• No results found

Inspectierapport Mariaschool (KDV) Doelstraat XD DORDRECHT Registratienummer

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Inspectierapport Mariaschool (KDV) Doelstraat XD DORDRECHT Registratienummer"

Copied!
10
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Inspectierapport

Mariaschool (KDV) Doelstraat 13 3311XD DORDRECHT

Registratienummer 172893860

Toezichthouder: Dienst Gezondheid en Jeugd

In opdracht van gemeente: Dordrecht

Datum inspectie: 27-01-2015

Type onderzoek : Jaarlijks onderzoek

Status: Definitief

(2)

2 van 10 Inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 27-01-2015

Mariaschool te DORDRECHT

Inhoudsopgave

Het onderzoek ... 3

Observaties en bevindingen ... 4

Pedagogisch klimaat ... 4

Personeel en groepen ... 6

Inspectie-items ... 7

Gegevens voorziening ... 9

Gegevens toezicht ... 9

Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum ... 10

(3)

Het onderzoek

Onderzoeksopzet

Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek.

Beschouwing

Kinderdagverblijf Mariaschool is een peuterspeelgroep van SKOBA. SKOBA biedt basisonderwijs en peuteropvang op meerdere locaties in Dordrecht, Hendrik-Ido-Ambacht en Gorinchem. Op de Mariaschool worden peuters opgevangen in drie vaste groepen, de Primogroep, de Kletsmajoortjes en de Praatjesmakers.

Inspectiehistorie

In 2014 heeft inspectie plaatsgevonden op meerdere voorwaarden. Er zijn geen overtredingen geconstateerd.

Huidige inspectie

Op alle groepen wordt het VVE programma Piramide aangeboden. Er worden

educatieve activiteiten aangeboden veelal gericht op de taalontwikkeling. De sfeer in de groepen is open en gezellig. Naast de activiteiten is er veel ruimte voor vrij spel in de verschillende

speelhoeken. De beroepskrachten zijn vertrouwt en proactief in het contact met de kinderen.

Het inspectiebezoek is onaangekondigd uitgevoerd en heeft zich gericht op de kernzaken uit de Wet kinderopvang. Aan de getoetste voorwaarden wordt voldaan.

Advies aan College van B&W Geen handhaving.

Geen overtredingen.

(4)

4 van 10 Inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 27-01-2015

Mariaschool te DORDRECHT

Observaties en bevindingen

Pedagogisch klimaat

Pedagogische praktijk

De uitvoering van het pedagogisch beleid wordt gewaarborgd tijdens het wekelijks clusteroverleg.

KDV Mariaschool is onderdeel van basisschool Mariaschool, de beroepskrachten nemen deel aan de onderbouwvergaderingen en de studiedagen.

Pedagogische observatie heeft plaatsgevonden op alle groepen:

De Praatjesmakers tijdens vrij spelen

De Kletsmajoortjes tijdens vrij spelen en opruimen De Primogroep tijdens activiteiten en vrij spelen.

Emotionele veiligheid

De beroepskrachten die werken op de groepen worden gevormd door vaste gezichten. De

beroepskrachten maken zowel verbaal als non verbaal contact met de kinderen. De kinderen staan open voor contact met de beroepskrachten en zoeken ook zelf contact met hen. Op de groep Praatjesmaker spelen de kinderen in verschillende speelhoeken. De beroepskrachten verwoorden regelmatig het gedrag van de kinderen. Ze praten op ooghoogte met de kinderen en zijn betrokken bij de spelsituatie.

Op alle groepen is een basisritme is aanwezig met balans tussen structuur in de vaste momenten en flexibiliteit door langer buitenspelen en het vrije spel.

Persoonlijke competentie

Op de Primogroep worden gericht educatieve activiteiten aangeboden aan groepjes kinderen. Eén groep speelt memory op het digibord met een beroepskracht. Een ander groep doet een

taalactiviteit met de beroepskracht. De kinderen hebben zichtbaar plezier en doen enthousiast mee. Er wordt met het thema schoonmaken gewerkt. De kinderen van de Primogroep maken met water en sponzen de tafels en stoelen schoon. Bij deze activiteit krijgen de kinderen ruimte voor zelfsturing. De kinderen mogen het zelfstandig uitvoeren, de beroepskracht is beschikbaar als hulp en controle punt.

