• No results found

Inspectierapport De Harlekijn (PSZ) Gedempte Gracht BA Zeewolde

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Inspectierapport De Harlekijn (PSZ) Gedempte Gracht BA Zeewolde"

Copied!
11
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Inspectierapport

De Harlekijn (PSZ) Gedempte Gracht 19 3894BA Zeewolde

Toezichthouder: GGD Flevoland

In opdracht van gemeente: Zeewolde

Datum inspectie: 14-12-2016

Type onderzoek : Jaarlijks onderzoek

Status: Definitief

Datum vaststelling inspectierapport: 11-01-2017

(2)

Inhoudsopgave

Inhoudsopgave ... 2

Het onderzoek ... 3

Observaties en bevindingen ... 4

Overzicht getoetste inspectie-items ... 8

Gegevens voorziening ... 10

Gegevens toezicht ... 10

Bijlage: Zienswijze houder peuterspeelzaal ... 11

(3)

Het onderzoek

Onderzoeksopzet

Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 2.20 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek.

In dit inspectiebezoek zijn niet alle items beoordeeld omdat er sprake is van risico gestuurd toezicht (RGT). De inspectie-activiteit richt zich primair op de kwaliteit van de dagelijkse praktijk.

Het onaangekondigde jaarlijkse inspectiebezoek bij De Harlekijn vond plaats op woensdagochtend 14 december 2016.

Beschouwing Algemeen

Peuterspeelzaal De Harlekijn maakt onderdeel uit van Stichting Kinderopvang Zeewolde (SKZ).

De SKZ heeft meerdere vestigingen waaronder peuterspeelzalen, kinderdagverblijven en buitenschoolse opvang in Zeewolde.

Op De Harlekijn worden per dagdeel maximaal 16 2- en 3 jarigen opgevangen.

De peuterspeelzaal is alle ochtenden en op dinsdag- en donderdagmiddag geopend. Tot hun derde jaar kunnen peuters twee ochtenden gebruik maken van de peuterspeelzaal. Vanaf drie jaar een ochtend en een middag.

Enkele peuters maken gebruik van een opvangplaats tot 13.00 of 15.00 uur.

De peuterspeelzaal werkt nauw samen met de verticale kinderdagverblijfgroep, die naast de peuterspeelzaal gehuisvest is.

Inspectiegeschiedenis

De jaarlijkse inspecties van 2014 en 2015 voldeden aan de getoetste items.

Huidige inspectie

De onaangekondigde observatie van de praktijk en een gesprek met de pedagogisch medewerker vond plaats op woensdag 14 december 2016. Tevens zijn relevante documenten ingezien en beoordeeld.

Aan alle getoetste items zoals hieronder beschreven is voldaan.

Advies aan College van B&W Geen handhaving.

(4)

Observaties en bevindingen

Pedagogisch klimaat

Dit hoofdstuk beschrijft de inspectiebevindingen over de getoetste items binnen het domein 'pedagogisch klimaat'.

Binnen dit domein zijn de volgende competenties geobserveerd en beoordeeld.

- emotionele veiligheid - persoonlijke competentie - sociale competentie

Ook is de wijze beoordeeld waarop de overdracht van normen en waarden plaats vindt.

De competenties en de overdracht van waarden en normen zijn waargenomen en positief beoordeeld.

Pedagogische praktijk

Op basis van het gesprek met de pedagogisch medewerker (pm) en de observatie van de pedagogische praktijk is het item zorg dragen voor de uitvoering van het pedagogisch beleid' positief beoordeeld. Zo licht de pm met concrete voorbeelden toe hoe zij handelt bij de overgang van de peuterspeelzaal naar opvang voor enkele peuters rond 12 uur. Zij stemt haar handelen bewust af op de uitgangspunten over het werken aan de vier pedagogische

basisdoelen. Verder gelden elementen van de VE methode Startblokken, waar zij in het verleden in zijn geschoold, als inspiratiebron.

De observatie vindt plaats tussen 10.30 en 12.00 uur. Er zijn 12 2-4 jarigen die begeleid worden door hun vaste pm en twee vaste vrijwilligers.

Bij de beoordeling van de emotionele veiligheid is met name gekeken naar de aanwezigheid van bekende leeftijdgenootjes en de professionaliteit van de medewerker.

Er is waargenomen dat haar beroepshouding een positieve invloed heeft op het gevoel van emotionele veiligheid.

De sfeer in de vaste groep peuters, die elkaar twee of vier dagdelen per week ontmoeten, en hun vaste pm en vrijwilliger is open. Het welbevinden van de peuters is goed. Ze zijn ontspannen en bezig met hun spel en genieten van de dingen die gebeuren en die zij zelf kunnen.

Zij communiceert op een rustige, sensitieve en responsieve manier en laat actief merken dat ze hen begrijpt. Ook sluit ze respectvol verbaal of non-verbaal aan bij hun vragen en opmerkingen. Ze stelt open vragen en zorgt voor een goede balans tussen luisteren en praten. Ook verwoordt ze haar eigen gedrag en gebruikt woorden en zinnen die passen bij de 2- en 3-jarigen.

