• No results found

Ontheffing programmakanalen CEE Thematics B.V. | Commissariaat voor de media

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Ontheffing programmakanalen CEE Thematics B.V. | Commissariaat voor de media"

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Besluit

Kenmerk: 884795/888772

Betreft: verzoek om ontheffing op grond van artikel 3.20, tweede lid, en 3.24, tweede lid, van de Mediawet 2008

Besluit van het Commissariaat voor de Media (hierna: Commissariaat) betreffende het

verzoek van CEE Thematics B.V. om ontheffing van het bepaalde in artikel 3.20, eerste lid, en 3.24, eerste lid, van de Mediawet 2008 betreffende het percentage Europese producties en oorspronkelijk Nederlands- of Friestalige producties ten aanzien van meerdere commerciële televisieomroepdiensten.

A. Verloop van de procedure

1. Bij brief van 5 juli 2021, ontvangen door het Commissariaat voor de Media op 5 juli 2021, heeft CEE Thematics B.V. toestemming gevraagd als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Mediawet 2008 voor het verzorgen van 22 commerciële

televisieomroepdiensten.

2. Tevens verzoekt CEE Thematics B.V. in voornoemde brief ontheffing van het bepaalde in artikel 3.20, eerste lid, en artikel 3.24, eerste lid, van de Mediawet 2008 betreffende het percentage Europese producties en oorspronkelijk Nederlands- of Friestalige producties ten aanzien van deze televisieomroepdiensten.

3. Bij besluit van 15 september 2021, kenmerk 879264/885603, is aan CEE Thematics B.V. toestemming verleend om met ingang van 30 september 2021 als commerciële media-instelling 17 televisieomroepdiensten te verzorgen via programmakanalen als vermeld in randnummer 25 van dit besluit.

B. Relevante bepalingen

4. Artikel 3.20 van de Mediawet 2008

1. Op een televisieprogrammakanaal bestaat het programma-aanbod voor ten minste vijftig procent van de duur uit Europese producties in de zin van artikel 1 van de Europese richtlijn.

2. Het Commissariaat kan in bijzondere gevallen ten aanzien van een bepaalde commerciële media-instelling gedeeltelijke ontheffing verlenen van het eerste lid, met dien verstande dat het percentage niet lager gesteld kan worden dan tien. Het Commissariaat kan aan een ontheffing voorschriften verbinden.

Artikel 3.24 van de Mediawet 2008

1. Op een televisieprogrammakanaal bestaat het programma-aanbod voor ten minste veertig procent uit oorspronkelijk Nederlands- of Friestalige producties.

2. Het Commissariaat kan in bijzondere gevallen geheel of gedeeltelijk ontheffing verlenen van het eerste lid. Het Commissariaat kan aan een ontheffing

voorschriften verbinden.

(2)

5. Voorts verwijst het Commissariaat naar zijn Beleidsregel van 26 februari 2019 over Europees, onafhankelijk, recent, Nederlandstalig of Friestalig programma-aanbod en oorspronkelijk Nederlandstalig of Friestalige programma-aanbod dat voorzien is van ondertiteling ten behoeve van mensen met een auditieve beperking (hierna:

Beleidsregel programmaquota 2019). Voor de overige relevante juridische bepalingen wordt verwezen naar de bijlage bij dit besluit.

C. Ontheffingsverzoek

Europese producties

6. CEE Thematics B.V. verzoekt het Commissariaat voor de televisie-omroepdiensten waarvoor zij toestemming vraagt het percentage Europese producties vast te stellen op 10 procent voor het eerste tot en met het derde jaar. CEE Thematics B.V. voert daarvoor de volgende gronden aan.

7. CEE Thematics B.V. wijst erop dat het Commissariaat in bijzondere gevallen een commerciële media-instelling ontheffing kan verlenen van het vereiste percentage van 50%. CEE Thematics B.V. meent dat er in haar geval sprake is van een bijzonder geval. CEE Thematics B.V. voert aan dat alle programmakanalen themakanalen zijn (“special interest”-kanalen) en dat alle kanalen een specifiek aanbod hebben en gericht zijn op een specifieke doelgroep. De thematische inhoud van alle kanalen is grotendeels gebaseerd op product van Amerikaanse studio’s. De programmakanalen worden op dit moment op grond van Spaanse licenties verzorgd en als thematische kanalen aangemerkt.

