• No results found

Vraag nr. 214 van 15 juni 2005 van de heer ROB VERREYCKEN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 214 van 15 juni 2005 van de heer ROB VERREYCKEN"

Copied!
4
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 214 van 15 juni 2005

van de heer ROB VERREYCKEN

Inburgeringscursussen – Informatieplicht

In een recente vraag om uitleg van collega Bart De Wever lees ik dat expliciet bevestigd wordt dat partners in het Vlaamse inburgeringsbeleid, met name de centra voor basiseducatie, "opstandig" zouden zijn ten aanzien van het doorgeven van correcte cijfers aan de Vlaamse administratie, met name aan het onthaalbureau.

Het doorgeven van die cijfers zou immers kun-nen leiden tot het toepassen van de bij decreet ingestelde controle- en sanctiemechanismen ten aanzien van de personen die verplicht dienen in te burgeren maar daaraan verzaken, en daartegen is men dus "opstandig".

Eerder reeds signaleerde ik dat de gebrekkige doorstroming van informatie en cijfers niet alleen te maken lijkt te hebben met de informatica, maar ook met onwil van bepaalde instellingen; dit wordt thans dus door een lid van de meerderheid beves-tigd.

1. In welk exact mechanisme, met welke termijnen, voorziet het huidige Vlaamse inburgeringsbe-leid op basis van decreet, uitvoeringsbesluiten en interne richtlijnen, voor het doorgeven van informatie door aanbieders van cursussen op het terrein (waaronder de centra voor basisedu-catie aan onderdelen van de Vlaamse adminis-tratie, en/of aan het onthaalbureau?

2. Wanneer en op welke exacte wijze (telefonisch, schriftelijk, per mail, per fax) dient een aanbie-der of organisator van een inburgeringscursus aan een onderdeel van de Vlaamse adminis-tratie of aan het onthaalbureau te melden dat een persoon die onder de verplichting tot inbur-gering valt, verzuimd heeft een les of de lessen bij te wonen?

3. Welke aanbieders of organisatoren van inbur-geringscursussen of onderdelen daarvan heb-ben in 2004 deze gegevens niet correct en exact doorgegeven aan de Vlaamse administratie, of aan de onthaalbureaus?

4. Welke aanbieders of organisatoren van inbur-geringscursussen of onderdelen daarvan heb-ben in 2004 deze gegevens niet correct en exact doorgegeven aan de Vlaamse administratie, of aan de onthaalbureaus?

5. Bij welke aanbieders of organisatoren van inburgeringscursussen of onderdelen daarvan heeft de minister aanwijzingen (zoals die blijken uit brieven of e-mails of verklaringen) dat het niet door geven van deze gegevens een gevolg is van "opstandigheid"?

6. Welke stappen onderneemt de minister om ervoor te zorgen dat alle aanbieders of organisa-toren van inburgeringscursussen of onderdelen daarvan, zich conformeren aan de voorgeschre-ven regels inzake het doorgevoorgeschre-ven van cijfers en gegevens, ook indien die leiden tot toepassing van de decretaal ingestelde controle- en sanctie-mechanismen?

Antwoord

1. De modaliteiten met betrekking tot het inbur-geringsbeleid zijn vastgelegd in enerzijds het decreet van 28 februari 2003 betreffende het Vlaamse inburgeringsbeleid en anderzijds het besluit van de Vlaamse regering van 30 januari 2004 betreffende het Vlaamse inburgeringbe-leid.

Het decreet van 28 februari 2003 kent aan de aanbodsverstrekkers NT2 een rol toe met betrekking tot de controle inzake regelmatige deelname aan het onderwijs NT2. De aanbods-verstrekkers zijn gehouden mee te werken aan deze controle.

(2)

Daarnaast wordt er in het besluit van de Vlaamse regering van 30 januari 2004 bepaald dat het onthaalbureau en de reguliere onder-wijsvoorzieningen informatie uitwisselen aan-gaande de aanwezigheidsgraad met betrekking tot het onderdeel NT2.

"Artikel 8, §1. Het Huis van het Nederlands informeert het onthaalbureau over de resultaten van de testing bedoeld in artikel 6, §2.(...) §2. Met betrekking tot het pakket Nederlands

als tweede taal wisselen het onthaalbureau en de reguliere voorzieningen binnen de sector onderwijs informatie uit aangaande de planning van het cursusaanbod en de oriëntatie en aan-wezigheidsgraad van de meerderjarige personen van de doelgroep."

