Inspectierapport
De Bijenkorf (KDV) Cyclamenstraat 1 8441 DR HEERENVEEN
Registratienummer 311341238
Toezichthouder: GGD Fryslân
In opdracht van gemeente: Heerenveen
Datum inspectie: 10-10-2016
Type onderzoek : Jaarlijks onderzoek
Status: Definitief
Datum vaststelling rapport: 31-10-2016
2 van 11
Inhoudsopgave
Het onderzoek ... 3
Observaties en bevindingen ... 4
Pedagogisch klimaat ... 4
Personeel en groepen ... 6
Inspectie-items ... 8
Gegevens voorziening ... 10
Gegevens toezicht ... 10
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum ... 11
Het onderzoek
Onderzoeksopzet
Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek.
Ieder jaar wordt opnieuw onderzocht of de exploitatie van de vestiging nog in overeenstemming is met de kwaliteitseisen van de Wet Kinderopvang. Dit jaarlijks onderzoek is uitgevoerd op basis van risicogestuurd toezicht.
De werkzaamheden van de toezichthouder bestaan in dit onderzoek uit:
• Een bureauonderzoek van verkregen zakelijke gegevens en bescheiden;
• Een bezoek aan de vestiging;
• Gesprekken met de medewerkers tijdens het bezoek aan de vestiging.
Beschouwing
Op verzoek van de gemeente Heerenveen is er door GGD Fryslân op 10 oktober 2016 een jaarlijkse inspectie uitgevoerd bij kinderdagverblijf De Bijenkorf te Heerenveen. Het betrof een
onaangekondigde jaarlijkse inspectie op basis van risicogestuurd toezicht. Dit betekent dat niet alle items onderdeel hebben uitgemaakt van de inspectie.
Omschrijving locatie
Kinderdagverblijf De Bijenkorf is onderdeel van Kinderwoud. Het kinderdagverblijf is samen met de peuteropvang en buitenschoolse opvang gevestigd in een verbouwde locatie. Kinderdagverblijf De Bijenkorf bestaat uit twee stamgroepen dagopvang Suske en Wiske, welke respectievelijk
maximaal 16 en maximaal 12 kinderen opvangen in de leeftijd van 0 - 4 jaar. Daarnaast zijn er 2 stamgroepen peuteropvang. De peuteropvang is geopend op maandag t/m
donderdagochtendochtend van 08.30 t/m 11.30 uur.
De buitenspeelruimte, is gelegen voor de groepsruimten en vandaaruit rechtstreeks toegankelijk.
De ruimte is met natuurlijke materialen ingericht.
Kinderdagverblijf De Bijenkorf is een officiële VVE locatie. Er wordt gebruik gemaakt van de methode Uk en Puk.
Inspectie historie
• 2015 Jaarlijks onderzoek o.b.v. risicogestuurd toezicht. Er zijn geen afwijkingen geconstateerd.
• 2014 Jaarlijks onderzoek o.b.v. risicogestuurd toezicht. Er zijn geen afwijkingen geconstateerd.
• 2013 Jaarlijks onderzoek o.b.v. risicogestuurd toezicht. Er zijn geen afwijkingen geconstateerd.
• 2012 heeft een regulier onderzoek, op alle te toetsen items plaatsgevonden. Hierbij is een afwijking geconstateerd. Het betrof het niet aantoonbaar registreren van de momenten waarop (toegestaan) werd afgeweken van de beroepskracht-kindratio.
Bevindingen
Uit het onderzoek blijkt dat er aan het volgende item niet wordt voldaan:
• Beroepskracht-kindratio
Advies aan College van B&W
De toezichthouder adviseert het college om te handhaven conform handhavingsbeleid.
4 van 11
Observaties en bevindingen
Pedagogisch klimaat
In dit onderdeel van de inspectie worden de inspectiebevindingen over het domein ‘Pedagogisch klimaat’ belicht.
Pedagogische praktijk
Tijdens de observaties van de pedagogische praktijk maakt de toezichthouder gebruik van het Veldinstrument observatie kindercentrum. De beschrijvingen bij de pedagogische praktijk zijn aan dat instrument ontleend, en tijdens het onderzoek op locatie geconstateerd. Na de beschrijving uit het Veldinstrument volgt een voorbeeld uit de waargenomen praktijk.
Tijdens de observatie van de pedagogische praktijk heeft de toezichthouder gebruik gemaakt van het Veldinstrument observatie pedagogische praktijk – kindercentra en peuterspeelzalen
(www.rijksoverheid.nl).
