• No results found

IJkingstoets burgerlijk ingenieur-architect augustus 2019: algemene feedback

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "IJkingstoets burgerlijk ingenieur-architect augustus 2019: algemene feedback"

Copied!
17
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

IJkingstoets burgerlijk ingenieur-architect augustus 2019: algemene feedback

De ijkingstoets burgerlijk ingenieur: architect bestond uit drie delen

• het deel ‘Basisvaardigheden Wiskunde’, de eerste 10 vragen van de toets (gescoord op 10),

• het volledige deel wiskunde (inclusief ‘Basisvaardigheden Wiskunde’), de eerste 25 vragen van de toets (gescoord op 20),

• het deel ruimtelijk inzicht, de laatste 6 vragen van de toets (gescoord op 10).

In de feedback-mail kreeg je een aparte score voor elk van deze delen.

In totaal namen 130 aspirant-studenten deel aan de ijkingstoets burgerlijk ingenieur: architect aan de VUB, KU Leuven en UGent.

Basisvaardigheden Wiskunde

De gemiddelde score op het deel ‘Basisvaardigheden Wiskunde’ was 4,9/10. 58% van de 130 deelnemers was geslaagd op dit deel. Indien je score voor dit deel lager ligt dan 5/10, raden we je aan grondig over je studiekeuze te reflecteren en advies in te winnen bij de universiteit waar je de studies wenst aan te vatten.

Volledige deel wiskunde

Dit deel bestaat uit 25 vragen die samen het verwachte instapniveau van wiskundevaardigheden aangeven. De gemiddelde score op het geheel van de wiskunde was 6,7/20. 29% van de 130 deelnemers was geslaagd op dit deel. De figuur hieronder toont de verdeling van de scores van de 130 deelnemers. Deze figuur laat je toe om je te positioneren ten opzichte van de andere deelnemers.

Verdeling van de scores over de verschillende deelnemers van het deel wiskunde (vraag 1-25)

Als je score voor de totaliteit van de wiskundevragen lager ligt dan 10/20 zal je zeker een bijkomende inspanning moeten doen om bepaalde aspecten bij te spijkeren. We raden je in dat geval aan een voortraject (zomercursus, indien nog mogelijk) of begeleidingstraject wiskunde te volgen, aangeboden door de universiteit waar je wenst te studeren.

Ruimtelijk Inzicht

Dit deel bestaat uit 6 vragen die toelaten je niveau van ruimtelijk inzicht te meten. De gemiddelde score op het deel ‘Ruimtelijk Inzicht’ was 8,5/10. 88% van de 130 deelnemers was geslaagd op dit deel. Ruimtelijk inzicht is

(2)

Juiste antwoorden en statistieken per vraag

Hieronder staan de vragen, met telkens het juiste antwoord, het percentage dat deze vraag juist heeft beantwoord en het percentage dat deze vraag heeft blanco gelaten.

Basisvaardigheden wiskunde

Oefening 1

In een wielerwedstrijd fietst een kopgroep de laatste 5 km met een gemiddelde snelheid van 50 km/uur. Wanneer de kopgroep zich op 5 km van de eindmeet bevindt, heeft het peloton 200 m achterstand. Het peloton haalt de kopgroep net op de eindmeet in. Met welke gemiddelde snelheid heeft het peloton dit laatste stuk van 5,2 km gereden?

(A) 51 km/uur (B) 52 km/uur (C) 54 km/uur (D) 56 km/uur

Oplossing: B

juist beantwoord: 91 % blanco: 1 %

Oefening 2

Gegeven de driedimensionale ruimte met een cartesiaans assenstelsel yz en de punten P(1, 2, 3) en Q(4, 4, 4).

De parametervoorstelling

= 1 + 3k y = 2 + 2k

z = 3 + k

beschrijft het lijnstuk [PQ] als en slechts als de parameter k voldoet aan één van onderstaande voorwaarden.

Welke?

