• No results found

Inspectierapport KDV Willemijntje (KDV) Wilhelminapark ED TILBURG Registratienummer

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Inspectierapport KDV Willemijntje (KDV) Wilhelminapark ED TILBURG Registratienummer"

Copied!
10
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Inspectierapport

KDV Willemijntje (KDV) Wilhelminapark 55 5041ED TILBURG

Registratienummer 203877366

Toezichthouder: GGD Hart voor Brabant

In opdracht van gemeente: Tilburg

Datum inspectie: 21-01-2015

Type onderzoek : Jaarlijks onderzoek

Status: Definitief

Datum vaststelling inspectierapport: 09-02-2015

(2)

2 van 10 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 21-01-2015

KDV Willemijntje te TILBURG

Inhoudsopgave

Het onderzoek ... 3

Observaties en bevindingen ... 4

Pedagogisch klimaat ... 4

Personeel en groepen ... 6

Inspectie-items ... 7

Gegevens voorziening ... 9

Gegevens toezicht ... 9

Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum ... 10

(3)

Het onderzoek

Onderzoeksopzet

Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek.

Beschouwing

Kinderdagverblijf Willemijntje valt onder Sterre Kinderopvang (Kinderopvang Tilburg BV).

Willemijntje bestaat momenteel uit 3 groepen. Op alle groepen (groep geel, rood en blauw) worden kinderen van 0-4 jaar opgevangen.

Willemijntje biedt groene kinderopvang. Dit houdt onder andere in dat de kinderen zelf zaaien en kweken. Buitenspelen is erg belangrijk, ook als het regent. Met het park aan de overkant en de kinderboerderij aan de achterkant trekken ze er regelmatig op uit.

Tijdens de onaangekondigde inspectie werd alle medewerking verleend.

Inspectiegeschiedenis:

Op 22-05-2013 en op 13-03-2014; is tijdens de jaarlijkse inspectie aan alle getoetste voorwaarden uit de Wet Kinderopvang voldaan.

Huidige Inspectie

Tijdens dit jaarlijks risico-gestuurde onderzoek van 21-01-2015 voldoet het kinderdagverblijf aan de gestelde eisen van de WKKP.

Advies aan College van B&W Geen handhaving.

(4)

4 van 10 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 21-01-2015

KDV Willemijntje te TILBURG

Observaties en bevindingen

Pedagogisch klimaat

Pedagogische praktijk

Tijdens de observaties van de pedagogische praktijk maakt de toezichthouder gebruik van het Veldinstrument observatie kindercentrum. Onderstaande beschrijvingen zijn aan dat instrument ontleend, en tijdens het onderzoek op locatie geconstateerd tijdens het observeren op de groep.

Na de beschrijving uit het veldinstrument (schuin gedrukt) volgt eventueel een voorbeeld uit de waargenomen praktijk. De observatie en de beschrijving van de pedagogische praktijk richt zich op de doelen zoals vastgelegd in de Wet Kinderopvang:

 Het bieden van een gevoel van emotionele veiligheid.

 De mogelijkheid bieden tot de ontwikkeling van persoonlijke competenties.

 De ruimte bieden tot het ontwikkelen van sociale competenties.

 De mogelijkheid geven om normen en waarden eigen te maken.

Alle items in dit domein zijn als voldoende beoordeeld.

De houder bespreekt het pedagogisch werkplan regelmatig tijdens het teamoverleg. Uit gesprekken met de beroepskrachten blijkt dat zij in grote lijnen weten wat er in het pedagogisch beleid staat.

Stimuleren van Emotionele veiligheid.

De beroepskrachten hebben een vertrouwde relatie naar de kinderen.

Voorbeeld:

De beroepskrachten laten merken dat ze de kinderen mogen. Ze geven regelmatig complimenten, zoals "Goed gedaan", "Knap van jou"".

De kinderen krijgen een aai over de bol. Ze hebben aandacht voor ieder kind.

De beroepskrachten communiceren met de kinderen.

Voorbeeld:

De beroepskrachten gedragen zich sensitief en responsief naar de kinderen. Ze laten merken dat ze het kind begrijpen en reageren daar adequaat op.

Kindje zit nog even aan tafel, de rest is er al af en worden verschoond indien nodig. Het mag daar blijven zitten en wordt ook zo verwoord naar het meisje.

Stimuleren van persoonlijke competentie

Beroepskrachten ondersteunen en stimuleren individuele kinderen.

Voorbeeld:

De beroepskrachten organiseren en benutten het dagprogramma voor uitdaging, stimulans,

avontuur en plezier voor de kinderen. Kinderen krijgen de kans om zichzelf en elkaar te ontdekken.

te zien in onder andere dat de kinderen aangeven dat ze graag naar buiten gaan, hier wordt meteen op ingespeeld en de jassen gehaald.

Kinderen hebben de mogelijkheid om eigen ervaringen op te doen middels spelmateriaal, activiteitenaanbod en inrichting.

Het spelmateriaal ligt zichtbaar en bereikbaar voor de kinderen in verschillende speelhoekjes. De kinderen mogen zelf kiezen waarmee ze gaan spelen en hebben er plezier in.

Stimuleren sociale competentie

De beroepskrachten ondersteunen de kinderen in hun onderlinge interactie Voorbeeld:

De beroepskrachten richten de aandacht van kinderen op elkaar te helpen en om de interactie in stand te houden tot overleg, afstemming, elkaar helpen, emoties te delen.

Duidelijk te zien tijdens het fruit moment s, morgens.

(5)

Overdracht normen en waarden.

Afspraken, regels en omgangsvormen zijn duidelijk en worden uitgelegd.

Beroepskrachten geven ook zelf het goede voorbeeld.

