• No results found

Christelijk .. Historische Unie

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Christelijk .. Historische Unie "

Copied!
400
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)
(2)

Levende stud~eboekm voor elk levend christen

TROMMIUS' CONCORDANTIE

De I Oe druk van deze Bijbelse concordantie, een naslagwerk dat ontelbare malen te pas komt, het hele leven door.

Ruim dmzend bladZIJden Geb. f 35,-

j, I-IOUGWERI

BIJBELS VERTELBOEK

2e druk, riJk geïllustreerd door Tjccrd Bottema. Geen bock om utt voor te lezen, maar een riJke bron met tal van aardige en mteressante gegevens om de etgen vertelling aan kinderen en

volwassenen mee op te fleuren.

In 2 delen compleet f 9,90

v. d. A K K B R S M I T

GESCHIEDENIS VAN HET CHRISTENDOM De 7 e druk is btjgewerkt tot heden en mgc!eid door Prof. Van Unnik, met fiJk fotomateriaal verzameld door Dr. M. E. Kluit. Het studieboek voor Gymnasia en Lycea

en voor GodsdtenstondcrWIJS.

Gcb. f 9,95

VAN WOEN liL KOOY

OUDE EN NIEUWE ZANGEN

In deze prachtige bundel staan 112 liederen, waaronder voor gebruik in het gezin en voor meerstemmig gemengd koor. Een

rijkdom aan liederen; oude bekende, maar ook moderne.

12e druk, gebonden f 8,75

In d r b hand I

J

N Voorhoeve -Den Haag

(3)

DOCUMENTATIECENTRUM NEDERLANDSE POLITIEKE

..._ ,.ARTIJEN

Jaarboekje

Christelijk .. Historische Unie

1963/1964

*

Het Bureau der C.~H.U is gevestigd te

's~Gravenhage, Wassenaarseweg 7 Het Uniebureau is te bereiken:

van het station Hollandse Spoor, met lijn 9;

van het station Staatsspoor, met Buslijn 41 en 42, richting Scheveningen

Telefoon: 's~Gravenhage ( 070) No. 249607

Giro: No. 169900 (ten name van Penningmeester van het Hoofdbestuur der C.~H.U. te 's~Gravenhage)

(4)

Kalender voor het jaar 1963

JANUARI FEBRUARI

I

MAART

z 6 I3 20 27 3 IO I7 24 3 IO I7 24 3I M 7 I4 2I 28 4 II I8 25 4 II I8 25 D I 8 I5 22 29 5 I2 I9 26 5 I2 I9 26

w 2 9 I6 23 30 6 I3 20 27 6 I3 20 27 D 3 IO I7 24 3I 7 I4 2I 28 7 I4 2I 28 V 4 II I8 25 I 8 I5 22 I 8 I5 22 29

z 5 I2 I9 26 2 9 I6 23 2 9 I6 23 30

APRIL MEI JUNI

z 7 I4 2I 28 5 I2 I9 26 2 9 I6 23 30 M I 8 I5 22 29 6 I3 20 27 3 IO I7 24 D 2 9 I6 23 30 7 I4 2I 28 4 II I8 25

w 3 IO I7 24 1 8 15 22 29 5 12 19 26 D 4 11 18 25 2 9 16 23 30 6 13 20 27 V 5 12 19 26 3 10 17 24 3I 7 14 2I 28

z 6 I3 20 27 4 II I8 25 I 8 I5 22 29

JULI

I

AUGUSTUS SEPTEMBER

z 7 14 2I 28 4 I1 I8 25 I 8 15 22 29 M I 8 I5 22 29 5 I2 I9 26 2 9 I6 23 30 D 2 9 I6 23 30 6 I3 20 27 3 10 I7 24

w 3 IO I7 24 3I 7 I4 2I 28 4 II I8 25 D 4 II I8 25 I 8 I5 22 29 5 I2 I9 26 V 5 I2 I9 26 2 9 I6 23 30 6 I3 20 27

z 6 I3 20 27 3 10 17 24 3I 7 I4 2I 28

OKTOBER

I

NOVEMBER

L

DECEMBER

z 6 I3 20 27 3 10 I7 24 I 8 15 22 29 M 7 14 2I 28 4 I1 18 25 2 9 I6 23 30 D I 8 I5 22 29 5 12 19 26 3 10 17 24 31

w 2 9 16 23 30 6 I3 20 27 4 11 18 25 D 3 10 17 24 3I 7 14 2I 28 5 12 19 26 V 4 11 18 25 I 8 15 22 29 6 13 20 27

z 5 I2 I9 26 2 9 16 23 30 7 14 21 28

\'JERSITA)'

(5)

Kalender voor het jaar 1964

JANUARI FEBRUARI MAART

z 5 12 19 26

I

2 9 16 23 I 8 15 22 29 M 6 13 20 27 3 10 17 24 2 9 16 23 30 D 7 14 21 28 4 11 18 25 3 10 17 24 31

w 1 8 15 22 29 5 12 19 26 4 11 18 25 D 2 9 16 23 30 6 13 20 27 5 12 19 26 V 3 10 17 24 31 7 14 21 28 6 13 20 27

z 4111825 1 8 15 22 29 7 14 21 28

APRIL MEI JUNI

z 5 12 19 26 3 10 17 24 31 7 14 21 28 M 6 13 20 27 4 11 18 25 1 8 15 22 29 D 7 14 21 28 5 12 19 26 2 9 16 23 30

w 1 8 15 22 29 6 13 20 27 3 10 17 24 D 2 9 16 23 30 7 14 21 28 4 11 18 25 V 3 10 17 24 1 8 15 22 29 5 12 19 26

z 4 11 18 25 2 9 16 23 30 6 13 20 27

JULI AUGUSTUS SEPTEMBER

z 5 12 19 26 2 9 16 23 3C 6 13 20 27 M 6 13 20 27 3 10 17 24 31 7 14 21 28 D 7 14 21 28 4 11 18 25 1 8 15 22 29

w 1 8 15 22 29 5 12 19 26 2 9 16 23 30 D 2 9 16 23 30 6 13 20 27 3 10 17 24 V 3 10 17 24 31 7 14 21 28 4 11 18 25

z 4 11 18 25 1 8 15 22 29 5 12 19 26

OKTOBER NOVEMBER DECEMBER

--

z 4 11 18 25 1 8 15 22 29

I

6 13 20 27 M 5 12 19 26 2 9 16 23 30 7 14 21 28 D 6 13 20 27 3 10 17 24 1 8 15 22 29

w 7 14 21 28 4 11 18 25 2 9 16 23 30 D 1 8 15 22 29 5 12 19 26 3 10 17 24 31 V 2 9 16 23 30 6 13 20 27 4 11 18 25

z 3 10 17 24 31 7 14 21 28 5 12 19 26

. -~ ....

.