Binnen het Interdepartementaal Projectteam Inburgering (IPI), en na afstemming tussen de betrokken kabinetten Inburgering en Onderwijs, werd een procedure met betrekking tot de opvolging van de regelmatige deelname aan het inburgeringstraject uitgewerkt. Deze pro-cedure werd per brief aan de aanbodsverstrek-kers NT2, de Huizen van het Nederlands en de Onthaalbureaus overgemaakt. Deze brief werd ondertekend door mijzelf en de Vlaamse minis-ter van Onderwijs, Frank Vandenbroucke. Rekening houdend met de opdrachten

toege-kend door het decreet van 28 februari 2003, werd aan de aanbodsverstrekkers NT2 gevraagd deze procedure na te leven. Op die manier kun-nen de bepalingen met betrekking tot de regel-matige deelname, het afleveren van de attesten van inburgering en de verplichte inburgering ten volle geïmplementeerd worden.

2. De volgende procedure werd uitgewerkt met betrekking tot de opvolging van de regelmatige deelname aan het inburgeringstraject:

Opvolging regelmatige deelname van de nieuwko-mer aan de cursus Nederlands (richtgraad 1.1)

1) Afspraken met betrekking tot de opvolging van de regelmatige deelname aan de cursus NT2 R.G. 1.1 bij de verplichte doelgroep a) Het Huis van het Nederlands geeft aan

het onthaalbureau door welke

nieuwko-mers bij welke aanbodsverstrekkers (CBE, CVO en UTC) zijn ingeschreven1;

b) Het onthaalbureau brengt de betreffende scholen op de hoogte van de nieuwkomers die onder de verplichting vallen.

c) De scholen melden onmiddellijk aan het onthaalbureau wanneer een nieuwkomer, die onder de verplichting valt, tweemaal afwezig is.

d) Het onthaalbureau stuurt de nieuwkomer een herinneringsbrief.

e) De nieuwkomer dient de afwezigheidsat-testen zo snel mogelijk in te leveren bij het onthaalbureau. De scholen zijn niet verantwoordelijk voor de bewijslast rond ongewettigde afwezigheden.

2) Afspraken met betrekking tot het afleveren van het inburgeringsattest aan alle nieuwkomers2 die in uitvoering van het inburgeringscontract de cursus NT2 R.G. 1.1 gevolgd hebben

a) Het Huis van het Nederlands geeft aan het onthaalbureau door welke nieuwko-mers bij welke aanbodverstrekkers (CBE, CVO en UTC) zijn ingeschreven.3

b) Na afloop van de cursus geven de scholen gebundeld de aanwezigheidslijsten van de nieuwkomer in de cursus NT2 door aan het onthaalbureau.

c) Op basis van b) gaat het onthaalbureau na of een inburgeringsattest kan afgele-verd worden.

______

1 In de regio's waar het Huis van het Nederlands nog niet

volledig operationeel is, gelden de lokale afspraken tussen het onthaalbureau en de aanbodsverstrekkers NT2. Het onthaalbureau neemt hiertoe het initiatief.

2 Het betreft hier zowel de rechthebbende als verplichte

nieuwkomers.

3 In de regio's waar het Huis van het Nederlands nog niet

(3)

3) Afspraken met betrekking tot afwezigheidsat-testen

a) De nieuwkomer draagt zelfde verantwoor-delijk om het afwezigheidsattest tijdig af te leveren op het onthaalbureau.

b) Het onthaalbureau dient dan te bepalen of de afwezigheid verantwoord is (in over-eenstemming met de regelgeving).

4) Afspraken met betrekking tot de registratie in Matrix

a) Het Huis van het Nederlands registreert in Matrix de resultaten van de screening en inschrijving in de cursus en het al dan niet behalen van een eindcertificaat. Het onthaal-bureau kan via Matrix toegang hebben tot deze gegevens.4

b) Met betrekking tot NT2 registreert het ont-haalbureau enkel of de nieuwkomer de cur-sus regelmatig heeft gevolgd of niet (het Huis van het Nederlands heeft geen toegang tot gegevens met betrekking tot de verplichting van de nieuwkomer).

c) De aanwezigheidslijsten van de nieuwkomer in de cursus NT2 worden geregistreerd door de centra zelf.

3. -5. Voor de elementen van antwoord op deze vraag wordt ook verwezen naar de elemen-ten van antwoord met betrekking tot vraag om uitleg nummer 1266 (Bart De Wever -opvolging van verplichte inburgeraars en de samenwerking tussen de verschillende inbur-geringsactoren) en vraag nummer 194 (Bart De Wever- Inburgeringsattesten -Stand van zaken).

