• No results found

U I T G E B R E I D D A G B O E K G R O N I N G E N. van het beleg van. in 1672

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "U I T G E B R E I D D A G B O E K G R O N I N G E N. van het beleg van. in 1672"

Copied!
10
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

U I T G E B R E I D D A G B O E K van het beleg van

G R O N I N G E N

in 1672

(2)

Oorspronkelijke titel:

Wytlopiger JOURNAEL,

Van ’t gepasseerde In en omtrent de Stadt G R O N I N G E N. Geduerende het belech derselver Stadt Van de

Bisschoppen VAN CÖLN en MUNSTER, aengevangen den 9. Julii ende ge- eindicht den 21. Augusti Anno 1672. Tot Groningen, By REMBERTUS

HUYSMAN, Provincie ende Academie Boeck-Drucker Ordinaris; Anno 1672.

(verder in dit boek meestal aangeduid als [WJ])

Aangevuld met fragmenten uit:

(ANDREAS ELDERKAMP:) JOURNAEL OFTE Daaghlijckse Aanteyke-ninge van 't ghene omtrent de Belegeringe van Stadt G R O N I N G E N so buyten als binnen gepasseert is.

Gehouden gerevideert verbetert ende vermeerdert. DOOR A. E L D E R C A M P I U S, Predicant op Lutkegast. Groning. Den Vierden druck. Tot GRONINGEN Gedruckt, By GERRIT KLAESSEN, Boeck-Drucker ende Boeck-Verkooper, woonende in de graeuwe Kater, 1672.

(verder in dit boek meestal aangeduid als [AE])

En uit:

De gedenckweerdighste VOORVALLEN in en ontrent de Belegeringe der Stadt G R O N I N G E N , Door den Keurvorst van Cöln, en den Bisschop van Munster.

Belegert den 9. Julii 1672 Verlaten den 20. Augusti 1672. Versien met verscheyde

remercabele Brieven, soo van ‘t Op-eyschen der Stadt, ende der selver Antwoort, als oock andere. Mitsgaders een kort verhael van ‘t gepasseerde in Gelderlant, Uytrecht en Over- IJssel, en ‘t schandelijck overgeven van derselver Steden en Fortressen. t’Samen gestelt uyt de Schriftelijcke Aenteeckeningen van verscheyde gequalificeerde Persoonen. Noyt voor desen so gedruckt. Tot Groningen, by DOMINICUS LENS, Boeckdrucker en Verkooper in de Kromme Elleboogh / in d’Olde Sint Jacob, MDCLXXIII.

(verder in dit boek meestal aangeduid als [DgV])

En nog poëtisch toegelicht met strofen uit het lofdicht:

M A E G H D van GRONINGEN Vervattende de Oorloog in Nederland in ’t jaer 1672, en in ’t besonder de belegeringe van G R O N I N G E N . TOT GRONINGEN, By

Rembertus Huysman, Provincie ende Academie Boeck-Drucker Ordinaris; Anno 1672.

(verder in dit boek meestal aangeduid als [MvG])

(3)

U I T G E B R E I D D A G B O E K van het beleg van

G R O N I N G E N

in 1672

naar oude dagboeken hertaald, bewerkt en toegelicht door

J a n D r e w e s

en waarin ook te lezen is

hoe GRONINGEN het ontzet van 1672 voor een belangrijk deel

aan zijn STUDENTEN te danken heeft!

Te Alkmaar

_______________________________________________________________________________________________________

Bij

J

A N

D

R E W E S , Auteur en Uitgever; In het jaar 2015.

(4)

I N H O U D

2 <De volledige oorspronkelijke titels van de verwerkte bronnen>

5 Voorwoord

6 Aanwijzingen voor het lezen van dit dagboek 7 Het strijdtoneel

10 Iets over het gebruikte wapentuig

11 Proloog: de aanloop naar het beleg

Gebeurtenissen uit de periode 1 juni – 18 juli 1672, ontleend aan p.1-5 van [DgV]

14 Strofen 1-6 van [MvG]

15 Uitgebreid dagboek van wat gebeurde in en rond de stad Groningen tijdens het beleg door de bisschoppen van Keulen en Munster in 1672 Hertaling van de complete tekst van het [WJ], aangevuld met passages uit [AE] en [DgV]

61 Epiloog: herinneringen aan een goede afloop

Waarin fragmenten uit de periode vanaf 28 augustus 1672, ontleend aan p.17-19 van [AE] en vanaf 31 augustus 1672 ontleend aan p.32-36 van [DgV] waar ook nog een lofdicht van Vondel volgt.