(6)
(7)

VERJAARDAGEN DER LEDEN VAN HET

VORSTELIJK HUIS

19 Januari (geh. 1943): H. K. H. Margriet Francisca, Prin~

ses van Oranje~Nassau, Prinses van Lippe~Biesterfeld,

Dochter van H. M. Koningin Juliana, Prinses van

Oranje~Nassau, Hertogin van Mecklenburg. enz. enz. en Z. K. H. Prins Bernhard, Prins der Neder.landen, Prins van Lippe~Biesterfeld.

31 Januari (geh. 1938): H.K.H. Beatrix Wilhelmina Arm~

gard, Prinses van Oranje~Nassau, Prinses van Lippe~

Biesterfeld, Dochter van H. M. Koningin Juliana, Prin~

ses van Oranje~Nassau, Hertogin van Mecklenburg.

enz. enz. en Z.K.H. Prins Bernhard, Prins der Nederlan~

den, Prins van Lippe~Biesterfeld.

Februari (geh. 1947): H. K. H. Maria Christina, genaamd Christina, Prinses van Oranje~Nassau, Prinses van Lippe~

Biesterfeld, Dochter van H. M. Koningin Juliana, Prinses van Oranje~Nassau, Hertogin van Mecklenburg, enz. enz.

enZ. K. H. Prins Bernhard, Prins der Nederlanden, Prins van Lippe~Biesterfeld.

30 April (geh. 1909): H.M. Juliana Louise Emma Maria Wilhelmina, Koningin der Nederlanden, Prinses van

Oranje~Nassau, Hertogin van Meck.lenburg. enz. enz ..

Dochter van wijlen H. M. Koningin Wilhelmina en wijlen Z. K. H. Prins Hendrik, Prins der Nederlanden.

29 Juni (geh. 1911): Z. K. H. Bernhard Leopold Frederik Everhard Julius Coert Karel Godfried Pieter, Prins der Nederlanden, Prins van Lippe~Biesterfeld.

(8)

5 Augustus ( geb. 1939): H. K. H. Irene Emma Elisabeth.

Prinses van Oranje~Nassau, Prinses van Lippe~Biester~

feld. Dochter van H. M. Koningin Juliana, Prinses van Oranje~Nassau, Hertogin van Meck.lenburg, enz. enz. en Prins Bernhard, Prins der Nederlanden, Prins van Lippe~

Biesterfeld.

FIJNHOU'f · FR/PU'>'X ·BOARDS

PLASFIC MA H'RIALEN • BOU\VMA CHINES

N.v. FABRIEK vooR HouTsEwERKrNG;;Ja

Ute66e "

GOES TELEFOON (0 1100) 5413

TOEKOMSTIGE. FEESTDAGEN

Jaar I Nieuwjaar I Pasen I . Hemelv. dag !Pinksteren I Kerstmis 1964 I woensdag

I

29 mrt.

I

7 mei

I

17 mei vrijdag 1965

I

vnJdag 18 april 27 mei 6 juni zaterdag 1966 zaterdag 10 april 19 mei 29 mei zondag 1967 I zondag 26 mrt. 4 mei 14 mei maandag

I

(9)

Inleiding

VERSLAG

VAN DE

CHRISTELIJK-HISTORISCHE UNIE OVER DE JAREN

1960 t/m 1962

Nu sedert het verschijnen van het jaarboekje 1960/61 reeds meer dan twee jaren zijn verstreken lijkt het wenselijk de verslagen van de Christelijk-Historische Unie over de jaren 1960 t/m 1962 samen te voegen.

Dat biedt ook het voordeel, dat zowel de ontwikkeling op staatkundig terrein in het algemeen als de aktiviteiten binnen het verband van de Christelijk-Historische Unie over een lan- gere termijn ineens kunnen worden overzien.

Lag het aanvankelijk in de bedoeling in dit algemeen verslag ook op te nemen mededelingen omtrent de aktiviteiten en ge- beurtenissen in de Kamerkringen, ten slotte werd om tech- nische redenen van dit voornemen afgezien.

Het algemeen verslag zal er beter leesbaar mee zijn. Een verslag van de aktiviteiten der Kamerkringverenigingen zal elders worden opgenomen.

De ontwikkeling van de binnenlandse politieke situatie Hoewel de ontwikkeling van de staatkundige situatie in ons kleine land duidelijk wordt beïnvloed door de politieke ontwikkeling in Europa en in de gehele wereld, moge in dit jaarverslag ermede worden volstaan een en ander aangaande de staatkundige situatie op binnenlands terrein te memoreren.

In het verslag over 1959 werd gewag gemaakt van het feit, dat het toen pas opgetreden Kabinet De Quay, het eerste na-oorlogse Kabinet zonder socialisten. gedurende het eerste jaar na zijn eerste optreden het niet gemakkelijk had, ook niet steeds de juiste toon wist te vinden en soms niet een

(10)

verstandige taktiek toepaste, ook al werden reeds toen goede resultaten behaald.

Was het eind 1959 uiteraard niet mogelijk een oordeel te geven over de resultaten, door het Kabinet bereikt, aan het einde van het jaar 1962, nu een periode van bijna vier jaren kan worden overzien, ligt dat anders.

Wanneer thans wordt nagegaan, wat door het Kabinet De Quay reeds werd bereikt, dan kan op de volgende punten worden gewezen.

Dit Kabinet heeft dan in de eerste plaats, optredende zon~

der vooraf gemaakte afspraken met kamerfrakties, onder meer op sociaal~ekonomisch terrein belangrijk werk ver~

richt. Gedacht wordt daarbij aan het tot nu toe gevoerde deugdelijke financiële beleid, aan de goede resultaten, die het prijsbeleid van Minister De Paus afwierp en aan de resul~

taten met het gewijzigde systeem van loonvorming behaald.

Maar daarnaast zouden nog tal van andere resultaten zijn te vermelden, als daar zijn onder meer de totstandkoming van de zgn. ,.Mammoetwet", de verhoging van uitkeringen krach~

tens de sociale verzekeringswetten, de totstandkoming van een nieuwe regeling betreffende de financiële verhouding van Rijk en Gemeenten.

Bovendien mag worden vastgesteld, dat het Kabinet De Quay niet heeft geschroomd pogingen aan te wenden ver~

schillende zeer moeilijke vraagstukken tot een oplossing te brengen. Ook al werd die oplossing niet steeds gevonden of werd uiteindelijk minder bereikt dan aanvankelijk werd ge~

hoopt en verwacht, het strekt het Kabinet De Quay tot eer, dat het aan de moeilijkheden niet stilzwijgend is voorbij~

gegaan.

