Vraag nr. 299 van 9 juni 1997
van de heer STEVE STEVAERT Waterbeheersingswerken – Limburg
De laatste maanden is een aantal plannen ontwik-keld om op bepaalde beken in de provincie Lim-burg werken uit te voeren om de piekdebieten bij hevige neerslag op te houden of tijdelijk te stoc-keren.
Opvallend is echter dat men wel spreekt van ber-gingsbekkens en wachtbekkens (onder andere Voer in Vo e r e n , Cicindria in Sint-Tr u i d e n , Herk in We l l e n , Hezerwater in Riemst, Kleine Beek in O p g l a b b e e k ,. . . ) , maar dat er nergens sprake is van het beperken van het probleem zelf, met name de snelle afstroming van regenwater van verharde oppervlakten en van landbouwgronden (meestal akkers op hellingen).
De huidige werkwijze is daardoor een achter de feiten aanhollen. Indien de oorzaken zelf niet wor-den aangepakt, zullen we voortdurend worwor-den geconfronteerd met wateroverlast en slibafzetting. 1. Worden door de minister initiatieven genomen
om de eigenlijke oorzaken van de overstromin-gen aan te pakken ?
2. Worden de andere initiatiefnemers (provinciale o v e r h e i d , afdeling Wa t e r, g e m e e n t e n , A q u a f i n ) aangespoord om de eigenlijke oorzaken aan te pakken ?
3. Wordt er geld ter beschikking gesteld om de eigenlijke oorzaken aan te pakken ?
Antwoord
1. De volgende concrete initiatieven kunnen wor-den vermeld :
a) de omzendbrief van 17 juli 1996 met betrek-king tot de vaststelling van de code van goede praktijk voor de aanleg van openbare riolen en individuele voorbehandelingsin-s t a l l a t i e voorbehandelingsin-s, toe te pavoorbehandelingsin-svoorbehandelingsin-sen voor gemeentelijke r i o o l s t e l s e l s, met richtlijnen voor de buffe-ring van hemelwater, de aanleg van berging en de reductie van overstortdebieten vanwe-ge rioolstelsels ;
b) het MINA-plan 1997-2001, vastgesteld door de Vlaamse regering op 8 juli 1997, w a a r i n
onder andere de volgende acties zijn opge-nomen die het herstellen van het evenwicht in de afvoer van oppervlaktewater beogen : – actie 62 : opmaken
waterhuishoudings-plannen per stroombekken, waarin de systeembenadering automatisch zal lei-den tot een meer brongerichte aanpak, met eveneens aandacht voor de sediment-en slibproblematiek ;
– actie 63 : rationeel watergebruik, met pro-motie voor het capteren en herbruiken van regenwater ;
– actie 66 : ontwikkelen en verbeteren van beleidsinstrumenten voor het bodemge-b r u i k , waaronder inventarisatie van kwel-, infiltratie- en overstromingsgebieden ; – actie 67 : uitwerken van een
geïntegreer-de vergunningsprocedure voor waterwin-n i waterwin-n g, kuwaterwin-nstmatige iwaterwin-nfiltratie, w a t e r c a p t a-tie en lozing, onder meer om te komen tot meer gebruik van regenwater en het beperken van overmatige lozingsdebieten ; – actie 72 : stimuleren van infiltratie en lokale berging en afremmen van de waterafvoer ;
– actie 74 : verder ontwikkelen en toepas-sen van technieken voor natuurtechni-sche milieubouw bij inrichting en beheer van waterlopen, waaronder het inschake-len van natuurlijke overstromingsgebie-den ;
– actie 76 : vergroten van de kennis van de hydrologische systemen en afleiden van geschikte beleidsindicatoren, w a a r o n d e r onderzoek naar waterbalansen en sedi-mentbalansen en het aanleggen van waterreserves ;
– actie 124 : het opstellen van een code van goede landbouwpraktijk, met onder meer richtlijnen voor het verminderen van ero-sie van landbouwgronden (is in voorbe-reiding) ;
– acties 129, 130 en 131 inzake geïntegreerd gebiedsgericht waterbeleid door de oprichting van het Vlaamse Integraal Wateroverlegcomité, met het verder ope-rationaliseren van overlegstructuren op Vlaams en op bekkenniveau op het vlak
van van integraal waterbeheer, w a a r o n-der de uitbouw van de reeds operationele bekkencomités ;
– acties 136, 164 en 165 : uitbouwen van het geïntegreerd gebiedsgericht milieubeleid en het stimuleren van lokaal milieubeleid en van milieubeleidsplanning op het niveau van provincies en gemeenten, onder meer via het bestaande interpro-vinciaal overleg (IPO).
2. Bij de opmaak van de technische plannen van de investeringsprojecten wordt door de NV Aquafin overleg gepleegd met de betrokken gemeentebesturen om maximaal alle verharde oppervlakte, grachten, waterlopen, ... af te kop-pelen van de openbare riolering. Voor de uit-voering van deze werken kan de gemeente een subsidie aanvragen.
Op de toepassing van de code van goede prak-tijk wordt toegezien door de Vlaamse Milieu-maatschappij (VMM) en de administratie M i l i e u , N a t u u r- , Land- en Waterbeheer (Ami-n a l ) , voordat de tech(Ami-nische pla(Ami-n(Ami-ne(Ami-n ter goed-keuring aan mij worden voorgelegd.
In het kader van de subsidie van gemeentelijke rioleringen worden door de ambtelijke commis-s i e, becommis-staande uit een afgevaardigde van de Vlaamse Milieumaatschappij, A m i n a l , A q u a f i n en de technische dienst van de vijf provinciebe-s t u r e n , alle projecten getoetprovinciebe-st aan de code van goede praktijk. Alleen de projecten die voldoen aan de code van goede praktijk door waar mogelijk een geheel of gedeeltelijk gescheiden rioleringsstelsel te voorzien, worden gesubsi-dieerd.
3. Naast het investeringsvolume voor de uitvoe-ring van het investeuitvoe-ringsprogramma voor de bovengemeentelijke infrastructuur, werd voor het Rio-project (riolering) in 1996 1 miljard frank subsidie ter beschikking gesteld. Vo o r 1997 werd dit bedrag opgetrokken tot 1,5 mil-jard frank.
De uitwerking van het MINA-plan 2 gebeurt in 1997 door verschuiving binnen de toegewezen kredieten. Het milieujaarprogramma 1998 werd ingediend bij de begroting 1998.