• No results found

Inspectierapport De Twinkeling (PSZ) Saffier ER ZEEWOLDE

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Inspectierapport De Twinkeling (PSZ) Saffier ER ZEEWOLDE"

Copied!
10
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Inspectierapport

De Twinkeling (PSZ) Saffier 5

3893ER ZEEWOLDE

Toezichthouder: GGD Flevoland

In opdracht van gemeente: Zeewolde

Datum inspectie: 19-09-2016

Type onderzoek : Jaarlijks onderzoek

Status: Definitief

Datum vaststelling inspectierapport: 19-10-2016

(2)

2 van 10 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 19-09-2016

De Twinkeling te ZEEWOLDE

Inhoudsopgave

Het onderzoek ... 3

Observaties en bevindingen ... 4

Pedagogisch klimaat ... 4

Personeel en groepen ... 6

Inspectie-items ... 7

Gegevens voorziening ... 9

Gegevens toezicht ... 9

Bijlage: Zienswijze houder peuterspeelzaal ... 10

(3)

Het onderzoek

Onderzoeksopzet

Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 2.20 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek.

In dit inspectierapport zijn niet alle items beoordeeld. Met behulp van het model risicoprofiel zijn de inspectieactiviteiten bepaald. Deze inspectieactiviteiten richten zich primair op de kwaliteit van de dagelijkse praktijk, aangevuld met aandachtspunten uit vorige inspecties of indien hier een andere aanleiding toe is.

Beschouwing Algemeen:

PSZ De Twinkeling maakt deel uit van Stichting Kindercentra Zeewolde. Deze stichting heeft meerdere vestigingen voor peuteropvang, dagopvang en buitenschoolse opvang in Zeewolde.

PSZ De Twinkeling staat geregistreerd in het LRKP sinds eind 2012. De peuterspeelzaal is gevestigd in de wijk Planetenveld, naast een basisschool. De PSZ heeft één groepsruimte met maximaal 16 kindplaatsen. Er wordt gewerkt met één beroepskracht en één vrijwilligster.

Inspectiegeschiedenis:

23-01-2013: Onderzoek voor registratie; advies tot opname in het LRKP.

22-09-2014: Jaarlijks onderzoek; geen tekortkomingen geconstateerd.

24-08-2015: Jaarlijks onderzoek; geen tekortkomingen geconstateerd.

Huidig onderzoek:

De toezichthouder bezoekt de PSZ op een maandagochtend. Er zijn dan 13 kinderen aanwezig met 1 beroepskracht en 1 vrijwilligster. De kinderen zitten in de kring en gaan daarna buiten spelen op de aangrenzende buitenspeelruimte. De kinderen hebben zichtbaar plezier. De beroepskracht vertelt enthousiast over haar werk.

De toezichthouder observeert de pedagogische praktijk en beoordeelt de diploma's en VOG's.

Er worden geen tekortkomingen geconstateerd.

Advies aan College van B&W Geen handhaving.

(4)

4 van 10 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 19-09-2016

De Twinkeling te ZEEWOLDE

Observaties en bevindingen

Pedagogisch klimaat

Onder de Wet kinderopvang gelden eisen voor de aanwezigheid van een pedagogisch beleidsplan, de inhoud van een pedagogisch beleidsplan en de relatie van het beleidsplan met de praktijk. In de praktijk dienen voorwaarden te worden vervuld voor het waarborgen van de emotionele veiligheid van kinderen, de ontwikkeling van de persoonlijke en de sociale competentie van kinderen en de overdracht van normen en waarden.

Bij de observatie maakt de toezichthouder gebruik van het "Veldinstrument onderzoek en

observatie" van december 2014. Hieruit citeert de toezichthouder de criteria (modelvoorbeelden) die betrekking hebben op het geobserveerde pedagogisch handelen en illustreert deze met voorbeelden uit de praktijkobservatie. De beknopte voorbeelden zijn bedoeld als illustraties en pretenderen niet een volledig beeld van de praktijksituatie te geven. De toezichthouder stoelt haar inzicht en mening op de gegeven voorbeelden en op tijdens de observatie opgedane overige signalen.

Pedagogische praktijk

De observatie van het pedagogisch handelen vond plaats op een maandagochtend. Er zijn 13 kinderen aanwezig met 1 beroepskracht en 1 vrijwilligster. De kinderen zitten in een kring en eten hun fruit. De beroepskracht leest een boek voor en zingt liedjes met de kinderen. Daarna gaan de kinderen buiten spelen op de aangrenzende buitenspeelplaats.

De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan.

De beroepskrachten bespreken hun handelen (aanpak, effect op de kinderen) op vaste momenten met het team en de leidinggevende. Werkinstructies en afspraken staan geagendeerd bij

teamoverleg en werkbegeleiding. Het pedagogisch beleidsplan wordt als houvast en naslagwerk gebruikt.

