• No results found

het vmbo-examen geschiedenis en staatsinrichting

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "het vmbo-examen geschiedenis en staatsinrichting"

Copied!
49
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

het vmbo-examen geschiedenis en

staatsinrichting

Gerard Rozing (VGN) en

Huub Kurstjens (Cito)

(2)

Taakverdeling bij Centrale Examens

•CvTE is opdrachtgever en eindverantwoordelijke

•Cito is opdrachtnemer en levert de opgaven en analyseert alle resultaten

•DUO neemt het logistieke deel voor zijn rekening.

(zie ook:

https://www.scholieren.com/eindexamens/blogs/cito-cvte- en-duo-wie-doet-wat

)

(3)

Aantal examenkandidaten geschiedenis in het VO

(4)
(5)

• Doorstroming GTL naar Havo (Geschiedenis is in twee van de vier profielen een verplicht vak)

• Sommige scholen bieden geen zes maar zeven

examenvakken aan (waarvan geschiedenis vaak het zevende vak is)

• Inhoudelijk is het vak aantrekkelijker geworden voor vmbo- leerlingen door meer in te steken op de geschiedenis van de afgelopen 150 jaar (Historisch Overzicht in combinatie met Staatsinrichting)

• Toelatingstoets geschiedenis op de PABO

Mogelijke redenen voor de toename:

(6)

• Geen wisselende stofomschrijvingen meer

• Geen maatschappijleerachtige inhoud/modieuze thema’s maar ‘echte’ geschiedenis

• Meer nadruk op chronologie

• Uitgaan van bestaande exameneenheden

toegevoegd in 2006 met het Historisch Overzicht

• In 2018 integratie van Staatsinrichting in het Historisch Overzicht (wording, niet de werking)

Stofinhoudelijke keuzes

(7)

• Syllabuscommissie eind 2014/begin 2015

• Veldraadpleging feb/mrt 2015

• Aanpassing syllabus

• Voorbeeldexamen

• Brochure

• Artikel in Kleio

• Aanpassing methodes en PTA

Verandering syllabus: wat is er gedaan?

(8)

Gevolgen voor de integratie van SI in HO:

•De werking van SI wordt gekoppeld aan HO; de wording wordt chronologisch bevraagd:

. SI-begrippen in voorlooptekst (werking).

. SI-inhoud komt verspreid voor in het hele HO (wording).

•De verdeling van de scorepunten is nu ongeveer 2-6-2 (SI-HO-Ver)

•‘Door de tijd heen’ (chronologie)

Wijzigingen in de examens vanaf 2018

(9)

1 Nieuwe contexten combineren met bestaande kennis

2 Overall-vragen, zowel horizontaal in de stof als verticaal in de tijd

3 Nieuwe examenstof (incl. Verrijkingsdeel!) 4 Nieuwe vraagtypen

5 Het gebruik van kernbegrippen SI die voorafgaan aan de inhoudelijke examenstof

6 Het gebruik van tussenkopjes (de zes periodes én nieuw: ‘Door de tijd heen’)

Zes ‘veranderingen’ met voorbeelden ter illustratie:

(10)

• (te) veel detailvragen

• (te) groot verschil makkelijke – moeilijke vragen

• ‘taligheid’ examen / veel begrijpend lezen

• cryptische en onduidelijke vraagstellingen

• onevenwichtige verdeling vragen over de stof

• correctievoorschrift soms onduidelijk en onvolledig

Reacties op forum n.a.v. GTL-examen 2019:

(11)

• verdeling Reproductie-Toepassing-Inzicht (1:4:2)

• i.t.t. andere jaren weinig commentaar op taal(gebruik)

• geen tijdnood

• het beste resultaat in jaren wat betreft

‘betrouwbaarheid’ en ‘standaarddeviatie’

• opmerkelijk: verschil in reactie op het Forum en bij de landelijke examenbespreking

Evaluatie GTL-examen 2019

(12)

histogram

S core Frequency Histogram for S ubgroup 0 - S ubtest 0 S core Frequency Histogram for S ubgroup 0 - S ubtest 0

