Besluit
Kenmerk: 713204/730173
Betreft: verzoek om ontheffing op grond van artikel 3.20, tweede lid, van de Mediawet 2008
Besluit van het Commissariaat voor de Media (hierna: het Commissariaat) betreffende het verzoek van Inspiration Network International B.V. om ontheffing van het bepaalde in artikel 3.20, eerste lid, van de Mediawet 2008 betreffende het percentage Europese producties.
_________________________________________________________________________
A. Verloop van de procedure
1. Bij besluit van 25 november 2014, (kenmerk 634404/637411), is aan Inspiration Network International B.V, statutair gevestigd te Amsterdam en ingeschreven bij de Kamer van Koophandel onder nummer 61480231, toestemming verleend om met ingang van 25 november 2014 als commerciële media-instelling televisieomroep te verzorgen met de naam Inspiration TV.
2. Bij besluit van 17 maart 2015 (kenmerk 639566/643443) is aan Inspiration Network International B.V. volledige ontheffing verleend van het bepaalde in artikel 3.24, eerste lid, van de Mediawet 2008 betreffende het percentage oorspronkelijk Nederlands- of Friestalige producties ten aanzien van het programmakanaal Inspiration TV voor de duur van de verleende toestemmingen.
3. Bij besluit van 17 maart 2015 is aan Inspiration Network International B.V gedeeltelijke ontheffing verleend van het bepaalde in artikel 3.20, eerste lid, van de Mediawet 2008 betreffende het percentage Europese en oorspronkelijk Nederlands-of Friestalige producties ten aanzien van het programmakanaal Inspiration TV voor de periode van 2015 tot en met 2018.Het vereiste percentage Europese producties voor dit
programmakanaal is vastgesteld voor 10 % voor de jaren 2015 en 2016 en 25% voor het jaar 2018.
4. In overweging 18 van het ontheffingsbesluit is opgenomen dat na afloop van de ontheffing en indien het ook na deze periode onmogelijk zou blijken om aan de wettelijke eisen met betrekking tot Europese producties te voldoen, Inspiration Network International B.V. vervolgens opnieuw zal moeten aantonen wat de oorzaak is van het niet kunnen voldoen aan het gestelde percentage.
5. Bij brief van 25 september 2018, heeft Inspiration Network International B.V. opnieuw ontheffing verzocht van het bepaalde in artikel 3.20, eerste lid, van de Mediawet 2008.
Het gaat om ontheffing van het percentage Europese producties ten aanzien van het programmakanaal Inspiration TV voor de periode van de resterende tijd van de looptijd van de toestemming die eindigt op 25 november 2019.
B. Relevante bepalingen
6. Artikel 3.20 van de Mediawet 2008
1. Op een televisieprogrammakanaal bestaat het programma-aanbod voor ten minste vijftig procent van de duur uit Europese producties in de zin van artikel 1 van de Europese richtlijn.
2. Het Commissariaat kan in bijzondere gevallen ten aanzien van een bepaalde commerciële media-instelling tijdelijk gedeeltelijke ontheffing verlenen van het eerste lid, met dien verstande dat het percentage niet lager gesteld kan worden dan tien. Het Commissariaat kan aan een ontheffing voorschriften verbinden.
7. Artikel 5 Beleidsregel programmaquota 2019
Voorts verwijst het Commissariaat naar zijn Beleidsregel van 26 februari 2019 over Europees, onafhankelijk, recent, Nederlandstalig of Friestalig programma-aanbod en oorspronkelijk Nederlandstalig of Friestalige programma-aanbod dat voorzien is van ondertiteling ten behoeve van mensen met een auditieve beperking (hierna:
Beleidsregel programmaquota 2019). Voor de overige relevante juridische bepalingen wordt verwezen naar de bijlage bij dit besluit.
