• No results found

Politi@la

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Politi@la "

Copied!
50
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

6e JAARGANG (Nieuwe reek.!) No. 8 AUGUSTUS 1951

Politi@la

@D

Cultuur

Maandblad gewijd aan de theorie en practijk van het marxisme-leninisme.

Hoofdredacteur: J. Schalker

Maandoverzicht

"Meer dan vijf millioen stemmen op de Commu.'listische partij - een ramp, tussen vijf en vier millioen stemmen - een ernstige nederlaag, tussen vier en drie millioen -een matig succes, minder dan drie milHoen stemmen - een triomf."

Dit was de mening van de Amerikaanse leiders, schreef de correspondent van de Paris Match, Raymond Cartier, aan de vooravond van de Franse verkiezingen. Welnu, die ramp heeft plaats gehad. De Communistische Partij van Frankrijk, en daar- mee de vredeskrachten, hebben een grote overwinning behaald.

Zij kreeg meer dan vijf milHoen stemmen. Het is niet alleen een zware nederlaag voor de Franse reactie, maar vooral ook voor dei ·Amerikaanse oorlogsdrijvers. Door een kieswet, die de demo- cratie met de voeten treedt, trachtte men de Gaulle langs een wettelijke weg aan de macht te brengen. Noch door deze wet, noch door politieterreur noch! door alle andere middelen is het gelukt de massa te intimideren. Wel kregen de communisten, ondanks het feit dat zij de grootste partij van Frankrijk zijn, door deze kieswet minder zetels. Zo kregen de communisten met 26,5% der stemmen 16% der zetels, terwijl de socialisten met 14,5% der stemmen 16,7% der zetels kreeg. De strijd der massa's, aan wier hoofd de Communistische Partij gaat, staat of valt echter niet met het aantal zetels. Dat weten de Amerikanen ook drommels goed. Zij beseffen maar al te zeer, dat door deze uitslag hun oorlogspolitiek doorkruist wordt. Zo schreef de waarnemer van de Daily Compass, een te N ew York verschijnend blad, het volgende:

"De communistische partijen van Italië en Frankrijk zijn nu sterk, even sterk als op het ogenblik van de grootste opleving van de linkse bewegbg in de na-oorlogstijd, namelijk in 1946. De voornaamste conclusie, die men uit de verkiezingsresultaten moet trekken is, dat de USA een nederlaag geleden heeft, en dat dit moeilijkheden zal opleveren. De USA heeft in Fra."lkrijk en Italië rond drie milliard dollar uit het fonds van het Mar- shall-plan uitgegeven. Hij heeft millioenen aan propaganda gespendeerd, evenals grote sommen uit het fonds van het staatsdepartement voor

337

(2)

zekere geheime doeleinden. De USA heeft pogingen geëist en ondersteund om d'e communisten de leiding in de Italiaanse en Franse vakverenigi..-lgen te ontnemen en de communistische partij zelf t~ scheuren. Hij drong er menigmaal op aan, om veelvuldiger politiekrachten in te zetten en re- presailles aan te wenden ... .

Voordat de USA begint West Europa te bewapenen en daar probeert massa-legers voor Eisenhower op te stellen, zal hij met het feit rekening moeten houden, dat meer da.."'l een vierde van de bevolking van Frankrijk en Italië, met inbegrip van d'e meerderheid van de industrie-arbeiders, tegen zijn politiek geprotesteerd heeft ... Voordat de USA besluiten zal of' hij de Gaulle wenst en ondersteunt, moet hij er rekening mee houden, dat de partij, die zich in de industrie-steden als sterk! getoond' heeft, ver- klaard heeft, dat zij een "openlijke overgang naar het fascisme niet zal dulden."

Hieruit blijk~ dat de Amerikanen inzien, dat zij een nederlaag geleden hebben, maar dat zij tegelijkertijd naar nièuwe middelen en wege'(L zoeken om hun doeleinden toch te bereiken. De oor- logskaers blijft bewaard. Immers - •direct na de Franse ver- kiezingen is de Agenda-conferentie te Parijs door de Westelijke mogendheden afgebroken. Zij beweren, dat een voortzetting geen zin heeft, omdat zij blijven. weigeren op een viermogendheden- conferentie openlijk te discussiëren over het Atlantisch Pact en de Amerikaanse militaire steunpunten, hoewel de Sowjet-Unie onmiddellijk de tegeneis aangenomen heeft om; pe pacten van wederzijdse bijstand, die ze met andere landen gesloten heeft, openlijk ter discussie te stellen. De Westelijke mogendheden vrezen die discussie als de pest. Zij willen tot geen prijs een ontspanning bereiken. Zij willen oorlog. Het gehele verloop van de conferentie heeft dit bevestigd. Acht maanden geleden heeft de Sowjet-Unie het voorstel voor teen viermogendheden-confe- rentie gedaan om aan de hand van de Overeenkomst van Pots- dam de kwestie van de ontwapening van Duitsland te bespreken, teneinde de vrede in Europa te verzekeren. Het duurde vier maanden eer de regeringen van de U.S.A., Engeland en Frank- rijk onder de druk van de openbare mening bereid waren, niet tot een definitieve viermogendheden-conferentie, maar slechts tot een voorbereidende agenda-conferentie. Daarbij stonden zij er op, dat ook de verdere vraagstukken met betrekking tot de spanningen in Europa zouden worden besproken. Toen de Sowjet-Unie geen enkel bezwaar maakte, waren de Westelijke mogendheden wel genoodzaakt deze agenda-bespreking te hou- den, Maar zij gingen er naar toe om deze dienstbaar te maken aan hun oorlogsdoeleinden. Zij wilden de conferentie op een zo- danige manier doen mislukken, dat zij de schuld op de Sowjet- Unie zouden kunnen afschuiven, en daardoor het motief krijgen om de bewapening te doen versnellen.

Newsweek schreef op 26 Februari 1951:

"Wanneer de USA zou kunnen handelen zoals ze zou willen, dan zal er waarschijnlijk geen viermogendheden-conferentie komen."

Terwijl Associated Pressop 24 Februari uit New York gemeld had:

(3)

"De U.S.A. zal naar iedere viermogendheden-conferentie gaan met het vaste besluit, het plan door te drijven van het deelnemen van West-Duits- land aan de verdediging van Europa, zonder rekening te houden met de Sowjet-bezwaren, zo zeggen Amerikaanse regeringskringen."

Terwijl de besprekingen plaats vonP,en, '!J)erd de herbewape- ning ter hand genomen en vonden eveneens te Parijs besprekin- gen plaats tussen Amerika, Engeland en Frankrijk met verte- genwoordigers van de regering van Bonn over het oprichten van een geregeld Duits leger onder commando van voormalige Hit- Ier-generaals. Tevens eiste Amerika het opnemen van Turkije en Griekenland in het Atlantisch Pact. De Amerikaanse troepen- sterkte in West-Duitsland werd vergroot en de Amerikaanse militaire luchtsteunpunten in Engeland en Frankrijk werden versterkt, terwijl nieuwe werden opgericht.