De Unievoorzitter, Mr. H. K. J. Beernink, kon daarom reeds in zijn jaarrede 1961 voor de algemene vergadering van de CHU opmerken, dat er voor de Christelijk~Historischen

aanleiding bestond het Kabinet De Quay zoveel mogelijk te blijven steunen. En in zijn rede voor de algemene vergade~

ring in 1962 stelde hij opnieuw, dat de Christelijk~Histori~

schen ,.het zittend Kabinet gaarne wilden steunen, waar mogelijk, met behoud overigens van het recht kritiek te leve~

ren, waar zij dat in het belang van ons land en volk nood~

(11)

ExceLLenties ter algemene vergadering. Van Links naar rechts: Mr. Y SchoUen, oud-Staatssecretaris 0., K.

en W.; Lt.-Gen. M. R. H. Calmeyer, oud-Staatssecretaris Defensie en Mr. A. C. W. Beerman, oud-Minister van Justitie. Daarnaast de heren Mr. H. K. J. Beernink en Mr. J. W. van Gelder.

(12)

was in de eerste plaats niet steeds een voordeel ~ men verlangde daarom ook meer ~ en doet in de tweede plaats aan de waardering voor het goede, dat werd bereikt, niet af.

Het stemt tot verheuging, dat van dit Kabinet De Quay, dat steun ook van Christelijk~Historische zijde veelvuldig kreeg, twee Christelijk~ Historische Ministers deel uitmaak~

ten, te weten Mr. A. C. W. Beerman als Minister van Justi~

tie, en Drs. J. W. de Pous als Minister van Ekonomische Zaken.

Voorts fungeerden de heren Lt.~Generaal M. R. H. Cal~

meyer en Mr. Y. Scholten als Staatssekretarissen respektieve~

lijk van Defensie en van Onderwijs, Kunsten en Weten~

schappen.

De Christelijk~Historische Unie is aan deze Ministers en Staatssekretarissen veel dank verschuldigd voor hun in veler~

lei opzicht voortreffelijke arbeid ten dienste van ons land en volk.

Verkiezingen

In het jaar 1962 werden op 28 maart de verkiezingen voor de Provinciale Staten gehouden, terwijl de gemeenteraads~

verkiezingen op 30 mei van dat jaar plaatsvonden.

Opvallend bij deze beide verkiezingen was, dat zij ditmaal in sterke mate in het teken van de landspolitiek stonden. Te~

recht merkte de Unievoorzitter in zijn rede voor de algemene vergadering van 1962 met betrekking tot de Statenverkiezin~

gen op: "Menig kiezer heeft zich op 20 maart 1962 niet laten leiden door faktoren van provinciale aard, maar wel door: Nieuw~Guinea, de ambtenarensalarissen, de zaak Van der Putten, de woningbouw, pensioenen en lonen. Veel meer dan vroeger waren de Statenverkiezingen dit jaar een graadmeter voor de politieke verhoudingen in ons land".

Ook bij de Gemeenteraadsverkiezingen was er sprake van een duidelijk merkhare invloed van de landspolitiek.

Vooral wanneer men in aanmerking neemt. dat de keuze van de kiezers vaak meer door overwegingen betreffende de landspolitiek dan door de visie op provinciale en gemeen~

teliike problemen werd bepaald is er aanleiding tot enige

(13)

Voor wat de Statenverkiezingen betreft werd weliswaar het percentage van 1958 niet gehaald. maar zo op 28 maart 1962 van een Kamerverkiezing sprake geweest zou zijn.

zouden toch 13 in plaats van 12 zetels behaald zijn.

Bij de Gemeenteraadsverkiezingen werd eenhogerstemmen- percentage bereikt dan bij de Statenverkiezingen. Zelfs bleef over de gehele linie het percentage niet of nauwelijks achter bij dat van 1958. De uitslagen van de hier bedoelde Ge- meenteraadsverkiezingen deden ook zien, dat korobinaties van Protestants-Christelijke lijsten, ook weer over de gehele linie genomen, geen elektorale winst hebben gebracht.

Merkwaardig was nog bij deze beide verkiezingen, dat de Partij van de Arbeid, die zich in het bijzonder had opge- maakt de landspolitiek bij deze verkiezingen te betrekken, daarbij geen baat vond. Men mocht daaraan te meer beteke- nis hechten, omdat de Partij van de Arbeid oppositiepartij was. Immers oppositiepartijen plegen doorgaans winst te oog- sten bij verkiezingen.

Voor de Christelijk-Historische Unie gold, dat zij zich bij deze verkiezingen redelijk handhaafde. Dit was in het bij- zonder verheugend na het nogal teleurstellende resultaat van de Kamerverkiezing van 12 maart 1959. Het gaf hoop op goed resultaat bij de eerstvolgende Kamerverkiezing.

Uit de organisatie

In de rede van de Unievoorzitter voor de algemene ver- gadering wordt telken jare naast enige beschouwingen aan- gaande de politieke situatie een overzicht geboden van de belangrijkste gebeurtenissen in het leven van de Christelijk- Historische Unie over het afgelopen jaar.

Zo boden de redevoeringen van de voorzitter Mr. H. K. J.

Beernink in de algemene vergaderingen van 20 april 1960, 1 7 mei 1961 en 25 april 1962 ook steeds zowel die beschou- wingen van algemeen politieke aard als een vermelding van belangrijke gebeurtenissen.

De rede van 1960 was voor een goed deel gewijd aan een beschouwing van het beleid van het Kabinet De Quay. Hoe- wel door de Unievoorzitter werd gesteld, dat de C.-H.U. het Kabinet gaarne wilde steunen in haar pogingen om te he-

(14)

wijzen, dat de Partij van de Arbeid, die geen geestverwanten in het Kabinet telde, niet het privilege van goede sociale politiek bezit, liet hij niet na te wijzen op het feit, dat er naast voorstellen en voornemens van het Kabinet, die de instemming ook van de Christelijk-Historischen konden heb- ben, ook duidelijke knelpunten waren in het beleid van dit Kabinet, dat door bewindslieden wel ernstige psychologische fouten waren gemaakt en dat het zware woord "onaanvaard- baar" van de zijde van het Kabinet nogal eens al te spoe- dig had geklonken.

Als knelpunten bij het beleid van dit Kabinet noemde Mr.

Beernink: de woningbouw, de loonpolitiek, het landbouw- beleid, de Nieuw-Guinea-kwestie, de Lauwerszee, het ont- werp Mammoetwet, de rechtvaardige verdeling van de wel- vaart en de kwestie van de prioriteiten.

In de rede van de Unievoorzitter voor de algemene ver- gadering 1961 werd vastgesteld, dat de tot nu toe door het Kabinet De Quay bereikte resultaten in grote lijn aan de Christelijk-Historische Unie aanleiding gaven het Kabinet te blijven steunen evenwel met behoud van eigen staatkundige verantwoordelijkheid. Daarbij werd vermeld, dat het juist ook die eigen staatkundige verantwoordehjkheid was, die de Christelijk-Historische Tweede-Kamerfraktie noopte in december 1960 te opponeren tegen het woningbouwbeleid van het Kabinet, toen haar dit beleid onjuist voorkwam.

Voorts werden aan verschillende hindernissen, die het Kabinet De Quay nog had te nemen, kritische beschouwingen gewijd. Zo met name aan de voorgestelde kinderbijslagverze- kering, de pogingen tot oplossing van de woningnood, de landbouwproblemen, de hoge defensie-uitgaven, het gewij- zigd ontwerp Mammoetwet, het wetsontwerp op de subsidië- ring van Kerkenbouw en het Nieuw-Guineavraagstuk.

