producties voor de periode van 2019 tot en met 2022, waarbij in die periode het percentage stapsgewijs moet toenemen, zodat per 1 januari 2023 wordt voldaan aan het vereiste percentage van 50 procent.

17. Overeenkomstig de toelichting op artikel 5 van de Beleidsregels programmaquota wordt voor het jaar 2019 en het jaar 2020, respectievelijk het jaar waarin de programmakanalen zullen starten en het eerste volledige kalenderjaar, het percentage op 10 procent gesteld. Voor het jaar 2021 stelt het Commissariaat het percentage op 15 procent vast. Voor 2022 wordt het percentage vastgesteld op 25 procent.

18. Wanneer het ook na deze periode onmogelijk zou blijken aan de wettelijke eisen met betrekking tot Europese producties te voldoen, zal Entertainment ROX B.V. hiervoor opnieuw een - met redenen omkleed - verzoek tot ontheffing moeten indienen, waarbij Entertainment ROX B.V. vervolgens zal moeten aantonen wat de oorzaak is van het niet kunnen voldoen aan het gestelde percentage.

Oorspronkelijk Nederlands- of Friestalige producties

19. Het programma-aanbod voor een televisieprogrammakanaal dient te voldoen aan het bepaalde in artikel 3.24, eerste lid, van de Mediawet 2008, namelijk dat het voor ten minste 40 procent bestaat uit oorspronkelijk Nederlands- of Friestalige producties. Het doel dat de wetgever heeft met deze verplichting is het stimuleren van de Nederlandse en Friese taal.

20. In bijzondere gevallen kan het Commissariaat op grond van het tweede lid van artikel 3.24 van de Mediawet 2008 een commerciële media-instelling geheel of gedeeltelijk ontheffing verlenen van het in het eerste lid van dit artikel genoemde quotum. Of er sprake is van een bijzonder geval dient door de verzoeker ten genoegen van het Commissariaat aannemelijk te worden gemaakt.

21. In artikel 10, derde lid, van de Beleidsregel programmaquota is nader uitgewerkt wat kan worden verstaan onder een bijzonder geval. Zo kan bij de beoordeling of er sprake is van een bijzonder geval onder meer worden gekeken naar de aard van het programmakanaal, de programmering, de doelgroep en het territoriale bereik van programmakanaal.

(4)

22. In de toelichting op artikel 10 van de Beleidsregel programmaquota wordt verwezen naar een uitzondering op het verplichte minimumpercentage Nederlands- en Friestalige

programmaonderdelen voor programmakanalen die vóór de inwerkingtreding van de Mediawet 2008 werden aangeduid als ‘bijzondere omroep’.

23. De Mediawet (oud) bevatte in artikel 71o, vierde lid, een uitzondering op de verplichting van het minimumpercentage Nederlands- Friestalige programma-onderdelen voor bijzondere omroep.

Onder een programma voor bijzondere omroep werd onder de Mediawet (oud) verstaan: “een programma dat gecodeerd wordt uitgezonden en bestemd is voor ontvangst door een deel van het algemene publiek, bestaande uit diegenen die met de omroepinstelling die het programma

verzorgt, een tot het ontvangst van het programma strekkende overeenkomst hebben gesloten”

(artikel 1, aanhef en onder l, van de Mediawet (oud)).

24. Met de inwerkingtreding van de Mediawet 2008 per 1 januari 2009 is het begrip bijzondere omroep komen te vervallen en daarmee ook de genoemde uitzonderingsbepaling in artikel 71o, vierde lid, van de Mediawet (oud). Blijkens de Memorie van Toelichting op de Mediawet 2008 kon voornoemde uitzonderingsbepaling vervallen aangezien voor uitzonderingen de in artikel 3.24, tweede lid, van de Mediawet 2008 opgenomen ontheffingsbepaling kan worden benut (TK, 2007- 2008, 31 356, nr. 3, p. 70).

25. Het Commissariaat leidt uit deze toelichting van de wetgever, met name bezien in het licht van de verwijzing daarbij naar abonneeprogramma’s zoals bedoeld in artikel 71o, vierde lid, van de Mediawet (oud), af dat een ontheffing voor abonneeprogramma’s – zoals thans aan de orde in het geval van de programmakanalen waarvoor ontheffing wordt verzocht – kan worden verleend, nu de wetgever voor deze gevallen de in artikel 3.24, tweede lid, van de Mediawet 2008 geboden ontheffingsmogelijkheid expliciet noemt.

26. Het Commissariaat is gelet op het vorenstaande van oordeel dat aan Entertainment ROX B.V.

voor de voornoemde programmakanalen volledige ontheffing kan worden verleend van het verplichte aandeel oorspronkelijk Nederlands- of Friestalige producties voor de duur van de verleende toestemmingen voor het verzorgen van de programmakanalen, een en ander voor zover en zolang de programmakanalen uitsluitend ongecodeerd kunnen worden ontvangen door kijkers die voor de ontvangst van de programmakanalen een overeenkomst hebben gesloten.

E. Openbaarmaking

27. Het Commissariaat zal de volledige tekst van het besluit, met uitzondering van de daarin vermelde persoonsgegevens en vertrouwelijke bedrijfsgegevens, openbaar maken door publicatie op zijn website. De publicatie vindt plaats veertien dagen nadat het besluit op de in artikel 3:41 van de Algemene wet bestuursrecht voorgeschreven wijze is bekendgemaakt1. Het Commissariaat ziet daartoe geen belemmering op grond van artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur.