Ondanks al deze feiten zocht de Sowjet-Unie in het belang van de vrede onvermoeid naar oplossingen om een basis te vin- den voor een viermogendheden-conferentie. De belangrijke pun- ten: de ontwapening van Duitsland en vermindering van de strijdkrachten van de vier mogendheden wilden de andere afge- vaardigden niet ter bespreking opnemen. De Sowjet-Unie heeft toen voorgesteld deze punten niet als vaste agendapunten op te nemen, maar zodanig dat de viermogendheden-conferentie zelf nog nader zou beslissen of ze zullen worden opgenomen. Een dergelijk voorstel heeft ze ten lange leste ook gedaan met be- trekking tot het Atlantisch Pact en de Amerikaanse militaire steunpunten. Maar zoals gezegd- zelfs daarvan wilde Amerika, Engeland en Frankrijk niets weten. In zijn slotverklaring me- moreerde Gromyko al deze feiten en hij eindigde met de woor- den:

"In de loop van de conferentiel ts bevestigd, dat de regeringen van de U.S . .l\1., Groot-Brittannië en Frankrijk niet op een verzachting maar op een nog grotere verscherping van de toesta.."ld in Europa aan- sturen. Het is duidelijk dat de Sowjet-Unie aan zulke dingen niet mee- werkt. Zoals de voorzitter van de ministerraad, generalissimus J. W.

Stalin, op 17 Februari van dit jaar in zijn onderhoud met een corres- pondent van de "Prawda" verklaard heeft, zal de Sowjet-Unie ook in de toekomst onverzettelijk de politiek om een oorlog te verhinderen en de vrede te bewaren, doorvoeren. De Sowjet-Unie is overtuigd, dat dit met de voornaamste belangen niet alleen van de volken van de Sowjet-Unie, maar met die van alle volken overeenkomt."

En deze vredespolitiek der Sowjet-Unie kwam reeds twee da- gen daarna opnieuw tot uitdrukking. Op 21 Juni hadden Ameri- ka, Engeland en Frankrijk de agenda-conferentie laten misluk- ken. Op 23 Juni hield Jacob Malik zijn redevoering voor de zen- der der Verenigde Naties, waarin hij het voorstel voor een wapenstilstand in Korea deed. Hij zei:

"Het Sowjet-volk is van mening, dat als eerste stap besprekingen moeten worden geopend tussen de oorlogvoerenden over het staken van het vuren en een wapenstilstand, die voorziet in het wederzijds terug- trekken van de troepen van de 38ste breedtegraad. Kan zulk een[ stap worden gedaan? Ik ben van meni.Lg, dat dit mogelijk is, mits er een -ernstige wens is om een eind te maken aan de bloedige gevechten in Korea.

339

(4)

Ik ben van mening, dat dit niet een te hoge prijs is voor de vrede in Korea."

Intussen zijn de besprekingen over een wapenstilstand be- gonnen. Betekent dit nu dat de Amerikaanse regering van haar oorlogspolitiek heeft afgezien? De feiten spreken een andere taal. Indien Amerika op dit moment anders zou handelen, zou- den de moeilijkheden om de massa in een oorlog te brengen nog groter worden. Het geeft echter wel een beeld van de werkelijk-.

heidszin van de vredespolitiek van de Sowjet-Unie, die elke

mogelijkhei~ benut om een stapje verder te komen. De laatste maanden hadden de leiders der oorlogspolitiek uit propaganda- overwegingen uitspraken gedaan, die op een wapenstilstand neer- komen. Welnu, de Sowjet-Unie houdt hen aan hun woord en geeftJ hun de gelegenheid die woorden waar te maken.

Het voOrnaamste hierbij is echter het feit, dat de oorlogs- politiek van Amerika in Korea volledig bankroet is gegaan.

Zorgvuldig hadden de oorlogsstokers de invaL in 'Noord-Korea voorbereid. Zij hadden de atmosfeer geschapen om de volken de idee bij te brengen, dat Zuid-Korea aangevallen was. Zij gingen ervan uit, dat door hun materiëel overwicht een snelle opmars bewerkstelligd zou worden. De uitlatingen van Omar 'Bradley en Wedemeyer voor de senaatscommissie bewijzen dit.

Bradley zei: 1'

"De Amerikaanse militairen hebben de strijdkrachten der Noord-Korea- nen onderschat."

En Wedemeyer:

"Korea is' voor onze strijdkrachten een va:t zonder bodem. Ik kan er geen einde aan zien."

Evenals Hitler dachten zij alles "einkaLkuliert" te hebben.

Maar zij hebben geen rekening gehouden met de veranderingen in het bewustzijn van de Aziatische volken. En het gevolg is ge- weest, dat er een eind gemaakt is aan het sprookje van de

"onoverwinnelijkheid" van de Amerikaanse legers en dat bij de Aziatische volken de afschuw van het Amerikaanse imperialisme nog is toegenomen. Trouwens, bij alle weldenkende mensen neemt de afschuw over de gruwelen, die in Korea bedreven zijn, hand over hand toe.

Daarom was het voor de Amerikanen onder deze omstandig- heden niet mogelijk, het beperkte, zeer concrete voorstel van de Sowjet-Unie naast zich neer te leggen\ Het aanvaarden van deze besprekingen is zonder twijfel een overwinning van de vredes- krachten onder leiding van de Sowjet-Unie. Een zucht van ver- lichting steeg op onder de volken. Maar dit zich opgelucht voe- len kan tevens een gevaar zijn. Immers, het kan de idee doen post vatten bij de massa, dat het nu wel in orde komt. Het aanvaarden van de besprekingen, die slechts een eerste stap zijn, moet integendeel de activiteit doen toenemen om er voor te zor- gen, dat de wapenstilstand er komt en dat deze tot een werkelijke vrede in Korea uitgroeit. Als dit resultaat bereikt wordt zal het

(5)

aan de actie voor een V redespact van de Grote Vijf een ongeken- de kracht kunnen geven. De provocaties bij de vredesonderhan- delingen aan de zijde van de Amerikanen tonen ons aan dat waakzaamheid geboden is.

WE zeiden reeds, dat de feiten geen vredestaal spraken. Na de Franse verkiezingen is de· herbewapening van Duitsland versterkt en versneld voortgezet. De staat van oorlog wordt met West-Duitsland beëindigd om West-Duitsland te gebruiken om oorlog tegen de D.D.R., de Sowjet-Unie en de Volksdemocratieën te voeren. McCloy is drie weken in Washington geweest. Na- dien heeft het Hoge Commissariaat in Duitsland medegedeeld, dat de kwestie van een actief deelnemen van de Bondsrepubliek in een beslissend 'stadium is gekomen. Ondanks alle vroegere mededelingen zullen de West-Duitsers een volkomen gelijkbe- rechtigd leger krijgen. Wat er precies is afgesproken is nog niet geheel bekend. Maar dat het grootste gevaar dreigt is duidelijk.