Het veldinstrument is ingedeeld naar de vier pedagogische basisdoelen die zijn benoemd in de Memorie van Toelichting bij de Wet kinderopvang. Deze basisdoelen zijn:
• Het waarborgen van emotionele veiligheid;
• Het bieden van mogelijkheden voor kinderen tot ontwikkeling van persoonlijke competentie;
• Het bieden van mogelijkheden voor kinderen tot ontwikkeling van sociale competentie;
• Socialisatie; het overdragen van waarden en normen.
Aan de hand van het genoemd veldinstrument is de pedagogische praktijk tijdens het onderzoek op locatie beoordeeld.
Tijdens de inspectie zijn verschillende momenten geobserveerd. Onderstaande voorbeelden dienen slechts ter illustratie: Vrij spel, verschoning, kleien, op bed brengen, buitenspelen.
Conclusie:
De beroepskrachten handelen volgens de vier basisdoelen uit de Wet kinderopvang en geven hieraan invulling zoals deze beschreven staan in het pedagogisch beleidsplan en het locatie specifieke werkplan.
Voorschoolse educatie
Voorschoolse educatie wordt getoetst bij locaties die in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen zijn geregistreerd als gesubsidieerde locaties voor voorschoolse educatie.
Het gaat hierbij om de uitvoering van een door een gemeente gesubsidieerd programma dat gericht is op het verbeteren van de voorwaarden voor het met succes instromen in het basisonderwijs voor kinderen die nog niet tot een school kunnen worden toegelaten.
Op de website van het Nederlands Jeugd Instituut (NJI) is een lijst te vinden met erkende
programma’s. Deze programma’s voldoen aan de eisen uit het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie.
De peuteropvang van De Bijenkorf is een officiële VVE locatie. Voor de voorschoolse educatie wordt de methode Uk en Puk gebruikt.
De beroepskrachten zijn in het bezit van een geldig VVE certificaat en er wordt voldaan aan de eis dat minimaal 10 uur aan VVE activiteiten moet kunnen worden geboden.
Conclusie:
Er wordt voldaan aan de eisen die gesteld zijn aan de voorschoolse educatie.
Gebruikte bronnen:
• Interview anderen (Pedagogisch medewerkers)
• Observaties (Tijdens inspectie)
• Pedagogisch werkplan (Locatie specifieke bijlage versie 15-02-2016 ingezien op locatie en ontvangen per mail op 18-10-2016)
• VVE-certificaten (Ontvangen per mail op 18-10-2016)
• Locatieregels Kinderwoud KDV D137 v1
• Lijst bijzonderheden kinderen F133 v2
• Formulier persoonsgegevens kinderen F22 v3
6 van 11
Personeel en groepen
In dit onderdeel van de inspectie worden de inspectiebevindingen over het domein ‘Personeel en groepen’ belicht. Per aspect worden eerst de bevindingen beschreven over het kindercentrum.
Daarna volgt een oordeel op basis van de wettelijke criteria.
Verklaring omtrent het gedrag
Per 1 juli 2013 is de nulmeting continue screening opgenomen in de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Alle medewerkers die een verklaring omtrent het gedrag (VOG) hebben van vóór 1 maart 2013 dienen een nieuwe VOG aan te vragen. Daarmee wordt
gecontroleerd of medewerkers relevante strafbare feiten hebben gepleegd in het verleden.
Stagiaires, uitzendkrachten en vrijwilligers vallen vooralsnog niet onder de continue screening en zullen tweejaarlijks een nieuwe VOG moeten aanleveren.
De verklaring omtrent het gedrag van de vaste medewerkers, invalkrachten, de vrijwilliger (POV) en de 2 stagiaires zijn niet op de locatie aanwezig. Toezichthouder heeft de verklaringen omtrent het gedrag van de vaste medewerkers, invalkrachten, vrijwilliger en stagiaires per mail opgevraagd en ontvangen op 18-10-2016.
Conclusie:
Er wordt voldaan aan de eisen die gesteld zijn aan de verklaring omtrent het gedrag.
Passende beroepskwalificatie
Voor de kindercentra worden de beroepskwalificatie-eisen en bewijsstukken, genoemd in de collectieve arbeidsovereenkomst kinderopvang, aangemerkt als passende beroepskwalificaties.
De beroepskwalificaties van de medewerkers zijn niet op de locatie aanwezig. Toezichthouder heeft deze van de vaste medewerkers en invalkrachten per mail opgevraagd en ontvangen op
18-10-2016.