Dat de genoemde hindernissen ten tijde van de algemene vergadering 1962 nog niet waren overwonnen, was duidelijk uit de rede, welke de Unievoorzitter toen uitsprak.

De Mammoetwet en de Wet op de subsidiëring van Kerken- bouw zijn intussen nadien aanvaard en het Nieuw-Guinea- vraagstuk heeft een andere oplossing gevonden dan velen in Nederland verwacht en gehoopt hadden. Maar de andere

(15)

betreffende het beleid van het Kabinet inzake de pensioenen en de ambtenarensalarissen, de kwestie betreffende de steun aan de ontwikkelingslanden enz.

Tot zover de korte weergave van de opmerkingen, in de redevoeringen van de Unievoorzitter aan de aktuele vraag- stukken besteed.

Op een in Arnhem op 1 7 maart 1962 gehouden toogdag werd door de Unievoorzitter ook nog een rede uit- gesproken, waarin hij waarderende woorden wijdde aan de arbeid van de beide Christelijk-Historische Ministers Beer- man en De Pous en waarin hij voorts onder meer enige op- merkingen maakte over het beleid van de Minister van Binnenlandse Zaken T oxopeus inzake de pensioenen en de ambtenarensalarissen. Hij bepleitte daarbij: verbetering van de salarissen van de lagere en van de middelbare ambtenaren en inwilliging van de rechtvaardige verlangens van de ge- pensioneerden.

Wenden wij ons thans tot de interne zaken van de Christe- lijk-Historische Unie, dan mogen allereerst worden vermeld de namen van hen, die ons ontvielen en die in de algemene vergaderingen van 1960, 1961 en 1962 werden herdacht.

In 1960 herdacht de Unie in algemene vergadering bijeen de heer Jacobus Rustige, mevrouw Elisabeth Julia Burger- hout-Deumer en de heren Willem Diederik Alexander Arntzenius, Hendrik Wanmaker, Egbert Harkink en Wybren Elgersma.

In de algemene vergadering van 1961 werden door de Unievoorzitter woorden gesproken ter nagedachtenis van de heren: Berend Brug, Arie Klein, Jan Kroks, C. J. Rietveld, Mr. Willem Fredrik Schokking, mevrouw Jacoba Koster- Van Roon en de heren Jhr. Mr. Dirk Jan de Geer en Johan Philip Lenz.

Ten slotte werden in de algemene vergadering van 1962 herdacht de heren: Hendrik Kuyt, Brant de Graaf. Tiemen Stobbe en Gerardus Hermarrus van Itterzon.

Deze allen, bij hun leven lid van de Christelijk-Historische Unie, hebben op zeer belangrijke of op belangrijke posten hun land en volk gediend. In grote dankbaarheid gedenken wij hun vaak zeer omvangrijke arbeid.

(16)

Met betrekking tot de sedert medio 1958 gevoerde leden- werfaktie verdient vermelding, dat de Christelijk-Historische Unie zoals in de algemene vergadering van 1962 kon wor- den medegedeeld, nu meer dan 50.000 leden telt. In 1958 bedroeg het ledental nog slechts 37.000.

AI was het resultaat van de ledenwerfaktie op zichzelf verheugend, er is toch alle aanleiding te stellen, dat het eind- doel nog bij lange na niet is bereikt. V el en in den lande zullen nog ertoe kunnen ja moeten worden gebracht van hun be- langstelling voor de Christelijk-Historische Unie ook door een aanmelding als lid van die Unie te doen blijken.

Kommissies

Naast de reeds lang bestaande kommissies en de blijkens het jaarverslag over 1959 vermelde toen gevormde kommis- sies, werden in de jaren 1960 tot en met 1962 nog nieuwe vaste kommissies ingesteld, die tot taak hebben Hoofdbestuur en Kamerfrakties te adviseren, op verzoek dan wel op eigen initia- tief. ten aanzien van alle aangelegenheden haar werkterrein betreffende. Bovendien werden nog kommissies ad hoc be- noemd tot het geven van advies aan Hoofdbestuur en Kamer- frakties over een bepaald onderwerp. Daarmede werden vele deskundigen bij de arbeid in de Christelijk-Historische Unie ingeschakeld. Als nieuwe vaste kommissies ontstonden: de Publiciteitskommissie en de Kommissie Volksgezondheid. De samenstelling van die kommissies zal elders in het jaarboek worden vermeld.

Andere vaste kommissies werden uitgebreid, terwijl in het jaar 1962 nog het besluit viel tot het instellen van een Kul- turele Kommissie. Als kommies ad hoc werden voorts in- gesteld: de Kommissie Herziening Beginselprogram en een Mammoetwetkommissie. Deze laatste bracht nog voor de be- handeling van het ontwerp Mammoetwet, de wet op het voortgezet onderwijs, in de Tweede Kamer, haar eindrapport uit.

Ook een paar andere kommissies ad hoc voltooiden haar arbeid. In alle andere kommissies werd gestaag gearbeid aan

(17)

waarop dit verslag betrekking heeft. uitgebracht. Vermeld mogen daarvan worden:

Het ontwerp-sociaal-ekonomisch program, door de Sociaal- Ekonomische Kommissie samengesteld. dat na enige wijzi- gingen door de algemene vergadering werd vastgesteld;

het eerste rapport van de Publiciteitskommissie, dat heeft geleid onder meer tot benoeming van de heer A. Buntsma tot public-relation-officer;

het advies van de Agrarische Kommissie over het al dan niet handhaven van de Wet Vervreemding Landbouwgron- den.

Ook andere kommissies brachten in de verslagjaren nog zijn een volledig sukses geworden.

Enkele voor publikatie bestemde rapporten waren voorts aan het eind van het jaar 1962 in vérgaande staat van voor- bereiding, zoals onder meer: het middenstandsrapport, dat door de Middenstandskommissie wordt opgesteld.

Tenslotte mag nog vermeld worden, dat de Kommissie, be- last met de voorbereiding van de herziening van het Beginsel- program der Christelijk-Historische Unie met haar voorberei- dende arbeid reeds belangrijke vorderingen heeft gemaakt.

Kadervorming

De door de Scholingskommissie opgezette kaderkursussen zijn een volledig sukses geworden. ·

Deze kursus, die twee jaar duurde, trok cirka 600 deel- nemers. De poging de kursisten nadien vaste gespreksgroepen te doen formeren slaagde slechts ten dele.

Daarom heeft de Scholingskommissie zich gezet aan het uit- werken van plannen voor een nieuwe kaderkursus en voor een vervolgkursus. Deze plannen zullen evenwel eerst in het jaar 1963 kunnen worden verwezenlijkt.

