• No results found

Vraag nr.267van 14 mei 1997van de heer STEVE STEVAERT

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr.267van 14 mei 1997van de heer STEVE STEVAERT"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 267 van 14 mei 1997

van de heer STEVE STEVAERT

Vegetatiewijzigingsbesluit – A l g e m e n e / b i j zo n d e r e plannen van aanleg

Het vegetatiewijzigingsbesluit van 4 december 1991 is van toepassing op de beschermingszones tot behoud van de Europese vogelstand, de watervo-gelgebieden van internationale betekenis en een aantal bestemmingszones op de gewestplannen. E c h t e r, niet alleen de gewestplannen leggen de bestemming van de bodem vast. Ook algemene plannen van aanleg (APA's) en vooral bijzondere plannen van aanleg (BPA's) kunnen de bodembe-stemming vastleggen.

De bestemming vastgelegd in deze BPA's (vooral de oudere) kunnen nogal eens afwijken van de g e w e s t p l a n n e n . Het komt ook voor (vooral bij zogenaamde "groene" BPA's) dat de bestemming gelijkaardig is maar dat de terminologie afwijkt. Is het vegetatiewijzigingsbesluit dan ook van toe-passing op algemene plannen van aanleg en op bij-zondere plannen van aanleg ?

Antwoord

Het besluit van de Vlaamse regering van 16 juli 1996 stelt een vergunningsplicht in voor de wijzi-ging van vegetatie en van lijn- en puntvormige ele-menten (BS van 22 augustus 1996).

Volgens artikel 2 van dit besluit geldt deze vergun-ningsplicht binnen de gebieden die overeenkomstig het koninklijk besluit van 28 december 1972 op de gewestplannen staan aangeduid als natuurgebied met wetenschappelijke waarde of natuurreservaat, n a t u u r g e b i e d , b o s g e b i e d , bosgebied met ecologi-sche waarde, v a l l e i g e b i e d , vallei- en brongebied en agrarisch gebied met ecologische waarde.

Voor de wijziging van lijn- en puntvormige elemen-ten geldt de vergunningsplicht eveneens in land-schappelijk waardevol agrarisch gebied.

De bepalingen van het voornoemd koninklijk b e s l u i t , later gewijzigd door het koninklijk besluit van 13 december 1978 en door het besluit van de Vlaamse regering van 3 oktober 1984, zijn enkel van toepassing voor de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.

De voorschriften en de aanduiding van de bestem-mingsgebieden van een gemeentelijk plan van

aan-leg (APA / B PA) zijn wettelijk niet geregeld in dit b e s l u i t . Zij verkrijgen een rechtsgrond bij de minis-teriële goedkeuring van het gemeentelijk plan van aanleg.

Het zogenaamd vegetatiebesluit is dus niet van toepassing op de algemene plannen van aanleg en op bijzondere plannen van aanleg.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Artikel 15, 2° van dit decreet stelt dat "de Maat- schappij (...) op verzoek van de betrokken gemeen- te of vereniging van gemeenten, onder de voor- waarden te bepalen door

De vestiging van de buitendiensten en labo's van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) werd oor- spronkelijk niet bepaald door hydrografische of functionele, maar door

Zo stellen we bijvoorbeeld vast dat, alhoewel verplicht volgens de wet van 1973 op het natuurbehoud, in de pro- vincie Limburg in 1993 nog steeds geen goedge- keurde bijzondere

Artikel 5 § 3, 11° van het besluit van de Vlaam- se regering betreffende de subsidiëring van de bebossing van landbouwgronden bepaalt dat een advies van de afdeling

werden niet ingekleurd op deze waarderings- k a a r t e n , alhoewel de biologische waarde van deze gebieden zeer belangrijk kan zijn ;?. – door allerhande ingrepen, en ook

Op geregelde tijdstippen werd de gemeente Voeren door de Vlaamse Milieumaatschappij schriftelijk gecontacteerd voor het indienen van projectvoorstellen voor het

de vergunningsprocedure voor waterwin- n i n g, kunstmatige infiltratie, w a t e r c a p t a- tie en lozing, onder meer om te komen tot meer gebruik van regenwater en het

Artikel 36 van het decreet van 22 februari 1995 betreffende de bodemsanering stelt : "Voor het sluiten van een overeenkomst betreffende de overdracht van gronden, moet