• No results found

Vraag nr. 96 van 21 november 2002 van de heer JAN VERFAILLIE

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 96 van 21 november 2002 van de heer JAN VERFAILLIE"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 96

van 21 november 2002

van de heer JAN VERFAILLIE Haven Zeebrugge – Ontsluiting

Een verbeterde verbinding met het hinterland via het spoor-, w e g e n-, waterwegennet is zeer belang-rijk voor de verdere ontwikkeling van de Zeebrug-se haven in de toekomst.

Het wegvervoer is een heel belangrijke transport-modus voor de goederentrafiek van en naar de haven van Zeebrugge. Deze trafiek zorgt voor ern-stige verkeersproblemen op de N31 in Brugge en op het traject van en naar de aansluiting op de N 4 9 . De verkeersveiligheid en de leefbaarheid komen in het gedrang, alsook de bereikbaarheid van de haven.

De bereikbaarheid van de haven van Zeebrugge is zowel via het spoor als via de binnenscheepvaart o n v o l d o e n d e, waardoor er een overmatige trafiek via het wegverkeer ontstaat.

De volledige realisatie van het verdiepingspro-gramma voor getij-ongebonden vaart tot 46 voet is noodzakelijk voor een verbeterde maritieme toe-gang voor containervaart.

De provincieraad van We s t-Vlaanderen heeft op 17 oktober 2002 een motie unaniem goedgekeurd over de ontsluiting van de haven van Zeebrugge. 1. Bestaat de mogelijkheid om de geplande

ont-sluiting van de haven van Zeebrugge via de weg (wegwerken kruispunten op de N31, o m v o r m e n van de N49 tot autosnelweg, de aanleg van de geplande AX tussen de N31 en de N49, o m v o r-men van de N44 tussen de E40 en de N49 tot een volwaardige primaire I-weg) versneld uit te voeren?

2. Zijn er al initiatieven genomen om getij-o n g e-bonden vaart tot 46 voet diepgang mogelijk te maken?

3. Zijn er initiatieven genomen om dringend de ontsluiting via de estuaire vaart en de binnen-scheepvaart infrastructureel te optimaliseren en hiervoor de nodige middelen vrij te maken? 4. Wordt er bij de federale overheid aangedrongen

om op korte termijn de modernisering en de uitbreiding van het vormingsstation Zeebrugge en de aanleg van de spoorbocht aan de vertak-king Ter Doest te realiseren, en om op

middel-lange termijn voor een grotere ontsluitingscapa-citeit via het spoor te zorgen?

Antwoord

De Vlaamse overheid schenkt reeds geruime tijd aandacht aan de ontsluitingsproblematiek van de haven van Brugge-Zeebrugge.

Gemeten aan de hoeveelheid studiemateriaal is het ongetwijfeld geen eenvoudige problematiek. 1. Aansluiting haven van Zeebrugge over de weg

Ombouw van de N49 tot hoofdweg

Voor de ombouw van het vak Zelzate-We s t k a-pelle wordt momenteel een MER opgemaakt. Hieraan voorafgaand is een ontwerp-s t r e e f-beeld opgemaakt. De resultaten van de MER zijn noodzakelijk om in deze streefbeeldstudie een uiteindelijke beslissing te nemen over het al dan niet wenselijk zijn van een op- en afritten-complex op de N456 te Kaprijke. Op basis van de verkeerskundige studie was het niet mogelijk om een eenduidige keuze te maken voor het al dan niet voorzien in een op- en afrittencomplex met de N456, vermits de belde opties voor- e n nadelen hebben. De MER kan bijkomende ele-menten aanreiken om op dit vlak een definitie-ve keuze te kunnen maken. Eens hierodefinitie-ver de beslissing gevallen is, kan er een definitief streefbeeld vastgesteld worden voor de om-bouw van de N49 op het vak Zelzate-We s t k a-p e l l e. Dit alles wordt wellicht afgerond in de eerste helft van 2003. Daarna kan er worden ge-start met de opmaak van een Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan (GRUP) en met de opmaak van uitvoeringsplannen.

Ombouw van de N31 door Brugge tot een pri-maire weg 1

Na de uitvoering van een verkeerskundige en stedenbouwkundige studie loopt ook voor dit wegvak een MER-p r o c e d u r e. De resultaten hiervan worden in de eerste helft van 2003 ver-w a c h t . Daarna kan er ver-worden gestart met de op-maak van uitvoeringsplannen en GRU P ' s, d a a r waar nodig.

Aanleg van de A X , verbinding N31 Blauwe Toren te Brugge – N49 te Westkapelle

(2)

vaststelling van een definitief streefbeeld kun-nen de hieropvolgende procedures opgestart w o r d e n , waaronder de opmaak van een MER en een GRU P. Bijkomende complicatie is de opmaak van een dossier voor Europa in ver-band met het aansnijden van een Vo g e l r i c h t l i j n-g e b i e d . Deze procedures zullen waarschijnlijk tot eind 2004 lopen, waarna gestart kan worden met de opmaak van de uitvoeringsplannen. 2. De verdiepingsbaggerwerken in de Pas van het

Zand zijn in technisch opzicht een vervolg op de uitvoering van het verruimingsprogramma voor de vaart naar Antwerpen ingevolge het verdrag van 1995. Het is beleidsmatig logisch om naad-loos aansluitende op deze miljardeninvestering, voor een relatief beperkte investering van circa 11 miljoen euro, de maritieme toegankelijkheid van de haven van Zeebrugge te optimaliseren. De markante oproep van de Antwerpse haven-schepen Delwaide tijdens de hoorzittingen in deze commissie over de Langetermijnvisie S c h e l d e-e s t u a r i u m , om nu de baggerwerken voor de verruiming van de Schelde voltooid zijn ook de verdieping van de Pas van het Zand te r e a l i s e r e n , is mij bijgebleven. De realisatie van het verdiepingsprogramma voor getij-o n g e b o n-den vaart tot 46 voet, levert een mogelijke ver-beterde maritieme toegang tot de haven van Zeebrugge voor de containervaart.