Uit de in de afgelopen jaren opgedane ervaringen is wel duidelijk geworden, dat er in de Christelijk-Historische Unie grote behoefte is aan betere scholing, maar ook sprake is van grote belangstelling en enthousiasme daarvoor.

De nevenorganisaties

De Centrale van Christelijk-Historische vrouwen vierde in 1960 haar 25-jarig bestaan. De nuttige funktie, die deze orga-

(18)
(19)

Algemene vergadering 1962. De foto werd gwomen tijdens het zingen. Je rij: v.l.n.r. Jhr. i'vfr. L. E. de Geer van Oudegeln;

Dr. 11 Hf. Ti/anus; Z. Exc. Drs. J W. de Paus; Dr. ]. van Bruggen; Mr. J rv. van Ge/der; C. J van }vfmtngt en E.

Kamphuis.

(20)

nisatie onder de bezielende leiding van Jkvr. Wttewaall van Stoetwegen en van haar medebestuursters vervult, worclt steeds meer in de Unie erkend. De enige wens. die men met betrekking tot de arbeid van deze organisatie nog zou kunnen hebben is, dat er een nog wat beter samenspel zou mogen ont~

staan tussen haar en de Unie.

De Vereniging van Christelijk~Historische leden van Ge~

meentebesturen bleef een konstante aktiviteit ontplooien. Met de oprichting van de Kring Noordbrabant/Limburg van deze vereniging heeft nu elke provincie een kring van Christelijk~

Historische gemeentebestuurders. Men mag hopen, dat binnen niet te lange tijd nu ook alle Christelijk~Historische burge~

meesters, gemeenteraadsleden en gemeentesekretarissen het grote belang van het lidmaatschap van deze vereniging zullen hebben ingezien en zich daarvoor zullen hebben aangemeld.

De Federatie van Christelijk~Historische Jongerengroepen vierde in 1962 haar 35~jarig bestaan. Zij bleef gedurende de verslagjaren voortdurend aktief en leverde daarmede haar be~

langrijke bijdrage aan de politieke vorming van de Christelijk~

Historische jongeren. De betekenis van het werk van de Fe~

deratie werd en wordt door het Uniebestuur terdege onder~

kend. Dit kwam ook tot uiting in een vermeerdering van de aan de Federatie verleende financiële steun.

Van de Jhr. Mr. A. F. de Savornin Lobmanstichting kan worden vermeld, dat zij gedurende de verlagjaren een belang~

rijk grotere aktiviteit ontwikkelde dan voorheen. Niet alleen wist het Bestuur te bereiken, dat het door de stichting uit~

gegeven Christelijk~Historisch Tijdschrift eens per twee maan~

den in plaats van om de drie maanden ging verschijnen, bo~

vendien werd de studie van een aantal belangrijke vraag~

stukken door kommissies vanwege deze stichting ingesteld ter hand genomen. Met grote belangstelling wacht men in de

Christelijk~Historische Unie het resultaat van deze arbeid af.

Aan de Stichting Unie~Werkfonds moge voorts dan nog aandacht worden gewijd. Zij kwam in 196 I tot stand en heeft tot taak de nodige middelen te vergaren ter ondersteuning van

(21)

stuur dezer stichting bleek het reeds gedurende de verslag- jaren mogelijk belangrijke financiële hulp te bieden aan de Christelijk-Historische Unie en haar onderdelen, alsmede aan haar nevenorganisaties.

De organen van de Unie

In het Dagelijks Bestuur van de Christelijk-Historische Unie is gedurende de loop der jaren, waarop dit verslag betrekking heeft, nogal wat wijziging gekomen.

In 1960 werden de heren W. Nauta enD. van der Kwaak en Dr. Ir. G. A. Kluitenberg tot leden van het Dagelijks Be- stuur benoemd in de vakatures, ontstaan, door het aftreden respektievelijk van de heren H.M. Gerbrandij, C. P. de Groot en Mr. Dr. J. van Bruggen. In 1962 werd Ds. S. Gerssen tot lid van het Dagelijks Bestuur benoemd in de vakature, die ont- stond door het aftreden van de heer Drs. F. A. Kraayeveld.

De afgetreden leden van het Dagelijks Bestuur moge ook hier dank worden gebracht voor de vele en vaak gewichtige arbeid door hen voor de Unie verricht.

De nieuwe leden gaven reeds op ondubbelzinnige wijze blijk van hun aktiviteit en van hun grote belangstelling voor de arbeid, die in het verband van de Christelijk-Historische Unie wordt verricht. Het Dagelijks Bestuur vergaderde gedurende de afgelopen jaren weer eens per maand ter behandeling en afdoening van de vele zaken, die steeds weer de aandacht vragen.

Het Hoofdbestuur kwam in 1960 tweemaal. in 1961 vier- maal en in 1962 tweemaal bijeen. Behalve tal van normale or- ganisatorische aangelegenheden werden in die vergaderingen onder meer behandeld de voorstellen van de kiesverenigingen, de onl:werpen van een paar partiële wijzigingen van de sta- tuten van de Unie, het ontwerp sociaal-ekonomisch program en de kwestie betreffende de Christelijk-Historische week- bladpers.

De Unieraad, sedert 1960 onder voorzitterschap van Jhr.

Mr. L. E. de Geer van Oudegein, die Mr. Dr. J. van Bruggen in die funktie opvolgde, vergaderde in 1960 driemaal, in 1961 tweemaal en in 1962 eenmaal. In haar vergaderingen werden belangrijke politieke vraagstukken diepgaand besproken zo-

(22)

als: het radio- en televisiebestel, het Nieuw-Guinea-vraagstuk, de Kabinetskrisis van december 1960 en de oorzaken daarvan enzovoorts. Bovendien werden in die vergaderingen bespre- kingen gehouden ter voorbereiding van de Eerste-Kamerver- kiezing 1963 en van de Tweede-Kamerverkiezing 1963.

Voor mutaties in de samenstelling van Hoofdstbestuur en Unieraad gedurende de verslagjaren moge worden verwezen naar de elders in het jaarboek daaromtrent vermelde ge- gevens.

Andere aktiviteiten

Vermeld moge voorts worden, dat onder de auspiciën van het Uniewerkfonds te Arnhem een zeer goed geslaagde toog- dag werd gehouden. Voorts vond in de maand juli van elk jaar de zomerkonferentie op "Woudschoten" plaats, waar de opkomst tot tevredenheid stemde. Aan het einde van het ver- slagjaar werd de organisatie van een agrarisch kongres en van een middenstandskongres in het jaar 1963 of 1964 over- wogen.

Voorts namen vertegenwoordigers van de Christelijk-Histo- rische Unie deel aan tal van besprekingen, konferenties en vergaderingen in binnen- en buitenland. In dit beknopt ver- slag moet ervan worden afgezien daarvan een opsomming te geven. Zulks betekent geenszins, dat die vertegenwoordiging van de Unie op velerlei terrein op nationaal en op internatio- naal niveau een zaak van gering belang geacht zou worden.