. Zoals reeds aangehaald, zijn de modaliteiten met betrekking tot het Vlaamse inburgerings-beleid vastgelegd in enerzijds het decreet van 28 februari 2003 en anderzijds het besluit van

de Vlaamse regering van 30 januari 2004. Zo wordt onder meer bepaald dat:

– Aan de nieuwkomer die op regelmatige wijze aan het vormingsprogramma heeft deelgeno-men, door het onthaalbureau een attest van inburgering wordt afgeleverd.

– Een nieuwkomer regelmatig aan het vor-mingsprogramma heeft deelgenomen, indien hij maximum twee keer ongewettigd afwezig is geweest tijdens het inburgeringstraject. Vanaf de derde ongewettigde afwezigheid wordt er gesproken van onregelmatige deel-name aan het inburgeringstraject.

– Het onregelmatig deelnemen aan het inbur-geringstraject heeft het niet afleveren van het attest van inburgering tot gevolg. In geval van verplichte inburgering kan dit ook leiden tot het opstarten van de sanctioneringspro-cedure.

De implementatie van deze bepalingen is ech-ter geen eenvoudige zaak. Binnen IPI, en met afstemming tussen de kabinetten Inburgering en Onderwijs, werd de hoger vermelde proce-dure uitgewerkt. Het gaat hierbij om een soort van modus vivendi om tegemoet te komen aan de huidige regelgeving. De procedure werd uit-gewerkt in overleg met de onthaalbureaus, de Huizen van het Nederlands en de aanbodsver-strekkers.

De aanbodsverstrekkers, de onthaalbureaus en de Huizen van het Nederlands werden eind juni 2005 op de hoogte gesteld van deze procedure. De naleving van deze procedure zal in het kader van IPI opgevolgd worden.

Tot juni 2005 werden deze gegevens door de onthaalbureaus verzameld op basis van lokale afspraken met de aanbodsverstrekkers.

De aanbodsverstrekkers hebben geen traditie van strikte en sanctionerende opvolging van regelmatige deelname van volwassen cursisten. Dit is precies wat er van de aanbodsverstrekkers verwacht wordt in het kader van het primaire inburgeringstraject, niet alleen met betrekking tot de verplichte inburgering maar ook met betrekking tot de aflevering van inburgeringsat-testen.

______

4 Als voorwaarde voor het naleven van deze afspraak, geldt

(4)

De afdeling Volwassenenonderwijs heeft geen aanwijzingen van "opstandigheid" bij aanbie-ders of organisatoren met betrekking tot het niet doorgeven van gegevens.

6. Zoals hoger aangegeven, zijn de huidige bepa-lingen met betrekking tot de opvolging van de regelmatige deelname aan het inburgeringstra-ject niet eenvoudig uit te voeren. De betrokken partners zijn gehouden de uitgewerkte proce-dure na te leven. De naleving hiervan zal opge-volgd worden binnen IPI.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

binnen de bestaande centra voor geestelijke gezondheidszorg zou vallen, op welke wijze wordt dan binnen deze centra specifiek gewerkt rond, en studie verricht naar zelfmoord en een

Welke goederen zoals kantoormeubilair, pc’s en voertuigen werden in 2004 door de Vlaamse administratie verkocht, weggegooid of wegge- schonken.. Graag een overzicht van aantallen

Welk bedrag werd in 2004 door alle SHM's uit- gegeven aan personeelskosten, en hoeveel per- sonen werden daarmee tewerkgesteld5. Zijn er ergens richtlijnen

Het antwoord van de minister op mijn vraag roept een aantal bijkomende specifieke vragen op over de wettigheid van de beslissing van AWW, onder toe- zicht van de

Graag een overzicht van alle voertuigen, niet alleen autobussen en trams, maar ook interne dienstvoertuigen voor bijvoorbeeld onderhoud van infrastructuur en interne

Graag de cijfers van deze NV voor 2003 en 2004 Indien deze NV geen winst zou maken, wie zui- vert dan de tekorten aan?. Met genoegen kan ik meedelen dat de werking van t-groep NV

4. Werden bij de publicatie van deze nieuwsbrie- ven de objectieve criteria nageleefd zoals vereist door het decreet van 19 juli 2002 – indien deze criteria intussen reeds

Luidens het eerdere antwoord beschikt De Lijn over 103 personenwagens en auto's voor dubbel gebruik?. Graag ontving ik een lijst van deze 103 voertui- gen, met vermelding van