Drew Middleton, chef-correspondent van de New York Times, schrijft op 1 Juli:

"Er zullen veel Duitsers zijn, die verrast en vermoedelijk diep verollt- waardigd zullen zijn, wanneer hun regering eenmaal naar voren komt met wat de eigenlijke plannen zijn. De Duitsers zijn nog steeds kanonll.en- schuw. Toen in de herfst van 1950 voor het eerst tot d~ Duitse herbewa- pening werd besloten, kon men niet in twijfel verkeren over het directe en stormachtige karakter waarmee de Duitsers dit afwezen ...

De brandende vraag, die :au voor de Bondsregering van Bonn staat en daarmee indirect voor de regering van de Verenigde Staten, is, of het gelukt de West-Duitse bevolking in de eerstkomende maanden zover urn te krijgen. dat zij de voorgenomen maatregelen voor de herbewapening billijkt en ondersteunt."

Wat dat "om-krijgen" betekent, blijkt wel uit de woorden van Adenauer, die zegt, "dat de regering van Bonn vastbesloten is in geval van nood de· weg van de herbewapening ook alleen te gaan". D.w.z.: tegen de wil van de bevolking. De eerste stappen zijn reeds in die richting genomen, namelijk het verbod der FDJ (Freie DPutsche Jugend), terwijl de fascistische organisaties met rust worden gelaten en aangemoedigd. Zo hebben, 800 leden van de pantserdivisie "Grosz Deutschland" een bijeenkomst on- der leiding van von Manteuffel kunnen houden. Dezen hebben een telegram aan de Bondspresident Heusz gestuurd waarin zij verklaren dat zij zonder voorbehoud de oorlogspolitiek van de regering ondersteunen.

Evenals West-DuitslÇ!.ndi in het Westen,, wordt _Japan als voornaamste aanvalsbasis in het Oosten gebruikt. Het afzon- derlijk vredesverdrag> dat nu gepubliceerd is, dient eveneens om Japan als militaire macht te doen herleven. Als dit verdrag getekend is, zal tegelijkertijd het zogenaamde Pacific-pact tussen de Verenigde Staten, Australië en Nieuw-Zeeland van kracht worden.

Hoewel de Amerikanen Japan niet direct in het Pacific-pact durven op te nemen, zijn zij er toch bij betrokken, aangezien de

(6)

",';

Verenigde Staten een tweezijdig verdrag met Ja pan zullen slui- ten, volgens welk de Amerikaanse troepen in Japan zullen blij- ven. Eveneens zal de Raad van ministers van de Pact-landen consultatieve betrekkingen met andere autoriteiten in het gebied van de Stille Oceaan onderhouden. Op deze manier trachten de Verenigde Staten een oorlogsblok tegen de Sowjet-Unie en de Chinese Volksrepubliek te vormen.

De vredeskrachten zijn echter enorm gegroeid en deze kunnen en zullen een oorlog verhinderen. Opmerkelijk is b.v. het feit, dat het congres van de Britse transportarbeiders, met zijn 1,3 mil- lioen leden, de oorlogspolitiek van de Britse regering en de her- bewapening van Duitsland heeft afgewezen. Meer en meer blijkt het, dat de volken de oorlogsvoorbereidingen doorzien en er een eind aan willen maken.

15 Juli 1951.

Probietoen van het Nabije en MÏdden-Oosten

IN de zeventiger jaren van de vorige eeuw begon de strijd om koloniën en invloedssferen een belangrijke plaats in te nemen in de politiek der grote mogendheden. Bijzondere aandacht werd daarbij door hen besteed aan het Nabije en Midden-Oosten.

Twee gebeurtenissen uit die jaren verklaren dit. In de eerste plaats de opening van het Suez-kanaal, waardoor de strategische betekenis van deze landbrug tussen drie continenten nog ver- groot werd en in de tweede plaats de bevindingen van een commissie van olie-deskundigen, die in 1871 Mesopotamië (Irak) bereisde en grote olie-rijkdommen ontdekte. Een dertigtal jaren later rapporteerde een Duitse technische commissie, dat dit gebied, evenals de andere delen van het Nabije en Midden-Oos"

ten, rustte op "een meer van olie".

Ook thans wordt de plaats van het Nabije en Midden-Oosten in de agressieve plannen van de oorlogsdrijvers in hoofdzaak

(7)

bepaald door deze twee punten: strategische ligging en olie- reserves.

Sinds de laatste tientallen jaren van de negentiende eeuw is dit gebied het schouwspel geweest van een reeks botsingen tussen de imperialistische mogendheden - Engeland, Frank- rijk, Duitsland, het tsaristische Rusland, Italië, de Verenigde Staten- om de olie-rijkdommen en de beheersing van de daar gelegen landen.

Deze strijd is voortdurend feller geworden, vooral sedert omstreeks 1930 de Verenigde Staten als geduchte concurrent in het Midden-Oosten verscheen. De conflicten, die keer op keer uit dit deel der wereld gemeld worden, zijn een bewijs van de onverzoenlijkheid qer imperialistische tegenstellingen, waaraan de gemeenschappelijke oorlogsvoorbereidingen van het Anglo- Amerikaanse aanvalsblok niets kunnen afdoen. Engeland en de Verenigde Statenleveren een voortdurend gevecht, waarin Ame- rika zijn posities ten koste van Engeland heeft kunnen verster- ken.

Met uitzondering van de olie-rijkdommen is de economische betèkenis van het Nabije en Midden-Oosten niet zo groot. Van de op ongeveer 100 millioen geschatte bevolking van dit gebied, dat tweemaal zo groot als India is, werken er 75-80 procent in de landbouw. Door gebrek aan bevloeiïngswerken en landbouw- werktuigen is de opbrengst meestal zeer laag. Slechts enkele producten zijn van belang voor de wereldproductie, n.l. katoen (Egypte) 10 procent, dadels (Irak) 75 procent, olijfolie 16 pro- cent, citrus-fruit (Israël) 5 procent en tabak (Turkije). Met uitzondering van de petroleum zijn de grondstoffen, die er aan- wezig zijn (o.a. steenkool, ijzer, mangaan, chroom), vrijwel niet in ontginning gebracht.

De aanwezigheid van 42 procent der wereldolie-reserves 1) is evenwel voldoende geweest om de olie-trusts en hun regeringen zich verwoed op deze landen te doen werpen.

Aanvankelijk hadden Britse, Nederlandse en Franse olie- maatschappijen de alleenheerschappij (Perzië, Irak). Door een serie verdragen met de plaatselijke heersers trachtten de Brit- ten, die de hoofdrol speelden, zich te beschermen tegen indrin- gers. Volgens deze overeenkomsten mochten alleen concessies verleend worden aan Britse maatschappijen.

Geholpen door het Staatsdepartement en door gebruik te ma- ken van de stelling, dat de winst alle middelen heiligt, drongen evenwel toch Amerikaanse. maatschappijen tot de olie van het Midden-Oosten door. In 1927 verkregen twee Amerikaanse maat- schappijen een aandeel van 22% procent in de Iraq Petroleum Company. Wat dit betekent, moge geïllustreerd worden door de rijkdom van de in Lissabon gevestigde olie-magnaat Gulbenkian,

t) Volgens een mededeling op het Wereldpetrolewncongres, dat in Mei in Den Haag gehouden werd, worden de reserves van het Nabije enl Mid- den-Oosten geschat op 5,3 milliard toa. (Alg. Handelsblad, 31 Mei 1951).