Met de Christelijke Volkspartij werd het kontakt verstevigd onder meer door de benoeming van CVP-leden tot adviseren- de leden van organen van de Christelijk-Historische Unie. De verwachting is, dat de band tussen Unie en Christelijke Volkspartij nog nauwer zal worden.

Met de Antirevolutionairen vonden op hoog bestuurlijk niveau gesprekken plaats, waardoor men poogt beter begrip te verkrijgen voor elkanders standpunt en inzicht. In hoe- verre deze besprekingen meer toenadering tussen de Christe- lijk-Historische Unie en de Antirevolutionaire Partij zal bren- gen zal moeten worden afgewacht.

Het Uniebureau

(23)

een enorme hoeveelheid werk verzet met een zeer kleine per- soneelsbezetting. Mej. Th. E. Vroegop en de heer Drs. Joh.

Boers boden daar steeds de nodige hulp. Hun worde hier dank gebracht voor hun arbeid.

Zij werden door verschillende hulpkrachten bijgestaan.

De bezetting van het bureau vormde overigens een onder- werp dat voortdurend zorg baarde en tot uitvoerige gesprek- ken in het Dagelijks Bestuur van de Unie aanleiding gaf.

De uitbreiding van het werk maakt uiteraard ook uitbrei- ding van de personeelsbezetting van het bureau noodzakelijk.

Daarbij is er de behoefte om het bureau nog beter te outilleren teneinde dit zodanig te kunnen doen funktioneren, dat het nog meer zal kunnen voldoen aan de eisen, die in deze tijd aan het bureau van een politieke groepering in redelijkheid mogen worden gesteld.

Beslissingen omtrent uitbreiding en verbetering van de outillage van het bureau zullen in 1963 genomen worden.

Ten Besluite

Aan het eind van dit summiere verslag omtrent het wel en wee van de Christelijk-Historische Unie in de jaren 1960 t/m 1962 moge worden vastgesteld, dat er in verschillende op- zichten vooruitgang is geboekt. Te denken valt daarbij aan de uitbreiding van het ledental, aan het inschakelen van veel meer deskundigen bij de arbeid, die in Unieverband wordt verricht, aan de uitbreiding van de arbeid van nevenorgani- saties, aan het ontstaan van het Uniewerkfonds enzovoorts.

In Kamerkringen, Statenkringen en Kiesverenigingen wa- ren voorts ook velen bijzonder aktief. Daarnaast was er echter nog veel laksheid en lauwheid.

Laten wij beseffen, dat nog zeer veel aktiviteit zal moeten worden betoond om datgene, wat de Christelijk-Historische Unie aan ons volk te zeggen heeft, goed te laten doordringen en voorzover redelijkerwijs mogelijk ook te doen aanvaarden.

Moge allen, die in het verband van de Christelijk-Histori- sche Unie werken, ook in de komende jaren de lust en de kracht gegeven worden, ieder op de plaats, waarop zij zijn ge- steld, hun opdracht te vervullen.

J. W. v. G.

(24)
(25)

BESTUURLIJKE VERKENNINGEN

Serie uitgaven betreffende de werking van het openbare bestuur, de inrich- ting daarvan en de verhouding tussen bestuur en bestuurden, onder redactie van

dr. H. A. Brasz, prof. mr. A. Kleijn en mr. J. in 't Veld.

deel I: Inleiding tot de bestuurswetenschap door de leden van de redactieraad.

Er is naar gestreefd enerzijds een samenvattende inleiding te geven van de stof, die gerekend kan worden tot de bestuurswetenschap te behoren, ander- zijds een leerboek samen te stellen, dat is afgestemd op de behoefte van de onderwijspraktijk.

De uitgave bevat ± 400 pagina's. Prijs .f 18,50. Intekenprijs .f 15,75.

deel n: De vergadering van de gemeenteraad door dr. G. L. Eisen.

Dit boek is van bijzonder belang voor de bestuurspraktijk. Met recht kan van dit boek gezegd worden, dat het een leidraad is voor de vergaderingen van de gemeenteraad. De op de raadsvergaderingen betrekking hebbende artikelen van de gemeentewet worden kritisch beschouwd en uitvoerig toe- gelicht. In een aantal gevallen worden nieuwe bepalingen voorgesteld.

Deze uitgave bevat ± 200 pagina's. Prijs .f 14,90. Intekenprijs .f 12,90.

deel III: De burgemeester in de kleine gemeente door M. W. Schakel.

In dit boek wordt aandacht geschonken aan het burgem.eestersambt. De beschouwingen van de auteur laten zich niet met strikt wetenschappelijke maatstaven meten; zij dragen meer het stempel van de practicus dan dat van de wetenschappelijke werker. Vooral de menselijke aspecten van het ambt worden belicht.

Ook deze uitgave bevat ± 200 pagina's. Prijs f 14,90. Intekenprijs f 12,90.

Meer delen zijn in voorbereiding.

Aan hen, die op de serie intekenen wordt slechts de intekenprijs in rekening gebracht. Zij verplichten zich alsdan ten minste 5 achtereenvolgens verschij- nende delen af te nemen.

UITGAVE VUGA-BOEKERIJ

POSTBUS 81 - ARNHEM verkrijgbaar bij de uitgevers en in de boekhandel

(26)

WEL EN WEE VAN DE KAMERKRINGEN Kamerkring 's-Hertogenbosch

In oktober 1961 werd de tweede vergadering in de kring Den Bosch gehouden met als spreekster freule Wttewaall van Stoetwegen. In verband met de verkiezingen voor de Provin·

ciale Staten werd het bestuur gemachtigd met andere protes- tantse partijen samen te werken.

Besloten werd vast te houden aan de vier jaar geleden ge- maakte afspraak om een A.R.-lijsttrekker te benoemen. Dit is gebeurd. De S.G.P. wilde niet meewerken. Haar stemmen gin·

gen verloren. Indien vijf stemmen meer op de protestantse lijsten uitgebracht waren, zou een winst van één zetel geboekt zijn, die de C.H. U. ten deel zou zijn gevallen. De kamerkring en haar afdelingen hebben de propaganda krachtig ter hand genomen. De statenkring Heusden heeft voor dat doel ook een vergadering gehouden. De uitslag van de gemeenteraadsver- kiezingen was voor de C.H.U. over het algemeen gunstig.

D. Boog Kamerkring Tilburg

Het werk in de kring Tilburg ging in de jaren 1961 en 1962 zijn gewone gang. Hier en daar werd in de afdelingen propa- ganda gevoerd om het ledental op te voeren. Dat is in den lande hard nodig wil de Unie zichzelf zijn en blijven. Het jaar 1962 stond in het teken van de Statenverkiezingen. Voor de statenkring Zevenbergen voerde in januari 1961 de heer C. J.

van Mastrigt het woord. Zijn onderwerp luidde "Sociale en Economische vragen".

In de jaarvergadering van 1961 sprak dr. I. N. Th. Diepen- horst over "Langs de horizon" en behandelde hij enkele in- ternationale problemen. Voor de vereniging van christelijk·

historische leden van gemeentebesturen hield drs. A. D. W.

