• No results found

Inspectierapport Doomijn peuterspeelzaal Sterrenkroos (KDV) Sterrenkroos NX ZWOLLE Registratienummer

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Inspectierapport Doomijn peuterspeelzaal Sterrenkroos (KDV) Sterrenkroos NX ZWOLLE Registratienummer"

Copied!
12
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Inspectierapport

Doomijn peuterspeelzaal Sterrenkroos (KDV) Sterrenkroos 52

8043NX ZWOLLE

Registratienummer 831522082

Toezichthouder: GGD IJsselland

In opdracht van gemeente: Zwolle

Datum inspectie: 19-01-2015

Type onderzoek: Jaarlijks onderzoek

Status: Definitief

Datum vaststelling inspectierapport: 29-01-2015

(2)

Inhoudsopgave

Het onderzoek ... 3

Observaties en bevindingen... 4

Pedagogisch klimaat ... 4

Personeel en groepen... 6

Accommodatie en inrichting ... 7

Inspectie-items ... 8

Gegevens voorziening ...11

Gegevens toezicht ...11

Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum ...12

(3)

Het onderzoek

Onderzoeksopzet

Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek.

In dit onderzoek is op grond van de bevindingen bij voorgaande inspecties een aantal

kwaliteitseisen onderzocht op gebied van de eisen aan het personeel, de beroepskracht-kind-ratio, voorschoolse educatie en de pedagogische kwaliteit.

Op verzoek van de gemeente Zwolle is tevens het aantal beschikbare vierkante meters binnen- en buitenspeelruimte beoordeeld. Reden hiervoor is dat het aantal kindplaatsen per 1-1-2015 is verhoogd naar 16.

Tegelijk met dit regulier onderzoek is een nader onderzoek uitgevoerd (met betrekking tot het plan van aanpak). De uitkomst van dit nader onderzoek is verwerkt in een apart rapport (zie rapport nader onderzoek d.d. 19-01-2015).

Beschouwing

Deze beschouwing beschrijft de resultaten bij de uitgevoerde inspectie. Na de feiten over Doomijn peuterspeelzaal Sterrenkroos en de inspectiegeschiedenis, volgen de bevindingen op hoofdlijnen.

Deze worden elders in het rapport per domein verder uitgewerkt.

Feiten over Doomijn peuterspeelzaal Sterrenkroos

De peuterspeelzaal is gericht op kinderen in de leeftijd van 2½ tot 4 jaar. Op maandag- en

donderdagochtend is de opvang tot 12:45. Op die dagen eten de beroepskrachten met de kinderen voordat ze naar huis gaan.

Er wordt voorschoolse educatie aangeboden. Er wordt gewerkt volgens het Piramide programma.

Kinderen met een VVE-indicatie komen vier dagdelen.

Inspectiegeschiedenis

April 2013 regulier onderzoek: de getoetste voorwaarden voldoen aan de Wet Kinderopvang.

April 2013 nader onderzoek: een aanwezige invalkracht beschikt niet over een VVE getuigschrift. De gemeente heeft het advies gekregen om te handhaven.

Maart 2014 regulier onderzoek: opnieuw werd vastgesteld dat een aanwezige invalkracht niet over een passend VVE getuigschrift beschikt. De gemeente werd wederom verzocht te

handhaven. Daarnaast was het plan van aanpak (naar aanleiding van de risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid) niet voldoende. Er werd een hersteltermijn afgesproken. De overige voorwaarden voldoen aan de Wet Kinderopvang.

Bevindingen op hoofdlijnen

Vanaf 1 januari 2015 is het aantal kindplaatsen uitgebreid naar 16. Tevens hebben er binnen Doomijn kinderopvang wisselingen plaats gevonden tussen beroepskrachten. Op deze locatie is vanaf januari een nieuwe beroepskracht aanwezig naast de vaste beroepskracht. Dit vergt de nodige afstemming tussen de beroepskrachten. Dit was tijdens het inspectiebezoek ook merkbaar waar het ging om praktische zaken. Met enige regelmaat werd een bestaande afspraak even uitgelegd / toegelicht, omdat men er op dat moment mee te maken had. De beroepskrachten gingen hier beiden op een positieve manier mee om.