Percentage

4

3

2

1

0

Score Levels

0 2 5 8 12 16 20 24 28 32 36 40 44 48 52 56 60 64

(13)

Quick-scan: moeilijkheidsgraad 43% (te) moeilijk

(14)

Lengte van het examen: 84% precies goed

(15)

Inhoudelijke aansluiting op het onderwijs:

79% voldoende tot (zeer) goed

(16)

Waardering: gemiddeld cijfer van 6,32

(17)

Voldoet het examen aan:

•moeilijkheid, lengte, voldoende aansluiting bij syllabus (quick-scan)

•aansluiting bij het gegeven onderwijs

•eigen verwachtingspatroon

•verdeling kennis en vaardigheidsvragen (bv. RTTI)

•taalgebruik en vraagstelling

•spreiding onderwerpen, vraagvormen, scorepunten

•mogelijke beïnvloeding N-term

Mogelijke criteria voor waardering:

(18)

1 criteria voor goede toetsing (SE + CE)

Een goede toets (dus ook voor eigen proefwerken en overhoringen!) is:

. Valide

. Betrouwbaar . Bruikbaar

. Aanvaardbaar

(19)

Toets A

Examenprogramma’s Vakleerplannen

Toets B

Vergelijkbaar?

Validiteit

Betrouwbaarheid Bruikbaarheid

Aanvaardbaarheid

(20)

1.1 Validiteit

1 Begripsvaliditeit

Een toets is begripsvalide als deze het begrip, zoals bedoeld, daadwerkelijk meet (‘wat meet de toets’).

Bv.: Als een afsluitende toets voor aardrijkskunde, economie of geschiedenis vooral leesvaardigheid meet, is de toets niet begripsvalide.

(21)

1.1 Validiteit

2 Inhoudsvaliditeit

Een toets is inhoudsvalide als de opgaven en

opdrachten uit de toets het te toetsen onderwerp inhoudelijk dekt.

Bv.: Een toets over de hele geschiedenis van

Nederland, die alleen maar vragen over de 20e eeuw bevat, is niet inhoudsvalide.

(22)

1.2 Betrouwbaarheid

1 Objectiviteit

Een toets is objectief als het voor de hoogte van de score niet uitmaakt welke docent de antwoorden van de leerling corrigeert.

(23)

1.2 Betrouwbaarheid

2 Specificiteit

Een toets is specifiek als alleen leerlingen die de leerstof beheersen de vragen correct kunnen

beantwoorden.

(24)

1.2 Betrouwbaarheid

3 Moeilijkheid

Een toets is van de juiste moeilijkheid als deze voor de leerlingen noch te moeilijk noch te makkelijk is.

(25)

1.2 Betrouwbaarheid

4 Differentiatie

Een toets differentieert goed als deze een duidelijk onderscheid maakt tussen leerlingen die de stof goed en minder goed beheersen.

(26)

1.2 Betrouwbaarheid

5 Toetslengte

Een toets is van de juiste toetslengte als deze voldoende opgaven bevat voor een betrouwbare meting.

Indicaties, bv:

. het aantal vragen

. de afnametijd (bij CE: BB: 1 - 1,5 uur; KB en GLTL:

2 uur; Havo/VWO: 3 uur)

. het aantal woorden / bronnen / bijlagen

(27)

1.3 Bruikbaarheid

1 Efficiëntie

Een toets is efficiënt als de ermee verkregen

informatie opweegt tegen de benodigde investering van tijd, moeite en kosten.

(28)

1.3 Bruikbaarheid

2 Billijkheid

Een toets is billijk als iedere leerling een even grote kans heeft om de toets met succes te kunnen maken (mits hij of zij zich voldoende heeft voorbereid).

(29)

1.4 Aanvaardbaarheid

Aanvaardbaarheid

Een toets is aanvaardbaar als leerlingen, docenten en ouders er blijk van geven de toets te accepteren als valide, betrouwbaar en bruikbaar.

(30)

• Voldoen het SE en CE over de jaren heen aan die criteria?

• Wat is goed, wat kan er beter?

• Waar zou een vernieuwing in de toekomst rekening mee moeten houden?

• Zijn vernieuwingen en veranderingen die in 2018 zijn ingevoerd te herkennen in het examen?