(A) k = 1 (B) k < 1 (C) k > 1 (D) k ∈ [0, 1]

Oplossing: D

juist beantwoord: 53 % blanco: 12 %

Oefening 3

Bepaal Z

π 2

0

€sin2(5) + cos2(5)Šd .

(A) π

10 (B)

π

2 (C) 2

25 (D) 2

Oplossing: B

juist beantwoord: 58 % blanco: 25 %

(3)

Oefening 4

Bereken volgende limiet: L = lim

→+∞

e

3+ 9.

(A) L = 0 (B) L = 1 (C) L = +∞ (D) Deze limiet is onbepaald.

Oplossing: C

juist beantwoord: 42 % blanco: 20 %

Oefening 5

Gegeven de functie ƒ :R → R :  7→ ƒ () = sin2(2). Bepaal de afgeleide ƒ0

‚p π 2

Π.

(A) ƒ0

‚pπ 2

Œ

=p

(B) ƒ0

‚pπ 2

Œ

=pπ (C) ƒ0

‚pπ 2

Œ

=1

2 (D) ƒ0

‚pπ 2

Œ

= 1

Oplossing: B

juist beantwoord: 51 % blanco: 11 %

Oefening 6

Zij ƒ :R → R een functie waarvoor geldt dat ƒ (2+ 4) = ƒ (2− 4) voor alle  ∈R. Wat kan je besluiten over de functiewaarde ƒ (−2)?

1. ƒ (−2) = ƒ (0) 2. ƒ (−2) = ƒ (2) 3. ƒ (−2) = ƒ (4) 4. ƒ (−2) = ƒ (6)

Oplossing: D

juist beantwoord: 38 % blanco: 22 %

(4)

Oefening 7

Welke van onderstaande figuren kan de grafiek voorstellen van de functie ƒ : A ⊂R → R :  7→ ƒ () = ln(−)?

(A)

0

y (B)

0

y

(C)

0

y (D)

0

y

Oplossing: B

juist beantwoord: 62 % blanco: 12 %

Oefening 8

Gegeven de functie ƒ :R → R :  7→ ƒ () = ( − 1)( + 1)(4+ 3+ 2+  + 1). Bepaal de afgeleide ƒ0(0) . (A) ƒ0(0) = −1 (B) ƒ0(0) = 0 (C) ƒ0(0) = 1 (D) ƒ0(0) = 4

Oplossing: A

juist beantwoord: 77 % blanco: 2 %

Oefening 9

Zij , b, c en d reële parameters en beschouw de matrixproducten

P1=

‚ b c d

Œ ‚1 0 0 0

Œ

en P2=

‚1 0 0 0

Œ ‚ b c d

Π.

Welke van onderstaande beweringen is waar?

1. Voor alle waarden van de parameters , b, c en d is P1= P2.

2. Er bestaan geen waarden van de parameters , b, c en d waarvoor P1= P2. 3. P1= P2als en slechts als  = b = c = d = 0.

4. P1= P2als en slechts als b = c = 0.

Oplossing: D

juist beantwoord: 52 %

(5)

Oefening 10

Gegeven de functie ƒ : R → R :  7→ ƒ () = 3+ 1 en haar inverse functie g. Welke van volgende uitspraken is geldig?

1. g(0) = −1 2. g(0) = 0 3. g(0) = 1

4. De functie g is niet gedefinieerd in 0.

Oplossing: A

juist beantwoord: 58 % blanco: 5 %

(6)

Uitbreiding wiskunde

Oefening 11

De oplossing van de vergelijking 3z = (2 + )z + 2 is het complex getal z =  + b (2= −1, , b ∈R). Bepaal b.

(A) b = −2 (B) b = −1 (C) b = 0 (D) b = 1

Oplossing: D

juist beantwoord: 44 % blanco: 39 %

Oefening 12

Een bedrijf produceert exclusieve handgemaakte hoofdtelefoons. Het bedrijf bezit een patent op het ontwerp en heeft daardoor het monopolie op de productie en de verkoop. De totale kost voor het bedrijf om q stuks te produceren en op de markt aan te bieden bedraagt 200q + 18000 euro. Als het bedrijf een verkoopprijs van p euro per stuk vraagt, zal de markt 2400 − 2p stuks kopen. Het bedrijf wil zijn winst (= opbrengst − kosten) maximaliseren. Welke verkoopprijs per stuk moet het bedrijf daartoe vragen?