1dat wil zeggen door toezending aan de belanghebbende.

(5)

F. Besluit

28. Op grond van het voorgaande besluit het Commissariaat voor de Media als volgt:

I. het Commissariaat besluit Entertainment ROX B.V. voor de programmakanalen “Film1 Premiere”, “Film1 Drama”, “Film1 Action” en “Film1 Familie” tijdelijk gedeeltelijke

ontheffing te verlenen van het bepaalde in artikel 3.20, eerste lid, van de Mediawet 2008 en stelt het percentage Europese producties voor deze programmakanalen vast op 10 procent voor de jaren 2019 en 2020, 15 procent voor het jaar 2021 en 25 procent voor het jaar 2022. Als voorwaarde geldt dat het programmaformat van de programmakanalen niet wordt gewijzigd;

II. het Commissariaat besluit Entertainment ROX B.V. voor de programmakanalen “Film1 Premiere”, “Film1 Drama”, “Film1 Action” en “Film1 Familie” volledige ontheffing te verlenen van het bepaalde in artikel 3.24, eerste lid, van de Mediawet 2008 en stelt het percentage oorspronkelijk Nederlands- of Friestalige producties voor

bovenvermelde programmakanalen vast op 0 (nul) procent voor de duur van de verleende toestemmingen voor het verzorgen van de programmakanalen. Als voorwaarde geldt dat de programmakanalen uitsluitend ongecodeerd kunnen worden ontvangen door kijkers die voor de ontvangst van de programmakanalen een

overeenkomst hebben gesloten;

III. het Commissariaat maakt de volledige tekst van dit besluit, veertien dagen na de voorgeschreven bekendmaking daarvan, met uitzondering van de daarin vermelde persoonsgegevens en vertrouwelijke bedrijfsgegevens, openbaar door publicatie op zijn website.

Hilversum, 26 juli 2019

COMMISSARIAAT VOOR DE MEDIA,

drs. Michiel Lugt

Waarnemend afdelingsmanager Onderzoek & Toegang

Belanghebbenden die zich met dit besluit niet kunnen verenigen, kunnen op grond van de Algemene wet bestuursrecht binnen zes weken na de dag waarop dit besluit is bekendgemaakt bezwaar maken bij het Commissariaat voor de Media, postbus 1426, 1200 BK te Hilversum.

(6)

Bijlage: Overige relevante juridische bepalingen

Artikel 8 van de Wet openbaarheid van bestuur

1. Het bestuursorgaan dat het rechtstreeks aangaat, verschaft uit eigen beweging

informatie over het beleid, de voorbereiding en de uitvoering daaronder begrepen, zodra dat in het belang is van een goede en democratische bestuursvoering.

2. Het bestuursorgaan draagt er zorg voor dat de informatie wordt verschaft in begrijpelijke vorm, op zodanige wijze, dat belanghebbende en belangstellende burgers zoveel mogelijk worden bereikt en op zodanige tijdstippen, dat deze hun inzichten tijdig ter kennis van het bestuursorgaan kunnen brengen.

Artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur

1. Het verstrekken van informatie ingevolge deze wet blijft achterwege voor zover dit:

(…)

c. bedrijfs- en fabricagegegevens betreft, die door natuurlijke personen of rechtspersonen vertrouwelijk aan de overheid zijn meegedeeld;

1. Het verstrekken van informatie ingevolge deze wet blijft eveneens achterwege voor zover het belang daarvan niet opweegt tegen de volgende belangen:

(…)

g. het voorkomen van onevenredige bevoordeling of benadeling van bij de aangelegenheid betrokken natuurlijke personen of rechtspersonen dan wel derden.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Indien naar genoegen van het Commissariaat is aangetoond dat, gelet op de omstandigheden die in het derde lid worden genoemd, sprake is van een bijzonder geval waarin ten aanzien

Indien naar genoegen van het Commissariaat is aangetoond dat, gelet op de omstandigheden die in het derde lid worden genoemd, sprake is van een bijzonder geval waarin ten aanzien

(Global) Swedish” volledige ontheffing van het bepaalde in artikel 3.24, eerste lid, van de Mediawet 2008 te verlenen en stelt het percentage oorspronkelijk Nederlands- of

“REVOLT” gedeeltelijk ontheffing van het bepaalde in artikel 3.24, eerste lid, van de Mediawet 2008 te verlenen en stelt het percentage oorspronkelijk Nederlands- of

Bij besluit van 17 maart 2015 is aan Inspiration Network International B.V gedeeltelijke ontheffing verleend van het bepaalde in artikel 3.20, eerste lid, van de Mediawet 2008

volledige ontheffing van het bepaalde in artikel 3.24, eerste lid, van de Mediawet 2008 te verlenen en stelt het percentage oorspronkelijk Nederlands- of Friestalige producties voor

voor het programmakanaal “Paramount Network Denmark” volledige ontheffing te verlenen van het bepaalde in artikel 3.24, eerste lid, van de Mediawet 2008 en stelt het

wijst erop dat in het onderhavige geval ontheffing verleend dient te worden van de verplichting om het programma-aanbod voor ten minste veertig procent uit oorspronkelijk