Tijdens het vrije spel bij de Kletsmajoortjes willen een aantal kinderen puzzelen. De beroepskracht gaat samen met een groepje kinderen aan tafel zitten en maakt deel uit van de spelsituatie. De beroepskracht helpt de kinderen actief bij het puzzelen.

Op alle drie de groepen worden programma's en activiteiten aangeboden die gericht zijn op taalverrijking. Bijvoorbeeld op de groep Kletsmajoortjes zingen de beroepskrachten tijdens het opruimen liedjes gezongen.

Sociale competentie

De beroepskrachten zijn op de hoogte van de thuissituatie van de kinderen. De beroepskrachten bieden actief ouderochtenden aan waarin de thema's die actueel zijn worden uitgelegd en

besproken. Ouders krijgen tips mee op welke manier zij in de thuissituatie aandacht kunnen geven aan het thema.

De sfeer op de groepen is gezellig, de kinderen hebben zichtbaar plezier. Ze spelen of doen activiteiten in kleine groepjes. Bij een negatieve interactie tussen kinderen helpen de

beroepskrachten dit oplossen. Ze benoemen de gevoelens en helpen de kinderen de situatie op te lossen.

Overdracht van normen en waarden

Afspraken, regels en omgangsvormen zijn aanwezig. De beroepskrachten passen deze consequent toe en houden hierbij rekening met de situatie. Zelf geven zij het goede voorbeeld in spreken en handelen, zowel van sociale vaardigheden in de omgang met kinderen als volwassenen. Door vriendelijk en behulpzaam te zijn, leven zij de kinderen voor als rolmodel in de omgang met elkaar.

(5)

Voorbeelden zijn zichtbaar van troosten bij verdriet als in het gezamenlijk opruimen van de groep na het spelen.

Op peuterspeelgroep Mariaschool worden de vier competenties voor de kinderopvang voldoende gewaarborgd.

Voorschoolse educatie

Alle peutergroepen komen op maandag, dinsdag, woensdag en donderdagochtend De Kletsmajoortjes en Praatjesmakers komen van 8.45-11.15 = 4 * 2,5 uur= 10 uur De Primo groep komt van 8.45-12.00= 4 * 3,25= 13 uur

Er is een inloop bij alle groepen van 8.30-8.45 uur . Ouders spelen dan samen met hun peuter.

De Mariaschool biedt hiermee voldoende uren voor het aanbieden van voorschoolse educatie. De norm van tenminste 10 uur per week wordt hiermee behaald.

Op de Mariaschool zijn alle beroepskrachten in het bezit van een afgeronde scholing specifiek voor de voor- en vroegschoolse educatie. Certificaten hiervan zijn ingezien. Jaarlijks vindt bijscholing plaats om de kennis up-to-date te houden.

Houder heeft een opleidingsplan opgesteld.

Het programma wat wordt ingezet is Piramide. Dit is een erkend programma voor het aanbieden van voorschoolse educatie.

Gebruikte bronnen:

• Interview anderen (Aanwezige beroepskrachten)

• Observaties (Op alle groepen tijdens vrij spelen en activiteiten)

• Pedagogisch beleidsplan

• VVE-certificaten

• Opleidingsplan voorschoolse educatie

(6)

6 van 10 Inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 27-01-2015

Mariaschool te DORDRECHT

Personeel en groepen

Verklaring omtrent het gedrag

De verklaringen omtrent het gedrag van de werkzame beroepskrachten zijn nagestuurd door de houder. Deze verklaringen zijn niet ouder dan twee jaar. Hieruit blijkt dat voldaan wordt aan de betreffende voorwaarde uit de Wet kinderopvang.

Passende beroepskwalificatie

Beroepskwalificaties van de werkzame beroepskrachten zijn nagestuurd door de houder. Hieruit blijkt dat aan de kwalificatie-eis conform de CAO Kinderopvang is voldaan.

Opvang in groepen

KDV de Mariaschool bestaat uit drie stamgroepen voor maximaal 14 kinderen van 2-4 jaar.

Beroepskracht-kindratio

In onderstaande tabel zijn de kindaantallen en aanwezige beroepskrachten tijdens het inspectiebezoek weergegeven.