Conclusie:
Uit de toetsing is gebleken dat er wordt voldaan aan de eisen dat alle beroepskrachten beschikken over een passende beroepskwalificatie.
Opvang in groepen
Een stamgroep is een vaste groep kinderen in de dagopvang in een passend ingerichte vaste groepsruimte.
KDV De Bijenkorf biedt opvang aan twee KDV groepen Suske (16 kindplaatsen) en Wiske (12 kindplaatsen) waar opvang wordt geboden aan kinderen in de leeftijd van 0-4 jaar. Ook wordt er peuteropvang aan geboden in twee POV groepen, De Bloemen en de Bijtjes welke per groep maximaal 16 kinderen in de leeftijd van 2-4 jaar opvangen.
Kinderen met een flexcontract worden op beide KDV groepen opgevangen.
De groepsruimtes zijn passend ingericht met verschillende activiteitenhoekjes. Er zijn voor de 2 KDV groepen 4 slaapkamers beschikbaar. Tussen de KDV groepsruimtes is een sanitaire ruimte aanwezig die door beide KDV groepen gedeeld wordt.
Conclusie:
De toezichthouder constateert op basis van bovenstaande informatie dat de houder voldoet aan de wettelijke eisen op het gebied van de opvang in groepen.
Beroepskracht-kindratio
Het minimale aantal beroepskrachten in relatie tot het aantal aanwezige kinderen in een
kindercentrum wordt, met in achtneming van uitzonderingen in de wet- en regelgeving, bepaald met behulp van een rekentool die bekend is gemaakt via de website www.rijksoverheid.nl. Hierbij is er de mogelijkheid bij openingstijden van 10 uur of langer om maximaal 3 uur af te wijken betreft het begin van de dag, de lunchpauze en het einde van de dag.
Ten tijde van de inspectie werd aan de beroepskracht-kindratio voldaan; er waren op groep Suske 5 kinderen aanwezig die begeleid werden door 1 beroepskracht. Op de Wiske groep waren 12 kinderen aanwezig die begeleid werden door 2 beroepskrachten.
Er werd afgeweken van de beroepskracht-kindratio in de lunchpauze. Dit was maximaal 1,5 uur.
Tijdens de inspectie is geconstateerd dat de haal- en brengtijden van de kinderen niet consequent worden genoteerd op de aanwezigheid/daglijsten. Vooral de haaltijden worden niet genoteerd.
Hierdoor kan geen volledige toetsing van de BKR uitgevoerd worden door de toezichthouder. Dit is tijdens de inspectie besproken met de pedagogisch medewerkers.
De toezichthouder heeft de roosters, daglijsten en plaatsingslijsten en dagrapportages over de periode 12-09-2016 t/m 10-10-2016 van KDV en POV per mail opgevraagd en deels ontvangen op 18-10-2016. De daglijsten ontbreken.
Conclusie:
De toezichthouder constateert uit bovenstaande bevindingen dat de houder niet voldoet aan de getoetste criteria in bovenstaande periode op het gebied van de beroepskracht-kindratio.
Uit bovenstaande constatering(en) / bevinding(en) blijkt dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan.
De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste:
- 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar;
- 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar;
- 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar;
- 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar.
Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Gebruikte bronnen:
• Interview anderen (Pedagogisch medewerkers)
• Observaties (Tijdens inspectie)
• Verklaringen omtrent het gedrag (Ontvangen per mail op 18-10-2016)
• Diploma's beroepskrachten (Ontvangen per mail op 18-10-2016)
• Plaatsingslijsten (Periode 12-09-2016 t/m 10-10-2016 opgevraagd per mail en ontvangen op 18-10-2016)
• Presentielijsten (Opgevraagd per mail maar niet ontvangen)
• Personeelsrooster (Periode 12-09-2016 t/m 10-10-2016 opgevraagd per mail en ontvangen op 18-10-2016)
• Website www.1ratio.nl
8 van 11
Inspectie-items
Pedagogisch klimaat
Pedagogische praktijk
De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Voorschoolse educatie
De voorschoolse educatie omvat per week ten minste vier dagdelen van ten minste 2,5 uur of per week ten minste 10 uur aan activiteiten gericht op het stimuleren van de ontwikkelingsdomeinen taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling.
(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 en 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het feitelijk aantal aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste één beroepskracht per acht kinderen.
(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De groep bestaat uit ten hoogste 16 feitelijk aanwezige kinderen.