De Vlaamse regering heeft op 22 november jl. (VR/2002//08.11/ DOC.1051) haar goedkeuring gehecht aan de realisatie van het verdiepings-programma van de vaargeul vanaf de Scheurpas tot de nieuwe zeesluis te Zeebrugge.

Ik ga ervan uit dat deze optimalisatie van de maritieme toegang een opportuniteit is die aan-toonbare positieve effecten moet hebben op de bedrijfsresultaten van het havenbedrijf in Zee-b r u g g e. De creatie van maatschappelijke meer-waarden door de havenbedrijven op basis van de geoptimaliseerde maritieme toegankelijk-heid is hét belangrijkste element ter verant-woording van infrastructurele meervragen van-wege de havenbedrijven. In een havenlandschap met hoge subsidiariteit en met autonome geres-ponsabiliseerde havenbedrijven is dit een kern-opdracht.

3. De maatschappelijke-impactstudie die in op-dracht van mijn voorganger door de V l a a m s e administratie uitgevoerd werd, gaf voor het eerst een inzicht en een eerste vergelijkbare in-dicatie van de maatschappelijke mogelijkheden

en beperkingen voor diverse modi en wijzen van realiseren van verbinding over de waterweg of via de zee met het hinterland. Deze studie blijft echter nog steeds louter op basis van de actueel denkbare ontsluitingsmogelijkheden vanuit het havengebied naar het hinterland en zonder het spoor.

De verwachtingen aan de aanbodzijde, z o w e l qua omvang als qua aard, bleven zeer sterk uit-e uit-e n l o p uit-e n . Zonduit-er onduit-erbouwduit-e inzichtuit-en in huit-et te verwachten aanbod en in de aard van goede-renstromen die de komende decennia zullen ge-genereerd worden in het havengebied van B r u g g e-Z e e b r u g g e, lijkt het mij onmogelijk duurzame beleidskeuzes voor de ontsluitings-problematiek te maken. Mede wegens dit feit staat de passus over strategische planning in de havengebieden ingeschreven in het Vlaams re-g e e r a k k o o r d . Ik hoop dat het stratere-gisch plan voor het havengebied Brugge-Zeebrugge hier-voor een meerwaarde zal betekenen. Ik kan de Vlaamse volksvertegenwoordiger verzekeren dat in diverse fora van het strategisch plannings-proces met alle relevante betrokkenen, o n d e r deskundige leiding van de We s t-Vlaamse pro-vinciegouverneur en met de constructieve in-breng van het havenbedrijf, hard gewerkt wordt om deze doelstelling te realiseren.

(3)

de behartigers van de ecologische functie en van de havengebonden functie beter op elkaar af te stemmen.

Een van de elementen die in het kader van het Strategisch Plan Zeebrugge moet onderzocht w o r d e n , is op welke wijze er initiatieven kunnen genomen worden om via de estuaire vaart de verbinding met het hinterland te optimaliseren, in afwachting van een eventuele verbetering voor de traditionele binnenvaart. Op korte ter-mijn biedt dit mogelijkerwijze perspectieven. Alle andere voorstellen zijn wegens de lange re-alisatietermijn en de zeer grote maatschappelij-ke impact op diverse vlakmaatschappelij-ken, op korte termijn niet haalbaar.

4. Een aandachtige lezing van het meerjareninves-teringsprogramma van de NMBS leert dat er heel wat middelen uitgetrokken zijn voor de verdere uitbouw van de spoorontsluiting van de haven van Zeebrugge. Onder meer de "Bocht van Ter Doest", de aanleg van een derde en vierde spoor tussen Brugge en Gent en de aan-leg van een derde spoor tussen Brugge en Zee-brugge zijn opgenomen, evenals een rangeersta-tion in de haven.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

The sequence of power sector reform measures in Kenya and Uganda appears to have been detrimental to the electrification of the poor, particularly in rural areas.. In both countries,

‡+RHYHUORRSWGHVRFLDDOHPRWLRQHOHRQWZLNNHOLQJYDQMRQJHQVRSGHEDVLVVFKRRO"

Op onderstaande uitsnede van een door Barthold Wicheringe in 1616 gemaakte kaart zijn niet alleen de belangrijkste in het dagboek genoemde streken, plaatsen en wateren rond de

Handleiding voor je belangrijkste interview Informatief Om te weten waar je bent en waar je naartoe gaat moet je weten waar je vandaan komt. Denk eens aan je vader of moeder

Hij is in verschillende elementen leverbaar en je kunt kiezen uit eindeloos veel kleuren en materialen... Je kunt kiezen uit een rond- , ovaal- of ellipsvormig blad in

» Het aanbestedingsbeleid van de gemeente Beuningen erop toeziet dat lokale ondernemers de mogelijkheid krijgen om mee te dingen naar opdrachten uit onze

In het laatste inspectieverslag luidt het advies van de afdeling Betonstructuren van de administratie Ondersteunende Studies en Opdrachten dat de bovenbouw dringend aan herstelling

Klopt het dat ermee gedreigd wordt om de sub- sidies in het kader van het Kustactieplan te blokkeren en eventueel terug te