Discussiepunten:

(31)

1 Nieuwe contexten combineren met bestaande kennis

2 Overall-vragen, zowel horizontaal in de stof als verticaal in de tijd

3 Nieuwe examenstof (incl. Verrijkingsdeel!) 4 Nieuwe vraagtypen

5 Het gebruik van kernbegrippen SI die voorafgaan aan de inhoudelijke examenstof

6 Het gebruik van tussenkopjes (de zes periodes én nieuw: ‘Door de tijd heen’)

Zes ‘veranderingen’ met voorbeelden ter illustratie:

(32)

Verandering 4:

Nieuwe vraagtypen die o.a. te maken hebben met het toetsen van

vaardigheden, zoals historisch redeneren.

Vraag 16: bruikbaar en betrouwbaar (zie verderop) Vraag 30: onbedoeld gevolg Spoorwegstaking

Vraag 32: liefde van een vrouw voor een Duitse soldaat: collaboratie of niet?

(33)

De toepassing van de kernbegrippen SI (uit de voorlooptekst) op de rest van de

examenstof.

Vraag 22: totalitaire staten en klassiek grondrecht

Vraag 27: een grondrecht noemen dat in de huidige Grondwet staat maar in WOII ontbrak

Vraag 28: aangeven of Duitsland in 1941 een rechtsstaat of een totalitaire staat was.

Verandering 5:

(34)

Titel:

HISTORISCH OVERZICHT EN STAATSINRICHTING VANAF 1848

Tussenkopjes:

•Nederland (1818-1914)

•De Eerste Wereldoorlog (1914-1918)

•Het Interbellum (1918-1939)

•De Tweede Wereldoorlog (1939-1945)

•Europa en de wereld (1945-1989)

•De nieuwe wereldorde (vanaf 1990)

En verspreid door de stof:

•Door de tijd heen (vr. 14, 43, 47, 48) (+ chronologie: 33, 34, 42)

Verandering 6: Het gebruik van tussenkopjes

(35)

• heldere opbouw en afbakening, o.a. door aanhouden van chronologie en door gebruik tussenkopjes

• open structuur vragen en vaardigheidsvragen (vr. 16, 29, 32, 35)

• correctiemodel biedt voldoende houvast

• op niveau, wie geleerd heeft, wordt beloond

• taalgebruik helderder dan voorgaande jaren

• moeilijkheidsgraad stabiel: al vijf jaar een N-term tussen de 0,9 en de 1,1

Positieve reacties uit het veld

(36)

bron 5

Een vrouw vertelt over haar ervaringen tijdens de Tweede Wereldoorlog in Nederland:

Ik was goed op school, maar als er een schoolfeest was zat ik altijd

alleen. En toen kwamen er overal jonge Duitse soldaten die ‘mooi meisje’

tegen me zeiden. Als ik ging dansen of in de schouwburg was, kreeg ik ineens aandacht. Eén van die Duitsers nodigde me uit voor een feestje bij hem thuis. Hij was kapitein en werkte in concentratiekamp Vught. We kregen verkering. Zijn chauffeur bracht me na elke afspraak ’s avonds weer naar het station om naar huis te gaan.

Vraag 32

(verschil tussen jongens en meisjes)

(37)

Gebruik bron 5.

Tegenwoordig vinden sommige mensen dat de vrouw een collaborateur was, anderen vinden van niet.

 Geef voor beide meningen één argument.

Doe het zo:

De vrouw was een collaborateur, omdat … (geef een argument).

De vrouw was géén collaborateur, omdat … (geef een argument).

Vraag 32

(2 scorepunten, P .83)

(38)

maximumscore 2

Voorbeeld van een juist antwoord is:

De vrouw was een collaborateur, omdat ze een relatie had met een Duitser/de vijand 1

De vrouw was géén collaborateur, omdat verliefd worden op/aandacht krijgen van iemand geen

collaboratie is / ze zelf niet in het kamp/met Duitsers

had (samen)gewerkt 1

CV

(39)

bron 6

Een verklaring van een Duitse generaal over de afloop van de Eerste Wereldoorlog (1919):

Het Duitse leger heeft geen schuld. De prestatie van het leger is bewonderenswaardig. Waar de schuld van de nederlaag ligt, is dus duidelijk.