C. Ontheffingsverzoek
Europese producties
8. Inspiration Network International B.V. verzoekt het Commissariaat voor het
programmakanaal Inspiration TV het percentage Europese producties te bepalen op 25 procent. Inspiration Network International B.V. voert daarvoor de volgende gronden aan.
9. Inspiration Network International B.V. wijst op overweging 18 van het besluit van 17 maart 2015 (kenmerk 639566/643443) waarin wordt aangegeven dat, indien na afloop van de ontheffing het onmogelijk zou blijken aan de wettelijke eisen met betrekking tot Europese producties te voldoen, hiervoor opnieuw -een met redenen omkleed- verzoek tot ontheffing ingediend kan worden.
10. Inspiration Network International B.V. vraagt de ontheffing tijdelijk voor de resterende duur van de onderhavige toestemming die eindigt op 25 november 2019. Hiermee is de ontheffing die zij aanvraagt per definitie van tijdelijke aard.
11. Inspiration Network International B.V. meent dat er in haar geval sprake is van een bijzonder geval zoals bedoeld in artikel 5 van de beleidsregel programmaquota 2019.
Ten eerste omdat zij gericht is op verspreiding van de Christelijke boodschap. Er is gebleken dat er onvoldoende Europese producties beschikbaar zijn die specifiek gericht zijn op de Christelijke boodschap. Daarnaast stelt Inspiration Network International B.V. dat er geen levensvatbare businesscase kan worden gerealiseerd als het vereiste percentage Europese producties op 50 procent wordt gesteld; zij is niet in staat gebleken voldoende Europese producties te verkrijgen die voldoen aan de specifieke inhoud. Inspiration Network International B.V. geeft aan dat zij de afgelopen jaren, om aan het vereiste percentage te voldoen, lukraak programma’s is gaan aankopen om aan de eisen te voldoen; terwijl dit ten koste ging van de specifieke boodschap die het programmakanaal verkondigt waardoor zij nu te kampen hebben met dalende kijkcijfers. Tevens wordt regelmatig een productie herhaald. De grens lijkt bij 25 % te zijn bereikt.
D. Overwegingen
Europese producties
12. Het programma-aanbod voor een televisieprogrammakanaal dient, op grond van artikel 3.20, eerste lid, van de Mediawet 2008, voor ten minste 50 procent van de duur te bestaan uit Europese producties in de zin van artikel 1 van de Europese richtlijn.
13. In bijzondere gevallen kan het Commissariaat op grond van het tweede lid van
voornoemd artikel ten aanzien van een bepaalde commerciële media-instelling tijdelijk gedeeltelijk ontheffing verlenen van bovengenoemd quotum met dien verstande dat het percentage niet lager gesteld kan worden dan tien.
14. Van een bijzonder geval is op grond van artikel 5 van de Beleidsregel
programmaquota 2019 sprake indien dat naar het genoegen van het Commissariaat is aangetoond. Van een bijzonder geval kan sprake zijn als de aard van het
programmakanaal, de programmering, de doelgroep, het niet voldoende kunnen verkrijgen van rechten voor Europese producties en bijzondere economische omstandigheden daartoe aanleiding geeft.
15. Het Commissariaat is van oordeel dat Inspiration Network International B.V.
voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat het voor haar in ieder geval op dit moment niet mogelijk is gebleken om voldoende rechten voor Europese producties te
verkrijgen. Daarbij neemt het Commissariaat nadrukkelijk in aanmerking dat
Inspiration Network International B.V aangeeft dat het om een tijdelijke ontheffing gaat voor de duur van de huidige toestemming, die eindigt op 25 november 2019.
16. Gelet op de aard van het programmakanaal dat zich specifiek richt op een Christelijk en Engelssprekende het niet voldoende kunnen verkrijgen van rechten voor Europese producties is naar genoegen van het Commissariaat aangetoond dat sprake is van een bijzonder geval waarin ten aanzien waarvan tot het einde van de huidige toestemming niet kan worden verlangd dat aan het percentage van 50 % Europese producties wordt voldaan.