Tilanus te Arnhem een inleiding over de bejaardenzorg.

Het jaar 1962 stond in het teken van de Satenverkiezingen.

De jaarvergadering werd in maart 1962 gehouden met het oog op de provinciale Statenverkiezingen gecombineerd met de

(27)

plaats gedenken wij met droefheid het grote verlies dat onze C.H. U. in de heer Van de Wetering heeft geleden.

D. W. van der Put Kamerkring Arnhem

Sedert de verschijning van het laatste jaarboekje hebben zich in de samenstelling van het bestuur van de kamerkring Arnhem verscheidene mutaties voorgedaan. Door het over~

lijden van de heren D. A. van Straten en Th. Dijkstra verloor de kring trouwe en ijverige bestuursleden. Beide vrienden zullen lang in dankbare herinnering blijven.

De secretaris, de heer J. Heij, legde wegens drukke werk~

zaamheden zijn functie neer en de heren K. Jonker en B.

Teunissen namen eenzelfde besluit, zij het op andere gronden.

Zij meenden hun plaatsen, vele jaren met toewijding en acti~

viteit ingenomen, wegens gevorderde leeftijd te moeten af~

staan. Mejuffrouw Kroles trad als eerste vrouwelijk bestuurs~

lid tot de kring Arnhem toe; de heer R. van Wijngaarden uit Rheden vulde een tweede vacature en schrijver dezes werd tijdelijk belast met het secretariaat. In de open plaats van de heer Dijkstra kon nog niet worden voorzien.

De werkzaamheden van de kamerkring waren in hoofdzaak gericht op de verkiezingen voor de Provinciale Staten en voor zover zij daarin een aandeel had in die voor de gemeente~

raden. Uit de kamerkring werd de heer Wiegenraadt uit Ede niet herkozen als lid der Staten. De heer Jonker kwam evenmin terug, zo min als de heer Martens uit Ermelo. Laatst~

genoemde wenste geen herkiezing wegens gezondheidsrede~

nen. De heer Jonker trad terug als gevolg van een voorstel der gecombineerde kamerkring~ en statenkringbesturen waar~

in 70~jarigen en ouderen uitgenodigd worden zich geen kandidaat te laten stellen. Ook zij nog vermeld, dat de heer Koning uit Almen uit de kring der Statenleden verdween, omdat hij zich te oud vond. De heren Bode uit Elburg, Wieten uit Apeldoorn en Beltman uit V elp vulden de opengevallen plaatsen. De zetel van de heer Wiegenraadt ging voor onze kring verloren, welk verlies de kamerkring Nijmegen geluk~

king herstelde voor wat het aantal zetels betreft.

Vermeldenswaard is de grote provinciale toogdag van 23 februari 1961 in Arnhem. Deze toogdag werd uitstekend bezocht. Van niet minder belang, maar dan in landelijk ver~

(28)

band, was de nationale toogdag die het Uniewerkfonds in Arnhem organiseerde in maart 1962. Belangstellenden uit het gehele land vulden de grote zaal van Musis Sacrum. Het was een perfect georganiseerde hoogtijdag. G. L. Klamer Kamerkring Nijmegen

Over de jaren 196111962 is vermeldenswaard het aftreden van de heer C. van Westreen en die een onbekend aantal i aren de voorzittershamer hanteerde. De heer Van Westr~enen heeft enorm veel werk voor de C.H.U. verzet. Hij doet dat nog, maar meende op grond van zijn leeftijd - hij is 75 jaar - het voorzitterschap aan een jongere kracht te moeten overdragen. Die werd gevonden in de persoon van dr. H. A.

Schuring, Aalten, Dalweg 10.

In 1961 en 1962 traden de heren Van Mastrigt en Van der Mei op als sprekers voor de kring Nijmegen. Vorig jaar is be- sloten de jaarvergadering afwisselend in Nijmegen en Arnhem te houden.

Voorts moet van het hart, dat er zo weinig contact bestaat tussen de kamerkring, de statenkringen en de kiesverenigin- gen. Men hoort feitelijk nooit iets van elkaar en alleen bij ver- kiezingen komt er wat leven in. Dan blijkt vaak, dat er be- stuursmutaties zijn doorgevoerd, kiesverenigingen zijn ver- dwenen of nieuwe opgericht zonder dat de kamerkring daar-

van kennis draagt. G. M. van Dee

Kamerkring Rotterdam

In de kamerkring Rotterdam bedroeg het aantal kiesver- enigingen in 1962: 13, het aantal leden 1046, waarvan 163 vrouwelijke leden. Bij de Statenverkiezingen werd de tweede Rotterdamse kandidaat, de heer J. de Meer niet meer gekozen.

In de figuur van ir. P. Boersma vaardigde Rotterdam voor het eerst na de oorlog slechts één lid naar de Staten af.

De verkiezingen voor de gemeenteraad van Rotterdam le- verden de C.H. U. 26.510 stemmen op ( 6.6 procent) bij een totaal aantal van 403.661. Vergeleken met dezelfde verkiezin- gen in 1958 betekende de uitslag van 1962 een verlies van 853 stemmen of 0,2 procent. De drie raadszetels bleven behouden, dus werden de drie zittende leden, ir. P. Boersma, dr. F. J.

(29)

Het aantal Uniestemmen in Rotterdam lag bij de raads~

verkiezingen hoger dan bij de Statenverkiezingen, dank zij een intensief gevoerde verkiezingsactie die het geleden verlies vergoedde. Onderdeel van deze actie was de samenstelling van een gemeenteprogram voor Rotterdam, dat in 7000 exempla~

ren werd verspreid.

In het dagelijks bestuur kwamen wijzigingen: de heer G.

Teunissen werd opgevolgd door mevrouw J. Timmer~Kroef.

penningmeesteresse. In de plaats van de heer H. A. Hooge~

weij kwam mr. A. J. Jansen als assessor. De heer H. C. Kra~

nenburg volgde in de Eerste Kamer mr. W. F. Lichtenauer op, die benoemd werd tot lid van de Raad van State. De C.H.~

V rouwen~Studiegroep in de Maasstad vierde in 1962 haar

15~jarig bestaan F. Goudzwaard

Kamerkring 's~Gravcnhagc

In 1960 heeft het dagelijks bestuur zich intens bezig ge~

houden met de organisatie van de kamerkring. Een commissie ad hoc, in het leven geroepen voor een reglementsherziening, heeft zich niet bepaald tot grenscorrecties, doch op basis van de wijkindeling van de gemeente Den Haag een schema ge~

maakt, waarin door een meer homogene verdeling van de uitgebrachte C.H.~stemmen plaats is voor zeventien in plaats van tien kiesverenigingen.

Tot aan de tweede wereldoorlog bestonden in 's~Graven~

hage acht kiesverenigingen, inclusief Loosduinen en Sche~

veningen. In de naoorlogse jaren werden door de stads~

uitbreiding in zuidwestelijke richting twee nieuwe afdelingen opgericht, nl. in 1952 Moerwijk en in 1957 Morgenstond.