Tijdens dit inspectiebezoek zijn de getoetste voorwaarden conform de Wet Kinderopvang.

Advies aan College van B&W Geen handhaving.

(4)

Observaties en bevindingen

Pedagogisch klimaat

Pedagogische praktijk

De pedagogische praktijk is getoetst in theorie (uitvoering pedagogisch beleidsplan) en in praktijk (observatie op de groepen).

Er is gekeken naar de verschillende aspecten van de pedagogische praktijk. Bij de observatie van de pedagogische praktijk is gebruik gemaakt van het Veldinstrument observatie kindercentrum (januari 2015). Daarin staan specifieke aspecten waarop wordt geobserveerd. In dit rapport zijn een aantal observaties uitgewerkt.

De uitvoering van het pedagogisch beleidsplan

De beroepskrachten zijn op de hoogte van het pedagogisch beleidsplan. Zij werken allebei al geruime tijd voor Doomijn Kinderopvang. Vanaf 1 januari werken beide beroepskrachten samen op deze locatie. Dit vraagt veel onderlinge afstemming. De pedagogische visie en het beleid vormt hierbij een uitgangspunt.

Emotionele veiligheid

Veldinstrument: 'er is informatieoverdracht en - uitwisseling tussen ouders en beroepskrachten.' Observatie

Na de lunch (12:30) worden de kinderen opgehaald. De ouders / verzorgers nemen plaats in de buurt van het kind. Daarna volgt een moment waarop de kinderen en beroepskracht vertellen wat zij die ochtend hebben gedaan. Op de dag van het inspectiebezoek hebben de kinderen

bijvoorbeeld gezamenlijk een huis gebouwd met echte stenen, buiten gespeeld en een boekje gelezen.

Na het gezamenlijke moment worden enkele zaken betreffende een specifiek kind nog actief aan de desbetreffende ouder overgedragen.

Om 13:15 worden er kinderen gebracht voor de middag. De beroepskrachten verwelkomen zowel de ouders als alle kinderen. Er wordt tijd genomen voor een gesprekje met de ouders en het desbetreffende kind.

Overdracht van normen en waarden

Veldinstrument: 'afspraken, regels en omgangsvormen zijn herkenbaar aanwezig en worden toegepast.'

Observatie

Tijdens het inspectiebezoek zijn er een heel aantal nieuwe kinderen op de groep. De

beroepskrachten begeleiden (nieuwe) kinderen actief bij het leren kennen en omgaan met de afspraken in de groep. Zij leggen uit wat er van het kind verwacht wordt. Bijvoorbeeld; 'als je klaar bent met eten laat je je bordje nog even staan. Als ik zeg dat je het mag komen brengen mag je van tafel.'

Daarnaast worden ook andere regels toegelicht. Een jongetje niest bijvoorbeeld zonder zijn hand voor de mond te houden. De beroepskracht reageert hierop door uit te leggen en voor te doen hoe zij niest. Zij laat een paar keer zien hoe zij in de elleboog niest en vraagt vervolgens aan de

kinderen of zij dit ook kunnen. Ook de andere beroepskracht laat het een keer zien. Op een speelse manier wordt zo uitgelegd waarom je zo moet niezen.

Conclusie

De pedagogische praktijk is conform de Wet Kinderopvang.

(5)

Voorschoolse educatie

Op deze locatie wordt VVE aangeboden. Er wordt gewerkt volgens het Piramide programma. De kinderen met een VVE-indicatie komen vier dagdelen per week. Ouders mogen zelf kiezen welke dagdelen dit zijn.

De VVE-indicatie wordt meestal door het consultatieburo afgegeven. Alle kinderen (dus ook zonder VVE-indicatie) worden getoetst op drie jarige leeftijd. Het kan voorkomen dat een kind naar aanleiding van deze observatie een VVE-indicatie krijgt.