343

(8)

die 5 procent van deze maatschappij bezit. Het vermogen van deze man, in de olie-wereld bekend als "meneer 5 procent"

wordt geschat op 3 milliard gulden.

Omstreeks 1933 volgde r-::::>'<'=--.,.---oor---;:;:or----een belangrijker stap. De

R. Standard Oil of California verkreeg een concessie op de Bahrein-eilanden, via de Bahrein Petroleum Com- pany, die om de Britse verbodsbepalingen te om- zeilen in Canada werd ge- vestigd. Hetzelfde jaar nog verkreeg de Arabian-Ame- rican Oil Company (Aram- co) een concessie in Saoe- di-Arabie en in 1934 kwam de helft van de aandelen van de Kuwait Oil Com- pany in Amerikaanse han- den. Hoewel aanvankelijk de productie nog laag was, a...;:...;..:;;===---1-=~---' hadden de Amerikaanse ten gevestigd, en zij wachtten

deze uit te breiden.

olie-trusts hun steunpun- slechts op de gelegenheid om Tijdens de Tweede Wereldoor log nam het binnendringen van de Amerikaanse invloeden grotere vorm aan. Amerikaanse di·

plomatieke, militaire en economische missies doorkruisten het Nabije en Midden-Oosten.

Hun bevindingen kwamen tot uiting in het rapport van de Amerikaanse technische olie-commissie, die in Februari 1944 een speurtocht uitvoerde.

In dit rapport heet het: "Het zwaartepunt van de wereld- olie-productie verschuift van het gebied rondom de Caraïbische Zee (Centraal-Amerika) naar het Midden-Oosten, naar het ge·

bied rondom de Perzische Golf, en het is waarschijnlijk, dat het blijft verschuiven tot het vast verankerd is in dat gebied." 2 )

Het opdringen van de Amerikaanse olie-belangen vond zijn neerslag in een tweetal regeringsovereenkomsten, die door Brit- se en Amerikaanse vertegenwoordigers in Augustus 1944 en September 1945 te Washington getekend werden en later in 1946, door een overeenkomst tussen de Britse en Amerikaanse olie- maatschappijen werden aangevuld.

Deze overeenkomsten hielden in wezen een verdeling van de

2) Van Bri•tse zijde werd de stijgende betekenis van het Midden-Oosten eveneens gezien. G. M. Lee schrijft in een studie "Olie in het Midden-

(9)

wereld .tussen de Amerikaanse en Britse imperialisten in. Wa- shington erkende, dat de Britse imperialisten politiek en mi- litair de baas zullen zijn in het Nabije en Midden-Oosten, hoewel dezen de Amerikanen ontwikkeling van hun economische, met name olie-belangen, zullen toestaan, en Londen erkende, dat de Verenigde Staten dezelfde positie zouden bekleden in het Verre Oosten, ook met erkenning van de economische belangen der tegenpartij.

Op grondslag van deze afbakening ontwikkelden de Ameri- kaanse olie-maatschappijen hun activiteit. Sinds 1945 belegden zij in het Midden-Oosten 3500 millioen gulden, vooral voor het aanboren van nieuwe bronnen en de aanleg van pijpleidingen, waaronder de grote "tapline" van Damman in Arabië naar Sidon aan de Middellandse Zee.

In de cijfers 3 ) over de olie-productie (in 1000 barrel 4) per dag) in het Midden-Oosten komt dit duidelijk tot uitdrukking:

1939 1948 1949 1950

Iran 214,0 523,0 561,0 659,4

Saoedi-Arabië 10,8 390,3 477,0 547,0

Irak 84,5 72,5 85,0 135,5

Koeweit 127,2 242,0 342,5

Bahrein 20,8 30,0 30,0 30,0

Qatar 33,8

Egypte 12,8 36,8 43,5 45,0

Turkije 0,3 0,8

Totaal 342,9 1179,8 1438,8 1794,0

Het aandeel van het Nabije en Midden-Oosten in de wereld- olieproductie steeg van 5,4 pct in 1939 en 7 pct in 1945 tot 17,4 pct in 1950. Waarbij nog rekening moet worden gehouden met het feit, dat alles voor de uitvoer bestemd is.

Uit het staatje blijkt de gestegen betekenis van de Amerikaan- se olievelden. De productie van Saoedi-Arabië neemt de tweede plaats in; alleen al van 1945 tot 1948 steeg zij zevenvoudig. De bekende reserves zouden even groot zijn als die van Perzië en Irak samen. In het eerste kwartaal van 1951 steeg de productie ten opzichte van dezelfde periode van 1950 weer met 10 pro- cent. 5)

De gestegen invloed van Amerika blijkt ook uit de cijfers over de buitenlandse handel. De Verenigde Staten namen de plaats

Oosten" in de "Royal Central Asian Journal", Januari 1946: "Het olie- gebied in het Midden-Oosten bevat reserves op een schaal, die het mis- schien als eerste plaatsen onder de petroleum-houdende gebieden van de wereld, en zijn velatieve betekenis zal toenemen in de komende jaren naarmate andere olie-houdende gebieden, met name die in; de Verenigde Staten, in verval geraken."

s) Ontleend aan "World Petroleum", Januari 1951.

4) 1 barrel = 1,432 hl.

5) "Economist", 26 Mei 1951.

345

(10)

:i I

in van Duitsland en Italië en verdrongen gedeeltelijk Engeland Zij stegen van de vierde tot de tweede plaats, wat betreft de handel met dit gebied en namen in Turkije en Perzië de eerste plaats van Engeland over.

Tezamen hiermee steeg de politieke macht van Amerika, met name in Israël, Turkije en Perzië. In Syrië, een der knooppunten van het Nabije en Midden-Oosten'), werd ondergronds een felle strijd gevoerd tussen Engeland en Amerika, die vergezeld ging van een reeks staatsgrepen, moorden en regeringswisselingen. 7)

WAT bracht de olie-rijkdom nu aan de bevolking van deze landen?

Opgemerkt werd reeds, dat de landbouw het belangrijkste bestaansmiddel is. Alleen in Israël werkt een belangrijk deel der volwassen bevolking (30 pct) in de industrie; in Turkije en Egypte is dit 7-9 procent.

Een bitter beeld van de exploitatie van de olie door buiten- landse concerns geeft de volgende zinsnede uit een Brits boek over het Midden-Oosten: "Goedkope en overvloedige olie zou veel bijdragen tot de groei van de industrie in het Midden- Oosten". 8) En dat in een gebied, dat in 1950 70 millioen ton olie leverde .... ! Irak, een der belangrijkste olie-producenten, moet zelfs olie-producten invoeren!

