• No results found

Vraag nr. 218 van 19 maart 1997 van de heer STEVE STEVAERT

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 218 van 19 maart 1997 van de heer STEVE STEVAERT"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 218 van 19 maart 1997

van de heer STEVE STEVAERT

Vestiging buitendiensten VMM – Limburg

De vestiging van de buitendiensten en labo's van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) werd oor-spronkelijk niet bepaald door hydrografische of functionele, maar door politieke overwegingen. De verschillende taken die op Limburg betrekking h e b b e n , worden nu uitgevoerd door de buitendien-sten Leuven, Mechelen en Herentals.

De vestiging van de buitendiensten blijkt evenmin de hydrografische bekkens te volgen. Gevolg hier-van is dat er bekkencomités moesten worden opge-richt om de milieuproblematiek per hydrografisch bekken overkoepelend op te volgen. Het is duide-lijk dat de huidige vestiging van de buitendiensten uitblinkt door ondoorzichtigheid en voor de nodige verwarring zorgt.

Naar de toekomst toe zal de milieuzorg een steeds belangrijkere plaats innemen in de activiteiten van de overheid. Zo zal er, onder meer door de V l a a m-se overheid, werk moeten worden gemaakt van advies en ondersteuning inzake milieubeleid, en dit niet alleen naar de gemeentebesturen, maar ook naar de bedrijven en naar de bevolking.

Daarenboven speelt het argument werkgelegen-heid hierin een niet onbelangrijke rol. Een buiten-dienst voor Limburg levert niet enkel werkgele-genheid op, het zorgt ook voor een vermindering van het woon-werkverkeer naar verder gelegen gebieden.

Heeft de minister reeds stappen ondernomen om een VMM-buitendienst in Limburg op te richten ?

Antwoord

Door de firma Arthur Anderson werd een audit gedaan van de Vlaamse Milieumaatschappij. E e n van de aanbevelingen van deze audit betreft het oprichten van een buitendienst van de V l a a m s e Milieumaatschappij in de provincie Limburg. De administratie van de Vlaamse Milieumaat-schappij voert terzake momenteel een haalbaar-heidsstudie door.

Eind 1997, na afloop van de haalbaarheidsstudie, zal daarover een voorstel worden gedaan aan de directieraad van de Vlaamse Milieumaatschappij.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Artikel 15, 2° van dit decreet stelt dat "de Maat- schappij (...) op verzoek van de betrokken gemeen- te of vereniging van gemeenten, onder de voor- waarden te bepalen door

Het komt ook voor (vooral bij zogenaamde "groene" BPA's) dat de bestemming gelijkaardig is maar dat de terminologie afwijkt.. Zij verkrijgen een rechtsgrond bij de

Zo stellen we bijvoorbeeld vast dat, alhoewel verplicht volgens de wet van 1973 op het natuurbehoud, in de pro- vincie Limburg in 1993 nog steeds geen goedge- keurde bijzondere

Artikel 5 § 3, 11° van het besluit van de Vlaam- se regering betreffende de subsidiëring van de bebossing van landbouwgronden bepaalt dat een advies van de afdeling

werden niet ingekleurd op deze waarderings- k a a r t e n , alhoewel de biologische waarde van deze gebieden zeer belangrijk kan zijn ;?. – door allerhande ingrepen, en ook

Op geregelde tijdstippen werd de gemeente Voeren door de Vlaamse Milieumaatschappij schriftelijk gecontacteerd voor het indienen van projectvoorstellen voor het

de vergunningsprocedure voor waterwin- n i n g, kunstmatige infiltratie, w a t e r c a p t a- tie en lozing, onder meer om te komen tot meer gebruik van regenwater en het

Artikel 36 van het decreet van 22 februari 1995 betreffende de bodemsanering stelt : "Voor het sluiten van een overeenkomst betreffende de overdracht van gronden, moet