(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De beroepskrachten voorschoolse educatie zijn in het bezit van: Een getuigschrift van met gunstig gevolg afgelegd examen van één van de bij ministeriële regeling vastgelegde diploma’s.
OF
Een erkenning van beroepskwalificaties als bedoeld in artikel 5 van de Algemene wet erkenning EG-beroepskwalificaties.
(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
Onderdeel van de beroepsopleiding waarvoor het getuigschrift is behaald, vormt ten minste één module over het verzorgen van voorschoolse educatie.
OF
De beroepskracht bezit een bewijs dat met gunstig gevolg scholing is afgerond specifiek gericht op het vroegtijdig bestrijden van achterstanden bij jonge kinderen of het werken met voor- en vroegschoolse educatieprogramma’s.
(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De houder stelt jaarlijks een opleidingsplan op.
(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
Voor de voorschoolse educatie wordt een programma gebruikt waarin op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling wordt gestimuleerd op het gebied van taal, rekenen, motoriek en sociaal-emotionele ontwikkeling.
(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
Personeel en groepen
Verklaring omtrent het gedrag
De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013.
(art 1.50 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden.
(art 1.50 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Een verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht, vrijwilliger, is niet ouder dan twee jaar.
(art 1.50 lid 4, 8 en 9, art 1.57 lid 1, 2, 3 en 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie
Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen.
(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen
De opvang vindt plaats in stamgroepen.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF
De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Beroepskracht-kindratio
De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste:
- 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar;
- 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar;
- 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar;
- 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar.
Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en
peuterspeelzalen)
Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
10 van 11
Gegevens voorziening
Opvanggegevens
Naam voorziening : De Bijenkorf
Website : http://www.kinderwoud.nl
Aantal kindplaatsen : 60
Gesubsidieerde voorschoolse educatie : Ja Gegevens houder
Naam houder : Kinderwoud Kinderopvang
Adres houder : Trambaan 1e
Postcode en plaats : 8441 BH HEERENVEEN
Website : www.kinderwoud.nl
KvK nummer : 01106502
Aansluiting geschillencommissie : Ja
Gegevens toezicht
Gegevens toezichthouder (GGD)
Naam GGD : GGD Fryslân
Adres : Postbus 612
Postcode en plaats : 8901 BK LEEUWARDEN
Telefoonnummer : 088-2299222
Onderzoek uitgevoerd door : Nienke Postma Gegevens opdrachtgever (gemeente)
Naam gemeente : Heerenveen
Adres : Postbus 15000
Postcode en plaats : 8440 GA HEERENVEEN
Planning
Datum inspectie : 10-10-2016
Opstellen concept inspectierapport Hoor en wederhoor
Zienswijze
: 18-10-2016 : 25-10-2016 : 31-10-2016 Vaststelling inspectierapport : 31-10-2016 Verzenden inspectierapport naar houder : 31-10-2016 Verzenden inspectierapport naar
gemeente
: 31-10-2016 Openbaar maken inspectierapport : 07-11-2016
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum
De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport.
De houder heeft gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen. De zienswijze is één op één overgenomen in dit rapport.
Heerenveen, 31 oktober 2016
Betreft: zienswijze n.a.v. inspectierapport kdv de Bijenkorf, d.d. 10-10-2016
Geachte mevrouw Postma, beste Nienke,
Naar aanleiding van bovengenoemd inspectierapport dienen wij de volgende zienswijze in.
Ten aanzien van het domein Personeel en groepen;
Beroepskracht-kindratio
Tijdens de inspectie is geconstateerd dat de haal- en brengtijden van de kinderen niet consequent worden genoteerd.
Na bestudering van de dagrapportages zien we inderdaad dat dit niet overal goed geregistreerd wordt. In de meeste gevallen gebeurt het wel maar soms ook niet. Het is onze ogen dan ook niet een algemeen beeld maar meer incidenteel. Kinderwoud begrijpt dat deze onvolkomenheid zorgt voor een niet volledig beeld. Er zal dan ook door de clustermanager nadrukkelijk aandacht aan besteed worden binnen de teamvergaderingen. Tevens is Kinderwoud bezig met het invoeren van een app waar de groepen heel eenvoudig op een iPad de kinderen kunnen registeren. Wij denken dat dit zeker een verbetering zal betekenen. Dit is ook met de GGD besproken en zij hebben hier ook elders goede ervaringen mee.
Hopend u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben.
Met vriendelijke groet, Annelies Folkersma
Projectmanager Facilitair Kinderwoud