De olie-magnaten, die reusachtige winsten behalen, verkrijgen de olie voor een habbekrats. De Anglo Iraanse Olie-maatschappij (A.I.O.C.) gaf Perzië bv. zo weinig, dat hoewel het 6 procent van de wereldproductie levert, de opbrengst slechts 10 procent van het budget dekt. De Britse regering ontvangt meer aan belastingen van de A.I.O.C. (drie maal zo veel!) dan de Perzische regering aan tantièmes! Volgens 't Perzische blad "Dena" kreeg Perzië maar 1/24ste deel van de winst. In de andere landen is dit beeld, hoewel iets minder sprekend, in wezen hetzelfde.

De arbeiders in de olie-industrie worden op gruwelijke wijze uitgebuit. De A.I.O.C. betaalt hen 40 rialen per dag uit, d.i. on- geveer evenveel als een arbeider in de Verenigde Staten die het-

&) Stalin zegt hierover: "In alle tijden was Syrië een deur naar het Oosten, naar Mesopotamië, naar Egypte enz. Vanuit Syrië kan men Enge- land moeilijkheden bezorgen in het gebied van Suez, evenals in het ge· · bied van Mesopotamië". (Raport van het XVe Congres van de C.P.S.U. (b) in 1927).

7) Deze strijd is intussen nog steeds niet geëiadigd. Zij schijnt zelfs opnieuw te zijn opgelaaid'. Eind Juni werd gemeld, dat Syrië Amerikaan·

se "hulp" volgens Truman's "punt 4" programma had afgewezen. De Londense "Times" drong op 6 JuU aa.."l. op het verlenen van Britse "hulp"

aan dit land.

s) "The Middle East", onder redactie van het Royal lnstitute of In·

ternational Affairs, 1950, blz. 69.

(11)

zelfde werk doet, per uur verdient. De lonen zijn vrijwel gelijk gebleven, hoewel de kosten van levensonderhoud in 1949-'50 8,4 maal zo hoog waren als in 1937-'38. In de olie-stad Abadan woont slechts 17 procent van de arbeiders in huizen, de rest moet in afschuwelijke krotten, tenten, hutten e.d. leven. Van de 18.500 kinderen van schoolgaande leeftijd in Abadan zijn er 9500 in staat de school te bezoeken.

Van de tantièmes profiteren alleen de feodale heersers van de landen van het Midden-Oosten, de grootgrondbezitters en een kleine bovenlaag van de inheemse bourgeoisie. Zij gebruiken de ontvangen gelden om zelf in weelde te leven en om het machtsapparaat, dat zij nodig hebben om zich te verdedigen tegen de uitgebuite boeren en arbeiders, uit te breiden.

Over de wantoestanden onder hun heerschappij schreef het katholieke dagblad "De Tijd" (van 31 Juli 1950) bijvoorbeeld met betrekking tot Perzië:

"Negen van de tien Perzen kunnen leze::1 noch schrijven. Er worden vaak nog landbouwwerktuigen gebruikt, die sinds een paar duizend j'aar niet verbeterd werden. In grote gebieden heerst nog het oude feodalisme. Er zijn dertig families in dit land,, die ieder minstens twintig ... dorpen bezitten. Hun onderhorigen wonen in lemen hutten en zijn in lompen gekleed. Mensen sterven van hon- ger. Allerlei besmettelijke .ziekten tieren welig, en er is maar

uiterst weinig medische hulp beschikbaar. Over het algemeen mogen de boeren niet meer dan twee-vijfde d'eel van de opbrengst van hun landje voor eigen gebruik aanwenden. Dat betekent meestal bittere armoede."

In Perzië hebben 2/3 van de boeren geen land en is 62 pct van de grond in handen der landheren.

Hoe arm de bevolking van het Nabije en Midden-Oosten is, kan nog worden aangetoond door een mededeling in het blad

"Economische Voorlichting" van 8 Juni 1951, waar gesproken wordt over de vooruitzichten van exporteurs naar Saoedi-Arabië.

Het heet daarin: "De landelijke bevolking, welke- arm als zij is- zich slechts het allernodigste kan aanschaffen en de enkele duizenden op de olie-velden Amerikaanse employé's, welke gro- tendeels rechtstreeks door hun maatschappij worden voorzien, kunnen hier als kopersgroepen gevoeglijk buiten beschouwing gelaten worden." En dan te weten, dat de landelijke bevolking in Arabië ongeveer 92 procent van de totale bevolking uitmaakt!

Het is duidelijk, waarom de nationale vrijheidsbeweging snel groeit in het Nabije en Midden-Oosten.

De Britse Labour-parlementsafgevaardigde Philip Price maak- te in September 1950 een reis door Perzië. Hij schreef later, dat de Perzen kijken naar de toestand in Sowjet-Azerbeidsjan, waar

"de economische toestand veel beter is, dan in de dagen van de tsaar. Aan de Perzische zijde leven dezelfde mensen in dorpen, waar de toestanden sinds de dagen van Cyrus en Darius dezelfde

(12)

I j

I

.l ' !

zijn gebleven." (Manchester Guardian, 7 October 1950). ") De welvaart van de vroeger eveneens onderdrukte kleine naties in de Sowjet-Unie toont de volkeren van het Nabije en

Midden-Oosten wat bereikt kan worden als de imperialistische eri. feodale onderdrukking is weggenomen. De buitenlandse overheersing verhoogt de tegenstellingen en wekt steeds groeien- de weerstand op.

De ontwikkeling van de nationale vrijheidsbeweging beves- tigt de door Lenin met instemming aangehaalde woorden van

Hilferding: [i I

"Het kapitalisme zelf geeft de onderworpenen langzamerhand de middelen tot hun bevrijding ... Deze onafhankelijkheidsbeweging be- dreigt het Europese kapitaal juist in zijn meest waardevolle en meest belovende uitöuitingsgebied'en en steeds meer kan het zijn heerschappij slechts door een voortdurende vermeerdering van zijn machtsmiddelen staande houden.'' 10)

Na de grote nederlagen; die het Amerikaanse imperialisme in het Verre Oosten geleden heeft, heeft het zich met meer kracht dan voorheen op het Nabije en Midden-Oosten gericht. Onge- acht de overeenkomst uit de oorlogsjaren tracht het de Britse posities te ondermijnen.

Lenin zei reeds: "Maar natuurlijk sluit de verdeling van de wereld tussen twee machtige trusts niet een herverdeling uit, indien de krachtsverhoudingen - ten gevolge van de ongelijk- matigheid van de ontwikkeling, oorlogen, bankroeten enz. - zich veranderen." 11) Bovendien heeft de druk op Engeland in het Nabije en Midden-Oosten ten doel dit land te dwingen meer steun te ver lenen aan de Amerikaanse politiek in het Verre

Oosten. ·

Bij dit streven gebruikt het Amerikaanse imperialisme ver- scheidene middelen. In de eerste plaats poogt het de opperheer- schappij te veroveren in de Middellandse Zee, de zeeweg naar de olie en een belangrijke basis voor de agressie-plannen tegen de Sowjet-Unie. 12) De benoeming van de Amerikaanse vice-ad- miraal Carney tot opperbevelhebber van het Atlantische pact

•) Enkele voorbèelden daarvan: In Perzië zijn er 1500 artsen of één per 11.333 inwoners. In de Azerbeidsjanse' Sowjet-republiek echter 5902 of één arts op iedere 525 bewoners. In Perzië is één hospitaalbed voor 34.000 inwoners, in Sowjet-Azerbeidsjan één bed per 183 inwoners. In Perzië zijn 5 instellingen voor hoger onderwijs met 4500 studenten of 1 school per 3.400.000 mensen. In Sowjet-Azerbeidsjan zijn er 19 met 29:000 studenten of 1 school van hogere onderwijs per 163.000 mensen.