8. CEE Thematics B.V. voert voorts de beperkte beschikbaarheid van geschikte Europese producties aan en de huidige marktomstandigheden. Volgens CEE Thematics B.V. kampt lineaire televisie met een structurele daling van het aantal abonnees als gevolg van het veranderde kijkgedrag, de verschuiving naar online kijken en de toetreding van tal van nieuwe partijen tot de markt, waardoor zowel om de kijker als de beperkt beschikbare programmarechten wordt gestreden.

9. CEE Thematics B.V. verzoekt het Commissariaat tevens rekening te houden met het feit dat zij een pas opgerichte entiteit is die niet beschikt over een

programmacatalogus met Europese producties voor de betrokken thematische kanalen in de territoriale gebieden waar zij worden verspreid. Het is voor haar om die reden niet haalbaar of mogelijk om vanaf de start van de toestemming voor het verzorgen van de televisieomroepdiensten voldoende rechten op het programma- aanbod in haar portefeuille te verwerven om aan de EU-quotavereisten te voldoen.

Oorspronkelijk Nederlands- of Friestalige producties

10. CEE Thematics B.V. verzoekt voor de televisie-omroepdiensten het percentage oorspronkelijk Nederlands- of Friestalige producties vast te stellen op nihil. CEE Thematics B.V. voert daarvoor de volgende grond aan.

11. CEE Thematics B.V. wijst erop dat in het onderhavige geval volledig ontheffing verleend dient te worden van de verplichting om het programma-aanbod voor ten minste veertig procent uit oorspronkelijk Nederlands- of Friestalige producties te laten bestaan nu de programmakanalen zich niet specifiek richten op Nederland of in Nederland te ontvangen zijn.

(3)

D. Overwegingen

Europese producties

12. Het programma-aanbod voor een televisieprogrammakanaal dient, op grond van artikel 3.20, eerste lid, van de Mediawet 2008, voor ten minste 50 procent van de duur te bestaan uit Europese producties in de zin van artikel 1 van de Europese richtlijn.

13. In bijzondere gevallen kan het Commissariaat op grond van het tweede lid van voornoemd artikel ten aanzien van een bepaalde commerciële media-instelling gedeeltelijke ontheffing verlenen van bovengenoemd quotum met dien verstande dat het percentage niet lager gesteld kan worden dan tien.

14. Een bijzonder geval kan bijvoorbeeld betrekking hebben op de aard van het

programmakanaal (gericht op een zeer specifieke doelgroep – zoals kinderen – of een zeer specifiek type aanbod zoals – Amerikaanse series), het niet voldoende kunnen verkrijgen van rechten voor Europese producties, of op bijzondere economische omstandigheden, zoals opstartproblemen van programmakanalen. Het Commissariaat verwijst hierbij naar artikel 5 van de Beleidsregel programmaquota 2019. Onder bijzondere economische omstandigheden worden overigens niet verstaan eventuele verliezen of winsten van een commerciële media-instelling.

15. CEE Thematics B.V. heeft bij de aanvraag tot ontheffing aangegeven dat de programmakanalen themakanalen zijn, elk gericht op een specifieke (leeftijds-) doelgroep met een specifiek programma-aanbod. Op dit moment is de thematische inhoud van de kanalen grotendeels gebaseerd op programma-aanbod van

Amerikaanse studio’s. Het Commissariaat is van oordeel dat CEE Thematics B.V.

voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat voor de programmakanalen op dit moment vooralsnog weinig Europese producties voorhanden zijn dan wel niet voldoende rechten kunnen worden verkregen. Het Commissariaat neemt in aanmerking dat de programmakanalen beschouwd kunnen worden als nieuwe programmakanalen gelet op het feit dat deze voor het eerst onder een Nederlandse toestemming zullen worden verzorgd. Aldus is volgens het Commissariaat sprake van een bijzonder geval als bedoeld in artikel 3.20, tweede lid, van de Mediawet 2008 en artikel 5 van de Beleidsregel programmaquota 2019 die een gedeeltelijke ontheffing rechtvaardigt.

16. Het Commissariaat merkt echter op dat – in tegenstelling tot de door CEE Thematics B.V. verzochte ontheffing waarbij het percentage voor een periode van drie jaar op 10% wordt gesteld – CEE Thematics B.V. in deze periode er naar dient te streven het percentage Europese producties te vergroten. Het Commissariaat neemt nadrukkelijk in aanmerking dat het huidig aandeel Europese producties op de programmakanalen door CEE Thematics B.V. niet kan worden bevestigd.