66 Strofen 29-64 van [MvG]

72 De dagboeken over het beleg van Groningen in 1672 72 Het Wytlopiger Journael [WJ]

74 Andreas Elderkamp [AE]

76 De gedenckweerdighste Voorvallen [DgV]

79 Het Oprecht verhaal

80 Het lofdicht Maeghd van Groningen [MvG]

81 Nog wat andere literatuur over het beleg

84 Gebruik van data en kalenders in de dagboeken

85 Hoe GRONINGEN het ontzet van 1672 voor een belangrijk deel aan zijn STUDENTEN te danken heeft!

Beschouwingen op basis van wat daarover in dit dagboek en ook in andere literatuur te lezen is

85 De vorming van een studentencompagnie 88 Studenten in actie

90 Psychologische oorlogsvoering met behulp van een nachtegaaltje 95 Nawoord

96 <colofon>

(5)

Voorwoord

U heeft hier een exemplaar voor u van het meest uitgebreide verslag dat nog in 1672 over het toen zo juist beëindigde beleg van Groningen verschenen is. Over dat beleg is natuurlijk al het nodige bekend. Ook dit verslag in dagboekvorm is in al heel wat literatuur over het beleg verwerkt. Het kan echter een emotionele meerwaarde hebben om dit verslag nu eens als een doorlopend verhaal te lezen.

Het lezen van een verhaal in zeventiende-eeuws Nederlands kan echter door het iets andere taal- en schriftgebruik wel een belemmering zijn voor het waarderen ervan. Daarom treft u in dit boek een hertaling in hedendaags Nederlands aan van het op pagina 2 al genoemde dagboek [WJ]. Hieraan zijn, eveneens in hertaling, passages toegevoegd uit de twee andere daar genoemde dagboeken [AE] en [DgV]; deze passages kunnen beschouwd worden als een uitbreiding van het dagboek met interessante zaken die in het [WJ] ontbreken.

Sommige dagboekschrijvers tuigden hun geschriften nog op met al dan niet eigen poëtische ontboezemingen. Ook die zijn in dit boek verwerkt te samen met toepasselijke strofen uit het lofdicht [MvG], dat eveneens nog uit 1672 stamt.

Het wekt misschien verbazing dat dit boek is samengesteld door iemand die al veertig jaar in Alkmaar resideert. Dat heeft natuurlijk wel het voordeel dat het iemand is die meer van belegeringen en ontzetvieringen afweet dan de doorsnee Nederlander. Is de victorie die in 1573 bij Alkmaar begon immers niet de

“moeder aller ontzetten”? Ook over die gebeurtenis bestaat een verslag in dagboekvorm; het werd geschreven door een van de toenmalige burgemeesters van Alkmaar, Nanning van Foreest, en het is al ruim tien jaar geleden hertaald door Marijke Joustra.

Dat ik me nu op het beleg en ontzet van Groningen heb gestort, is te danken aan de Groningse wortels die ik heb. Zo heb ik de eerste elf jaar van mijn leven ongeveer op de plek gewoond waar blijkens dit dagboek ‘Bombenberent’

regelmatig in een van zijn loopgraven stond en hoorde hoe even verderop Groningse studenten het “lied van het nachtegaaltje” zongen. Als voormalig student geschiedenis in Groningen leek het mij daarom wel leuk om niet alleen over deze scene, maar ook meer in het algemeen over de rol van de Groningse studenten bij het beleg van 1672 in een apart toegevoegd hoofdstuk nog wat nader uit te weiden.

Alvorens met het lezen van het dagboek te beginnen lijkt het raadzaam om eerst even op de volgende bladzijden de Aanwijzingen voor het lezen van dit

dagboek door te nemen. Dan volgt een korte voorgeschiedenis in de proloog waarna het eigenlijke dagboek begint en ongeveer de helft van dit boek beslaat.

Na een epiloog met een evaluatie van het beleg uit de genoemde geschriften in proza en poëzie volgen nog twee toelichtende hoofdstukken van mijn hand.

Maar wat u, Welwillende Lezer, ook allemaal in dit boek mocht tegenkomen, veel leesplezier wenst u daarbij in ieder geval

Jan Drewes.