In haar pedagogisch handelen toont ze respect voor de autonomie van de peuters; ze geeft hen de ruimte en het vertrouwen om zoveel mogelijk zelf te kiezen en te ontdekken. Bij het gezamenlijke plakken met papier en toversterretjes gaat het er om wat de peuter wil en leuk vindt. Zelfs als het gepaard gaat met het gebruik van wat veel lijm. Ook dan krijgen ze complimenten en kunnen ze er zelf voor kiezen om te stoppen als ze vinden dat ze klaar zijn.

Ze heeft een vertrouwde relatie met de peuters. Dit is onder andere te merken aan het feit dat de kinderen zich enthousiast laten maken bij het samen knutselen aan een kerstkaart en dat zij rustig en ontspannen reageren op haar initiatieven. De peuters gaan naar haar en de vrijwilligers toe als ze hulp of steun nodig hebben.

Zo wordt een peuter, die misselijk is liefdevol en met respect door de medewerkers opgevangen.

(5)

Bij de beoordeling van de persoonlijke competentie is vooral gekeken naar de manier waarop de ruimte is ingericht en materialen en activiteiten worden aangeboden.

Er is opgemerkt dat zij zich bewust bezighoudt met het stimuleren van de persoonlijke competentie.

De peuters hebben de mogelijkheid om (leer)ervaringen op te doen dankzij het spelmateriaal, de inrichting en het afwisselende activiteitenaanbod. Het spelmateriaal in de huis-, bouw- en leeshoek en binnenzandbak is zichtbaar en bereikbaar voor hen. Dit geldt ook voor een deel van het ontwikkelingsmateriaal en de boeken in de open kasten.

De activiteiten die worden aangeboden spreken de 2- en 3 jarigen aan en zij geeft doelgericht nieuwe impulsen op het gebied van taal, getallen, creativiteit en motoriek.

Dit is onder andere gezien bij het gezamenlijk knutselen en interactief voorlezen. In deze laatste activiteit is zij bewust bezig met taalverrijking. Zo komen meerdere diersoorten, droog, nat en water geven met een gieter op een speelse manier aan bod. De activiteit wordt speels ondersteund met knuffels en handpoppen.Ook wordt er gesproken en gezongen over kerstbomen, sterren, kerstkaarten, enveloppen en de brievenbus. Het zijn onderwerpen, die ze bij de peuters 'laat leven'. Er is sprake van een talige rijke speel-leeromgeving

Bij het onderdeel sociale competentie is met name gekeken naar de aanpak van de medewerker en het functioneren van de peutergroep. Tijdens de observatie is geconstateerd, dat zij zich voldoende bezig houdt met het stimuleren van de sociale competentie.

Bij de gezamenlijke activiteiten in de groepsruimte en later bij het buiten spelen observeert ze de peuters en ondersteunt en begeleidt de interacties. Zij helpt om 'op niveau' een mening of gevoel te verwoorden, naar elkaar te luisteren, te wachten, te delen en elkaar te helpen. Dit gebeurt onder andere bij het knutselen, eet/drinkmoment en tijdens het voorlezen en buiten spelen. Het 'wij" gevoel wordt actief bevorderd doordat ze samen dingen doen.

De peuters zijn deel van de groep. Dit komt mede door de houding van de medewerker. Ze heeft aandacht en zorg voor alle peuters, is behulpzaam en spreekt haar waardering uit als peuters elkaar bijvoorbeeld helpen bij het ophangen van de werkjes aan de kunstwand en een fietsje aan een ander kind geven.

Bij de beoordeling van de overdracht van waarden en normen is met name het gedrag van de medewerkers en de peuters geobserveerd. Hun beroepshouding draagt positief bij aan deze overdracht.

Het ochtendprogramma heeft vaste rituelen en bekende afspraken waarbij de pm op gezette tijden verwoordt wat er gebeurd is en wat de plannen zijn. Op die manier leren de peuters wat er gaat gebeuren en wat er van hen verwacht wordt.

Gedeelde verantwoordelijkheid en respectvol samenzijn worden spelenderwijs geoefend.

Als een peuter nogal boos praat tegen een andere peuter, wordt er corrigerend gereageerd: 'Ik vind het niet zo aardig klinken dat je zo boos praat tegen X'.

Tenslotte geven de medewerkers het goede voorbeeld als het gaat om sociale vaardigheden in de manier waarop ze spreken en doen. Ze hebben een correct taalgebruik, zijn vriendelijk, luisteren, leven mee, troosten, helpen en werken op een respectvolle manier samen.

Gebruikte bronnen:

 Interview (pedagogisch medewerker en vrijwilligers werkzaam op 14 december 2016)

 Observaties (14 december 2016 van 10.30 tot 12.00 uur)

 Website

 Pedagogisch beleidsplan (Pedagogisch beleid en werkwijze peuteropvang en peuterspeelzalen Stichting Kinderopvang Zeewolde)

(6)

Personeel en groepen

Dit hoofdstuk beschrijft de inspectiebevindingen over getoetste items binnen het domein 'personeel en groepen'.