(A) 700 euro (B) 740 euro (C) 780 euro (D) 820 euro

Oplossing: A

juist beantwoord: 52 % blanco: 35 %

Oefening 13

Noteer met A de verzameling van alle  ∈R waarvoor de vergelijkingÆ2+ 1 = 2+1

2 minstens één reële oplos- sing voor  heeft. Bepaal A.

1. A =

™

−∞, − p2

2

™

–p 2 2

,+∞

–

2. A =

–

p2

2 ,

p2 2

™

3. A =

–p 2 2

,+∞

–

4. A = ]0, +∞[

Oplossing: A

juist beantwoord: 48 % blanco: 32 %

(7)

Oefening 14

Twee lampen staan op een afstand van 70 cm van elkaar. De lampen mogen gezien worden als puntbronnen.

Evenwijdig aan de verbindingslijn van die lampen staat een groot scherm. De afstand tussen de verbindingslijn van de lampen en het scherm bedraagt 250 cm. Een klein object bevindt zich tussen het scherm en de verbindingslijn van de twee lampen. Op het scherm vormen zich ten gevolge van de twee lampen ook twee schaduwen van dit object. De middelpunten van beide schaduwen bevinden zich op een afstand van 130 cm van elkaar. Als de afstand van dat object tot dat scherm  bedraagt, wat kun je dan besluiten over ?

1. 130 cm ≤  < 140 cm 2. 140 cm ≤  < 150 cm 3. 150 cm ≤  < 160 cm 4. 160 cm ≤  < 170 cm

Oplossing: D

juist beantwoord: 28 % blanco: 55 %

Oefening 15

De figuur toont een ronde emmer met volgende afmetingen: 20 cm diameter bovenaan, 14 cm diameter onderaan en hoogte 25 cm. Noem  de totale inhoud van deze emmer, uitgedrukt in liter. Tot welk van onderstaande intervallen behoort

?

(A) [5, 6[ (B) [6, 7[ (C) [7, 8[ (D) [8, 9[

Oplossing: A

juist beantwoord: 32 % blanco: 29 %

20 cm

14 cm

25 cm

(8)

Oefening 16

Onderstaande figuur toont de gelijkzijdige driehoek PQR die is opgebouwd uit 25 identieke gelijkzijdige driehoeken.

In driehoek PQR staat in het grijs de driehoek ABC getekend. Bepaal de verhouding oppervlakte driehoek ABC oppervlakte driehoek PQR.

P R

Q

A B

C

(A) 2

5 (B) 5

11 (C) 7

15 (D) 12

25

Oplossing: A

juist beantwoord: 75 % blanco: 8 %

Oefening 17

Beschouw de driedimensionale ruimte met een cartesiaans assenstelsel yz en de rechte r beschreven door het stelsel vergelijkingen:

¨ + z = 3 y + z = 0

Welke van de volgende uitspraken is geldig?

1. Alle punten die voldoen aan de vergelijking  − y = 3 behoren tot de rechte r.

2. Alle punten van de rechte r voldoen aan y2+ z2= 2( − 3)2. 3. De rechte r bevat juist één punt dat voldoet aan  − y = 3 .

4. De rechte r bevat juist één punt dat voldoet aan y2+ z2= 2( − 3)2.

Oplossing: B

juist beantwoord: 23 % blanco: 28 %

(9)

Oefening 18

Beschouw het vlak met een cartesiaans assenstelsel y met de vector ~. De vector ~ heeft een lengte 5 en maakt een hoek θ met de positieve y-as, met cos θ = 3

5 en sin θ < 0. Hoeken in tegenwijzerzin worden positief genomen.

Wat is de -coördinaat van de vector ~?

