Vraag nr. 103 van 17 maart 2003
van mevrouw MARLEEN VAN DEN EYNDE Woonuitbreidingsgebied Hoog-Latem – Wa t e r h u i s-houding
Op de gemeenteraadszitting van 13 mei 2002 dien-de dien-de raad een advies te formuleren aangaandien-de dien-de afbakening van het grootstedelijk gebied Gent. Het ontwerp van afbakeningsvoorstel van het grootstedelijk gebied Gent werd negatief geadvi-s e e r d , en ook andere volgende adviezen werden negatief beoordeeld. Vooral de ontwikkeling van de wijk Hoog-Latem stuit op protest van de ge-m e e n t e r a a d , ge-maar ook van vele buurtbewoners. D i t woonuitbreidingsgebied vormt een gevaar voor w a t e r o v e r l a s t . Er werd dan ook door de gemeente een aantal voorwaarden gekoppeld aan het advies m . b. t . de realisatie van infrastructuur voor de inte-grale waterbeheersing van het volledige gebied. 1. Kan de minister meedelen welke beslissing
werd genomen bij het afbakeningsproces voor de gemeente Sint-M a r t e n s-L a t e m , gelet op de door hen geformuleerde adviezen ?
2. Lijkt het mogelijk om het woonuitbreidingsge-bied Hoog-Latem te ontwikkelen, gelet op de risico's voor wateroverlast ?
Wordt de visie "ruimte voor water" ook toege-past voor het woonuitbreidingsgebied Hoog-Latem ? Op welke wijze ?
Antwoord
1. Beslissing over het afbakeningsproces
De afbakening van de stedelijke gebieden verloopt in twee fasen. In een voorbereidende fase wordt met alle betrokken actoren, zoals de gemeenten, overlegd over de inhoudelijke opties die moeten genomen worden om een stedelijk gebied beleid te kunnen voeren. Gelet op de inhoudelijke com-plexiteit van het afbakeningsproces voor grootste-delijke gebieden, neemt dit geruime tijd in beslag. Het overleg over het grootstedelijk gebied Gent is afgerond kort voor de zomer 2002. De resultaten van het overleg zijn samengebracht in een "voor-stel van afbakening". Dit is in september aan de gemeenten en de provincie voorgelegd met de vraag er hun standpunt over te formuleren.
Op basis van het voorstel van afbakening en de standpunten van de verschillende gemeenten en de provincie werkt mijn administratie nu aan een ge-westelijk ruimtelijk uitvoeringsplan om de voor-stellen te concretiseren. Het is de Vlaamse regering die dat plan zal vaststellen. Er is met andere woor-den op dit ogenblik nog geen beslissing genomen over het ruimtelijk uitvoeringsplan voor de afbake-ning van het grootstedelijk gebied Gent.
Volledigheidshalve kan ik de Vlaamse volksverte-genwoordiger meedelen dat de gemeente S i n t-M a r t e n s-Latem – in tegenstelling tot wat zij in haar vraag vermeldt – niet gekant is tegen de ontwikkeling van het betrokken gebied. Het ge-meentebestuur pleit wel degelijk voor de ontwik-keling van deze site, weliswaar met een geringere dichtheid dan aanvankelijk gepland was. In dit ver-band werd door het gemeentebestuur de term "randstedelijke dichtheid" gehanteerd.
2. Ontwikkelen van Hoog-Latem ?
Zoals de Vlaamse volksvertegenwoordiger weet, i s in het afbakeningsproces voorgesteld om H o o g-Latem op te nemen in het stedelijk gebied. Het gaat daarbij zowel om de bestaande woningen in het woonuitbreidingsgebied als om het gedeelte-lijk ontwikkelen van nog onbebouwde delen ten-einde de taakstelling voor woningbouw in het ste-delijk gebied te realiseren.
De waterproblematiek is bij deze optie steeds een bepalend element geweest. Dat is het standpunt van de gemeente. Dat is ook het standpunt van alle betrokkenen in de afbakening. Dat lijkt me overi-gens een evident standpunt.
Allereerst is vastgesteld dat er zich voor de reeds gerealiseerde woningen (een groot deel van H o o g-Latem is vandaag bebouwd) geregeld water-overlast voordoet. Woningen in de lager gelegen delen kenden in de winterperiode bijna jaarlijks p r o b l e m e n . Het verhelpen van die wateroverlast is dus in de eerste plaats noodzakelijk voor de be-staande woningen.
plaatsen van een pomp om Hoog-Latem zelf droog te kunnen houden. In de mate van het mogelijke is hier dus reeds uitgegaan van de principes die ook aan de basis liggen van het decreet "integraal wa-terbeheer" en de daarmee samenhangende visie "ruimte voor water".
Uit het onderzoek blijkt ook dat het, indien deze maatregelen genomen worden, opnieuw denkbaar is de bestemming van het gebied (woonuitbrei-ding) verder te realiseren. Er is een ontwikkelings-voorstel uitgewerkt voor het geheel van H o o g-Latem waarin is onderzocht welk gedeelte ervan bebouwd zou kunnen worden, rekening hou-dende met de hierboven aangegeven maatregelen. Dat voorstel is een eerste denkoefening, waar ook de eigenaars van deze terreinen aan hebben ge-werkt.
Over dit voorstel (fasering, t y p o l o g i e, ..) bestaat nog geen consensus maar het vormt een basis waarop in overleg met de betrokken gemeente ver-der kan worden gewerkt.