(6)

Aanwijzingen voor het lezen van dit dagboek

Allereerst! Omdat een dagboekschrijver meestal voor zichzelf herinneringen op papier zet en dus niet direct de pretentie heeft voor andere lezers te schrijven, kan het lezen van een dagboek soms anders uitpakken dan men verwacht.

Hoewel ik denk dat dit dagboek een voor elke lezer leesbaar verhaal vormt waarvan hij graag meteen wil weten hoe het verder ging, kan het voor een echte inleving ook goed zijn om van dit dagboek per dag slechts één datum of een paar opeenvolgende data door te nemen en het lezen dus over een week of zes (de duur van het beleg) uit te smeren! Die keuze is echter aan u.

De tekst van het eigenlijke dagboek bevat in deze grote letter een hertaling van de hele tekst van het [WJ]. Daar tussendoor staan in deze iets kleinere lettergrootte fragmenten die ontleend zijn aan [AE] en/of aan [DgV] en die een aanvulling bevatten over interessante zaken die niet of slechts gedeeltelijk in het [WJ] voorkomen.

Het verhaal begint met een proloog over zaken van vóór het beleg die ontleend zijn aan alleen [DgV]. De epiloog bevat de slotbeschouwingen uit [AE] en [DgV], de laatste inclusief een lofdicht van Vondel. Proloog en epiloog bevatten beide ook nog een aantal hertaalde strofen uit het lofdicht [MvG], waarin poëtische commentaren gegeven worden op voorafgaande dagboekteksten.

Alle citaten, namen en titels, die in het [WJ] zelf cursief zijn afgedrukt, komen in deze hertaling ook cursief en in de oorspronkelijke spelling voor. Cursieve termen in kleine lettergrootte, dus uit [AE] of [DgV], geven aan dat die namen of citaten in de oorspronkelijke spelling staan, los van het feit of ze in deze twee bronnen cursief voorkomen.

Verder geldt voor het hele boek dat termen of zinsdelen tussen enkele aanhalingstekens in de oorspronkelijke spelling en die tussen dubbele in de hedendaagse spelling/hertaling staan.

De noten geven vooral aanvullende informatie. Als dat betrekking heeft op het strijdtoneel of het gebruikte wapentuig, dan kan het zijn nut hebben de nu volgende pagina’s er even op na te slaan. Als het om informatie gaat die ontleend is aan andere literatuur dan de dagboeken zelf, wat te zien is aan onderstreping van meestal de betreffende schrijversnaam, dan verwijst dit naar de literatuurbespreking op p.81-83.

Hoewel het [WJ] uitsluitend data in de oude stijl gebruikt, is in deze hertaling gekozen voor dubbele data. Daarbij is de eerste datum volgens de juliaanse kalender, dus de oude stijl, die toen nog in Groningen in gebruik was; de tweede datum geeft dezelfde dag aan volgens de gregoriaanse kalender, de huidige kalender dus, maar toen ook al in gebruik in bijv. Munster of in Holland.

Als ergens een enkele datum staat, gaat het om de gregoriaanse kalender, tenzij er ‘oude stijl’ bij staat. Meer informatie over dit alles op p.84.

(7)

Het strijdtoneel.

Al bij de voorbereidingen voor het verdedigen van de stad speelden wat verder gelegen schansen en vestingen een belangrijke rol. In de dagboekteksten komen zes ervan aan de orde. Zij staan ook allemaal aangegeven op deze uitsnede van een in 1681 in Parijs gedrukte kaart. Daarvan lagen de vestingen 4-6 eigenlijk in Oost-Friesland, maar ze huisvestten wel een garnizoen van de Republiek. Toen het beleg van Groningen begon, waren de vestingen 2, 3 en 4 echter al in handen van de Bisschop van Munster gevallen.

6= de vesting bij Emden,

5= Leerort, 3= Lange Acker of Nieuwe Schans, 2= Bellingwolder of Oude Schans,

4= Dijlerschans (Dieler Vort),

1= Bourtange (gelegen in het gelijknamige moeras).

De kruisjeslijn rechtsonder markeert een klein hoekje van wat toen nog het grondgebied van het bisdom Munster was.

