Oefentoets 2
1.
Halvarine bestaat uit water en vet.
Bereken uit de gegevens hieronder het percentage vet in halvarine. Rond je antwoord op de juiste wijze af.
C CCC
Leeg schaaltje: 31,06 g
Schaaltje met zand: 54,89 g
Schaaltje met zand en halvarine: 72,04 g
Na verdampen: 63,65 g
2.
3.
a. De prijs van koper stijgt in een week van € 15,00 tot € 17,20. Hoeveel % bedraagt de prijsstijging?
b. De prijs van zoutzuur was € 3,40 en is met 15% gedaald. Welke factor gebruik je?
Bereken de nieuwe prijs.
c. . De prijs van zoutzuur is na een prijsdaling van 23 % € 2,80. Welke factor gebruik je?
Bereken de oude prijs.
0 5 10 15 20 25 30
0 2 4 6 8 10 12
dikte schuimkraag (mm)
tijd (minuten)
( )
Hiernaast zie je hoe de dikte van een schuimlaag op bier afneemt.
Bepaal de begindikte en de halveringstijd.
Bereken de dikte van de schuimlaag na 32 minuten.
4. Iemand heeft €1500,00 op de bank en krijgt 2,1% rente per jaar.
Bereken hoeveel geld hij heeft na 12 jaar.
5.
Iemand meet de concentratie van een HCl-oplossing: 0,0249 g/liter Uit de duplo komt 0,0251 g/liter
Bereken de onderlinge procentuele afwijking. (rond je antwoord op de juiste wijze af)