17. Gelet op voorgaande, acht het Commissariaat het mogelijk dat het aandeel Europese producties op de programmakanalen de komende jaren kan groeien. Dit zal enige tijd vergen. Daarom verleent het Commissariaat voor de programmakanalen, tijdelijk gedeeltelijke ontheffing van het verplichte percentage Europese producties voor de periode van 2021 tot en met 2024, waarbij in die periode het percentage stapsgewijs toeneemt. Als voorwaarde geldt dat het programmaformat van de programmakanalen niet wordt gewijzigd.

18. Overeenkomstig de toelichting op artikel 5 van de Beleidsregel programmaquota 2019 stelt het Commissariaat het percentage voor de periode vanaf de start van de

verspreiding van de programmakanalen (2021) tot en met het eerste volledige

(4)

kalenderjaar (2022) vast op 10%. Voor het jaar 2023 stelt het Commissariaat het percentage op 15% vast en voor het jaar 2024 op 25%.

19. Wanneer het onmogelijk zou blijken aan de gestelde percentages met betrekking tot Europese producties te voldoen, dan kan CEE Thematics B.V. hiervoor opnieuw een – met redenen omkleed – verzoek tot ontheffing indienen. Hierbij dient CEE

Thematics B.V. aan te tonen wat de oorzaak is van het niet kunnen voldoen aan het betreffende gestelde percentage. Het Commissariaat wijst er in dit verband op dat het percentage op grond van artikel 3.20 van de Mediawet niet lager kan worden gesteld dan tien.

Oorspronkelijk Nederlands- of Friestalige producties

20. Het programma-aanbod voor een televisieprogrammakanaal dient, op grond van artikel 3.24, eerste lid, van de Mediawet 2008, voor ten minste 40 procent te bestaan uit oorspronkelijk Nederlands- of Friestalige producties. Het doel dat de wetgever heeft met deze verplichting is het stimuleren van de Nederlandse en Friese taal.

21. In bijzondere gevallen kan het Commissariaat op grond van het tweede lid van artikel 3.24 van de Mediawet 2008 een commerciële media-instelling geheel of gedeeltelijk ontheffing verlenen van het in het eerste lid van dit artikel genoemde quotum. Of er sprake is van een bijzonder geval dient door de verzoeker ten genoegen van het Commissariaat aannemelijk te worden gemaakt.

22. In artikel 10, derde lid, van de Beleidsregel programmaquota 2019 is nader uitgewerkt wat kan worden verstaan onder een bijzonder geval. Zo kan bij de beoordeling of er sprake is van een bijzonder geval onder meer worden gekeken naar de aard van het programmakanaal, de programmering, de doelgroep en het territoriale bereik van programmakanaal. Daarnaast is in artikel 10, vijfde lid, van de Beleidsregel

programmaquota 2019 bepaald dat, zolang het format van het programmakanaal niet wijzigt, het percentage oorspronkelijk Nederlands- of Friestalige producties gedurende de looptijd van de toestemming op nul kan worden gesteld wanneer een

programmakanaal nagenoeg geheel is gericht op een uitzendgebied buiten

Nederland. In de toelichting op voornoemde Beleidsregel staat aangegeven dat het Commissariaat het in een dergelijk geval niet reëel acht vast te houden aan het vereiste wettelijke percentage van 40 procent.

23. CEE Thematics B.V. heeft verklaard dat de programmakanalen niet zijn gericht op Nederland en ook niet in Nederland ongecodeerd zijn te ontvangen. Het

Commissariaat is van oordeel dat de programmakanalen zich daarmee geheel richten op een of meerdere landen buiten Nederland en verleent daarom voor deze

programmakanalen voor de duur van de toestemmingen volledige ontheffing van de verplichting ten minste 40 procent oorspronkelijk Nederlands- of Friestalige producties in het programma-aanbod op te nemen.

24. De ontheffing wordt verleend op voorwaarde dat het format van de

programmakanalen niet wijzigt en de programmakanalen zich niet (mede) op Nederland gaan richten.

25. Overzicht: programmakanalen waarvoor bij dit besluit tijdelijk gedeeltelijke ontheffing wordt verleend voor het percentage Europese producties en volledige ontheffing wordt verleend voor het percentage oorspronkelijk Nederlands- of Friestalige producties.