De beroepskracht vertelt dat 1x per 6 weken een teamoverleg wordt georganiseerd. In dit

teamoverleg worden met name praktische zaken, de kinderen en de samenwerking besproken. 3x per jaar wordt een groot werkoverleg georganiseerd met alle medewerkers van de SKZ waarin vooral beleidszaken worden besproken. Daarnaast volgen de beroepskrachten ook scholingen op pedagogisch vlak. Onlangs is de scholing "interactie vaardigheden" gevolgd door de beroepskracht.

De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid.

De beroepskrachten gedragen zich sensitief en responsief naar de kinderen. Zij laten actief merken dat zij het kind begrijpen en reageren daar adequaat op.

Observatie: Een meisje wat nog maar kort op de PSZ zit, vindt het buiten spelen nog heel

spannend. Wanneer het moment nadert dat de kinderen naar buiten gaan, begint ze te huilen. De beroepskracht troost haar en stelt voor dat ze even gaat kleien aan tafel. De beroepskracht heeft ervaren dat het meisje kleien een fijne activiteit vindt. Wanneer later de hele groep naar buiten gaat mag het meisje de klei mee naar buiten nemen. Aan een klein tafeltje gaat ze zitten kleien buiten terwijl ze de andere kinderen observeert. Na enige tijd verlaat ze het tafeltje en gaat op een fietsje zitten.

Er is sprake van max. 3 vaste beroepskrachten die de groep begeleiden

Op 5 ochtenden en 2 middagen zijn er peuterspeelzaal-groepen. Er zijn 2 vaste beroepskrachten die deze groepen leiden. Zij werken samen met vaste vrijwilligsters.

De beroepskrachten verwelkomen zowel de ouders als het kind op persoonlijke wijze. Ouders mogen hun kind(eren) in de groepsruimte brengen en ophalen. Ouders krijgen de gelegenheid om groepsgenootjes aan te spreken en te zien waar het kind die dag mee bezig is geweest.

(5)

Observatie: De ouders halen hun kinderen op uit de buitenruimte. De beroepskracht begroet de ouders vriendelijk en vertelt wat de kinderen die ochtend hebben gedaan. De ouders lopen met hun kind de groepsruimte in om hun tas te pakken en de knutselwerkjes te bewonderen die die ochtend zijn gemaakt.

De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen.

Het programma bestaat uit vrij spel en gestructureerde activiteiten. De activiteiten zijn gevarieerd en stimuleren diverse ontwikkelingsgebieden.

Kinderen hebben er plezier en zin in; zij voelen zich uitgedaagd (exploratie). Ieder kind krijgt leer- /ervaringskansen.

Op moment van inspectie zitten de kinderen in de kring hun fruitje te eten. Daarvoor hebben zij een knutselactiviteit gedaan waarbij zij een kip op papier hebben beplakt met veertjes. De kinderen tonen deze kip later trots aan hun ouders. In de kring wordt een boek voorgelezen en liedjes gezongen. Daarna mogen de kinderen vrij spelen in de buitenruimte.

De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen.

De beroepskrachten sluiten aan op de persoonlijke eigenheid van kinderen. Zij benoemen en waarderen individuele talenten, kwaliteiten en eigenaardigheden. Zij activeren de betrokkenheid en deelname van alle kinderen aan het groepsgebeuren op een wijze die recht doet aan het

individuele kind.

Observatie: In de kring wordt door de kinderen gezamenlijk geteld hoeveel kinderen er zijn die ochtend. Ook hoeveel juffen er zijn. Wanneer de beroepskracht de namen noemt van de aanwezige kinderen, mag ieder kind in de kring een "truc" laten zien. Sommige kinderen laten een

breakdance-act zien, andere kinderen springen 1x omhoog. Alle "trucs" worden gewaardeerd.

De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden.

De beroepskrachten geven kinderen het goede voorbeeld van sociale vaardigheden in de omgang met andere kinderen; ze zijn vriendelijk, luisteren, leven mee, troosten en helpen, werken samen.

Ze zijn consequent in wat ze uitdragen en hoe ze zelf handelen.

Conclusie: Er wordt voldoende zorg gedragen voor het waarborgen van de pedagogische basisdoelen en deze worden overeenkomstig met pedagogisch beleidsplan uitgevoerd.

Voorschoolse educatie

Op deze peuterspeelzaal wordt geen gesubsidieerde voorschoolse educatie geboden.

