• No results found

Daarom verwerpt de Christelijk‐Historische Unie de gedachte van de neutrale Staat

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Daarom verwerpt de Christelijk‐Historische Unie de gedachte van de neutrale Staat"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Christelijk‐Historische Unie  VERKIEZINGSMANIFEST 1952   

INLEIDING 

De ernst der tijden, in het bijzonder de telkens wisselende wereldgebeurtenissen en internationale  omstandigheden, dwingen tot bezinning op de staatkundige beginselen alsmede op de vragen van  practisch staatkundig beleid. De Christelijk‐Historische Unie is overtuigd dat deze bezinning moet  geschieden bij het licht van Gods Woord en in gehoorzaamheid aan het Evangelie van Jezus Christus. 

De Christelijk‐Historische Unie heeft in 1951 haar program van beginselen opnieuw vastgesteld en  heeft zich in 1950 in haar Sociaal‐Economisch program uitgesproken over de haars inziens 

noodzakelijke oplossing van de sociale en economische vraagstukken. – Bij de herziening van haar  Beginselprogram heeft de Christelijk‐Historische Unie voor het te volgen regeringsbeleid rekening  gehouden met de ontwikkeling van het staatkundig en maatschappelijke leven. In haar Sociaal‐

Economische program stelt de Christelijk‐Historische Unie voorop: de persoonlijke vrijheid 

gewaarborgd door en gebonden aan Gods Openbaring, zomede de plicht van de mens de naaste te  dienen. – De Christelijk‐Historische Unie verwijst daarom in dit verkiezingsjaar 1952 allereerst naar  haar Beginselprogram en haar Sociaal‐Economisch Program. 

URGENTE PUNTEN 

Ziende wat èn in ons land, èn in Europa, èn in de wereld geschiedt, brengt de Christelijk‐Historische  Unie het navolgende in het bijzonder naar voren: 

a. De Overheid heeft zich te allen tijde en onder alle omstandigheden te gedragen naar de eisen  van de Heilige Schrift en – voor zover dit van haar af hangt – de doorwerking van het 

Evengelie in het Volksleven te bevorderen. Daarom verwerpt de Christelijk‐Historische Unie  de gedachte van de neutrale Staat. 

b. Internationale, in het bijzonder Europese samenwerking op economisch, financiëel en militair  gebied, zonodig met eenparige inperking van souvereiniteit. 

c. Hechte opbouw van het Koninkrijk, bestaande uit Nederland, Suriname, de Nederlandse  Antillen en Nederlands Nieuw Guinea. De souvereiniteit over Nederlands Nieuw Guinea  berust bij Nederland en behoort bij Nederland te blijven. 

d. Bevordering van een goede verhouding tot Indonesië. 

e. Voltooiing van het bewapeningsprogramma voor leger, vloot en luchtmacht in verband met  de internationale eisen en nationale verplichtingen, zulks tot verdediging van ons nationaal  volksbestaan, van geestelijke en persoonlijke vrijheid, en van de Westerse beschaving. 

f. Organische opbouw van het maatschappelijk leven, gebaseerd op persoonlijke 

verantwoordelijkheid en samenwerking van ondernemers en arbeiders, met verwerping in  iedere vorm van het Staatssocialisme (het doorzetten van socialistische doelstellingen via de  Staatsmacht) en van de klassestrijd. 

g. Beperking van overheidsinmenging in het maatschappelijk leven tot hetgeen in de huidige  tijdsomstandigheden als volstrekt noodzakelijk moet worden aanvaard. 

(2)

h. Krachtige bevordering van het Christelijk onderwijs; zo krachtig mogelijke bevordering van  het Bijbelonderwijs op de openbare school. 

i. Krachtige bestrijding van de werkloosheid door het bevorderen van werkgelegenheid. 

j. Handhaving en verbetering van hetgeen op cultureel en sociaal terrein verkregen is, Bij de  herziening der sociale verzekering worde voorrang verleend aan de definitieve regeling van  de ouderdomsvoorziening op zodanige wijze, dat de eigen inkomsten van de daarvoor in  aanmerking komende personen niet in mindering worden gebracht op de uitkering. 

k. Gezonde financiën voor Rijk en Gemeenten en een evenwichtige betalingsbalans. Het  belastingstelsel moet gegrondvest zijn op een rechtvaardige toepassing van het  draagkrachtbeginsel, waarbij enerzijds de minst draagkrachtigen worden ontzien en 

anderzijds de welvaartsbronnen van het Volk tot verdere ontwikkeling kunnen komen, en de  spaarzin niet wordt ondermijnd. 

l. Krachtige bevordering van de woningbouw, met inbegrip van de particuliere woningbouw,  mede door een gezonde huurpolitiek, zulks in het bijzonder tot bewaring en versterking van  een gezond gezinsleven. Het in eigendom verkrijgen van woningen voor zelfbewoning worde  bevorderd. 

m. Versterking van de positie van het ambacht, de kleine zelfstandigen en de middenstand,  Vereenvoudiging van de verplichte administratie voor loonbelasting, omzetbelasting en  sociale voorzieningen. 

n. De landbouwpolitiek moet gericht zijn op een redelijke bestaansmogelijkheid voor de  agrarische bedrijven en de bewerkers van de bodem, met dien verstande, dat de diensten  van de landbouwende bevolking aan de andere bevolkingsgroepen bewezen, naar de  dezelfde maatstaven worden beloond. 

 

De Christelijk‐Historische Unie roept een ieder op, met haar te trachten Staat en Maatschappij op  te bouwen lang de lijnen van Christendom en Historie, strevend naar een samenleving, waar  Sociale Gerechtigheid heerst, naar een Maatschappij in Christelijke zin en daardoor naar een  betere wereld. 

   

Nationaal Archief, Den Haag, Christelijk-Historische Unie (CHU), (1893) 1942-1980, nummer toegang 2.19.046.01, inventarisnummer 223

 

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Doordat politieke machtsuitoefening niet haar primaire doel was en zij meer als ‘stille kracht’ in het bestuur van land, provincie en gemeente fungeerde, kon de Unie minder dan

Kaiser, Wolfram, ‘No second Versailles: transnational contacts in the People and Freedom Group and the International Christian Democratic Union 1936-1945’, in: Gehler, Kaiser en

Alleen al op grond van sociale gerechtigheid is een krachtige en effectieve wijze van helpen nodig om de achtergebleven landen in hun versnelde ontwikkeling bij te staan. Alle in

In de rede van de Unievoorzitter voor de algemene ver- gadering 1961 werd vastgesteld, dat de tot nu toe door het Kabinet De Quay bereikte resultaten in grote

Hoewel de debatten, die in het najaar van 1958 in de beide Kamers der Staten-Generaal werden gehouden, bepaald nog geen reden gaven te veronderstellen, dat de

(Omvat de Statenkringen Appingedam, Bedum, Groningen, Oude Pekela en Winschoten).. Voorz.:

Gestreefd worde naar alles, wat maatschappelijke mede- en samenwerking be- vorderen kan; terwijl worde toegezien, dat nijverheid en handel geen belemmerin- gen worden in den weg

Het eigen initiatief worde aangemoedigd, opdat het aantal hulpbehoevenden niet voortdurend grooter, niaar dit, zoowel door spaarzaamheid, vlijt en matigheid, als door het sluiten