Links in het midden, iets boven ‘Winschooter Zyl’, is nog een klein stukje van de streek het Oldambt te zien en helemaal onderaan is de streek Westerwolde aangegeven, twee gebieden die toen officieel rechtstreeks onder het bestuur van de stad Groningen vielen.

(8)

Op onderstaande uitsnede van een door Barthold Wicheringe in 1616 gemaakte kaart zijn niet alleen de belangrijkste in het dagboek genoemde streken, plaatsen en wateren rond de stad Groningen aangegeven, ook is te zien welke gunstige bijdrage het water aan de verdediging van de stad gegeven heeft. Zoals op deze kaart aan de overigens globaal aangebrachte arcering te zien is, werd aan de ene kant tussen Reitdiep en Hoornsediep en aan de andere kant tussen Damsterdiep en Schuitendiep land onder water gezet. Men hoopte dat zo het gebied in het noorden onbereikbaar bleef voor de vijand en dat die de stad dus alleen vanuit het zuidoosten kon aanvallen. En die hoop is niet ijdel gebleken.

F=Fivelingo, G=Gorecht, H=Hunsingo en W=Westerkwartier;

11=Aduarderzijl, 12=Enumatil, 13=Haren, 14=Helpman, 15=Middelstum, 16=Munnikezijl, 17=Nienoord/Leek, 18=Oosterhoogebrug, 19=Oostwold, 20=Ruischerbrug, 21=Visvliet, 22=Wehe, 23=Zuidhorn en 24=Zoutkamp;

Dd=Damsterdiep, Hd=Hoornsediep, Rd=Reitdiep en Sd=Schuitendiep.

(9)

Martinitoren ‘retranchement’ Keulse batterijen en ‘approches’ Blauwe huis

Vismarkt 4 dwingers Munsterse batterijen en ‘approches’ Galgenberg Helpman

Aanval en verdediging zijn goed te zien op dit detail van een bekende gravure van Romeyn de Hooghe, waarover meer in het dagboekenhoofdstuk op p.79.

De situatie v.l.n.r. is hier ongeveer volgens de lijn noordwest-zuidoost.

Links zien we het zuidoostelijk gedeelte van de stad, dat tot aan de Grote Markt en de Vismarkt voor het grootste deel met de grond gelijk gemaakt was, o.a. in opdracht van bevelhebber Rabenhaupt om redenen van strategie en veiligheid, maar vooral natuurlijk door de beschietingen van de vijand. Van de wal rond de stad zijn vier van de zeventien uitstekende bolwerken te zien, de zgn.‘dwingers’.

Deze vier waren voor de verdediging van de stad de belangrijkste; het waren vanaf boven de Kleinepoortdwinger, de Drenckelaersdwinger, de Oosterdwinger en de Heredwinger. Tussen de eerste twee zie je via een smalle onderdoorgang, de Marvenpijp geheten, het Schuitendiep de stad verlaten en zich voortzetten in zuidoostelijke richting in wat nu het Winschoterdiep heet. Tussen de tweede en derde dwinger verlaat de Oosterweg en tussen de derde en vierde de Hereweg de stad en beide wegen volgen dan ongeveer het huidige tracé. De dwingers zelf zijn nauwelijks meer in het huidige stratenplan terug te vinden, maar om een idee te geven, de buitenste punten van de gracht vielen min of meer net samen met het Verbindingskanaal, terwijl de rechte stukken wal tussen de dwingers zich bevonden ter hoogte van de huizen aan de zuidoostzijde van de Here- en de Radebinnensingel.

De verdedigers hadden ook een bolwerk buiten de stadsgracht, het zogenaamde

‘retranchement’ in het hoekje tussen Kleinepoortdwinger en het Schuitendiep.

Minstens zo belangrijk waren de ‘fausse-brayen’, beschermende gangen buiten tegen de hele stadswal aan, waarin ’s nachts bewakers moesten verhinderen dat vijanden daar de gracht zouden oversteken. Opvallend is dat de twee meest gevaarlijk ‘fausse-brayen’, die bij de Drenckelaersdwinger tegenover de Keulse en die bij de Oosterdwinger tegenover de Munsterse ‘approches’ met welke term

(10)

toen een soort loopgraven werden aangeduid, dat die ‘fausse-brayen’ ’s nachts bijna steeds door de studentencompagnie bewaakt werden. Een en ander is ook goed te zien op deze schematische doorsnede van de verdedigingswallen.

a = straatniveau in de stad;

b = stadswal;

c = fausse-braye of onderwal;

tussen c en d lag de gracht;

e = bedekte weg

Iets over het gebruikte wapentuig

In verhalen over belegeringen komen natuurlijk militair-technische termen voor die misschien niet voor alle lezers meteen duidelijk zijn. Het is voor het verhaal ook niet altijd even belangrijk om precies te weten wat er bedoeld wordt maar enige uitleg kan geen kwaad.