Het is voldoende bewezen dat anderen schuldig zijn. Zelfs onze vijanden zeggen het. Zo heeft een Engelse generaal tegen mij gezegd dat ons leger is verraden.

Vraag 16 (bruikbaar en betrouwbaar)

(40)

Gebruik nogmaals bron 6.

Stel: je doet onderzoek naar de nederlaag van het Duitse leger aan het eind van de Eerste Wereldoorlog en je vindt deze bron.

 Geef een argument waaruit blijkt dat de bron bruikbaar is voor je onderzoek.

 Geef ook een argument waaruit blijkt dat de inhoud van de bron niet zo betrouwbaar is voor je onderzoek.

Doe het zo:

De bron is bruikbaar, omdat …

De inhoud van de bron is niet zo betrouwbaar, omdat

Vraag 16

(2 scorepunten, P .55)

(41)

maximumscore 2

Voorbeeld van een juist antwoord is:

De bron is bruikbaar, omdat de generaal een ooggetuige/tijdgenoot was / zijn mening geeft over de nederlaag 1

De inhoud van de bron is niet zo betrouwbaar, omdat de (Duitse)

generaal de gebeurtenissen opzettelijk anders kan hebben voorgesteld / hij de schuld (van het verlies) afschuift op anderen 1

Opmerking

Het antwoord bij het tweede deel van de vraag dat het de mening van slechts één persoon is, mag niet goed gerekend worden.

CV

(42)

• taal: ondanks dat er dit keer weinig opmerkingen waren over taal/taalgebruik, blijft het een ‘dingetje’. Geschiedenis is niet mogelijk zonder een bepaalde taalbeheersing (en er wordt al veel op gescreend).

• leerlingen: denken er soms te makkelijk over, geven te snel antwoorden en lezen niet goed

• docenten: is er voldoende aandacht besteed aan

inhoudelijke veranderingen en vernieuwingen?? (syllabus!)

• vragenmakers: goed blijven luisteren naar signalen uit het veld

Aandachtspunten

(43)

• De examens 2018 en 2019 zijn de eerste examens nieuwe stijl en trendsettend voor de komende jaren.

• Geen inhoudelijke wijzigingen syllabus meer.

• Let op de nieuwe stof in de syllabus en in de methodes.

• Maak gebruik van info op Examenblad.nl

• Oefen met de examens van 2018 en 2019.

• Voorlopig (nog) geen digitale examens voor GTL, wel voor BB en KB.

Hoe nu verder?

(44)

Vragen?

Dank voor uw aandacht!

Voor op- en aanmerkingen:

E-mail:

Huub.Kurstjens@Cito.nl grozing@planet.nlen

(45)
(46)

GLTL-examen:

GLTL-examen:

2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019

aantal kandidaten Ned.

BB/KB/GTL

105.14 2

102.454 106.290 107.612 110.514 113.023 113.088 110.679 112.663

aantal kandidaten Ned.

GTL

54.348 53.662 56.131 57.394 59.521 60.779 61.636 60.325 62.666

aantal kandidaten Gs. 18.341 18.628 19.883 20.011 21.588 22.668 23.624 24.031 24.014 Steekproef Gs WOLF 14.922 15.529 15.447 17.395 17.824 19.730 19.245 16.208 20.525

gem. toetsscore 37,70 41,22 36,95 34,63 40,25 39,71 39,07 38,72 37,94

schaallengte 61 63 64 64 65 65 65 64 65

gem. cijfer (N=1) 6,6 6,9 6,2 5,9 6,6 6,5 6,4 6,4 6,3

gem. P’ 61,8 65,4 57,7 54,1 61,92 61,10 60,10 60,50 58,37

betrouwbaarheid 0,75 0,71 0,78 0,74 0,81 0,76 0,76 0,77 0,80

standaarddeviatie 7,19 6,75 8,21 7,48 8,43 7,78 7,68 7,92 8,17

N Cito tc.ad. Nt1 0,5 0,1 1,0 1,3 0,7 0,7 0,7 0,8 1,1

N CvE-DB (def) 0,4 0,3 1,2 1,5 0,9 0,9 0,9 0,9 1,1

% onv na def. N 31,9 24,0 22,1 20,5 18,1 17,7 19,6 21,8 21,8

gem cijfer def. N 6,0 6,2 6,4 6,4 6,5 6,4 6,3 6,3 6,4

Ref-ex. (gem.2016-2019;

