Vraag nr. 39
van 7 november 2003
van mevrouw MARLEEN VAN DEN EYNDE NV DEC (Niel) – Geurhinder
Meermaals heb ik de bevoegde ministers onder-vraagd over de geurhinder bij de NV SILT, n u D E C. Het bedrijf werd door de Milieu-i n s p e c t i e aangemaand een aantal bijkomende maatregelen te nemen.
Op 22 juli werd door voormalig minister Dua een overleg georganiseerd met alle betrokken partijen. Overigens werd ook een evaluatiecommissie opge-richt naar aanleiding van een vonnis van 19 april 2001 in kortgedingprocedure. Er zijn dus al een he-leboel initiatieven genomen, maar de buurtbewo-ners zijn nog steeds niet gevrijwaard van geurhin-der.
Volgens sommige buurtbewoners zou er nu ook slachtafval aangeleverd worden, wat volgens hen niet kan.
1. Kan de minister meedelen of dit bedrijf slacht-afval mag verwerken ?
2. Werden er nog klachten ingediend, sinds het overleg dat voormalig minister Dua heeft geor-ganiseerd naar aanleiding van geurhinderklach-ten ?
Zo ja, werden deze klachten ontvankelijk ver-k l a a r d , en welver-ke initiatieven werden er geno-men tot opvolging van de klachten ?
3. Wat is de stand van zaken m.b. t . de evaluatie-commissie ?
4. Heeft het gemeentebestuur van Niel inmiddels zijn onderzoek afgerond, en wat zijn de conclu-sies ?
Antwoord
1. Het bedrijf is vergund voor het verwerken van baggerspecie uit havens en rivieren, r u i m i n g s-specie uit onbevaarbare waterlopen, r i o o l s l i b, s t r a a t k o l k e n s l i b, zuiveringsslib van openbare en private installaties en drinkwaterproductieslib. Het bedrijf is niet vergund voor het verwerken van slachtafval. De afdeling Milieu-i n s p e c t i e heeft de aanvoer van slachtafval bij het bedrijf ook nooit vastgesteld.
Na de overlegvergadering met alle betrokkenen in juli 2002 op initiatief van mijn voorganger Vera Dua, zijn de geurklachten beduidend ver-m i n d e r d . De installatie van een geursas naar aanleiding van dit overleg, heeft hier zeker toe bijgedragen.
De afdeling Milieu-inspectie heeft via de ge-meente Niel acht klachten ontvangen over geur-hinder van DEC. Uit onderzoek is gebleken dat vier van de acht klachten onterecht waren, d e overige vier waren te wijten aan onbeduidende technische storingen die vrijwel onmiddellijk opgelost konden worden, bijvoorbeeld het klemraken van een poort door een hevige wind-stoot.
De gemeente Niel informeerde mij tevens rechtstreeks over enkele geurklachten in no-vember en december 102, na een praktisch pro-bleemloze periode in juli-s e p t e m b e r. De politie van de gemeente Niel maakte enkele malen een p r o c e s-verbaal op. Naar aanleiding van de klachten werd de NV DEC door mijn voorgan-ger aangeschreven en verzocht om een verkla-r i n g. De NV DEC meldde slechts één klacht van de gemeente Niel te hebben ontvangen en kon hiervoor geen eenduidige oorzaak aange-v e n . Het bedrijf gaf aan dat het om geïsoleerde meldingen ging, die geen structureel karakter v e r t o o n d e n . Dit werd bevestigd door een prak-tisch geurloze periode die hierop volgde en door het zesmaandelijks omgevingsonderzoek in uitvoering van de milieuvergunning. I n d i e n nieuwe aanhoudende klachten zich zouden v o o r d o e n , zal ik nagaan welke eventuele ver-volgstappen nodig zijn om deze hinder aan te pakken.
3. In het kader van een verzoeningsprocedure tus-sen de gemeente Niel en het bedrijf heeft de burgerlijke rechtbank beslist om een evaluaticommissie op te richten die de geurnorm, o p g e-legd in de bijzondere voorwaarde van de milieu-v e r g u n n i n g, zou onderzoeken. Hiermilieu-voor werd een taakverdeling afgesproken tussen de drie deskundigen (Enviro-Consult voor DEC, V I TO voor de gemeente Niel en Joveco als onafhan-kelijke derde deskundige). De commissie is reeds vijfmaal bijeengekomen.
te vragen. De commissie verwacht in april 2004 met haar advies klaar te zijn.