Vooral de aanvallers maakten gebruik van projectielen die typisch zijn voor deze belegering en hoewel soms een vertaling mogelijk was, heb ik ze in het

“Uitgebreid dagboek” toch in de oorspronkelijke spelling tussen enkele

aanhalingstekens overgenomen. Daarvan zijn er drie die betrekking hebben op de gebruikte munitie, te weten de ‘bombe’, de ‘brander’ en de ‘stinck-pot’. De schrijver van het dagboek legt in het stukje bij 18/28 juli zelf precies uit wat er mee bedoeld wordt en daarom worden de termen in de hertaling ook steeds op deze wijze aangegeven, ofschoon de eerste term, ‘bombe’, in de meeste

literatuur vaak met “bom” vertaald wordt. Ik hoop hiermee te voorkomen, dat de lezer bij het woord “bom” direct aan een vliegtuigbom, autobom, bermbom e.d.

denkt. Ook de termen gebruikt om de manier van lanceren van deze projectielen aan te geven, namelijk werpen, smijten of gooien i.p.v. schieten, zijn daarom meestal overgenomen. En in aansluiting hierop is ook de term ‘Bombenberent’, dus met 3 b’s, zo blijven staan omdat die in het dagboek bij 23 juli/2 augustus en bijvoorbeeld ook enkele keren in het pamflet [MvG] in de variaties ‘Berent- Bomb’ en ‘Bomb-Berent’ voorkomt als scheldnaam voor de Munsterse bisschop Bernhard von Galen. Dit lijkt in 1672 kennelijk toch een oorspronkelijker versie te zijn dan het later en nu nog meestal gebruikte “Bommenberend”.

Van de schietwapens, bijv. musketten, karabijnen, haakbussen, mortieren, hele en halve kartouwen enz., staat bij de eerste vermelding soms wat uitleg in een noot, vooral als het gaat om het verschil met andere aan te geven.

De meeste slag- en steekwapens werden toen vaak met de term ‘zijdgeweer’

aangegeven. In de hertaling is daarom een keuze gemaakt tussen “degen”,

“sabel” of “zwaard”, namelijk welke mij het meest waarschijnlijk leek zonder dat overigens met zekerheid te kunnen zeggen. Enkele keren komt zelfs een heel speciaal wapen aan de orde, de zgn. “Poolse bijl” waarvan bij 13/23 juli een beschrijving in de tekst voorkomt.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Uit het ecologisch onderzoek dat op 8 november 2016 door BügelHajema Adviseurs bv is uitgevoerd op deze locatie, blijkt dat in het plangebied potentieel

Burgemeester en wethouders beoordelen de kwaliteit van de uitvoering en handhaving van de betrokken wetten in het licht van daarvoor door hen, krachtens artikel 7.2, eerste lid,

Inleiding in Google Analytics, wat gebeurt er op mijn site, bezoekers, welke pagina's worden bezocht en waarom Techniek en structuur: tracking codes, data report, Google

Zet een kruisje in de kolom S(signaleren) als een kind opvalt/ extra onderwijsbehoeften heeft Kinderen die op dit gebied geen extra zorg nodig hebben kunnen kort beschreven

De kwaliteit van het onderwijs van elke HAN-opleiding wordt eenmaal per zes jaar beoordeeld door een panel van onafhankelijke deskundigen. Deze visitatie en opleidingsbeoordeling

Groningen biedt een 3-jarige opleiding aan, dit omdat de ervaring is dat de buitenlandse studenten die kiezen voor het volgen van een opleiding in een ander land, vaker

autaren inde Pieters kercke tot Leijden, siet letter D ende de voorsz.Bartolomees autaar alleen, siet 154 verso.. Ste Barbara, Heijlige Drie Vuldecheijt

Handleiding voor je belangrijkste interview Informatief Om te weten waar je bent en waar je naartoe gaat moet je weten waar je vandaan komt. Denk eens aan je vader of moeder