Voorbeeld:

De beroepskrachten geven zelf het goede voorbeeld van sociale vaardigheden. Ze praten op vriendelijke toon, zeggen 'alsjeblieft' en 'dank je wel', helpen de kinderen indien nodig.

Geldende regels worden benoemd en uitgelegd indien van toepassing, zoals niet rennen in de groepsruimte, dat doen we buiten zo meteen.

Gebruikte bronnen:

 Interview anderen

 Observaties

(6)

6 van 10 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 21-01-2015

KDV Willemijntje te TILBURG

Personeel en groepen

Het kinderdagverblijf voldoet aan de onderzochte voorwaarden met betrekking tot personeel en stamgroepen. Binnen dit onderdeel zijn zowel de medewerkers gecontroleerd op een passende beroepskwalificatie en een geldige verklaring omtrent het gedrag.

De beroepskracht-kind ratio en de opvang in groepen zijn gecontroleerd door middel van roosters, presentielijsten en bezettingslijsten.

Verklaring omtrent het gedrag

In verband met de continue screening zijn alle verklaringen omtrent het gedrag (VOG) beoordeeld.

Alle beroepskrachten beschikken over een recente VOG en zijn opgenomen in de continue screening. De stagiaire beschikt ook over een VOG.

Passende beroepskwalificatie

De beroepskrachten die werkzaam zijn op het kinderdagverblijf beschikken over een passende beroepskwalificatie.

Opvang in groepen

Op Willemijntje worden de kinderen opgevangen in 3 groepen met maximaal 16 kinderen van 0-4 jaar per groep. In de praktijk wordt momenteel een maximum kindaantal van 12 kinderen per groep aangehouden.

Op rustige dagen wordt groep rood of blauw samengevoegd met groep geel.

3 groepen allen gevestigd op de begane grond.

Groep geel: 79,25m²

Groep rood: 45,64m² ; inclusief hal 63,14 m² Groep blauw: 45,21m²; inclusief hal 62,71 m²

Gezamenlijke speelhal van groep rood en blauw: 35m². De oppervlakte van de hal mag

evenredig over de 2 groepen verdeeld worden. Dit houdt in 17,5m² extra speeloppervlak per groep voor de peutergroep rood en blauw (zie berekening hierboven).

Op de dag van de inspectie is de beroepskracht-kind-ratio als volgt:

1 groep is open op de woensdag. Er zijn 9 kinderen gepland waarvan er 4 ziek zijn.

5 kinderen zijn aanwezig.

Er zijn 2 beroepskrachten en 1 stagiaire aanwezig.

Beroepskracht-kindratio

Er zijn 2 beroepskrachten en 1 stagiaire aanwezig op 5 kinderen.

Gebruikte bronnen:

 Observaties

 Verklaringen omtrent het gedrag

 Diploma's beroepskrachten

 Plaatsingslijsten

 Presentielijsten

 Personeelsrooster

(7)

Inspectie-items

Pedagogisch klimaat

Pedagogische praktijk

De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan.

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder heeft het vierogenprincipe overeenkomstig zijn pedagogisch beleidsplan ingevoerd.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5a en 7 lid 1 sub h Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Personeel en groepen

Verklaring omtrent het gedrag

De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. Indien een verklaring omtrent het gedrag is afgegeven vóór 1 maart 2013 dan is deze niet ouder dan twee jaar.

(art 1.50 lid 3 en art 3.8g lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden.

(art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Een verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht of vrijwilliger werkzaam bij de onderneming is niet ouder dan twee jaar.

(art 1.50 lid 4, 8 en 9 en art 3.8g lid 3 en 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Passende beroepskwalificatie

Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen.

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

(8)

8 van 10 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 21-01-2015

KDV Willemijntje te TILBURG Opvang in groepen

De opvang vindt plaats in stamgroepen.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder informeert de ouders en de kinderen in welke stamgroep het kind verblijft en welke beroepskrachten op welke dag bij welke groep horen.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en art 1.54 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Beroepskracht-kindratio

De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste:

- 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar;

- 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar;

- 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar;

- 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar.

Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en

peuterspeelzalen)

Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

(9)

Gegevens voorziening

Opvanggegevens

Naam voorziening : KDV Willemijntje

Website : http://www.sbkinderopvang.nl

Aantal kindplaatsen : 48

Gesubsidieerde voorschoolse educatie : Nee Gegevens houder

Naam houder : Kinderopvang Tilburg B.V.

Adres houder : Postbus 769

Postcode en plaats : 5000AT TILBURG

KvK nummer : 18077078

Gegevens toezicht

Gegevens toezichthouder (GGD)

Naam GGD : GGD Hart voor Brabant

Adres : Postbus 3024

Postcode en plaats : 5003DA TILBURG

Telefoonnummer : 073-6404515

Onderzoek uitgevoerd door : S van der Velden Gegevens opdrachtgever (gemeente)

Naam gemeente : Tilburg

Adres : Postbus 90155

Postcode en plaats : 5000LH TILBURG

Planning

Datum inspectie : 21-01-2015

Opstellen concept inspectierapport : 02-02-2015

Zienswijze houder : Niet van toepassing

Vaststelling inspectierapport : 09-02-2015 Verzenden inspectierapport naar houder

en oudercommissie

: 10-02-2015 Verzenden inspectierapport naar

gemeente

: 10-02-2015 Openbaar maken inspectierapport : 03-03-2015

(10)

10 van 10 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 21-01-2015

KDV Willemijntje te TILBURG

Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum

De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport.

De houder stemt na telefonisch contact in met het ontwerprapport.

Een zienswijze is hier niet van toepassing.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1

1. Een buitenschoolse opvang, een kinderdagverblijf, een gastouder- bureau of een voorziening voor gastouderopvang wordt niet in exploitatie genomen voordat een onderzoek door de

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1