(A) −4 (B) −3 (C) 3 (D) 4

Oplossing: D

juist beantwoord: 17 % blanco: 28 %

Oefening 19

Beschouw de vierkantsvergelijking in : 2+ 2 − 4α2− 4α = 0 met α > 0 een parameter. Noem 1de grootste en 2de kleinste wortel van deze vierkantsvergelijking en beschouw de functie ƒ :R+0R met ƒ (α) = 1

2. Bepaal een primitieve van ƒ .

(A) −α − ln(α + 1) (B) −α − ln(α) (C) −α + ln(α) (D) −α + ln(α + 1)

Oplossing: D

juist beantwoord: 8 % blanco: 82 %

Oefening 20

De rij (0, 1, 2,· · · ) wordt recursief gedefinieerd als volgt: 0= 1, en n+1= n+

n X

=0

voor alle n ∈N. Als je weet dat 98≈ 6,6 · 1040en 99≈ 17,3 · 1040, welke van de volgende waarden is dan de beste benadering van

100?

(A) 40 · 1040 (B) 42 · 1040 (C) 45 · 1040 (D) 47 · 1040

Oplossing: C

juist beantwoord: 30 % blanco: 47 %

(10)

Oefening 21

Gegeven is de functie ƒ :R → R. De grafiek die het verband weergeeft tussen  en ln(ƒ ()) is gegeven in onder- staande figuur.

−1

−2

−3

−4

−5

0 1 2 3 4

ln(ƒ ())

Bepaal de afgeleide ƒ0(2).

(A) ƒ0(2) = −1

2e (B) ƒ0(2) = −1

2e2 (C) ƒ0(2) = −1

2e3 (D) ƒ0(2) = −1 2e4

Oplossing: D

juist beantwoord: 37 % blanco: 44 %

Oefening 22

Indien ( − 1)2+ (y − 3)2= 2, wat is dan de maximale waarde van  + y?

(A) 4 −p

2 (B) 4 +p

2 (C) 6 (D) 4 + 2p

2

Oplossing: C

juist beantwoord: 25 % blanco: 35 %

Oefening 23

In een cirkel zijn [AB] en [CD] twee evenwijdige koorden met lengtes 8 en 12. De afstand tussen AB en CD is 1.

Hoeveel bedraagt de oppervlakte van die cirkel?

(A) 503π

4 (B) 505π

4 (C) 507π

4 (D) 509π

4

Oplossing: B

juist beantwoord: 18 % blanco: 73 %

(11)

Oefening 24

In de wachtzaal zitten vier patiënten. De doktersassistent haalt de identiteitskaart van elk van hen op en nadat hij de nodige gegevens heeft ingebracht in de computer geeft hij in een willekeurige volgorde aan elke patiënt een identiteitskaart terug. Hoe groot is de kans dat geen enkele patiënt zijn of haar eigen identiteitskaart terugkrijgt?

(A) 1

4 (B) 3

8 (C) 5

12 (D) 2

3

Oplossing: B

juist beantwoord: 20 % blanco: 24 %

Oefening 25

In een cilindervormige buis plant zich een drukgolf voort. De druk p(, t) op plaats  in de buis en tijdstip t kan beschreven worden als p(, t) = p0+ ƒ ( − t). In deze uitdrukking is ƒ een reële functie met juist één maximum.

De druk p0= 1013 hPa en de geluidssnelheid  = 340 m/s zijn constant.

Op tijdstip t = 0 s is de druk in de buis maximaal op positie  = 100 cm. Op welke positie is de druk maximaal op tijdstip t = 0,001 s?

(A)  = 66 cm (B)  = 87 cm (C)  = 113 cm (D)  = 134 cm

Oplossing: D

juist beantwoord: 30 % blanco: 48 %

(12)

Ruimtelijk inzicht Oefening 26

Deze vraag vormt één geheel met vraag 27 en vraag 28.