In Perzië is de houten ploeg het belangrijkste landbouwwerktuig. De velden van Sowjet-Azerbeidsjan worden bewerkt door 5000 tractoren, 600 combines en vele andere land'bouwmachines.

1o) Lenin: Het imperialisme als hoogste stadium van het kapitalisme.

(Keuze uit zijn werken, dl. II, blz. 145).

11) id. blz. 83 j84.

12) Het Amerikaanse tijd'schrift "The Reporter" schreef in April':

"Voor ieder land, dat op de zee en in de lucht heerst, is de Middellandse Zee de grote straat naar het centrale deel van de Sowj'et-Unie."

(13)

in de Middellandse Zee was wat dit betreft een scherpe slag tegen Engeland.

De Britse medeplichtigheid aan de oorlogsvoorbereiding is eveneens een scherp wapen in handen van de Verenigde Staten.

Door het vormen van agressieve blokken in het Oostelijk deel van de Middellandse Zee, de verwerving van vloot-, lucht- en landbasis, poogt Amerika de landen, die nog onder overheersend Britse invloed staan, binnen te dringen. De vorming van agres- sieve blokken is als het ware het Trojaanse paard, waarmee 1\.merika zich naar binnen wil smokkelen. Zulke blokken zouden de tweezijdige verdragen, die Engeland met deze landen heeft, opslokken en de Britse privileges doen verdwijnen. In dit ver- band moet betekenis worden gehecht aan de reizen van de Is- . raelische premier Ben Gurian naar Washington, aan die van Ko- ning Abdoellah (Jordanie) naar Turkije, evenals aan de tochten, die andere politici van Arabische landen en van de Arabische Li- ga de laatste tijd naar Amerika hebben gemaakt. De door Ameri- ka verlangde opneming van Turkije in het Atlantisch Pact be- hoort eveneens tot dit plan.

Dit alles wordt vergezeld van een gecompliceerde en verborgen strijd om de beheersing van de bronnen van de olie.

IN April van dit jaar besloot het Perzische parlement de A.I.O.C.

te liquideren en de olie-industrie te nationaliseren. Het be- sluit viel samen met de aanwezigheid van Robert McGhee, de Amerikaanse onder-staatssecretaris voor het Midden-Oosten, in

PerzH~. Ook uit andere gegevens bleek, dat de Amerikaanse im- perialisten de nationalisatie-beweging, die reeds lang in Perzie leefde, OJ1.dersteunden. Op het ogenblik, dat de A.I.O.C. met de Perzische regering onderhandelingen voerde over een nieuwe royalty-regeling, werd in Saoedi-Arabie plotseling besloten tot een 50-50 regeling, gunstiger dan de door de A.I.O.C. aan Perzie voorgestelde regeling. Premier Razmara, die tegen de nationalisatie gekant was en de A.I.O.C. steunde, werd uit de weg geruimd. De aldus plotseling voor Engeland opgerezen

(door A. Bazherova)

(14)

.'I

I

i

' , ! I

moeilijkheden werden door de Amerikaanse olie:.magnaten met genoegen vvaargenornen.

De A.I.O.C. poogde de nationalisatie te verhinderen door zich te beroepen op een in 1933 voor 60 jaar gesloten verdrag, dat echter met bedreiging van gevveld was afgedvvongen. De ver- zwakking van de Britse posities bleek echter duidelijk, toen Engeland niet in staat bleek zelfstandig maatregelen te nemen, maar in Washington de steun van Trurnan moest gaan vragen.

De Amerikaanse regering gebruikte de olie-kvvestie om Enge- land te dvvingen zijn politiek in het Verre Oosten te ondersteu- nen en in de UNO voor het embargo op de handel met China te stemmen, hoewel dit duidelijk in strijd met de Engelse eco- nomische belangen is.

Het gevolg van dit gesjacher in Washington vvas, dat ook de regering der Verenigde Staten druk op Perzië ging uitoefenen om de een of andere regeling met de A.I.O.C. te scheppen, vvaar- bij met behoud van het vvoord nationalisatie de Britse rnaat- schappij haar macht zou behouden. Om deze eis kracht bij te zetten vverden oorlogsschepen naar de Perzische Golf gezonden, het vervoer van de olie uit Ahadan stopgezet en met terugtrek- king van alle experts gedreigd.

Toen bleek echter, dat het voor de Amerikaans-gezinde heer- sende groep in Teheran, die de nationalisatie-vvet tot stand had gebracht, niet zo gemakkelijk vvas om vveer rechtsomkeert te maken. In geheel Perzië ontvvikkelde zich een machtige door de illegale Toedeh-partij geleide bevveging voor het doorzetten van de nationalisatie. Deze richtte zich niet alleen tegen het Britse, maar ook tegen het Amerikaanse imperialisme. "Meer en meer gaan de Perzen de Amerikanen eenvoudig zien als Britten zon- der monocle", 13) schreef een Amerikaans vveekblad hierover bitter.

Deze volksbevveging noopt de regering-Mossadeq om voor- zichtig op te treden; een directe regeling met de A.I.O.C. moest zij afvvijzen. En Mossadeq was gedvvongen om, toen hij Trurnans aanbod aanvaardde om Harriman als bemiddelaar naar Teheran te sturen, te verklaren, dat de nationalisatie in ieder geval een voldongen feit is. De massa-beweging, die de Amerikanen voor hun doeleinden dachten te kunnen gebruiken, blijkt nu een doorslaggevende factor te zijn.

Niet alleen is het zeker, dat Amerika evenals Engeland alles vvil doen om het Perzische volk te verhinderen zelf zijn olie- rijkdommen te exploiteren, tevens is het duidelijk, dat de Ame- rikaanse olie-monopolies niet bereid zijn om de A.I.O.C. zijn posities te laten behouden. "Eerder gaat een kameel door het oog van een naald, dan dat Wallstreet de verleiding zou kunnen weerstaan, de olie-rijkdommen van Perzië aan zich te trek- ken."")

1a) "Time", 4 Juni 1951.

u) "Nieuwe Tijden" (Moskou), 4 Juli 1951.

(15)

Volgens persberichten uit Teheran 16) verblijven vertegen- woordigers van negen verschillende olie-maatschappijen in de Perzische hoofdstad, met het doel de rijke olie-buit afhandig te maken aan de A.I.O.C. Onder hen een vertegenwoordiger van de Aramco (welke de olie van Saoedi-Arabië exploiteert), die

"persoonlijke connecties met president Truman zou hebben."