(5)

Volgnr. Naam programmakanaal

1 AXN Adria

2 AXN Adria SRB

3 AXN BGR

4 AXN CE Black

5 AXN CE

6 AXN CE White

7 AXN CZE

8 AXN POL BLACK

9 AXN POL

10 AXN POL WHITE

11 AXN ROM

12 AXN SPIN POL

13 AXN SPIN RA

14 SONY Movie Channel

15 SONY MAX

16 Viasat 3

17 Viasat 6

E. Openbaarmaking

26. Het Commissariaat zal de volledige tekst van dit besluit, met uitzondering van de daarin vermelde persoonsgegevens en vertrouwelijke bedrijfsgegevens, openbaar maken door publicatie op zijn website. De publicatie vindt plaats veertien dagen nadat het besluit op de in artikel 3:41 van de Algemene wet bestuursrecht voorgeschreven wijze is bekendgemaakt.1 Het Commissariaat ziet daartoe geen belemmering op grond van artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur.

F. Besluit

27. Op grond van het voorgaande besluit het Commissariaat als volgt:

I. het Commissariaat besluit CEE Thematics B.V. voor de programmakanalen als vermeld in het overzicht in randnummer 25 tijdelijk gedeeltelijk ontheffing te verlenen van het bepaalde in artikel 3.20, eerste lid, van de Mediawet 2008 en stelt het percentage Europese producties voor deze programmakanalen vast op 10 procent voor de jaren 2021 en 2022, 15 procent voor het jaar 2023 en 25 procent voor het jaar 2024. Als voorwaarde geldt dat het programmaformat van de programmakanalen niet wordt gewijzigd;

II. het Commissariaat besluit CEE Thematics B.V. voor de programmakanalen als vermeld in het overzicht in randnummer 25 volledige ontheffing te verlenen van het bepaalde in artikel 3.24, eerste lid, van de Mediawet 2008 en stelt het percentage oorspronkelijk Nederlands- of Friestalige producties voor deze programmakanalen vast op 0 (nul) procent voor de duur van de verleende toestemmingen voor het verzorgen van de programmakanalen. Als voorwaarde geldt dat het programmaformat van de programmakanalen niet wordt gewijzigd en de programmakanalen zich niet (mede) op Nederland gaan richten;

1 dat wil zeggen door toezending aan de belanghebbende.

(6)

III. het Commissariaat maakt de volledige tekst van dit besluit, veertien dagen na de voorgeschreven bekendmaking daarvan, met uitzondering van de daarin

vermelde persoonsgegevens en vertrouwelijke bedrijfsgegevens, openbaar door publicatie op zijn website.

Hilversum, 15 september 2021

Hoogachtend,

COMMISSARIAAT VOOR DE MEDIA,

mr. Jasmin van Eenenaam Practice Lead Markttoegang

Belanghebbenden die zich met dit besluit niet kunnen verenigen, kunnen op grond van de Algemene wet bestuursrecht binnen zes weken na de dag waarop dit besluit is bekendgemaakt bezwaar maken bij het Commissariaat voor de Media, postbus 1426, 1200 BK te Hilversum.

(7)

Bijlage: Overige relevante juridische bepalingen

Artikel 8 van de Wet openbaarheid van bestuur

1. Het bestuursorgaan dat het rechtstreeks aangaat, verschaft uit eigen beweging informatie over het beleid, de voorbereiding en de uitvoering daaronder begrepen, zodra dat in het belang is van een goede en democratische bestuursvoering.

2. Het bestuursorgaan draagt er zorg voor dat de informatie wordt verschaft in begrijpelijke vorm, op zodanige wijze, dat belanghebbende en belangstellende burgers zoveel mogelijk worden bereikt en op zodanige tijdstippen, dat deze hun inzichten tijdig ter kennis van het bestuursorgaan kunnen brengen.

Artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur

1. Het verstrekken van informatie ingevolge deze wet blijft achterwege voor zover dit:

(…)

c. bedrijfs- en fabricagegegevens betreft, die door natuurlijke personen of rechtspersonen vertrouwelijk aan de overheid zijn meegedeeld;

2. Het verstrekken van informatie ingevolge deze wet blijft eveneens achterwege voor zover het belang daarvan niet opweegt tegen de volgende belangen:

(…)

g. het voorkomen van onevenredige bevoordeling of benadeling van bij de

aangelegenheid betrokken natuurlijke personen of rechtspersonen dan wel derden.

Artikel 5 van de Beleidsregel programmaquota 2019

1. Ontheffingen van het percentage Europese producties, bedoeld in artikel 3.20, eerste lid, van de wet kunnen in bijzondere gevallen, ten aanzien van een bepaald

televisieprogrammakanaal gedeeltelijk worden verleend.

2. Indien naar genoegen van het Commissariaat is aangetoond dat sprake is van een bijzonder geval waarin ten aanzien van een programmakanaal niet kan worden verlangd dat direct aan het percentage Europese producties wordt voldaan, kan dit percentage lager worden vastgesteld voor een periode van drie kalenderjaren.