Gedurende een aantal weken wordt er gewerkt met een thema. Tijdens het inspectiebezoek is het thema; wonen. Dit is terug te zien in de ruimte. Er hangen huizen waar de kinderen zelf het dak etcetera op geplakt hebben. Daarnaast werd op de dag van het inspectiebezoek een huis gebouwd, met echte stenen, door alle kinderen.

Er zijn twee vaste beroepskrachten werkzaam op deze locatie. Zij hebben allebei een VVE getuigschrift.

Gebruikte bronnen:

 Vragenlijst houder en/of locatieverantwoordelijke (16-12-2014 ingevuld door de manager van deze locatie.)

 Vragenlijst oudercommissie (de vragenlijst is toegestuurd aan de oudercommissie, maar tot op heden nog geen reactie ontvangen.)

 Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (er is op 21-1-2015 telefonisch en mailcontact geweest met de manager.)

 Interview anderen (aanwezige beroepskrachten)

 Observaties (tijdens de lunch, einde van de ochtend, ontvangst van kinderen in de middag)

 Pedagogisch werkplan

 VVE-certificaten

 Opleidingsplan voorschoolse educatie

(6)

Personeel en groepen

Verklaring omtrent het gedrag

Beide aanwezige beroepskrachten beschikken over een geldige verklaring omtrent het gedrag. De aanwezige vrijwilligster beschikt over een verklaring omtrent het gedrag welke niet ouder is dan twee jaar. Dit is conform de Wet Kinderopvang.

Passende beroepskwalificatie

Beide aanwezige beroepskrachten beschikken over een passende beroepskwalificatie.

Opvang in groepen

Er wordt opvang geboden in één stamgroep. De kinderen komen een aantal dagdelen per week. De ouders kiezen zelf welk dagdeel dit is.

Conclusie

De opvang in groepen is conform de Wet Kinderopvang.

Beroepskracht-kindratio

Er zijn altijd twee beroepskrachten aanwezig met maximaal 16 kinderen. Dit is conform de Wet Kinderopvang.

Gebruikte bronnen:

 Vragenlijst houder en/of locatieverantwoordelijke (16-12-2014 ingevuld door de manager van deze locatie.)

 Interview anderen (aanwezige beroepskrachten)

 Verklaringen omtrent het gedrag (beroepskrachten, vrijwilligster)

 Diploma's beroepskrachten (beroepskrachten)

 Plaatsingslijsten (januari)

 Presentielijsten (januari)

(7)

Accommodatie en inrichting

Binnenruimte

De groepsruimte is 48,3 m². Dit is niet voldoende voor 16 kinderen. Naast de groepsruimte is nog een ruimte aanwezig van 48,5 m². Deze ruimte is meestal beschikbaar voor de peuterspeelzaal, maar niet alle dagdelen.

Er is een speelhal voor de groepsruimte. Deze hal is wel permanent beschikbaar.

Conclusie

Er is ten minste 3,5 m² binnenspeelruimte beschikbaar per aanwezig kind.

Buitenspeelruimte

De buitenspeelruimte is aangrenzend en wordt gedeeld met het kinderdagverblijf. Er is voldoende buitenspeelruimte beschikbaar per aanwezig kind.

Gebruikte bronnen:

 Plattegrond

(8)

Inspectie-items

Pedagogisch klimaat

Pedagogische praktijk

De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan.

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder heeft het vierogenprincipe overeenkomstig zijn pedagogisch beleidsplan ingevoerd.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5a en 7 lid 1 sub h Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Voorschoolse educatie

Voorschoolse educatie omvat per week ten minste vier dagdelen van ten minste 2,5 uur of per week ten minste 10 uur aan activiteiten gericht op het stimuleren van de ontwikkelingsdomeinen taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling.

(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)

De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het feitelijk aantal aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste één beroepskracht per acht kinderen.