Gebruikte bronnen:

 Interview anderen (beroepskracht)

 Observaties (pedagogische praktijk, b-k-r, opvanglocatie)

(6)

6 van 10 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 19-09-2016

De Twinkeling te ZEEWOLDE

Personeel en groepen

Onder de Wet kinderopvang gelden eisen voor verklaringen omtrent het gedrag (VOG) en passende beroepskwalificaties. Ook gelden normen voor opvang in groepen en beroepskracht-kindratio (b-k- r).

Verklaring omtrent het gedrag

Op deze peuterspeelzaal werken twee vaste beroepskrachten met een vaste vrijwilliger. Allen zijn in het bezit van een VOG die voldoet aan de geldende eisen.

Op moment van inspectie is de vaste vrijwilligster afwezig wegens privé-omstandigheden. Zij wordt vervangen door een ouder van één van de kinderen. Deze is niet in het bezit van een geldig VOG.

De beroepskracht geeft aan dat het incidenteel voor komt dat de vaste vrijwilligster afwezig is en vervangen wordt door een ouder (zonder VOG).

De toezichthouder beoordeelt dit als incident en adviseert hier geen handhaving voor.

Passende beroepskwalificatie

De twee vaste beroepskrachten zijn in bezit van een diploma Kinderverzorgster en MDGO- Activiteiten Begeleiding. Deze diploma's kwalificeren voor het werken in de kinderopvang.

Opvang in groepen

Op deze locatie is één peutergroep met maximaal 16 kinderen. De peuterspeelzaal is 5 ochtenden en 2 middagen geopend.

Op moment van inspectie zijn er 13 kinderen aanwezig.

Beroepskracht/vrijwilliger-kindratio

Op moment van inspectie zijn er 13 kinderen aanwezig met 1 beroepskracht en 1 vrijwilliger. Dat is conform de beroepskracht/vrijwilliger-kind-ratio.

Gebruikte bronnen:

 Interview anderen (beroepskracht)

 Observaties (pedagogische praktijk, b-k-r, opvanglocatie)

 Verklaringen omtrent het gedrag

 Diploma's beroepskrachten

 Plaatsingslijsten

 Personeelsrooster

(7)

Inspectie-items

Pedagogisch klimaat

Pedagogische praktijk

De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan.

(art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid.

(art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen.

(art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen.

(art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden.

(art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Personeel en groepen

Verklaring omtrent het gedrag

De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij een onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij de peuterspeelzaal overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden.

(art 2.6 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Een verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht of vrijwilliger is niet ouder dan twee jaar.

(art 2.6 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Passende beroepskwalificatie

Alle beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie overeenkomstig de cao Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening.

(art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 18 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Opvang in groepen

De opvang vindt plaats in peuterspeelzaalgroepen.

(art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De peuterspeelzaalgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen.

(art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 19 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

(8)

8 van 10 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 19-09-2016

De Twinkeling te ZEEWOLDE Beroepskracht/vrijwilliger-kindratio

Het aantal beroepskrachten en vrijwilligers per groep bedraagt:

- in een groep met maximaal 8 kinderen ten minste 1 beroepskracht;

- in een groep met 9 t/m 16 kinderen ten minste 1 beroepskracht, en een vrijwilliger of tweede beroepskracht.

(art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 19 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 4 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

(9)

Gegevens voorziening

Opvanggegevens

Naam voorziening : De Twinkeling

Aantal kindplaatsen : 16

Gesubsidieerde voorschoolse educatie : Nee Gegevens houder

Naam houder : Stichting Kindercentra Zeewolde

Adres houder : Hermelijnhof 27

Postcode en plaats : 3892VE ZEEWOLDE

Website : www.kindercentrazeewolde.nl

KvK nummer : 41023454

Aansluiting geschillencommissie : Ja

Gegevens toezicht

Gegevens toezichthouder (GGD)

Naam GGD : GGD Flevoland

Adres : Postbus 1120

Postcode en plaats : 8200BC LELYSTAD

Telefoonnummer : 088-0029910

Onderzoek uitgevoerd door : M Oortwijn Gegevens opdrachtgever (gemeente)

Naam gemeente : Zeewolde

Adres : Postbus 1

Postcode en plaats : 3890AA ZEEWOLDE

Planning

Datum inspectie : 19-09-2016

Opstellen concept inspectierapport : 04-10-2016 Vaststelling inspectierapport : 19-10-2016 Verzenden inspectierapport naar houder : 19-10-2016 Verzenden inspectierapport naar

gemeente : 19-10-2016

Openbaar maken inspectierapport :

(10)

10 van 10 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal jaarlijks onderzoek 19-09-2016

De Twinkeling te ZEEWOLDE

Bijlage: Zienswijze houder peuterspeelzaal

De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport.

De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

(art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a

(art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a

(art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a

(art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a

(art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a

(art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a

(art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a

(art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a