Volgens een ander bericht is een Amerikaanse firma bereid 2500 Amerikaanse olie-experts aan te werven voor Perzië als de A.I.O.C. zijn deskundigen terugtrekt. 16) En in Amerika hebben 17 olie-maatschappijeneen comité (de Foreign Petroleum Supply Group) gevormd om te voorzien in de leemte, die ontstaan is

15) Telepress, 6 Juli.

door het ontbreken van de Perzische olie, m.a.w. om de winsten op te strijken, die vroeger naar de A.I.O.C. gingen. Bovendien reizen ook in Irak Amerikaanse olie-magnaten rond om daar de Britse belangen te schaden en hun eigen invloed te vergroten.

Het blijkt wel, dat de "herverdeling" van het Midden-Oosten nog niet voltooid is.

Bij hun plannen hebben de imperialisten evenwel buiten de waard gerekend en deze, de volken van het Nabije en Midden- Oosten, geeft uiteindelijk de doorslag.

De nationalisatie-eis, die een vredes-eis is, omdat de volken willen dat de rijkdommen van hun landen niet worden gebruikt voor oorlogsvoorbereidingen, maar voor de verhoging van hun eigen levenspeil, grijpt om zich heen.

Na Perzië is in Irak en Baheira de eis tot nationalisatie van de petroleumindustrie gesteld. In Egypte wordt verlangd, dat het Suez-kanaal genationaliseerd zal worden en in Libanon wordt onteigening verlangd van de buitenlandse maatschappijen, die 93 procent v.an de industrie van dit land in handen hebben.

De volken van het Nabije en Midden-Oosten zijn op het ter- rein van de internationale politiek verschenen en uiteindelijk zal blijken, dat zij de belangrijkste kracht bij het bepalen van de toekomst van dit zo belangrij_ke gebied zullen zijn.

J. WOLFF

16) Reuter, 11 Juli.

Nu is bet ogenblik gekomen, waarop wij duidelijk en concreet moeten zeggen voor welke democratie wij( gekozen hebben: voor de democratie,.

die het ei&'endom van de particuliere ondernemers beschermt, die de ar- beidsslavernij in stand houdt, die crisis en werkloosheid voortbrengt, of voor die scheppende democratie, die de productie-middelen nationaJlseert en ze in dienst van het volk stelt" die de moderne tecbniek niet :benut om te doden, maar om het levenspeil van het werkende volk tel verhogen.

Wij moeten kiezen, of wij voor die democratie zijn, die internationalej conflicten uitlokt, met een. atoomoorlog dreigt, weerloze koloniale vol- ken overvalt en een nieuwe oorlog voorbereidt, of voor. die democratie~

die geen nationalistische- of rassen-vooroordelen kent en) de vrede en de vooruitgang dient. Zo staat de vraag en niet anders.

ZDENEK FIERLINGER.

(16)

I

~ I , I,

I 1

In het licht van de artikelen

van Stalin over de taalwetenschap

-Basis, bovenbouw en ideolo;:isehe strijd

DE werken van Stalin over de taalwetenschap zijn een voor- beeld van de toepassing der algemene stellingen van het marxisme op een concreet gebied van de wetenschap; tevens houden ze 'n uiterst waardevolle verdieping in van de methoden voor concrete analyse op basis van de algemene beginselen van het dialectis<:h en historisch materialisme. Ze openen nieuwe perspectieven voor de scheppende wetenschappelijke arbeid en dragen daardoor in hoge mate bij tot de rijkdom van het marxis- me-leninisme, tot de rijkdom van het menselijk denken.

In een brief aan Cholopow verklaart Stalin: 1)

,;Het marxisme aJs een wetensebilip lkan !tlliet op één rpLa:arts lbl~n staan - het ontwikkelt en vervOOnaakt zicih. In zijn ontwiaclreling ik:an het llliaTxisme niet nalaten zioh te verrijken met nieuwe el"\11all'Îtliglen en nieuwe ikennis; diielllbengevolgle kan !het niet anders of soanmige 'Van zijn stel-

lW:n~n en gevolgtreklltingen moeten C!'iidh in de loop 'Van de tijd ver- anderen, moeten door nieuwe stellingen en gevolgtredclcingen worden vervangen, die oveoreenstemmen met de nieuwe historische taken. Het marxisme kient geen on'Vm'anderlijke conJclusies en :Formules, die voor all.e tijdperken en perioden gelden. Het marxisme is de rvijand van elk dogmatisme."

Als ontwikkeling van de levende en scheppende marxistische gedachte brengen de laatste werken van Stalineen zware slag toe aan de tegenstanders van het marxisme en slaan hun alle wapens uit handen. ·

Niet minder belangrijk is echter, dat ze tegelijkertijd een sti- mulans zijn voor andere onderzoekingen, die het mogelijk zullen maken nieuwe wetten van ontwikkeling te ontdekken en de omvorming van de maatschappij en de natuur nog doeltreffender te leiden.

H

ET is meer dan eens voorgekomen, dat men werkte met ver- schillende begrippen van het historisch materialisme, zon- der ze nauwkeurig en afdoende te definiëren en af te bakenen.

Zo heeft men de basis dikwijls gelijk gesteld met het totaal der materiële maatschappelijke omstandigheden en de bovenbouw met het maatschappelijke bewustzijn - terwijl het totaal der materiële maatschappelijke omstandigheden een veel ruimer be- grip is dan de basis en het maatschappelijke bewustzijn een veel ruimer begrip dan de bovenbouw.

1) P. en C., Sept. 1950.

(17)

De laatste werken van Stalin hebben op dit gebied opheldering en nauwkeurigheid in de terminologie gebracht.

De basis- volgens de definitie van Stalin - is de economische bouw van de maatschappij op een gegeven etappe. Het is onjuist deze basis te vereenzelvigen met de productie, met de productie- . wijze, aangezien het begrip basis slechts één aspect van de pro- ductiewijze omvat, namelijk de productieverhoudingen 'tussen de mensen, die natuurlijk een dialectische eenheid vormen met het andere aspect van de productiewijze- de productiekrachten.

Wat betreft de productieverhoudingen, d.w.z. de verhoudingen tussen de mensen in het productieproces, deze kunnen - zoals Stalin reeds vroeger uiteen heeft gezet- verhoudingen zijn van samenwerking en wederzijdse hulp van men8en, die vrij zijn van uitbuiting; het kunnen verhoudingen zijn van overheersing en afhankelijkheid; het kunnen tenslotte overgangsvormen zijn tus- sen het ene type en het andere.

De productiekrachten vertegenwoordigen een materiële con- tinuïteit in de ontwikkeling van de maatschappij; de basis ver- dwijnt echter tegelijk met het maatschappelijke stelsel, waaraan zij gebonden is.

Stalin heeft een zeer bijtende karakteristiek gegeven van die pseudomarxisten, die na de revolutie geen gebruik wilden maken van de productiemiddelen, die het kapitalisme had achterge- laten.