Zowel in Morgenstond als in het Bezuidenhout noodzaakte de voortgaande bebouwing tot het oprichten van nieuwe af~

delingen.

In de binnenstad vonden enkele grenscorrecties plaats, evenzo in Scheveningen, waar de kiesvereniging qua territoir gelijk is aan de kerkelijke gemeente aldaar. De commissie is bij haar voorstel tot generale herziening uitgegaan van de gedachte, dat een potentieel van 1200 à 1500 C.H.~kiezers

een voldoend areaal vormt voor het stichten en in stand houden van een kiesvereniging op basis van het landelijk gemiddelde van 10 procent, dat lid is van de Unie. In Den Haag is dit percentage echter 5.

(30)

Zo werden per 1 januari 1961 opgericht de kiesverenigin- gen: Bezuidenhout/Marlot. Bouwlust Vruchtenkwartier/

Bohemen, Statenkwartier en Schildersbuurt/TransvaaL De afdeling Statenkwartier bewees, dat de opzet juist was. Zij steeg van 38 leden bij het begin tot 108 momenteel. Per 1 januari 1963 is gestart met een nieuwe kiesvereniging Belgisch Park en op 1 januari 1964 komt er een nieuwe af- deling in Duindorp. Hiermede zal dan het reorganisatieplan zijn uitgevoerd.

Aan de kadercursus van het hoofdbestuur namen in 1960 rond 35 leden van de kamerkring deel. Centraal werden ver- schillende openbare vergaderingen belegd met als sprekers mr. H. K. J. Beernink (commentaar op de Troonrede) en de ministers drs. J. W. de Pous en mr. J. van Aartsen. Het kamerkringbestuur wijdde een speciale vergadering aan het Nieuw-Guinea-vraagstuk aan de hand van een studie van één

zijner leden. W m. C. de Kruyf

Kamerkring Leiden

In 1962 is er de nodige activiteit geweest in de kamerkring Leiden in verband met de staten- en gemeenteraadsverkie- zingen.

Ten aanzien van de Statenverkiezingen werd het volgende standpunt ingenomen:

1. De meest ideale situatie: Uitkomen met één gemeen- schappelijke provinciale lijst, aangevoerd door een in de ge- hele provincie algemeen erkend en aanvaard lijstaanvoerder

(onze voorzitter Gedeputeerde Van der Kwaak), gevolgd door telkens één kandidaat uit elk der overige zes staten- kringen;

2. Een minder ideale, doch overigens aanvaardbare gang van zaken: te streven naar zo weinig mogelijk verschillende lijsten, waarop zoveel mogelijk dezelfde kandidaten op de- zelfde plaatsen voorkomen, alle aangevoerd door de lijst- trekker onder sub 1 genoemd;

3. Wanneer ook dit streven niet haalbaar zou blijken: In ieder geval een volkomen samengaan van de statenkringen Gouda en Leiden.

Er is in de vergadering van het tijdelijk provinciaal groeps-

(31)

heid gevonden dit standpunt te delen, waarom Leiden uit~

eindelijk op het onder sub. 3 genoemd standpunt moest terug~

vallen. Een teleurstelling. Wij hopen vurig, dat er in de toe~

komst meer bereidheid tot hechte samenwerking zal bestaan.

De uitslagen der staten~ en raadsverkiezingen zijn over het algemeen betrekkelijk gunstig, met uitzondering van de uit~

slagen in de grote steden, met name Rotterdam. Weliswaar verklaarbaar, maar de grote stad blijft toch grote zorgen baren. Doelmatige propaganda in de grote steden is uitermate kostbaar. Onze hoop is gevestigd op het Uniewerkfonds, dat onder de krachtige leiding van voorzitter Van der Kwaak in korte tijd tot grote bloei is gekomen.

De algemene vergadering van de kring werd op 19 mei 1962 gehouden met het Tweede~Kamerlid H. Kikkert als spreker over "De C.H. U. anno 1962". In verband met de komende Kamerverkiezingen werd een viertal propagandavergaderin~

gen voorbereid, te houden in Gouda, Alphen aan de Rijn, Leiden en Katwijk. In het afgelopen jaar werd voortgegaan met de activering van slapende kiesverenigingen. Een enkel gunstig resultaat werd geboekt.

Vermeld zij nog, dat wegens vertrek naar Barneveld de penningmeester van de kring, de heer K. van Diepeningen als bestuurslid werd opgevolgd door mr. C. J. G. J. van der Burgt te Voorburg. Penningmeester werd de heer P. de Pater te Alphen aan de Rijn. M. A. van der Have Kamerkring Dordrecht

Het kamerkringbestuur vergaderde tweemaal in 1961 en tweemaal in 1962. De besprekingen concentreerden zich hoofdzakelijk op de volgende onderwerpen: het ontwerp~

Sociaal~Economisch program der C.H.U., werkzaamheden ter voorbereiding van de Statenverkiezingen, beschouwingen over de uitslag van die verkiezingen en behandeling van het schrijven der Synode van de Hervormde Kerk over het ge~

bruik van atoomwapenen.

De jaarvergadering werd op 19 mei 1962 in Rotterdam ge~

houden. Spreker was de heer A. J. van Duist te Hilversum, bij de leden geïntroduceerd als Hervormd theoloog en plaats~

vervangend programmaleider der N.C.R.V. Zijn onderwerp luidde: "Vernieuwing ... maar hoe?", een poging tot ana~

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Doordat politieke machtsuitoefening niet haar primaire doel was en zij meer als ‘stille kracht’ in het bestuur van land, provincie en gemeente fungeerde, kon de Unie minder dan

Kaiser, Wolfram, ‘No second Versailles: transnational contacts in the People and Freedom Group and the International Christian Democratic Union 1936-1945’, in: Gehler, Kaiser en

Gecontroleerde Particuliere Dag- en Nacht Bewakingsdienst. Bewaking van Schepen, Kaden, Loodsen, Wagons en opgeslagen goederen. Vakkundig en Technisch personeel voor

prijzerL Dat is een unicum, gaf de socia- listische oud-minister proL Vondeling toe_ Deze gewezen bewindsman, die vroe- ger vaak een lastige Kamer tegenover zich

Hoewel de debatten, die in het najaar van 1958 in de beide Kamers der Staten-Generaal werden gehouden, bepaald nog geen reden gaven te veronderstellen, dat de

Niet alleen de studenten ook de parlementariërs, die zich van Domela afwendden, heeft Van der Goes de geur doen genieten van de door hem verzorgde bloemen,

(Omvat de Statenkringen Appingedam, Bedum, Groningen, Oude Pekela en Winschoten).. Voorz.:

Nationaal Archief, Den Haag, Christelijk-Historische Unie (CHU), (1893) 1942-1980, nummer toegang 2.19.046.01, inventarisnummer