3. Bij de vaststelling of sprake is van een bijzonder geval bedoeld in het eerste lid van dit artikel, worden tevens de aard van het programmakanaal, de programmering, de doelgroep, het niet voldoende kunnen verkrijgen van rechten voor Europese producties en bijzondere economische omstandigheden betrokken.

4. Indien naar genoegen van het Commissariaat is aangetoond dat, gelet op de omstandigheden die in het derde lid worden genoemd, sprake is van een bijzonder geval waarin ten aanzien van een programmakanaal niet kan worden verlangd dat aan het percentage Europese producties wordt voldaan, kan het percentage genoemd in artikel 3.20, eerste lid, van de wet gedurende de looptijd van de toestemming lager worden vastgesteld, zolang het format van het programmakanaal niet wijzigt.

5. Het verzoek om ontheffing dient vooraf door de commerciële media-instelling te worden ingediend bij het Commissariaat.

Artikel 10 van de Beleidsregel programmaquota 2019

1. In bijzondere gevallen kan op grond van 2.122, derde lid en artikel 3.24, tweede lid, van de wet ten aanzien van een bepaald televisieprogrammakanaal desgevraagd en onder voorwaarden het aandeel oorspronkelijk Nederlands- of Friestalige producties lager of op nul worden vastgesteld.

2. Indien naar genoegen van het Commissariaat is aangetoond dat sprake is van een bijzonder geval waarin ten aanzien van een programmakanaal niet kan worden

(8)

verlangd dat direct aan het percentage oorspronkelijk Nederlands- of Friestalige producties wordt voldaan, kan dit percentage lager worden vastgesteld voor een periode van drie kalenderjaren.

3. Bij de vaststelling of sprake is van een bijzonder geval bedoeld in het eerste lid van dit artikel, wordt tevens gekeken naar de aard van het programmakanaal, de

programmering, de doelgroep en het territoriale bereik van het programmakanaal.

4. Indien naar genoegen van het Commissariaat is aangetoond dat, gelet op de omstandigheden die in het derde lid worden genoemd, sprake is van een bijzonder geval waarin ten aanzien van een programmakanaal niet kan worden verlangd dat aan het percentage oorspronkelijk Nederlands- of Friestalige producties wordt voldaan, kan het percentage genoemd in artikel 3.24, eerste lid, van de wet gedurende de looptijd van de toestemming lager of op nul worden vastgesteld, zolang het format van het programmakanaal niet wijzigt.

5. Wanneer een programmakanaal nagenoeg geheel is gericht op een uitzendgebied buiten Nederland kan het percentage bedoeld in artikel 3.24, eerste lid, van de wet gedurende de looptijd van de toestemming op nul worden gesteld, zolang het format van het programmakanaal niet wijzigt.

6. Het verzoek om ontheffing dient vooraf door de commerciële media-instelling te worden ingediend bij het Commissariaat.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

en “Eroxxx” volledige ontheffing te verlenen van het bepaalde in artikel 3.24, eerste lid, van de Mediawet 2008 en stelt het percentage oorspronkelijk Nederlands- of Friestalige

op grond van artikel 6.14d van de Mediawet 2008, tijdelijk – te weten van 1 januari 2021 tot 1 januari 2023 - ontheffing van de verplichting als bedoeld in artikel 6.14 van deze

Indien naar genoegen van het Commissariaat is aangetoond dat, gelet op de omstandigheden die in het derde lid worden genoemd, sprake is van een bijzonder geval waarin ten aanzien

Indien naar genoegen van het Commissariaat is aangetoond dat, gelet op de omstandigheden die in het derde lid worden genoemd, sprake is van een bijzonder geval waarin ten aanzien

Indien naar genoegen van het Commissariaat is aangetoond dat, gelet op de omstandigheden die in het derde lid worden genoemd, sprake is van een bijzonder geval waarin ten aanzien

Indien naar genoegen van het Commissariaat is aangetoond dat, gelet op de omstandigheden die in het derde lid worden genoemd, sprake is van een bijzonder geval waarin ten aanzien

“REVOLT” gedeeltelijk ontheffing van het bepaalde in artikel 3.24, eerste lid, van de Mediawet 2008 te verlenen en stelt het percentage oorspronkelijk Nederlands- of

Bij besluit van 17 maart 2015 is aan Inspiration Network International B.V gedeeltelijke ontheffing verleend van het bepaalde in artikel 3.20, eerste lid, van de Mediawet 2008