,,Er waren :bij ons eens "mairX:isten" ," schrijft Stali:n, ,,die beweer- den, dart de spoorwegen, die ons land na de Octoberrevol'llllie bezat,

·bour:geoisspoorwegen waren en dart het ons, marxisten, niet paste

Ollil 2le ~ gebruiken; dat wij 7le moestien opbreken en nieuwe, proletari- sche spoorwegen moesten ·aanlegg~en. Daarmeelhaalden .zij ziiCih de bij- naam ,,holbewOII:lel's" op de ih:als .••• " 2 )

Eerst de socialistische productiewijze ontwikkelt echter ten volle de productiekrachten, die het geërfd heeft van de kapitalis- tische productiewijze, aangezien zij onder het kapitalistische sy- steem geremd werden ten gevolge van de belemmerende werking der productieverhoudingen.

Zo heeft de volksdemocratie in Polen, als gevolg van de revo- lutionnaire veranderingen, die hebben plaatsgevonden, de basis van het kapitalistische economische regiem vernietigd en nieuwe productieverhoudingen, een nieuwe basis geschapen, die beant- woorden aan de periode van overgang naar het socialisme.

Daarentegen worden de productiekrachten, d.w.z. in de eerste plaats de productiemiddelen, de techniek, volledig benut in de nieuwe productiewijze, gegrond op een nieuwe basis.

Laten wij ons bezighouden met het begrip bovenbouw.

,,De bovenbouw," 'VIOlgJEms de definitie 'VWl Sltalin, "zijn de palitieke, juridische, religieuze, artistieke en wijsgerige opvaibti:ngen van de maat- sahappij en die hiermee overeeniloomstigle politieke, juridische en andere instellingen." (Over marxisme in de taaLwetensochap).

En verder:

"De ,borveiJJbouw liJS ihert prodluCit 'V'an een bepaahl tijdperk, waarin een - - - - -

2) P.en C., AUigUS1Jus 1950.

(18)

:_I

.I

bepaalde eoonomisclhe lbasis hestaat en :frmctionneert. Daarom heeft de lbovenlbouw geen lang leven; zij wordit ~li!kJwideerdi en veniwijnt tege- lijk met de likrwidatie en ihet veniwijnen van de bep.aaide ibasis."

De bovenbouw omvat volstrekt niet het totaal der ideeën en opvattingen, die in een gegeven tijdvak in de maatschappij be- staan, doch een bepaalde groep opvattingen en de daarmee over- eenkomende instellingen. Kenmerkend is hierbij de functie van deze opvattingen en instellingen en hun dienstbare rol ten op- zichte van de gegeven basis.

Vanaf het moment, dat de bovenbouw gelikwideerd is tegelijk met de basis, die hij dient, en hij opho.udt te bestaan als een groep van opvattingen en instellingen, kunnen zijn verschillende ele- menten in deze of gene vorm blijven voortbestaan, vooral wan- neer het volgende maatschappelijke stelsel eveneens een stel- sel is met antagonistische klassen; zij kunnen zelfs deel gaan uitmaken van de nieuwe bovenbouw, uiteraard in een andere constellatie, zoals b.v. het geval is met religieuze opvattingen en instellingen.

Eén der dingen die aan de laatste werken van Stalin hun grote betekenis geven, is de kritiek op de hier elli daar nog bestaande resten van een mechanische, niet-dialectische opvatting van de betrekkingen tussen basis en bovenbouw, waarbij de bovenbouw alleen als een passief product van de basis wordt beschouwd.

Stalin onderstreept nadrukkelijk de actieve rol van de boven- bouw:

"De lbovenbouw wordt voorbgetbmoht dóm- de !basis, lll1Jalar dit wil geenszins ~n, dat bij slechts de hasis weerspiegelt, dart; !hiJ passjef en neutraal dis, dat bij orrwersclJ.iJliig staat :ben opzietblbe 'VIait het lQt vm zijn basis, lten opzidhrte van ihet iliot 'VaJll de lklrassen en helt karalkter van lhet maatschappelijke systeem. Integendeel, wanneer bij is ontstaan, 'WOO"dit hij een geweldige actieve !kracht, helpt !hij zijn basis actief om ziCih te 'V'Orlllen en zich te versterken en !hij doet alles, om het nieuwe maat-

schappelijke stelsel lte helpen een einde te maken aan de Olllde basis en de oude !klassen en deze te likwideren. Dit kan ook met anders. De lbovenibouw worot imlmers door de basis VQortgebmcht om !haar lte dienen en iham- actief te helpen ziclh .1Je 'V'Oil'lllllen en te versterlren, om aJCtief re

strijden voor de li'kwidatie van de oude, vermolmde basis met !haar oude bovenbouw. De lbovenbouw !behoeft slechts afstand te doen van deze dienende rol, !hij /behoeft slechts over te ;gaan van de positie van àctiew verdediging! van zijn !basis naar die van onversdhilligheid: ten opzichle·

'Wll!lihaar, naar een positie, die geen onderscheidi maakt tussen de klassen, om ~n hoedanigheid ,1Je verliezen en op te lhoudlen een lbovenibouw te zijn."

Deze uiteenzetting heeft bijzonder grote betekenis voor Polen en de andere volksdemocratische landen. Zij wordt ten volle door onze eigen ervaringen bevestigd.

Het is voldoende, dit met twee voorbeelden te illustreren.

Wat was de strijd tegen het Gomulkisme ànders, dan een strijd voor de versterking van onze bovenbouw, opdat deze actief zou strijdeq voor de likwidatie van de oude basis, vooral in de land- bouw, opdat onze bovenbouw niet af zou zakken tot een onver- schillige houding ten opzichte van de nieuwe basis, tot het aan- nemen van eenzelfde houding ten opzichte van alle klassen, een

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Wie dit allemaal te ver en te snel gaat kan den- ken aan een afschaffing van het minimum (jeugd)loon èn het werken met behoud van uitkering voor jongeren (bijvoorbeeld tot

Uiterlijk een week voor de provinciale vergadering, waarin de benoeming van verenigingsraadleden plaatsvindt, doet de secretaris een lijst met alle door

Het streven naar de vorming van een nationaal eenheidsfront met democratische doelstellingen moet ook tot deze kringen gericht zijn. r Beslissend voor ieder succes

In de vergelijkende cijfers van de balans per 31 december 2010 zijn de overgenomen uit de jaarrekening 2009, vastgesteld door het algemeen bestuur op 30 juni 2010.

‘Bij euthanasie zijn de stervenden meestal in een vrij goed humeur, ze zijn niet

e) Roep jouw nieuwe methode void turn180( ) aan door deze met de rechtermuisknop te selecte- ren. Test of die werkt zoals verwacht. Test ook of andere methodes nog steeds goed

Wel hielp het toegediende bloed om haar leven te verlengen, maar op 3 maart 1987 ging onze 6 jaar oude Jenny naar huis om bij haar Heer te zijn.. Op haar grafsteen staan

Zijn woord van liefde dat mij sust verdrijft mijn angst; nu vind ik rust!. Mijn vaste grond,