(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)

De groep bestaat uit ten hoogste 16 feitelijk aanwezige kinderen.

(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)

De beroepskrachten voorschoolse educatie zijn in het bezit van een getuigschrift van met gunstig gevolg afgelegd examen van één van de bij ministeriële regeling vastgelegde diploma’s.

(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)

Onderdeel van de beroepsopleiding waarvoor het getuigschrift is behaald, vormt ten minste één module over het verzorgen van voorschoolse educatie.

OF

De beroepskracht bezit een bewijs dat met gunstig gevolg scholing is afgerond specifiek gericht op het vroegtijdig bestrijden van achterstanden bij jonge kinderen of het werken met voor- en vroegschoolse educatieprogramma’s.

(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)

(9)

De houder stelt jaarlijks een opleidingsplan op.

(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)

Voor de voorschoolse educatie wordt een programma gebruikt dat op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling wordt gestimuleerd op het gebied van taal, rekenen, motoriek en sociaal-emotionele ontwikkeling.

(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)

Personeel en groepen

Verklaring omtrent het gedrag

De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. Indien een verklaring omtrent het gedrag is afgegeven vóór 1 maart 2013 dan is deze niet ouder dan twee jaar.

(art 1.50 lid 3 en art 3.8g lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden.

(art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Een verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht of vrijwilliger werkzaam bij de onderneming is niet ouder dan twee jaar.

(art 1.50 lid 4, 8 en 9 en art 3.8g lid 3 en 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Passende beroepskwalificatie

Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen.

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Opvang in groepen

De opvang vindt plaats in stamgroepen.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder informeert de ouders en de kinderen in welke stamgroep het kind verblijft en welke beroepskrachten op welke dag bij welke groep horen.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en art 1.54 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Beroepskracht-kindratio

De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste:

- 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar;

- 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar;

- 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar;

- 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar.

Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en

peuterspeelzalen)

Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

(10)

Accommodatie en inrichting

Binnenruimte

Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3,5 m² binnenspeelruimte beschikbaar, waaronder mede begrepen passend voor spelactiviteiten ingerichte ruimtes buiten de

groepsruimte.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 8 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Buitenspeelruimte

Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3 m² buitenspeelruimte beschikbaar.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

(11)

Gegevens voorziening

Opvanggegevens

Naam voorziening : Doomijn peuterspeelzaal Sterrenkroos

Website : http://www.doomijn.nl

Aantal kindplaatsen : 16

Gesubsidieerde voorschoolse educatie : Ja Gegevens houder

Naam houder : Travers Welzijn

Adres houder : Koestraat 6

Postcode en plaats : 8011NK ZWOLLE

Website : www.doomijn.nl

KvK nummer : 41025128

Gegevens toezicht

Gegevens toezichthouder (GGD)

Naam GGD : GGD IJsselland

Adres : Postbus 1453

Postcode en plaats : 8001BL ZWOLLE

Telefoonnummer : 038-4 281 686

Onderzoek uitgevoerd door : W. Potjes Gegevens opdrachtgever (gemeente)

Naam gemeente : Zwolle

Adres : Postbus 10007

Postcode en plaats : 8000GA ZWOLLE

Planning

Datum inspectie : 19-01-2015

Opstellen concept inspectierapport : 21-01-2015

Zienswijze houder : Niet van toepassing

Vaststelling inspectierapport : 29-01-2015 Verzenden inspectierapport naar houder

en oudercommissie : 29-01-2015

Verzenden inspectierapport naar

gemeente : 29-01-2015

Openbaar maken inspectierapport : 12-02-2015

(12)

Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum

De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport.

28 januari 2015;

de manager gaat akkoord met de inhoud van het rapport.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 3

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen;art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen;art 7 lid 1 sub i Regeling

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1

1. Een buitenschoolse opvang, een kinderdagverblijf, een gastouder- bureau of een voorziening voor gastouderopvang wordt niet in exploitatie genomen voordat een onderzoek door de

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1