In een ruimte met drie openingen staat een figuur opgesteld die bestaat uit twee driehoekige piramides. Som- mige vlakken zijn zwart, de andere wit. Kies uit de onderstaande alternatieven die drie zichten die tegelijk door de openingen gezien kunnen worden als hieronder het bovenaanzicht gegeven is?

Hieronder kies je zicht 1.

(A) (B)

(C) (D)

Oplossing: D

juist beantwoord: 82 % blanco: 2 %

(13)

Oefening 27

Deze vraag vormt één geheel met vraag 26 en vraag 28.

In vraag 26 werd het bovenaanzicht van een ruimte geschetst en werd de context van de vraag uitgelegd.

Hieronder kies je zicht 2.

(A) (B)

(C) (D)

Oplossing: C

juist beantwoord: 91 % blanco: 2 %

(14)

Oefening 28

Deze vraag vormt één geheel met vraag 26 en vraag 27.

In vraag 26 werd het bovenaanzicht van een ruimte geschetst en werd de context van de vraag uitgelegd.

Hieronder kies je zicht 3.

(A) (B)

(C) (D)

Oplossing: D

juist beantwoord: 88 % blanco: 2 %

(15)

Oefening 29

Deze vraag vormt één geheel met vraag 30 en vraag 31.

In een ruimte met drie openingen staat een figuur opgesteld die bestaat uit twee afgeknotte piramides. Som- mige vlakken zijn zwart, de andere wit. Kies uit de onderstaande alternatieven die drie zichten die tegelijk door de openingen gezien kunnen worden als hieronder het bovenaanzicht gegeven is?

Hieronder kies je zicht 1.

(A) (B)

(C) (D)

Oplossing: B

juist beantwoord: 85 % blanco: 2 %

(16)

Oefening 30

Deze vraag vormt één geheel met vraag 29 en vraag 31.

In vraag 29 werd het bovenaanzicht van een ruimte geschetst en werd de context van de vraag uitgelegd.

Hieronder kies je zicht 2.

(A) (B)

(C) (D)

Oplossing: A

juist beantwoord: 92 % blanco: 2 %

(17)

Oefening 31

Deze vraag vormt één geheel met vraag 29 en vraag 30.

In vraag 29 werd het bovenaanzicht van een ruimte geschetst en werd de context van de vraag uitgelegd.

Hieronder kies je zicht 3.

(A) (B)

(C) (D)

Oplossing: C

juist beantwoord: 88 % blanco: 2 %

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Is er het laatste jaar op uw huisartsspreekuur een verandering in de complexiteit van de psychische klachten die door patiënten aan u worden gepresenteerd?. (Type vraag: Meerkeuze,

Essentie: Niet kan worden gezegd dat de door ap- pellante ingebrachte stukken van de behandelaars naar hun aard niet geschikt zijn om twijfel te zaaien aan de in de rapporten van

vulstof: E965, inuline, glucosestroop, rijstmeel, zout, aroma’s, emulgator: raapzaadlecithine, TARWEZETMEEL, rijsmiddel: E450/E500/E503, 0,1% kaneel, SCHARRELEI,

fruitpuree (braam, rode bes, framboos), TARWEZEMELEN, dextrose, HAVERMEEL, geleermiddel: pectinen, 0,1% fruitconcentraat (framboos, rode bes), voedingszuur:

Er wordt voor een eerste plek gekeken naar de plek die op de 3d tekeningen te zien is, dit moet nog verder uitgewerkt worden.. Mag je zelf bepalen welke woonark je daar neer legt of

Na het besluit van de raad om het plan vrij te geven voor de inspraak, heeft het plan vanaf 9 mei 2008 gedurende 6 weken ten behoeve van de inspraak ter inzage gelegen..

Overtredingen met als basisboete een percentage van de betrokken omzet Deze systematiek wordt toegepast op de boetebepaling bij overtredingen van het kartelverbod van artikel 6 van

Op deze manier kunnen we niet alle bezuinigingen in beeld brengen maar het geeft wel een goed beeld van de verdeling van de bezuinigingen. Het overzicht sluit ook goed aan bij