0,9 / 19,3 / 6,4;

inh.: 2018)

(47)

Rusland (tot 1917: val van de tsaar en uitbreken Russische Revolutie)

de belangrijkste kenmerken in de Sovjet-Unie als voorbeeld van een extreemlinkse totalitaire staat herkennen en

beschrijven.

communisme / rol communistische partij in de Sovjet-Unie / planeconomie / vijfjarenplan / collectivisatie / kenmerken van stalinisme: totalitair / persoonsverheerlijking / indoctrinatie /

censuur / propaganda / terreur / geheime politie / vervolging van tegenstanders /showprocessen / strafkampen / zuiveringen + Lenin / Stalin

Ex. stof syllabus over Sovjet-Unie en Rusland (1)

(48)

• Operatie Barbarossa (aanval op de Sovjet-Unie in 1941)

• Bij Geallieerden: Sovjet-Unie (vanaf 1941)

• keerpunt: slag bij Stalingrad (1942-1943)

de nieuwe machtsverhoudingen tussen de Verenigde Staten (het

Westen/kapitalisme) en de Sovjet-Unie (het Oostblok/communisme) herkennen en beschrijven.

einde communistisch Oost-Europa / uiteenvallen van de Sovjet-Unie (1990-1991)

• Stalin, Chroesjtsjov, Gorbatsjov

• glasnost en perestrojka

Ex. stof syllabus over Sovjet-Unie en Rusland (2)

(49)

Het ontstaan en de gevolgen van de brandhaard Israël/

Palestina herkennen en beschrijven:

Het ontstaan van het probleem / wederzijdse aanspraken op gebied, diaspora, zionisme, doorwerking Tweede

Wereldoorlog, Arabisch nationalisme, verdelingsplan en rol van VN, stichting staat Israël, oorlogen van 1967 en 1973, PLO, rol van VS, economische invloed, belang van olie, bezette gebieden, vredesakkoord Camp David

personen: Ben Goerion, Sadat, Begin, Carter, Arafat

Midden-Oosten (van het einde van de Tweede Wereldoorlog tot het eerste vredesakkoord (1945 -1979)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

syllabus agrarische techniek vmbo centraal examen 2018 2.. © 2016 College voor Toetsen en Examens vwo, havo,

Maandag 19 april 08.30 - 10.25D12KLPpen, potloodADesirée Adema D14ZWGcalculatorArjan Beuker D19AVO docent D19geodriehoekJasmien Hooeksema werkkledingStacey Hohé werkschoenenIlse

leerlingen vergelijken nu bij twee van de vier onderde- len eenzelfde thema in minstens twee regio’s en in de andere twee onderwerpen zijn er veel meer mogelijk- heden om te

3.3 indien een antwoord op een open vraag niet in het beoordelingsmodel voorkomt en dit antwoord op grond van aantoonbare, vakinhoudelijke argumenten als juist of gedeeltelijk juist

Van de leerlingen wordt verwacht dat zij het einde van de 20ste eeuw op de volgende aspecten kunnen vergelijken met de periode 1880-1919 en dat zij verklaringen kunnen bedenken

Het is belangrijk dat je oplet dat je borstkas niet teveel naar voren gaat tijdens het ademhalen, dat betekent namelijk dat je adem te 'hoog' zit, je ademt dan niet door je

3 De gecommitteerde beoordeelt het werk zo spoedig mogelijk en past de beoordelingsnormen en de regels voor het bepalen van de score toe die zijn gegeven door het College

staatkundige kaarten plaatsen en landen buiten Europa herkennen waar gebeurtenissen hebben plaatsgevonden die in deze eindterm genoemd worden. de oorzaken, begin, verloop en