• No results found

Vraag nr. 298 van 9 juni 1997 van de heer STEVE STEVAERT

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 298 van 9 juni 1997 van de heer STEVE STEVAERT"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 298 van 9 juni 1997

van de heer STEVE STEVAERT Voeren – Waterzuiveringsinfrastructuur

In zijn antwoord op de schriftelijke parlementaire vraag nr. 2 van 23 september 1996 van de heer Luk van Nieuwenhuysen inzake de waterzuiveringsstructuur in Vo e r e n (Bulletin van Vragen en A n t -w o o rden nr. 2 van 18 oktober 1996, b l z . 97 – red.) stelt de minister onder andere dat de gemeentelij-ke overheid tot op heden nog niet veel initiatieven heeft genomen om het gemeentelijk rioleringsnet uit te bouwen.

Zelfs indien de gemeente haar verantwoordelijk-heid neemt, zal er een vrij lage collectering zijn als gevolg van de sterk verspreide bebouwing. In het investeringsprogramma 1998-2002 van A q u a f i n werden enkel voor de zone Moelingen werken opgenomen in het kader van de waterzuivering (met name de zuiveringsinstallatie en de verbin-dingsriolering Moelingen). Voor de zones Vo e r e n en Teuven worden geen investeringen gepland voor 2002. Daarenboven blijken de overheidsinitia-tieven sterk afhankelijk te zijn gesteld van de ini-tiatieven die de gemeente onderneemt om het rio-leringsnet verder uit te bouwen.

Aangezien de waterlopen in Voeren ecologisch, toeristisch en landschappelijk zeer belangrijk zijn, is het ontoelaatbaar dat ze binnen afzienbare tijd zwaar zouden worden verontreinigd door vooral huishoudelijk afvalwater. Bovendien kunnen in Vo e r e n , gelet op het heuvelachtige landschap en de vaak verspreide bebouwing, niet al de woningen worden aangesloten op een grootschalige collectie-ve waterzuicollectie-vering. Anderzijds leent het gebied zich uitstekend voor alternatieve waterzuiveringsinstal-l a t i e s, mede gewaterzuiveringsinstal-let op de beperkte bebouwing. Alternatieve waterzuiveringsinstallaties kunnen daarenboven beter worden ingepast in het land-schap.

1. Pleegt de bevoegde overheid momenteel over-leg met het plaatselijk gemeentebestuur om te komen tot een versnelde uitbouw van het gemeentelijk rioleringsnet ?

2. Wordt door de bevoegde overheid of door Aquafin overwogen om in dit gebied meer alternatieve zuiveringsinstallaties te bouwen ?

Antwoord

1. Om de uitbouw van de gemeentelijke riolering beter af te stemmen op de bovengemeentelijke projecten werd in 1996 het Rio-project opge-start.

Met een investeringsvolume van 6 miljard frank/jaar beoogt dit Rio-project een versnelde en logische uitbouw van het rioleringsstelsel door middel van het verlenen van subsidies. Op geregelde tijdstippen werd de gemeente Voeren door de Vlaamse Milieumaatschappij schriftelijk gecontacteerd voor het indienen van projectvoorstellen voor het Rio-project. S p o r a-disch is er ook telefonisch contact genomen met het gemeentebestuur. Noch voor het program-ma 1996, noch voor de programprogram-ma's 1997 en 1998-2002 werd door de gemeente Voeren gere-ageerd op deze oproep.

Om de gemeente Voeren nog meer mogelijkhe-den te biemogelijkhe-den om projecten voor te stellen voor het subsidiëringsprogramma 1999-2003 werd door de Vlaamse Milieumaatschappij voorge-steld om de RWZI Teuven (rioolwaterzuive-ringsinstallatie) op te nemen in het investerings-programma 1999-2003. Dit investerings-programma werd op 25 juli 1997 goedgekeurd door de Vlaamse rege-r i n g. De gemeente Voerege-ren zal op de hoogte worden gesteld van deze goedkeuring en van de bijkomende mogelijkheden tot het indienen van projectvoorstellen voor subsidie.

2. Aangezien in de Voerstreek zowel bovenge-meentelijke als gebovenge-meentelijke zuiveringsinfra-structuur nog praktisch onbestaande is, zal voor dit gebied door Aquafin een integrale waterzui-veringsstudie worden uitgevoerd. Op basis van de inventarisatie van de bestaande toestand worden hierbij verscheidene mogelijke oplos-singsscenario's naast elkaar geplaatst. D e z e worden vervolgens op technische, economische, ecologische en maatschappelijke gronden tegen elkaar afgewogen. In dit kader zal de optie van kleinschalige waterzuivering voor de Voerstreek worden geëvalueerd.

Naast de mogelijkheid van alternatieve water-zuivering uit te voeren door de NV A q u a f i n , heeft ook het gemeentebestuur de bevoegdheid om alternatieve zuivering (tot en met een capa-citeit van 500 inwonerequivalenten) uit te voe-ren.

(2)

Om dergelijke initiatieven te stimuleren, hecht-te de Vlaamse regering op 15 juli 1997 haar goedkeuring aan een ontwerp van besluit dat de subsidiëring regelt van de bouw van gemeente-lijke kleinschalige rioolwaterzuiveringsinstalla-ties .

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Artikel 15, 2° van dit decreet stelt dat "de Maat- schappij (...) op verzoek van de betrokken gemeen- te of vereniging van gemeenten, onder de voor- waarden te bepalen door

De vestiging van de buitendiensten en labo's van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) werd oor- spronkelijk niet bepaald door hydrografische of functionele, maar door

Het komt ook voor (vooral bij zogenaamde "groene" BPA's) dat de bestemming gelijkaardig is maar dat de terminologie afwijkt.. Zij verkrijgen een rechtsgrond bij de

1. Welke overwegingen en criteria zijn bepalend voor de keuze van het materiaal waarin de autostrade wordt aangelegd ?.. 2. Wat is het huidige beleid van de minister

Zo stellen we bijvoorbeeld vast dat, alhoewel verplicht volgens de wet van 1973 op het natuurbehoud, in de pro- vincie Limburg in 1993 nog steeds geen goedge- keurde bijzondere

Artikel 5 § 3, 11° van het besluit van de Vlaam- se regering betreffende de subsidiëring van de bebossing van landbouwgronden bepaalt dat een advies van de afdeling

werden niet ingekleurd op deze waarderings- k a a r t e n , alhoewel de biologische waarde van deze gebieden zeer belangrijk kan zijn ;?. – door allerhande ingrepen, en ook

de vergunningsprocedure voor waterwin- n i n g, kunstmatige infiltratie, w a t e r c a p t a- tie en lozing, onder meer om te komen tot meer gebruik van regenwater en het