17. Aldus is volgens het Commissariaat sprake van een bijzondere omstandigheid als bedoeld in artikel 3.20, tweede lid, van de Mediawet 2008 en artikel 5 van de Beleidsregel programmaquota 2019 die een tijdelijk gedeeltelijke ontheffing rechtvaardigt.
18. Het Commissariaat verleent daarom gedeeltelijke ontheffing van het bepaalde in artikel 3.20, eerste lid, van de Mediawet 2008 voor de programmakanaal Inspiration TV voor de periode van 1 januari 2019 tot 25 november 2019. Het Commissariaat stelt het percentage Europese producties voor die periode vast op 25 procent.
Openbaarmaking
19. Het Commissariaat zal de volledige tekst van dit besluit, met uitzondering van de daarin vermelde persoonsgegevens en vertrouwelijke bedrijfsgegevens, openbaar maken door publicatie op zijn website. De publicatie vindt plaats veertien dagen nadat het besluit op de in artikel 3:41 van de Algemene wet bestuursrecht voorgeschreven wijze is bekendgemaakt1. Het Commissariaat ziet daartoe geen belemmering op grond van artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur.
F. Besluit
20. Op grond van het voorgaande besluit het Commissariaat als volgt:
I. het Commissariaat besluit Inspiration Network International B.V. voor het programmakanaal Inspiration TV gedeeltelijke ontheffing van het bepaalde in artikel 3.20, eerste lid, van de Mediawet 2008 te verlenen en stelt het
percentage Europese producties voor dit programmakanaal tot 25 november 2019 vast op 25 procent. Als voorwaarde geldt dat het programmaformat van het programmakanaal niet wordt gewijzigd;
II. het Commissariaat maakt de volledige tekst van dit besluit, veertien dagen na de voorgeschreven bekendmaking daarvan, met uitzondering van de daarin
vermelde persoonsgegevens en vertrouwelijke bedrijfsgegevens, openbaar door publicatie op zijn website.
Hilversum, 31 oktober 2019
Hoogachtend,
COMMISSARIAAT VOOR DE MEDIA,
Michiel Lugt
waarnemend afdelingsmanager Onderzoek & Toegang
Belanghebbenden die zich met dit besluit niet kunnen verenigen, kunnen op grond van de Algemene wet bestuursrecht binnen zes weken na de dag waarop dit besluit is bekendgemaakt bezwaar maken bij het Commissariaat voor de Media, postbus 1426, 1200 BK te Hilversum.
1 dat wil zeggen door toezending aan de belanghebbende.
Bijlage: Overige relevante juridische bepalingen
Artikel 8 van de Wet openbaarheid van bestuur
1. Het bestuursorgaan dat het rechtstreeks aangaat, verschaft uit eigen beweging informatie over het beleid, de voorbereiding en de uitvoering daaronder begrepen, zodra dat
in het belang is van een goede en democratische bestuursvoering.
2. Het bestuursorgaan draagt er zorg voor dat de informatie wordt verschaft in begrijpelijke vorm, op zodanige wijze, dat belanghebbende en belangstellende burgers zoveel mogelijk
worden bereikt en op zodanige tijdstippen, dat deze hun inzichten tijdig ter kennis van het
bestuursorgaan kunnen brengen.
Artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur
1. Het verstrekken van informatie ingevolge deze wet blijft achterwege voor zover dit:
(…)
c. bedrijfs- en fabricagegegevens betreft, die door natuurlijke personen of rechtspersonen vertrouwelijk aan de overheid zijn meegedeeld;
2. Het verstrekken van informatie ingevolge deze wet blijft eveneens achterwege voor zover het belang daarvan niet opweegt tegen de volgende belangen:
(…)
g. het voorkomen van onevenredige bevoordeling of benadeling van bij de
aangelegenheid betrokken natuurlijke personen of rechtspersonen dan wel derden.