Naam groep Leeftijd Aantal kinderen

Aantal vereiste beroepskrachten

Aantal aanwezige beroepskrachten

Kletsmajoortjes 2-3 jaar 5 1 2

Praatjesmakers 2-4 jaar 7 1 2

Primogroep 3 - 4 jaar

13 2 2

Houder voldoet hiermee aan de voorwaarde.

Gebruikte bronnen:

• Observaties (Op alle groepen tijdens vrij spelen en activiteiten)

• Verklaringen omtrent het gedrag

• Diploma's beroepskrachten

(7)

Inspectie-items

Pedagogisch klimaat

Pedagogische praktijk

De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan.

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Voorschoolse educatie

Voorschoolse educatie omvat per week ten minste vier dagdelen van ten minste 2,5 uur of per week ten minste 10 uur aan activiteiten gericht op het stimuleren van de ontwikkelingsdomeinen taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling.

(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)

De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het feitelijk aantal aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste één beroepskracht per acht kinderen.

(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)

De groep bestaat uit ten hoogste 16 feitelijk aanwezige kinderen.

(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)

De beroepskrachten voorschoolse educatie zijn in het bezit van een getuigschrift van met gunstig gevolg afgelegd examen van één van de bij ministeriële regeling vastgelegde diploma’s.

(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)

Onderdeel van de beroepsopleiding waarvoor het getuigschrift is behaald, vormt ten minste één module over het verzorgen van voorschoolse educatie.

OF

De beroepskracht bezit een bewijs dat met gunstig gevolg scholing is afgerond specifiek gericht op het vroegtijdig bestrijden van achterstanden bij jonge kinderen of het werken met voor- en vroegschoolse educatieprogramma’s.

(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)

De houder stelt jaarlijks een opleidingsplan op.

(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)

(8)

8 van 10 Inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 27-01-2015

Mariaschool te DORDRECHT

Voor de voorschoolse educatie wordt een programma gebruikt dat op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling wordt gestimuleerd op het gebied van taal, rekenen, motoriek en sociaal-emotionele ontwikkeling.

(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)

Personeel en groepen

Verklaring omtrent het gedrag

De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. Indien een verklaring omtrent het gedrag is afgegeven vóór 1 maart 2013 dan is deze niet ouder dan twee jaar.

(art 1.50 lid 3 en art 3.8g lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Passende beroepskwalificatie

Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen.

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Opvang in groepen

De opvang vindt plaats in stamgroepen.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF

De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Beroepskracht-kindratio

De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste:

- 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar;

- 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar;

- 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar;

- 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar.

Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en

peuterspeelzalen)

(9)

Gegevens voorziening

Opvanggegevens

Naam voorziening : Mariaschool

Website : http://www.skoba.nl

Aantal kindplaatsen : 45

Gesubsidieerde voorschoolse educatie : Ja Gegevens houder

Naam houder : Stichting Katholiek Onderwijs Bernardus Alfrink

Adres houder : Bomkade 18

Postcode en plaats : 3311JD DORDRECHT

KvK nummer : 41118080

Gegevens toezicht

Gegevens toezichthouder (GGD)

Naam GGD : Dienst Gezondheid en Jeugd

Adres : Postbus 166

Postcode en plaats : 3300AD DORDRECHT

Telefoonnummer : 078-7708500

Onderzoek uitgevoerd door : Rianne Peels Gegevens opdrachtgever (gemeente)

Naam gemeente : Dordrecht

Adres : Postbus 8

Postcode en plaats : 3300AA DORDRECHT

Planning

Datum inspectie : 27-01-2015

Opstellen concept inspectierapport : 02-03-2015

Zienswijze houder : 16-03-2015

Vaststelling inspectierapport : 12-03-2015 Verzenden inspectierapport naar houder

en oudercommissie

: 12-03-2015 Verzenden inspectierapport naar

gemeente

: 12-03-2015 Openbaar maken inspectierapport : 02-04-2015

(10)

10 van 10 Inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 27-01-2015

Mariaschool te DORDRECHT

Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum

De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport.

De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1

1. Een buitenschoolse opvang, een kinderdagverblijf, een gastouder- bureau of een voorziening voor gastouderopvang wordt niet in exploitatie genomen voordat een onderzoek door de

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1