Passende diploma's en geldige verklaringen omtrent gedrag zijn beoordeeld.

Ook is de beroepskracht-kindratio en de opvang in groepen getoetst door middel van observatie, roosters en presentielijsten.

Binnen dit domein zijn geen overtredingen geconstateerd.

Verklaring omtrent het gedrag

De pedagogisch medewerkers van De Harlekijn beschikken over een verklaring omtrent gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013.

Er is een verklaring omtrent gedrag gezien en beoordeeld van alle op vaste dagdelen ingezette vrijwilligers. Hiermee is voldaan aan de eisen zoals gesteld in de Wet kinderopvang en

kwaliteitseisen peuterspeelzalen en de daarbij behorende regelingen. Er is voor gezorgd dat de deze vrijwilligers over een verklaring omtrent gedrag beschikken.

Passende beroepskwalificatie

De pedagogisch medewerkers beschikken over een geldige beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang/ Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening is opgenomen.

Opvang in groepen

De opvang in De Harlekijn vindt plaats in een peuterspeelzaalgroep van maximaal 16, 2 en 3 jarigen.

Beroepskracht/vrijwilliger-kindratio

Voor de berekening van het aantal benodigde beroepskrachten/vrijwilligers is gebruik gemaakt van de rekentool op www.1ratio.nl

De conclusie is dat aan de minimale eisen met betrekking tot de beroepskracht/vrijwilliger- kindratio is voldaan omdat bij de onaangekondigde inspectie de volgende beroepskracht-kindratio geconstateerd:

naam leeftijd kinderen

aantal kinderen

aantal beroepskrachten en vrijwilligers nodig

aantal beroepskrachten en vrijwilligers aanwezig De

Harlekijn 2- 4 jaar 12 2 3

Gebruikte bronnen:

 Interview (pedagogisch medewerker en vrijwilligers werkzaam op 14 december 2016)

 Observaties (14 december 2016 van 10.30 tot 12.00 uur)

 Verklaringen omtrent het gedrag

 Diploma's beroepskrachten

 Vrijwilligersbeleid

 Plaatsingslijsten

 Presentielijsten

 Personeelsrooster

(7)
(8)

Overzicht getoetste inspectie-items

Pedagogisch klimaat

Pedagogische praktijk

De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan.

(art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid.

(art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen.

(art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen.

(art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden.

(art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Personeel en groepen

Verklaring omtrent het gedrag

De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder de peuterspeelzaal exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013.

(art 2.6 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij een onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij de peuterspeelzaal overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden.

(art 2.6 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Een verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht of vrijwilliger is niet ouder dan twee jaar.

(art 2.6 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Passende beroepskwalificatie

Alle beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie overeenkomstig de cao Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening.

(art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 18 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Opvang in groepen

De opvang vindt plaats in peuterspeelzaalgroepen.

(art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De peuterspeelzaalgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen.

(art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 19 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

(9)

Beroepskracht/vrijwilliger-kindratio

Het aantal beroepskrachten en vrijwilligers per groep bedraagt:

- in een groep met maximaal 8 kinderen ten minste 1 beroepskracht;

- in een groep met 9 t/m 16 kinderen ten minste 1 beroepskracht, en een vrijwilliger of tweede beroepskracht.

(art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 19 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 4 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

(10)

Gegevens voorziening

Opvanggegevens

Naam voorziening : De Harlekijn

Aantal kindplaatsen : 16

Gesubsidieerde voorschoolse educatie : Nee Gegevens houder

Naam houder : Stichting Kindercentra Zeewolde

Adres houder : Hermelijnhof 27

Postcode en plaats : 3892VE Zeewolde

Website : www.kindercentrazeewolde.nl

KvK nummer : 41023454

Aansluiting geschillencommissie : Ja

Gegevens toezicht

Gegevens toezichthouder (GGD)

Naam GGD : GGD Flevoland

Adres : Postbus 1120

Postcode en plaats : 8200BC LELYSTAD

Telefoonnummer : 088-0029910

Onderzoek uitgevoerd door : F. Deijs Gegevens opdrachtgever (gemeente)

Naam gemeente : Zeewolde

Adres : Postbus 1

Postcode en plaats : 3890AA ZEEWOLDE

Planning

Datum inspectie : 14-12-2016

Opstellen concept inspectierapport : 21-12-2016

Zienswijze houder : Niet van toepassing

Vaststelling inspectierapport : 11-01-2017 Verzenden inspectierapport naar houder : 11-01-2017 Verzenden inspectierapport naar

gemeente : 11-01-2017

Openbaar maken inspectierapport :

(11)

Bijlage: Zienswijze houder peuterspeelzaal

De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport.

De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

(art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a

(art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a

(art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a

(art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a

(art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a

(art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a

(art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a

(art 2.5 en 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a